HOE -PROBEERT „DE DUIVEL" TE TROTSEREN £efcbc@oti/ia/nt en Pieter Botha op 20 eeptem- 1978 premier «an Zuid-Afrika ird, leek er een nieuw tijdperk ««qi te breken in de Zuidatrikaanse kan^itiek. Verandering werd een 9< 2 nawoord en in binnen- en bui- '"9d$land laaide de hoop op. Zou het HPÜde van de apartheidspolitiek '"'ft toch In zicht komen? 01 die- n de hervormingen er elechte om een subtielere vorm van ^^rtheid te verhullen? In onder- te and artikel gaat Guardian-ver- ngever Jonathan Steele, die on- gs is teruggekeerd van een be- m Frik aan Zuid-Afrika, in op de lervad van de hervormingen en de n P'ajding van het Zuidatrikaanse le- "nfle> dat zich lijkt op te maken voor „totale oorlog" tegen de soms res«tichtbare antichrist Een zwarte Zuidafrikaan ligt gewond op de grond tij dens de jongste rassenrellen In Zuid-Afrika. >EN Zuid-Afrika, jarenlang symbool van starheid on- de nimmer aflatende roep verandering, lijkt sinds kort land waar conservatieven niet meetellen. Verandering is nieuwe modewoord waar elk tentaérek in beschaafde kringen [draait, ledereen wil verende- iOn waar je ook komt, hoor je i8iaste verhalen dat Zuid- bezig is de bakens te ver- Moe ver de veranderingen en wat ze precies inhouden ft echter onduidelijk. „Ingrij- ■^d en drastisch", zeggen som- .jen. „Schijnveranderingen die iuhp® voorstellen", menen ande- 'i moi Volgens meneer A behoudt i Kopverheid zijn greep op de situ- volgens B zullen de verande ren uiteindelijk leiden tot een ■Voorspelbare situatie waarin de ■^rheid naar alle waarschijnlijk- J haar controle verliest. zichtbare veranderingen zijn de waaraan het drin- 4dst behoefte was. Blank en delen tegenwoordig de bank- ^■in de parken van Johannesburg staan samen in de rij voor het ftkantoor. Zwarten mogen dienst ■Hvien in het leger en in de duurde- estaurants zitten blank en zwart ederlijk naast elkaar, hoewel r de goedkopere eethuisjes het •s-cpenonderscheid blijft bestaan dat alleen vijfsterren-restaurants 1 ontheffing kunnen krijgen van Va3roup Areas Act, de uit 1966 da- t'ot ynde wet die de verschillende 17 yolkingsgroepen een eigen ge il toewijst. ,,„.„ere veranderingen zijn moeilij- illlllll te achterhalen, zoals bijvoor- __Jd de psychologische invloed gebeurtenissen in het buiten- '01 I. Hoe reageert men als Rhode- m„ Zimbabwe wordt, als Angola on- it intiak biedt aan duizenden Cu- mse adviseurs en als zwarte na- Tei.ölisten grote successen boeken r de olieraffinaderij Sasolburg 8 blazen? Wat zijn de gevolgen de recente rellen? Het verzet jn het apartheidssysteem maakt 'zo goed deel uit van het veran- ^OOPpgsproces. Zal dit verzet het af kdke vertrouwen in hun machts- ater.tie aantasten? i. lOepaalde andere opzichten is het Gee|ieke klimaat van Zuid-Afrika er hetzelfde gebleven waardoor alsof de tijd hier stilstaat. tê^aal gesproken zijn er twee emiraten Zuid-Afrika-experts: zij die m, den dat het heersende regime ain) val door het buitenland onder I wordt gezet (door westerse li llen. de Verenigde Naties, Rus- ZZhe communisten, terroristen en !o maar door) en zij die menen het regime vooral van binnenuit eigd wordt doordat de zwarte liking in opstand komt tegen de x, -chtvaardigheid van het apart- ^jssysteem. Anno 1980 kan mem v£}steeds dit simpele onderscheid r irengen, hoewel Botha roet In i^ten heeft gegooid door ais eer- premier van Zuid-Afrika te chuwen voor de gevaren van Revolutie van binnenuit. p tweede plaats is er nog steeds i verandering gekomen in de slachtige houding die de blan- nnemen met betrekking tot het ten. Enerzijds willen de natio- jten de westerse beschaving hhouden, anderzijds menen ze Zuid-Afrika bestuurd moet wor- ïvolgens een ander model. Het rtheidssysteem werd destijds alleen ingevoerd om het zwarte [leem op te lossen, maar ook het Westen aan te tonen dat [■Afrika een eigen koers zou p volgen, dien zijn vijfentwintig jaar vers