„Menselijke manier van gezagsuitoefening maakt kerk geloofwaardig" Met studiebus de jungle in De ordentlycke T uyn in kasteel Rosendael KARDINAAL ALFRINK ZATERDAG TACHTIG JAAR kerk wereld 3EROEPEN IN HET MASSATOERISME Molendagen Kinderdijk Voor velen een groot bisschop, die zijn kerk in woelige tijden bekwaam ^en menselijk leidde. Voor anderen een inisatiman, die verantwoordelijk moet wor- den gesteld voor hetgeen zij als de af- braak van de kerk van Nederland ■Mizien: dat is kardinaal Bernard Al- frink, die zaterdag tachtig jaar wordt. EN Met de realiteitszin hem eigen heeft wan onlangs in een interview zijn ei- v&onoigen image nog aldus geschetst: „Ik are ken^e^' een goede naam in Ne- hQderland. Maar er zijn ook mensen, die voominder °P miJ gesteld zijn. Ik dacht Gedevaak *en onrechte, uit misverstand, 198CDat hoort bij het lijden van mijn le- liten vaiven." 1971 Toen dr. Alfrink, van huis uit bijbèlge- leerde van naam, in 1955 werd benoemd 80; jtot opvolger van kardinaal De Jong als 30; aartsbisschop van Utrecht, leek hij een 80*. pian te zijn die de voetstappen van zijn voorganger zou drukken en maar weinig emd hi™*"116 zou *aten voor de vernieuwing, Hand b€die juist in P°^itiek en maatschappelijk opzicht het eerste openbaar werd. Maar met de godsdienst-socioloog Walter God- icht aaldijn, die geruime tijd adviseur van het iged.ien'Nederlandse episcopaat is geweest, mag zeggen dat kardinaal Alfrink in de 1951 tot 1976 steeds meer open is >n te staan voor de sociale en cultu- •oraaf re*e veranderingen in de samenleving., tvangerIn benoemde Johannes XXIII aartsbisschop Alfrink tot kardinaal en die benoeming heeft belangrijke gevol gen gehad. Mgr. Alfrink, tot dan toe een weinig opvallende figuur in het werelde piscopaat, bleek alras een groot gezag te hebben bij paus Johannes, die hem be noemde tot lid van het presidium van het tweede Vaticaans concilie. In die functie heeft kardinaal Alfrink achter de schermen, zowel als in het openbaar een grote invloed uitgeoefend. Een zeer grote en misschien wel door slaggevende rol speelde kardinaal Al frink op dat concilie ten aanzien van de collegialiteit van de bisschoppen. For meel stond wel vast, dat de bisschoppen door de Heilige Geest aangesteld zijn om de kerk Gods in hun bisdom te besturen, maar in de praktijk zag men hen meer als „gouverneurs", die namens de paus bestuurden. Dat zij allen tezamen als col lege ook verantwoordelijkheid hadden voor het totale bestuur van de wereld kerk, werd niet of nauwelijks tot uiting gebracht. Juist dit begrip van de geza menlijke bisschoppen als een bestuurs college voor de hele kerk de collegia liteit dus werd in het concilie door kardinaal Alfrink sterk beklemtoond en beargumenteerd met sterke bijbelse ar gumenten. Intussen werkte de al voor het concilie ontstane nieuwe theologie door e~ J~ conciliedocumenten 'kwam die theologie duidelijk naast de oude woord. In Nederland leverde het en thousiasme waarmee velen zich aan die nieuwe theologie overgaven en haar gin gen beoefenen, de eerste wrijvingen met de rest van de kerk op. Men beschuldig de Nederland van nieuwlichterij en be tichtte ons land ervan, dat het aanstuur de op een schisma, een breuk met Rome. Die felle aanvallen op ons land lieten kardinaal Alfrink niet onberoerd en in 1965 verdedigde hij zijn land en zijn kerkprovincie in zeer sterke en felle be woordingen. In het Nederlands Docu mentatiecentrum in Rome zei hij, dat de pers ten onrechte een schisma aankon digde en dat zij van de Nederlandse kerkgemeenschap een karikatuur teken de. Het heeft weinig geholpen: tijdens en ook na het concilie bleef de wereldpers lange tijd Nederland aftekenen als een