ijnlandse dorpen die eens
eel groen, knusheid
n armoede gekend hebben
hond
zoekt;
huis
al VALKENBURG EN RIJNSBURG OPNIEUW
«ïiBOEIEND IN OUDE ANSICHTEN
Eigengereide Prins heeft strenge baas nodig
'AD/REGIO
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 19 JULI 1980 PAGINA 5
"Valkenburg 's zomers in de tuin, de hele dag met
te- en koffiepot binnen handbereik, en de tijd slij-
id in Rijnlandse klederdracht.
In het gestaag
voortsijpelende beekje
tussen uitgever en
boekhandel zijn weer
twee deeltjes „In oude
ansichten" mee komen
drijven. Op zichzelf is
deze reeks al een
succesvol stroompje, dat
de komende jaren nog
niet uitgedroogd zal zijn.
Daar zorgen de
geklassificeerde
„Europese Bibliotheek",
Zaltbommel, en vele
plaatselijke auteurs,
verzamelaars,
dorpskenners en
speurneuzen wel voor.
Ieder dorp z'n eigen
worp; er is altijd wel
gelegenheid voor het
ophalen van de
geschiedenis aan de
hand van oude
prentbriefkaarten ofwel,
in goed Nederlands,
ansichten. Maar bij die
„ansichten" hoort een
onderhoudende
informatie, anders hoef
je niet aan publiceren te
denken. Nu zijn er in tal
van plaatsen in ons land
enthousiaste en
geroutineerde mensen
die met hun kennis van
zaken uitstekend in staat
zijn om zo'n plaatjes
kijkboek van boeiende
en informatieve relaasjes
te voorzien. Ook in deze
omgeving vindt men
dergelijke figuren en
niet zelden verschijnt na
een eerste deeltje na
verloop van enige tijd
deeltje twee of zelfs
nummer drie. Het blijft
vertederend om te zien:
al die bekende en
onbekende, allang
vergeten beelden uit
grootmoeders en
grootvaders tijd.
Overigens zijn er al
duizend van die boekjes
verschenen
Voor ons liggen nu
„Valkenburg aan de Rijn in
oude ansichten deel 2" en
„Rijnsburg in oude ansichten
deel 2". Het is duidelijk, dat
de eerste deeltjes een
hartelijk welkom hebben
gehad en in een behoefte
hebben voorzien. Maar er
kon nog meer bij, want de
periode tussen zeg maar 1880
en 1925 blijft onze nostalgie
voeden. „Valkenburg" werd
onderhanden genomen door
Laurens M. van Zijp en
„Rijnsburg" (ook bijna aan
de Rijn) door de lokale
historicus S. C. H. Leenheer.
Het eerste boekje over
Valkenburg kwam in 1974
uit en was van de hand van
Jan Juffermans, die evenwel
al geruime tijd niet meer in
Valkenburg woont. Hier dan
een nieuwe verzameling van
vaak rustieke afbeeldingen
uit de tijd tussen 1900 en
1940. Weer moetje als kijker
constateren, dat er in de
laatste decennia heel veel
groen, prachtige bomen en
schilderachtige
dorpstafereeltjes verdwenen
zijn. Het begint al met die
oude Katwijkerweg; het lijkt
de Achterhoek wel. Met op
de achtergrond de
voormalige 30 meter hoge
toren van de kerk, helemaal
omgeven door rijzige iepen
waarvan er vele in het dorp
stonden. De iepen zijn
verdwenen, maar ook de
dorpskerk met toren die in
de meidagen van '40
dermate door artillerievuur
werd getroffen dat het
bouwwerk afgebroken moest
worden. Op een foto is de
val van de toren te zien.
Alleen het weerhaantje
werd gered door dominee
Veldkamp. Er is geen toren
meer te vinden in
Valkenburg Z.H.
En dan de typische tuitende
kalkovens langs de
Katwijkerweg; en de winkel
van Steijn en Geervliet, de
palingvisser, wiens rokerij
tot ver in de omtrek
„bespeurbaar" was. We zien
„de mannen» van de
pannenfabriek", poserend in
1922; staand, zittend en
liggend. Ze werden met een
veüingvlet de Rijn
overgezet. Prachtig is de
sfeer van het Kerkplein en
Broekweg vol met
lindebomen: „wat zag
Valkenburg er vroeger 's
zomers lekker groen uit
verzucht auteur Van Zijp.
Dat er heel wat plaatjes
gewijd zijn aan de beroemde
Valkenburgse paardenmarkt
zal niemand verbazen: in
1910 nog ruim 800 paarden
en de handel was vlot. In de
16e eeuw werden in acht
dagen soms meer dan 3000
van die dieren aangevoerd
Daar werden heel wat
paarden in de bek gekeken.