i en nog steeds willen de Na tionalisten dat het Westen hen óp hun eigen merites aanvaardt. De Zuidatrikaanse radio-omroep, die volledig in handen is van de rege ring, zendt elke dag een vijf minu ten durend redactioneel commen taar uit. De dag voor mijn vertrek verkondigde een tevreden omroe per dat zich een uiterst belangrijke verandering in Zuid-Afrika had vol trokken omdat het land gebroken had met de westerse parlementaire tradities. Eigenlijk was het vreemd, zei de stem. dat Zuid-Afrika zich 70 jaar lang had onderworpen aan „een vreemd en voor Zuid-Afrika ongeschikt systeem" dat absoluut geen garanties biedt voor minder heden. Zuid-Afrika met zijn twaalf verschillende etnische groepen had behoefte 'aan een ander systeem en kreeg het door de senaat te vervan gen door twee nieuwe adviserende raden waarin vertegenwoordigers van alle groeperingen zitting heb ben. Totale aanval Verder reageren de blanken nog even koppig op elke vraag om ver andering als twintig jaar geleden. Moet men ingaan op redelijke ver zoeken om verandering en het risi co lopen voor zwakkeling te worden uitgemaakt of moet men de indie ners van het verzoek eerst laten zien waar ze staan en pas daarna toegeven? Of, op de derde plaats, moet men helemaal niet toegeven? De autoritaire mentaliteit van een politiestaat die er automatisch van uitgaat dat elke kritiek wordt geïn spireerd door agitators, tiert nog steeds welig in Zuid-Afrika. Tezamen maken deze drie constan te elementen deel uit van een nieu we frase waar premier Botha zich van bedient als hij spreekt over „de totale aanval" waaraan Zuid-Afrika volgens hem het hoofd moet bie den. Voor een militaire uitleg van deze raadselachtige woorden, reed ik naar de Zuidatrikaanse Militaire Academie die zo'n 100 kilometer ten noorden van Kaapstad is geves tigd. De leiding van de academie is in handen van brigadier F.S. Mulder. „Wij zijn een christelijk land en het leger gaat uit van christelijke princi pes. Volgens mij worden wij van alle kanten bedreigd, zelfs door mensen van wie we dachten dat ze onze bondgenoten waren. Het christendom wordt aangevallen door het marxisme. De duivel heeft God de oorlog verklaard. Ook uw land zou zich moeten voorbereiden op een strijd tegen het marxisme", zo vertelde hij me. „Alleen met een totale oorlog kun nen we deze aanval pareren. De ge varen dreigen op allerlei gebied, op militair, godsdienstig, fysiek en geestelijk gebied", aldus Mulder. Op zijn bureau ligt een boekje, geti teld „Tegenaanval, een manier van leven". Het boekje legt uit dat zo wel blank, zwart als kleurling aan dezelfde gevaren bloot staat. „Het grote gevaar is dat de aanval onverwacht kan komen, niet altijd zichtbaar is en zijn ondermijnend werk op subtiele wijze kan verrich ten door propaganda te versprei den. De aanvaller probeert vooral de jeugd voor zich te winnen. Hij speelt handig in op de interesse sfeer van de jongeren en maakt ge bruik van popmuziek, film en litera tuur om zijn ware gezicht te verber gen. Morele waarden worden lang zaam en onzichtbaar aangetast en veroovende middelen worden aan geprezen als volslagen ongevaarlij ke genotsmiddelen. Op deze manier worden een gezonde geest, ziel en lichaam langzaam aangevreten en het slachtoffer valt ten prooi aan de opstandeling". „De opstandelingen willen twijfel, schuld en verwarring zaaien zodat de militaire vleugel uiteindelijk naar de macht kan grijpen. Alleen via een totale strategie kunnen we aan deze bedreiging het hoofd bieden, ledereen moet bij de tegenaanval betrokken worden. We moeten con stant werken aan het behoud van een christelijke natie, sterk politiek leiderschap en een florerende eco nomie". „De opstandelingen zullen probe ren onrust te stoken door aan te zetten tot stakingen en boycots. De „totale strategie" staat onvrede on der de bevolking toe, maar wil die onvrede opheffen door middel van