gevaarlijk gebied voor de kerk. Een groot wrijfpunt met Rome was de kwestie van de „Nieuwe Katechismus", door kardinaal Alfrink ooit een veilige gids voor het geloof genoemd. Het boek werd aangeklaagd in Rome en tenslotte verscheen er een Romeins decreet, dat een aantal wijzigingen voorschreef. De reactie van kardinaal Alfrink was ty perend. Zoals hij nooit het door hem on dertekende mandement van 1954 over de eenheid van de katholieken had ver loochend hij ging niet verder dan te verklaren, dat het document slechts een bestaande situatie bevestigde en dat hij, als hij er tegen was geweest, nooit zijn naam er onder zou hebben gezet zo distancieerde hij zich ook niet van zijn uitspraak, dat de Nieuwe Katechismus een veilige weg voor het geloof was. Hij verklaarde slechts, dat de wijzigingen zouden worden uitgegeven uit respect voor de paus. Een ander wrijfpunt was het pastoraal concilie van Noordwijkerhout. Met lede ogen heeft het Vaticaan aangezien dat er zoveel inspraak van de gemeenschap op het beleid van de bisschoppen werd ver leend. Het woord beleidsvormend, dat voor het concilie werd gebruikt, vond geen genade in de ogen van hét Vati caan. Dat „beleidsvormend" verschilt van „beleidsbepalend" is iets wat kardi naal Alfrink tevergeefs in Rome heeft trachten uit te leggen. Hoe gering het begrip tussen paus Paulus en kardinaal Alfrink in de loop der jaren was geworden, bleek wel toen de paus besloot mgr. Gijsen van Roermond zelf in Rome te wijden. Kardinaal Alfrink adviseerde dat niet te doen, omdat dit de geesten in Nederland nog meer in beroe ring zou brengen. Daartegenover stond het advies van de toenmalige pronuntius Felici dat zo'n wijding in Rome juist de storm zou doen bedaren. Paulus VI volg de het advies van mgr. Felici, maar kar dinaal Alfrink kreeg gelijk: de wijding in Rome deed een nieuwe golf van on rust over het land slaan. Desondanks bleef kardinaal Alfrink voor zijn principes op de bres staan: het volk Gods diende als mondig te worden erkend. Maar de verwijdering met Rome nam steeds toe. Schrijnend bleek dat bij het vijftigjarig priesterfeest van de kar dinaal. Een gelukwens van de paus, prij zend begonnen, sloeg gaandeweg om in het tegendeel. In fraaie curiale bewoor dingen werd kardinaal Alfrink te ver staan gegeven, dat hij nu eindelijk maar eens moest zorgen voor een goede pries teropleiding, voor eensgezindheid en dat het gunstige moment in de hedendaagse heilsgeschiedenis niet doelloos en zonder vrucht voorbij mocht gaan. Hier zal een deel van het misverstand moeten worden gevonden, waarop kar dinaal Alfrink nu doelt en dat, zoals hij het uitdrukt, „bij het lijden van zijn le ven hoort". Men heeft kennelijk zijn be naderingswijze van de werkelijkheid niet kunnen waarderen: zijn aandacht voor de twee kanten van een zaak, zijn enerzijds trouw willen blijven aan de paus als de eerste der apostelen, zijn an derzijds trouw willen blijven aan een pluriform beleefde universele kerk. Dat „enerzijds...anderzijds" is misschien wel de grondtoon geweest van zijn leven. Bij het vijftigjarig priesterfeest van kar dinaal Alfrink in 1974 had Harry Mou- rits van de KRO een vraaggesprek met hem in „Kruispunt". Aan het einde daarvan wees Harry Mourits op dit door de kardinaal zo vaak gebezigde „ener zijds..., anderzijds...". Deze antwoordde toen: „Ik zou eerst willen zeggen dat deze manier van spreken naar mijn ge voel samenhangt met mijn wetenschap pelijke loopbaan van vroeger. Daarin ben ik gewend geweest de problemen die men voorgelegd krijgt te wikken en te wegen; argumenten voor en argumenten tegen naast elkaar te leggen, zodat men vanzelf komt'tot een soort afwegen van waarden en dan gebruik