Er is niets mis met Alphense vuilstortplaats Straks tuft Huub Hoogenboom met zijn ■3 nieuwe schouwtje het Paddegat over bijzonder jaar voor n'Rijnlandse Molenstich ting rarend Variété bedwingt de kou DONDERDAG 3 JULI 1980 PAGINA 5 Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. scheepstimmerman. „Onze familie is altijd al een volkje van scheepsbouwers geweest, al honderden jaren. Dat is niet meer na te gaan. En altijd hier, op deze plek aan de Witte singel in Roelofarendsveen, zo tegen de Brasem aan". Nog steeds werkt Heemskerk met eerlijk hout; geen geduvel met plastic of polyester. Hij leverde houten kano's voor het Amsterdamse Bos en recreatiegebied bij Haarlem. Zijn opdrachtgevers daar moesten ook niks van dat kunststof hebben. Heemskerk, die op z'n dertiende in het vak kwam zweert bij hout; voor z'n vis- en roeibootjes, voor z'n kano's, voor z'n puntertjes. „Wel hier en gunter, kom in m'n punter", is voor hem meer dan een liedje alleen. Hij is zowat de enige die nog houten donkerglanzendè kano's in elkaar flanst. „Vroeger had iedereen hier in de buurt zo'n bootje of punter, maar sinds de ruilverkaveling is dat veelal weggevallen. Het is nog maar voor de luuks dat ik aflever, maar het werk is hetzelfde gebleven". En nou dan die nieuwe overzetter voor Huub Hoogenboom, die een jaar gevaren heeft, heen en weer over het Paddegat tussen Heimanswetering en Brasem, tussen Wijde Aa en Does, met een roeibootje. Dat was het „pontje" ook tussen Roelofarendsveen en Woubrugge. Hoogenboom kon het niet meer bijbenen, want de recreatie neemt toe en „bij mooi weer sterft het van de fietsers en daar kan die man niet tegenop roeien", vertelt Ko Heemskerk. „Daarom bestelde hij bij mij deze houten schouw. Het vaartuig lijkt op een Fries zeilschouwtje met die hoge kanten; het is eigenlijk een verbastering. Die dingen zie je niet meer. Het ontwerp is van mijn oudste broer, Piet Heemskerk zogezegd. Het is zeven meter lang en twee meter veertig breed". Nu is Ko Heemskerk er de man niet naar om vertederd naar zijn werkstuk te kijken. Misschien weet ie niet eens wat vertederd is. Maar hij laat wel iets van een zekere trots blijken. „Allemaal hardhout meneer. Hoogenboom zei: een ijzeren boot mot ik niet. Die zinkt als ie volloopt. Hout mot het zijn. Hout zinkt niet. Klaar". Drie weken werk voor Heemskerk en Schakenbos, die als Noach een andere i boot ark bouwen. Lijm erop, even drogen en dan tegen de spanten aanklemmen en de nagels erdoor hameren. En een echt houten roer erop, met helmstok. Heemskerk wikt en Waterstaat beschikt, maar straks kan Hoogenboom met z'i vol het Paddegat ov puffen, want roeien niet meer bij, daar is het schouwtje te groot voor. Scheepsbouwer Heemskerk ziet er wel gat in; de romp is nagenoeg rond. Over rond gesproken: dat harde hout buigen tot een bekoorlijke ronde vorm is geen kleinigheid. Heemskerk: „De plaatsen waar gebogen moet worden moet je eerst goed heet maken. Tegen het branden aan. Kijk maar, daar zie je dat zwart geblakerde hout. Het is dan zo gloeiend, dat je je hand er niet tegenaan kunt houden. Het hele ouwe werk hè is dit. Het is een karwei dat vlot loopt. Nog een geluk, dat het slecht weer is. Dan kijken hoe 't ermee staat. Hoe de nieuwe overzetter komt te heten Ik zou het niet weten, 't Zal wel „Paddegat" worden. Dat moet je maar aan die man overlaten". Bond van Ouderen geeft geld voor rolstoel TAD/ REGIO LEIDSE COURANT ÏOLLEGE NA >NDERZOEK 1LPHEN AAN DEN RIJN „Er bestaan geen oenen om aan