een verlicht gezag en niet door met de botte bijl onderhandelingen tus sen belangengroepen af te snij den". „Voor een succesvolle tegenaanval is het van groot belang dat de poli tieke leiders op de hoogte zijn van de verlangens die onder de bevol king leven. Als het regeringsbeleid erop gericht is om aan de verlang ens van de bevolking te voldoen, zal de terrorist geen steun krijgen voor zijn valse beloften. Bij de uit oefening van zijn plicht streeft de politieke leider er naar om de no den van de bevolking te lenigen zonder daarbij te vervallen in partij politieke stokpaardjes. Een regering moet eensgezind naar buiten tre den... De vijand moet niet de kans krijgen om vervreemding te stich ten". Beloften ingetrokken Deze beschrijving van politiek lei derschap is in overeenstemming met het beleid dat Botha de afgelo pen achttien maanden heeft ge voerd. Aan het begin van het parle mentaire jaar dat onlangs is beëin digd, hoopten vele Zuidafrikanen dat de premier de aanzet zou geven tot ingrijpende veranderingen. Maar toen puntje bij paaltje kwam trok Botha de meeste van zijn eerder gedane beloften weer in. Waarom durft hij zo weinig, terwijl zijn Natio nale Partij met 100 zetels een ruime meerderheid in het parlement heeft? Kan hij het zich niet veroor loven om een paar haviken te laten vallen? Hoewel Botha de door hem voorge stelde veranderingen door het par lement had kunnen krijgen, kwam hij op zijn beloften terug omdat hij de eenheid binnen de eigen partij wilde behouden. De leider van de oppositie, prof. dr. F. van Zyl Slab bert, vroeger professor in de socio logie en zelf een Afrikaner, vatte Botha's beweegredenen als volgt samen: „De solidariteit binnen de Nationale Partij is belangrijker dan wat dan ook. Wederom is aange toond dat de Nationale Partij niet tegelijkertijd effectieve hervormin gen kan doorvoeren en de eenheid binnen de eigen partij kan behou den". Hermann Giiiomee, verbonden aan de universiteit van Stellenbosch en eveneens Afrikaner, meent dat de Nationale Partij de politiek steeds meer begint te benaderen op de wijze waarop de directeur van een grote onderneming zijn bedrijf ziet. Het oude gezag wordt gemoderni seerd, verantwoordelijkheden wor den gedelegeerd. Zoals vele ande ren beschouwt Giiiomee het apart heidssysteem als een afdoend mid del om het werkgelegenheidspro bleem aan te pakken. In de oude werkverdeling volgens welke de Afrikaners zich voorname lijk bezig hielden met politiek, ter wijl de Engelstaligen zich toelegden op de economische aangelegenhe den, komt langzaam maar zeker verandering. De Afrikaners treden nu op als algemene managers. Ze aanvaarden de noodzaak van eco nomische groei voor de particuliere sector, gedeeltelijk om de werk loosheid onder de zwarten op te. vangen en de spanning te vermin deren. Ook bij het toelatingsbeleid van zwarten in blanke gebieden laten zij zakelijke factoren een rol spelen. Er is een eind gekomen aan de massa le arrestatie van Afrikanen die niet over een correct persoonsbewijs beschikken. Op straffe van hoge boetes deinzen werkgevers ervoor terug om mensen illegaal in dienst te nemen. Een verandering die Giiiomee bena drukt, is dat er geen geschoolde blanke arbeiders meer bijkomen. In een reeks artikelen die onlangs in de Cape Times is verschenen, wees Giiiomee erop dat de daling van het aantal blanke immigranten en de verdubbeling van de diensttijd een benarde situatie hebben gecreëerd die alleen kan worden beëindigd door de zwarten meer rechten te geven. Zo'n tien jaar geleden kregen de zwarten betere banen dank zij het zwevende onderscheid tussen blank en zwart. Zwarten konden meer promotie gaan maken, maar kregen voor hetzelfde werk minder uitbetaald dan blanken. Zwart ver zet en buitenlandse druk om de lo nen te verhogen hebben dit voor deel voor de blanken teniet gedaan. Om evenveel te kunnen blijven pro duceren, moeten