je vaak worden als „enerzijds" en „anderzijds". En wan neer ik in mijn functie als beleidsfiguur heel vaak met de neus gedrukt wordt op problemen en die objectief moet benade ren, geloof ik dat je die woorden nogal eens zal moeten gebruiken." De eigenschap om argumenten vóór en tegen te willen zien is in een tijd van po larisatie geen vruchtbare voedingsbodem voor algehele populariteit. In zover hij die zocht wilde hij haar eerder vinden in een richting, die hij aangaf bij de over dracht van het bestuur over het aartsbis dom aan zijn opvolger kardinaal Wille- brands: „Ik meen in de loop der jaren te hebben geleerd, dat in de wereld van vandaag de kerk, wil ze geloofwaardig zijn voor de mensen van vandaag, een menselijke manier van gezagsuitoefe ning moet laten zien, die waarneembaar is gebaseerd op liefde voor de mens en op eerbied voor de menselijke waardig heid." LEIDSE COURANT DONDERDAG 3 JULI 1980 PAGINA 7 3e in „ze- jra-kleu- en" ge schilderde choolbus voor dit eizoen olgeboekt, naar er rij- len nog ndere sussen in et satari- lard De leekse lergen. Susan van den Boom (22), die dit jaar in Nieuw-Zeeland door de lezers van de Neder landse krant „The Windmill Post" tot Miss Windmill werd gekozen zal zaterdag in Kin- Dat betekent dat een aantal molens gedurende de maan den juli en augustus open zijn voör bezichtiging en wel op de volgende dagen: 5, 12, 19 en 26 juli en 2, 9, 16, 23 en 30 augustus. De bezichtinging is op die dagen mogelijk tussen 13.30 een 17.30 uur. Midden in de jungle springt iet stoplicht van rood op iroen, hekken schuiven ipen, de torenwachter .waait met het handje. Op- lieuw leidt Jacques Wiegers 59) in zijn safari-studiebeurs 15 schoolkinderen naar het leloofde land. Een klas uit Amsterdam zit aan de werk- lanken voor het raam, alle- naal voorzien van een verre- rijker, potlood en formulie- rente-en met multiple-choicevra- len* toondetwaarom plast een cheetah f 3 025egen struiken of bomen?" De resp.f2Dndjes worden zwart ge- t eftcc- naakt, terwijl buiten drie D3£eIiiÊchtluiPaarden te ,ul blijken, im aanschouwelijk onderwijs j geven. De studiebus van (afaripark Beekse Bergen is jestreept als een zebra. Bij t binnenrijden van de vei- sheidssluizen spreekt de nestuurder met een Brabants iccent over het domein van le verscheurende dieren. )e leeuw is zo'n verscheurend tier. In het safaripark krijgen leze bewoners („de juist, pning der dieren") dagelijks uizend kilo koeiekoppen, laar kunnen ze lekker op klui- agens er1i goecj v00r tanden, haar struisvogels komen naderbij i voortschreden. Jacques Wiegers 3495.-. Crengt de bus tot stilstand en Duwwagiaait een struisvogelei uit het Speci^st Anderhalve kilo, volume aid. PasjjQf.gjkenjj voor jJq opslag van )mbardi(5 kippeneieren. „Kan ieder- en 't zien"? 'ier, vijf, soms wel zes keer [3j2a3l( ier dag voert de chauffeur- ids zijn gezelschappen langs iten. v^eushoorns en bavianen, 'ïï^'noes. giraffen, hyenahonden, JL'lésbokken, vogels uit allerlei va i 6anden, de Siberische tijger. - ba)et safari-studieprogramma in vien leslokaal op wielen is der- ires: Ge13*® in trek, dat dit jaar veer- 19 schoolklassen teleurge- Tel. oteld moesten worden. De bus Het groen van toen staal centraal in kasteel Rosendael bij Arnhem, waar het Interna tionale Kasteleninstituut ze telt. De gebruikelijke zomer- tentoonstelling, voor het eerst groots opgezet, is ge wijd aan „De ordentlycke Tuyn", waarmee bedoeld zijn de zogenaamd formele tui nen uit de tijden van barok en rococo, die zo'n groot stempel hebben gedrukt op de tijd, waarin het kasteel van burcht in een lustoord veranderde. Europa kreeg pas in de der tiende eeuw aandacht voor de siertuin. Middeleeuwse