Ach, het was schoon, toen.
De jongelingsvereniging, net
zo goed als de klas van
meester Kool en de
Burgerwacht met serieuze
wapens. En de enig echte
harmonie, gekiekt in 1922;
de blazers zijn te herkennen.
Een zitje uit „grootvaders
tijd" rond 1900 in de tuin
van mevrouw Bonte in
originele Rijnlandse
klederdracht, 's Zomers zat
men de hele dag buiten, met
de thee- en koffiepot binnen
handbereik. Leuke
herinneringen voor
Valkenburgers, maar ook
buitenstaanders zullen er
best van kunnen genieten.
Hetzelfde geldt voor
„Rijnsburg in oude ansichten
deel 2".
De heer Leenheer heeft
weer veel wetenswaardigs
ontleend aan schitterend
fotomateriaal, dat hij zonder
al te veel commentaar voor
In 1940 viel de toren van Valkenburg, zwaar bescha
digd door de Nederlandse artillerie in de meidagen.
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen,,Elke morgen tussen
tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
- -
Als een kerstplaatje: het Valkenburgse Marktveld in de sneeuw.
zichzelf laat spreken. De
Vliet, zowat in alle
omstandigheden, tot en met
bijna onwerkelijke
koolschuiten van tachtig jaar
terug, zien we ettelijke
malen. Wat zou Rijnsburg
zijn zonder Vliet! De Vliet in
1900 achter de Dubbele
Buurt; schilderachtiger kon
het niet: huisje-boompje-
scheepje. De Vliet is daar al
jaren geleden gedempt. De
stoomtram die Rijnsburg
begin deze eeuw uit z'n
isolement haalde. Nog even
de „blauwe tram". En ook in
Rijnsburg: wat een bomen
en wat een groen Allemaal
gerooid door de vooruitgang
en de snelheid. Het
Spinozahuis leek in 1914
veel „echter" dan vandaag
en de Sandtlaan was toen
nog een onverharde
modderpoel na een fikse
regenbui.
Je ontkomt er niet aan: de
hervormde
meisjesvereniging „Dorcas"
op een dagje uit met
dominee en diens vrouw. In
alle onbekoorlijkheid van de
stijve jongedames een
bekoorlijke ansicht apart.
Kijk eens naar de
Rijnsburgerweg (toen
Leiderweg) in 1920: je weet
niet wat je ziet. Een
dorpsweg, compleet met
.elektrische bovenleiding
voor de tram. En „groete uit
RIJNSBURG", vanuit de
christelijk gereformeerde
kerk met pastorie in 1916.
Als het maar een ansicht
was, dan hoefden het heus
geen „groeten" te zijn.
Verderop (in 1939) de
raadzaal die op een school
leek en de openbare school
die veel weg had van een
gemeentehuisje. Dan steeds
maar weer die
ongeëvenaarde Vliet, in zon
en schaduw en in rust. Wat
nu het parkeerterrein van
de Rabobank is, was in 1920
nog de bezienswaardige
architectonisch aangelegde
tuin van Maarten Brussee
aan de „Dijk". Ik wilde
voorbijgaan aan de
hervormde
jongelingsvereniging (1918),
maar moet je die jongeheren
eens correct zien zitten, in
rijen opeengestapeld achter
de beklede tafel (met, ik
dacht, een opengeslagen
bijbel erop) van het bestuur.
De Coöperatieve
Boerenleenbank rond 1950.
Nou nee, niet mooi, maar de
bank was een stimulans voor
de economische groei van
Rijnsburg. En die groei had
het dorp bitter hard nodig;
het was een hele weg om
„boven Jan" te geraken. Een
opname van kweker Teun
iKralt, voorzitter van veiling
Flora, tevens wethouder,
een rots tussen de bloemen.
Voordien was er nog het
bollen poten, in 1910; een
tijd dat er nog armoe heerste
op het veld. Met Leenheer
slaan we de blaadjes om:
Rijnsburgse dames op een
zendingsfeest en kwekers in
een kas, in de voor-
crisisjaren. Twee charmante
Rijnsburgse zussen uit de
„boerenstand" in zondagse
dracht: Kee en Geertje
Brussee, gekiekt omstreeks
1890. Geweldig wat een
meid was Geertje, in
medaillon. Een stuk
vriendelijker dan Kee ook.
Ze moet zonder meer
destijds Miss Rijnsburg 2ijn
geweest.
Rijnsburg in de
mobilisatietijd van '14 '18:
in het café Óoster, waar toen
al bloemen werden geveild
en waar ook „Flora'
ontstond. Op zichzelf vind ik
zo'n plaatje al bijzonder
historisch, als je de „nasleep"
van veiling „Flora,, nagaat.