de werkgevers nu meer zwarten opleiden. Tegelijker tijd proberen ze echter de groei van de Afrikaanse vakbonden naar hun hand te zetten. Het traditionele vakbondssysteem in Zuid-Afrika staat onder strakke controle van de overheid. De mees te takken van industrie hebben een gezamenlijke raad waarin zowel werkgevers als blanke arbeiders vertegenwoordigd zijn. Zij voeren de loononderhandelingen en de overeenkomst die ze bereiken, wordt door middel van een ministe riële maatregel van kracht ver klaard voor alle arbeiders werk zaam in die bepaalde tak van indu strie, ongeacht wat voor werk ze doen, of welke huidskleur ze heb ben. Enkele jaren geleden verschenen er enkele vakbonden voor zwarten op het toneel, die vastbesloten waren om een cao per fabriek en niet per tak van industrie af te sluiten. Ze wilden dit omdat de Afrikanen niet de bewegingsvrijheid van de blan ken hebben en alleen kunnen on derhandelen waar ze werken. Werk- „Totale oorlog" nieuwste strategie tegen groeiende macht van de zwarten Inwoners uit Soweto hellen de vuist: de zwarte macht zal er komen. gevers en regering hebben daarop gereageerd door concurrerende vakbonden voor zwarten te steunen op voorwaarde dat ze het onder scheid tussen blank en zwart In acht blijven nemen, instemmen met de industriële raden en zich laten registreren bij de regering. Vorige maand werd verhinderd dat de Federatie van Zuidatrikaanse Vakbonden die oppositie voert te gen het beleid van de regering, nog langer geld ontvangt van het bui tenland. De psychologische slacht offers van het proces dat erop ge richt is geschoolde zwarte arbei ders in dienst te nemen, zijn de blanke arbeiders die waarschijnlijk geleidelijk worden geloosd door de Nationale Partij. Nu de Nationale Partij zich niet meer zo star opstelt met betrekking tot het apart heidssysteem, worden de armere blanken de eerste slachtoffers. Zwarte stedelingen De toekomst van de zogenaamde zwarte stedelingen staat centraal in de Zuidatrikaanse politiek. Volgens de oorspronkelijke opzet van het apartheidssysteem, moest iedere Afrikaan burger worden van een et nisch „thuisland", terwijl slechts een enkeling zich in blanke steden zou kunnen vestigen. De thuislan den moesten onafhankelijk worden, om, zoals Dr. Giiiomee stelt, de zwarten hun burgerrechten te ont houden en door middel van pas poorten in plaats van persoonsbe wijzen controle te houden op de toestroom van zwarten. Dit plan ging om twee redenen de mist in: belangrijke thuislanden wei gerden de onafhankelijkheid te aan vaarden en de onrust onder de zwarte stedelingen die een belang rijke rol vervullen in de blanke eco nomie, nam onheilspellende vormen aan. De regering-Botha kan kiezen uit twee oplossingen. Ze kan een nieuw systeem van tweezijdig burger schap instellen waarbij Zuid-Afrika een federatie wordt van verschillen de etnische substaten. Iedere Afri kaan krijgt dan een Zuidafrikaans paspoort, maar het onderscheid tussen blank en zwart blijft gehand haafd waardoor de zwarten nog steeds essentiële burgerrechten worden onthouden. De andere oplossing is om de zwar te steden een grotere autonomie te verlenen. Diegenen die in aanmer king komen voor de felbegeerde rechten, zoals geformuleerd onder Sectie 10 van de wet op de stedelij ke gebieden, hetgeen inhoudt dat ze blijvend in blanke gebieden mo gen wonen, kunnen een lange pacht op hun huis nemen en de huur overdragen aan hun kinderen. Ze mogen vrij rondreizen en werken waar ze maar willen. Door de zwar ten meer vrijheid te geven, zo be weren de voorstanders van dit plan, verdwijnt voor een groot deel de politieke en industriële agressiviteit. Men komt echter alleen in aanmer king voor de Sectie-10-rechten als men tien jaar of langer voor dezelf de baas heeft gewerkt. Sheena Duncan staat aan het hoofd van een adviesbureau van de Black Sash in Johannesburg, een vrijwillig