tui naanleg kun je in Nederland nog maar op enkele plaatsen zien (in Groningens Prinsenhof en bij de Utrechtse Dom). Ook de literatuur erover is schaars. Veel meer weten we van de tuinen uit renaissance, barok en rococo. De tuin, vroeger vooral op praktisch gebruik ingericht, werd toen steeds meer een voorwerp van kunst. Dankzij adelijke opdrachtgevers werd in die tijd de tuinarchitekt ge boren. De beroemdste onder hen, Le Notre, dankt zijn grootheid aan het despotische ingrijpen van de Franse Zon nekoning. In de catalogus, die de tentoonstelling „De or dentlycke Tuyn" begeleidt, kun je die dramatische ge schiedenis nalezen. Frankrijks minister van finan ciën Fouquet, kocht in 1641 bij Maincy drie gehuchten op, liet die afbreken en bouwde er in twintig jaar tijd het lustslot Vaux-le-Vicomte. Voor de tui naanleg koos hij Le Notre, een kunstenaar uit een tuinmans familie, die daarmee zijn eer ste grote werkstuk schiep. In de zomer van 1661 richtte Fouquet (getrouwd met een rijke vrouw) een openingsfeest aan met Lodewijk de Veertien de als eregast. Een actrice, die uit een schelp tevoorschijn kwam, verwelkomde de gas ten met een ode aan de ko ning, maar dat mocht niet ba ten, evenmin als het speciaal voor de gelegenheid (door Molière) geschreven toneel stuk en het apart gecompo neerde ballet van Lully. Het roeien in vergulde gondels, het geklater van elfhonderd verlichte fonteinen en het schitterende vuurwerk, waar mee het feest wordt besloten, wekte de boosheid van Lode wijk XIV op. De Zonnekoning maakte korte metten met zijn dienaar, die hem in pracht en Rosendael, waar het internationale Kasteleninstituut zetelt. praal probeerde voorbij te streven: Fouquet moest zijn verdere leven in de gevange nis slijten. Alle kunstwerken en oranjebomen uit Vaux ver huisden naar Versailles en ook de kunstenaars die het moois hadden gemaakt, moesten mee. Zo begon de carrière van Le Notre en zo verkreeg Versailles zijn tot de dag van vandaag voortdurende roem. Deze „verlichte" tijden herle ven in de tentoonstelling op Rosendael. Een sierlijk aange klede en levensgrote „Hendrik Jan de tuinman" behangen met tuinmansattributen ver welkomt in de hal de naar ver wachting 20.000 bezoekers. Hij staat tussen levende klim planten, die een minibarok tuintje afsluiten. Dit en veel meer is er te zien op foto's, in maquettes en te keningen, die uit half Europa zijn bijeengegaard. Hoewel het Internationaal Kastelenin stituut, dat een federatieve opzet heeft, ook aan de ande re kant van het IJzeren Gor dijn leden telt, zijn vandaar geen inzendingen gekomen. Maar wel uit België, Frankrijk, Duitsland, Engeland, Dene marken, Oostenrijk, Italië, Spanje en Portugal. In totaal 21 voorbeelden van beroemde formele tuinen, inclusief de Nederlandse van Het Loo en van Rosendael. Vaux-le-Vi- comte en Versailles zijn erbij, Egeskov van h.et Deense ko ningshuis, het zeer oude Brit se Levens Hall, het Weense Belvedere, het paradijselijke Aranjuez ten zuiden van Ma drid en als typisch voorbeeld van rococo, het Duitse Veits- höchheim, niet ver van Würz- burg gelegen. Hoe mooi ook, de tentoonstel ling zou wat saai zijn gebleven met voornamelijk foto's van al deze lustoorden. Zij wordt een stuk aantrekkelijker doordat allerlei tuinbeeldhouwwerk plus levende bloemen en plan ten de suggestie wekken, dat je door al die tuinen heen wandelt. Er klinkt zachte ba rokmuziek en het waterbuffet van Rosendael doet alsof het een heuse tuincascade is en tussen de levende planten (voorzover mogelijk de soor ten en variëteiten uit de tijd van de tuinaanleg) prijken fraaie oude bloemenprenten. Ondermeer is voor het eerst hier in het openbaar de collec tie van de