te nemen dat er ooit sprake is hveest van stortfooien. Verder blijkt uit het derzock dat er nimmer vaten chemisch vuil de Alphense stortplaats zijn gedumpt. Onze pclusie is, dat er geen enkele reden bestaat an te nemen dat de vuilstortplaats niet functioneert". Aldus een verklaring van Alphense college van burgemeester en wet- iders. it d| verklaring kwam na het rumoer dat ontstaan rond mogelijke gifstortingen. Geruchten, die frden aangezwengeld door plann* nslaani geluk] rhedei stortplaats in de Alphense Coupépolder die jaren gejeden zouden hebben gezien dat er vaten werden gestort. De geheimzinnigheid steeg ten top toen voorts werd toegevoegd dat de illegale stortingen van tijd tot tijd diep in de nacht plaats vinden. De geruchtenbol spatte uiteen toen raadslid Henk Me taal vorige week bij een raadsvergadering opening van zaken eiste en een onderzoek naar de juistheid van de verklaringen. En passant merkte het PvdA-raadslid nog op dat de ambtenaren belast met het toezicht op de vuilstortingen, werden om gekocht en hij voorts over aanwijzingen zou be schikken dat het in Alphen niet anders gebeurde. De beschuldiging kwam keihard aan bij burge meester Paats die eiste dat Metaal óf zijn veront schuldigingen aan zou bieden, óf zijn bevindingen zou overdragen aan de officier van justitie. Metaal koos eieren voor zijn geld en liet het college giste ren weten dat hij de beschuldigingen niet hard kon maken en deze derhalve inslikte. Uit de verklaring van B en W blijkt dat het punt aangekaart is bij de betrokken ambtenaren: „Zo wel het uitvoerend als het toezichthoudend perso neel, alsmede de containerbedrijven, hebben - on afhankelijk van elkaar - verklaard dat van het of aanbieden van dergelijke fooien nim mer sprake is geweest. Gegevens waaruit het te gendeel zou kunnen blijken, zijn niet gevonden. Er bestaat dan ook geen enkele reden de gegeven ver klaringen in twijfel te trekken", aldus de verkla ring. Ook de illegale vuilstortingen worden naar het rijk der fabelen verwezen. Het onderzoek strekte zich uit tot de buurtbewoners. Geen enkele echter kon de geruchten onderschrijven. Eén er van wist vaag dat dit zo'n vier jaar geleden moest zijn gebeurd. Ook deze informant kon geen verde re mededelingen doen waaruit onregelmatigheden zouden moeten blijken. Wederom wijst de wethouder er op dat de stort plaats open is tussen zeven uur 's morgens en vijf uur 's avonds en dat buiten deze tijden slechts bij bijzondere omstandigheden wordt gestort. Controle wordt uitgeoefend door de gemeente, provinciale waterstaat en de regionale inspectie van de volks gezondheid en milieuhygiëne. Tenslotte wordt op gemerkt dat de stankoverlast die de laatste tijd nogal eens werd waargenomen, veroorzaakt is door een scheuring in een scheidingsdam waardoor perculatiewater uittrad. De scheur is weer het ge volg van de langdurige droogte van het voorjaar. Aldus komt het college tot de conclusie dat er in Alphen niets aan de hand is. „won len ovEIDEN De Rijnlandse Molenstich- reeft bg, die sinds maart 1959 opkomt voor n wont behoud van molens rondom Leiden, fgelopm terugzien op een bijzonder jaar. Er e logiaren wat wijzigingen in de samen-, mometlling van het bestuur, door het over- den in september van de penning eester. de heer E. van de Velde, en het rijfslevtreden in maart als voorzitter van de meniier A. Bicker Caarten. Eerstgenoemde Er zirvulde zijn functie sinds 1970, terwijl nnen zj voorzitter zijn functie heeft uitgeoe- did sedert de oprichting