Ik kan me voorstellen, dat
ras-Rijnsburgers daar even
stil van worden. Verdwenen
buurtjes: Schoolsteeg en
Bogaardstraat, Nieuwdorp
en Leiderweg, een
verdwenen kerkje aan het
Rapenburg, een oud
trammetje naar Katwijk bij
„het wissel", de school van
meester Pieper. Hulde aan
de helpers van Leenheer,
want ze kwamen met namen
aanzetten die tot meer dan
zestig jaar teruggaan. Weer
de Vliet: in 1900 was bijna
het hele dorp uitgelopen om
op de kiek te komen, want
de fotograaf was toen een
tovenaar Verdwenen
dorpsgezichten, verdwenen
mensen, net zogoed als
Gerrit de Mare, die een
groentenwijk had en deze
met de laatste Rijnsburgse
hondekar (1946) bediende.
Daar even stil bij staan en de
levensvatbaarheid van
in oude ansichten" is
vastgesteld. Tot in deel twee,
drie of vier aan toe. Nog één
keer....: „wat was het
schilderachtig Van Zijp,
Leenheer en anderen
kunnen rustig verder gaan.
Er zijn nog duizenden
wachtenden achter hen. En
Zaltbommel" zal het wel
verwerken, want daar zijn
ze uiteindelijk voor.
Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt huis". In deze
rubriek wordt een hond (of soms ook wel een kat) beschreven die In het asiel
verblijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan... tenzij het dier een goed
tehuis vindt. De in de rubriek beschreven honden zijn óf gevonden, óf door hon
denbezitters naar het asiel gebracht. Ze worden om uiteenlopende redenen af
gestaan. vaak begrijpelijk, maar soms ook volslagen onzinnig. De in „hond
zoekt huls" beschreven dieren zijn alle goed gezond, hebben een wormkuur on
dergaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van circa 60 gulden ten bate
van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan
6b, Leiden. Tel.: 411670. Geopend di. t/m vr. 10-12 en 14-17 uur, za. 10 tot 12
en 14-16 uur. Zondag en maandag gesloten.
VEEL REAKTIES
doef zijn naam alle eer aan. Toch is het voor een baas met enig gezag een pri-
LEIDEN Als er een hond in het
Leidse dierenasiel zit, die zijn naam
eer aan doet dan is het wel de prach
tige rode Cocker Spaniel met de
naam Prins. De drie jaar oude reu is
met recht een Prins die gewend is te
doen waar hij zin in heeft en geen
bevelen van lager geplaatsten aan
neemt.
Prins is in zijn kinderjaren, waarschijn
lijk te gemakkelijk opgevoed. Toen er
in het gezin waar Prins heer en mees
ter was een baby werd geboren en veel
aandacht naar de nieuwkomer ging
werd Prins jaloers. Dat gaf problemen
en Prins werd bij de vader van de jon
ge moèder gebracht. De al wat oudere
man kon de eigengereide Prins niet
aan en haast in paniek bracht hij de
hond naar het asiel aan het Besjeslaan-
Se
in de
hand. „Eigenlijk is het een hele lieve
hond. Je moet er alleen voor zorgen dat
hij précies weet wie de baas is. Je moet
niet bang voor hem zijn. Hii heeft echt
het karakter van een spaniel en dat be
tekent dat hij goedheid misbruikt. Als
hij altijd in een stoel mag liggen en er
komt visite en hij moet eruit dan wordt
hij boos. Als zo'n baas echter gewoon
die hond eraf zet en duidelijk zijn over
wicht laat zien is er niks aan de hand
en accepteert zo'n hond dat hij uit de
stoel moet, Ben je echter bang voor
hem en probeert hem voorzichtig tot
andere gedachten te brengen, vergeet
het dan maar want dan blijft hij zitten
waar hij zit en krijg je nog een knauw
toe", aldus Wil Tiele.
De nieuwe baas van deze prachtige
hond moet dus niet bang voor Prins
zijn. Ook is Prins niet aan te raden in
een gezin met kinderen onder de tien
jaar. Hii is erg gauw jaloers. Prins is
een drukke hond, met wat ondeugende
streken, die vaak moet worden uitgela
ten om zijn veelheid aan energie enig
zins kwijt te kunnen raken. Prins kan
goed met andere honden overweg al is
nij wel steeds de baas. Katten kunnen
echter maar beter uit de buurt blijven.
Hij kan ook goed tegen een ritje in de
auto. Voor degene die serieus met Prins
om wil gaan en hem wat extra aan
dacht gunnen is het een prima hond,
die daarbij zeker gezien mag worden.
Scotty
Scotty de bastaard schotse colly van vo
rige week, heeft weer een nieuwe baas.
Hij woont sinds dinsdag bij een gezin in
Hoogmade. Er kwamen erg veel reak-
ties binnen voor Scotty.