gersorganisatie die van oudsher Afrikanen helpt zich een weg te banen door de veelomvattende, ingewikkelde wetgeving. Elke: dag zitten de houten banken in haar kantoor vol met zwijgende, angstige mensen die naar een manier zoeken om te ontsnappen aan hun miserabele levensomstan digheden, zich te herenigen met hun man of hun kinderen terug te krijgen. Sheena Duncan is ervan overtuigd dat de recette veranderingen de si tuatie alleen maar slechter hebben gemaakt. Op dit moment komt slechts tien procent van de Afrika nen in aanmerking voor de Sectie- 10-rechten. „De regering geeft hun nieuwe voorrechten en verbetert hun levensomstandigheden door hun betere huizen toe te wijzen, be tere wegen aan te leggen en hun in het vooruitzicht te stellen dat ze mogen gaan en staan waar ze wil len. Maar na verloop van tijd zal het aantal zwarten dat voor deze spe ciale behandeling in aanmerking komt, afnemen en het lot van de overigen zal verslechteren". Ze geeft hiervoor verscheidene re denen. Steeds meer zwarte steden worden toegewezen aan de thuis landen. Soweto, een voorstad van Johannesburg, vormt een probleem omdat de stad te ver van een thuis land af ligt. De kinderen van de burgers van een thuisland die na de „onafhankelijkheid" geboren wor den, zouden nooit onvervreemdba re rechten in blank Zuid-Afrika krij gen. Sinds I968 gaan de meeste werkgevers arbeidscontracten aan voor niet meer dan een jaar en voor de Section-10-rechten komt men in aanmerking als men 10 jaar voor dezelfde baas werkt. Het hoeft geen nader betoog dat het beleid van de werkgevers er niet toe bijdraagt dat veel zwarten voor deze rechten in aanmerking komen. Sheena Duncan geeft toe dat het aantal arrestaties voor overtreding van de wet op de gescheiden ge bieden is afgenomen. „Maar het aantal arrestaties was eigenlijk een graadmeter voor de inefficiënte controle op het toelatingsbeleid. De mensen werden gearresteerd, be taalden de boete of gingen naar de gevangenis en vatten vervolgens hun illegale werk weer op. Nu de werkgevers hoge boetes te wachten staan, zullen ze niet meer zo mak kelijk mensen in dienst nemen die ze niet kunnen laten registreren. Al leen goed geschoolde mensen heb ben toegang tot blanke gebieden en de regering heeft de controle verscherpt, hetgeen een ramp is voor de arme ongeschoolden uit dó thuislanden". „Om een kleine groep stedelingen tevreden te stellen", zo concludeert ze, „ontneemt de regering de grote massa een aantal rechten en kan sen". En het is nog maar de vraag of deze betrekkelijk bevoorrechte zwarten zullen toebijten. De onlus ten die zich enkele weken geleden in de kleurlingenwijken van Kaap stad hebben voltrokken, wijzen er in elk geval niet op. De Zuidatri kaanse kleurlingen beschikken reeds lang over de rechten die nu aan de Afrikanen worden aangebo den en toch zijn de jonge kleurlin gen duidelijk niet tevreden en lijken ze militanter dan hun ouders. In Afrikaanse gebieden is het aantal politieke organisaties opvallend. Hoewel zwarte nationalisten niet openlijk voor hun idealen mogen uitkomen, tolereert de regering be paalde onafhankelijke organisaties en bijvoorbeeld ook Inkatha, de voor het merendeel uit Zoeloes be staande organisatie van opper hoofd Gatsha Buthelezi. Zelfs in de door de regering gesteunde „ge meenschapsraden" die zijn opge richt na de onlusten in Soweto van vier jaar geleden, komen onderwer pen aan de orde die ingaan tegen het beleid van de regering. Toekomstvoorspellingen zijn onmo gelijk. Maar al te vaak hebben zij die dachten dat een verandering op handen was, het bij het verkeerde eind gehad. De regering staat in mi litair en fysiek opzicht enorm sterk in de schoenen. Maar hoewel de guerrilla's niet zo actief zijn als in Angola en Zimbabwe, is de onrust in de steden aanmerkelijk groter. JONATHAN STEEJ-E THE GUARDIAN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 13