van de stich- Wig. groot wordd heer Bicker Caarten geniet grote be If uur |ndheid onder andere als schrijver van n aantal molenboeken, als voormalig ktuurslid van de vereniging „De Hol- istorischdsche Molen" en als voormalig lid van duidel Provinciale Molencommissie in Zuid realland. De heer Bicker Caarten, al jaren iur oncionachtig in Meppel, blijft nog aan de Dt en nichting verbonden als beheerder van om zev|t foto-en dia-archief. Hof vj financiële kant van het molenbehoud kunnjjft een zorgenkind voor de Rijnlandse j>lenstichting, ondanks het soulaas dat i geboden wordt door het verbe de provinciale subsidiebeleid. Vooral de voortdurende inflatie is een last die het reëel uitvoerbare werk elk jaar vermin dert. De subsidiestop voor de restauratie van molens blijft een spaak in het wiel steken van elke planning op langere ter mijn. Daartegenover kan gesteld worden dat van diverse zijden, vooral tesamen met onder andere de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en „De Hollandsche Molen", oplossingen gevonden worden om toch tot nodige restauratie te geraken. Ook van provinciewege ontbreekt het niet aan medewerking bij het voorbereiden van voorgenomen restauraties. Van be gunstigers werd een totaal van 9.628,- aan contributies ontvangen, het welk uit eraard een welkome aanvulling voor de hoge uitgaven betekende. In het molenbestand kwam gedurende het verslagjaar 1979 geen wijziging. Momen teel zijn een negenentwintig molens aan de zorgen van de stichting toevertrouwd. Aan al deze molens had allerhande onder houdswerk plaats. Het werd verricht door een in vast dienst van de stichting zijnde molenmaker en de molenmakers Verbij uit Hoogmade en Verheij uit Rijnsater- woude, alsmede door de Oude Adese riet dekker J. Opdam. Een vijftal molens on derging een volledige verf- en teerbeurt. Het jaarverslag vermeldt naast de zakelij ke gegevens over het wel en wee van de Stichting gedurende het afgelopen jaar voorts nog een aantal interessante artike len op het gebied van de molens die bij de Stichting in eigendom zijn. Zo schreef de heer A. Bicker Caarten een artikel over gevelstenen in de muren van de Rijnland se poldermolens, de heer P. J. M. de Baar een uitgebreide verhandeling over de uit vinder van de vijzel, Symon Jacobs. Hul sebosch en J. Dekker over een inwendig conserveringsmiddel, poly-urethaan, kunststof die geen nadelige invloed weersomstandigheden en licht onder vindt. Men heeft onderzocht of deze stof ook niet aangewend kan worden in de molenbouw en wel ter conservering holle stalen molenonderdelen, zoals roe den en spruiten, waar andere methoden toch niet die resultaten opleverden, die er van verwacht werden. Dat onderzoek is positief uitgevallen en voor zover nu reeds bekend zullen beide roeden voor de Hondsdijksemolen (Koudekerk aan den Rijn), de buitenroede voor de Buurtermo- len (Rijp we tering) en de lange spruit voor de Zelden van Passé (Zoeterwoude) op deze wijze inwendig worden geconser veerd. tlDEN - Hoewel de lucht er dreigend uitzag en de wind dui- ^ijk zijn aanwezigheid deed gelden, liep het gistermiddag te- i drieën aardig vol bij het Varend Variété. Bij het stalletje t pannekoeken kon het publiek zich opwarmen, terwijl de tiers nog aan de techniek knutselden. Deze bestond uit twee crofoons, electrische versterking voor de piano, bas en ukele- I Verder bleken aan muziekinstrumenten nog aanwezig twee •en blaasinstrumenten, een accordeon en een drumstel. Het zag er prachtig uit, en