bekende tuinarchi tekt Springer te zien, die op de Wageningse Langdbouw- hogeschool wordt bewaard. Heel bijzonder zijn de diora ma's van een middeleeuwse en van een renaissancetuin, ontstaan onder de kunste naarshanden van Jan Duiyvet- ter, voor zijn pensionering de man van de klederdrachten tentoonstellingen in het Arn hems Openluchtmuseum. Deze zomer blijft de tentoon stelling tot 15 september te zien in het kasteeltje van wij len Baron van Pallandt. mateur tot een goed einde te brengen? Jacques Wiegers toonde zich een meester op vele wapenen. Als er nu een gezelschap Fransen voor de poort staat mag hij het rond leiden, zo goed spreekt hij deze taal. Via de receptie in Beekse Ber gen is deze geboren peda goog (vader van vijf kinderen) terecht gekomen in dit uitzon derlijke beroep. De groene sa fari-das, zijn hoed en emble men op de uniformjas geven een extra geloofwaardigheid aan zijn uitleg in de diverse le sprogramma, afgestemd op het bevattingsvermogen van de passagiers. De sociale rangorde, zintui- De werkta fels in de studiebus staan langs het raam en de kin deren zijn gewapend met een verrekijker. was volgeboekt. Als de voorzanger de kinderen aanspoort in te stemmen met de hymne „In het bos zijn de wilde dieren" is het lesuur ten einde. Het onderwijzend per soneel kan er op inhaken, met een extra-les dierkunde in de eigen klas. Maar het zal hen moeite kosten om Jacques Wiegers te evenaren in zijn pakkende betoogtrant. Hij is een natuurtalent. Tien jaar geleden was nog de Lin- denhoeve zijn domein, een boerderij in de buurt van Til burg, onteigend voor de stad suitbreiding. Welke landbou wer-veehouder slaagt er in, op 51-jarige leeftijd nog de oplei ding voor receptionist-infor- Het Safaripark de Beekse Bergen (600 dieren, 70 soorten, in fraai natuurge bied) en het gelijknamige strandpark zijn te vinden in Hilvarenbeek, even buiten Tilburg. Het safaripark is het gehele jaar open; het strandpark van Pasen tot eind september. Men kan op safari van 10 tot 18 uur, eind augustus sluit het park vroeger. De studiebus wordt voornamelijk voor schoolklas sen gebruikt. Een rit met een andere safaribus kost 7,50 (onder 12 jaar 4,50). Met eigen auto (maximaal zes personen) kost een bezoek ƒ20,00, suppletiekaarten 4,50 en 3,50. Bezoek Dierenland, een mini-dierentuin: twee gulden. De safaritocht omvat desgewenst een bezoek aan het wildpark, een nieuwe afdeling in het Brabantse bos, waar veel bedreigde diersoorten vrij rondlo pen. gen. „Hoe zijn de ogen gericht in de kop van een zebra?" Vijf keer per dag soms, in de pe riode voorafgaande aan de schoolvakanties, wijst Wiegers de kroonkraanvogel aan (komt voor in de vlag van Kenia), de waterbok uit Zoeloeland, het hoogste dier ter wereld (de .giraffe") de neushoorn baby's waar zijn park zo trots op is. De schoolkinderen behoren tot de reusachtige menigte van 1.6 miljoen mensen (1979) die het safaripark en/of het strandpark Beekse Bergen bezoeken. Daaronder zijn veel buitenlanders (16 procent) die In hun eigen taal willen horen, dat de cheetah drie tellen no dig heeft om een snelheid van 70 km per uur te bereiken en het tempo tot 100 kan opvoe ren. Soms rijden er zilveren-brui- loftgezelfschappen door dit oerwoud, die in een bus hun aperatiefje drinken, maar als Jacques Wiegers zijn zware stem verheft brengen zij het glaasje niet naar de mond. Alleen de schoolkinderen heb ben hun eigen, rijdende klas lokaal. Zij stellen soms moei lijke vragen. Na thuiskomt raadpleegt hun voorlichter dan spoorslags zijn vele die renboeken- en encyclopediën, om nog beter bestand te zijn tegen hun onuitputtelijke nieuwsgierigheid.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 7