stelde een kade voor waarlangs een schip moest afmeren. voorstelling begon toen één voor één de spelers tevoorschijn men; dit waren fraaie momenten waarbij de aandacht van rubliek telkens weer naar de volgende speler getrokken Elk had dan ook zijn eigen type met bijbehorende eige- jardigheden: rockzanger, gepensioneerde kapitein, boertje van «ten, vliegenier, clown, enzovoort. Een echt verhaal bezat de prstelling niet; het optreden bestond uit een aantal losse sket- s en situaties waarin telkens een ander personage de hoofd rol had. Deze scènes werden verbonden door de basissituatie, het feit dat men allemaal op de boot staat te wachten, die maar niet aankomt. De meeste sketches waren heel aardig, hadden een paar goede vondsten, en werden over het algemeen leuk gespeeld. Toch misten ze allemaal net je dat, een bijzondere toets of een uitge kiende pointe. De aanwezige ideeën werden niet genoeg uitge speeld, en de sketches hadden geen duidelijk einde, waren geen afgerond geheel. Het idee van het waarzeggen, op zich neel goed, was niet uitgewerkt; met de dubbele bodems in de kisten werd weinig gedaan. De muziek kan een heel goede ondersteu ning worden, maar bungelde er nu nog een beetje bij. Deson danks hebben de spelers kans gezien een kleumend publiek een uur lang bezig te houden, wat bepaald geen sinecure is. Ook vanavond kan men deze voorstelling zien op de hoek Oude Sin gel - Noorderstraat. De toegang is vrij dankzij een subsidie van de gemeente Leiden. -4 JACQUELINE MAHIEU HARDHOUTEN VAKMANSCHAP VAN VEENSE SCHEEPSTIMMERMAN HEEMSKERK Op een 'gezellige middag' In de recreatieruimte van het bejaardentehuis Room burg bood de voorzitter van de Leidse afdeling van de Bond van Ouderen, de heer M.F.Cozijn, het bestuur van het bejaardentehuis een geldbedrag van 400 gulden aan dat bestemd was voor de aanschaf van een rolstoel. Van de gift was 300 gul den afkomstig uit de kas van de Bond van Ouderen terwijl het bedrag tot 400 gul den werd aangevuld door een anonieme gever. Bij elkaar voldoende voor ruim een halve rolstoel. In zijn korte speech benadrukte de heer Cozijn het belang voor ouderen om georganiseerd te zijn. Hij riep de aanwezigen op om lid van de bond te worden en 'de krachten te bundelen in de strijd om inspraak en en medezeg genschap'. De gift werd door het bestuur in dank aanvaard. telt Over een week of drie moet het zover zijn. Dan pruttelt Huub Hoogenboom op zijn met een 10 p.k motor aangedreven splinternieuwe „pont" het Paddegat over, met aan boord een stuk of twintig mensen en even zoveel fietsen of brommers. Hoeveel het er precies zullen zijn moeten we nog even afwachten; dat is een zaak die door Provinciale Waterstaat wordt bepaald. Ko Heemskerk Gnuift lichtelijk: hij heeft kennelijk niet zo n hoge pet op van Waterstaat. „Je moet je aan hun voorschriften houden, de breedte, de lengte en de hoogte van je bootje. Geeft niks hoor, verder weten ze er ook niets van, al heet 't allemaal ingenieur". Ko Heemskerk kromt de Klanken van het hartste out, hij lijmt, schaaft en drijft met de drevel de nagels in het materiaal. Hij bouwt, samen met schoonzoon Erik Schakenbos („die jongen moet het vak ook leren"), een pracht van een platbodem, een zachtglooiende boot die in het hout nog bloost van de Zuidamerikaanse oerwouden, want daar komt dat iroko vandaan. „Probeer er maar een spijker in te slaan", nodigt Ko Heemskerk me uit; „daar kom je niet doorheen". Ko zal gelijk hebben. Heemskerk is een vitale ambachtsman van 61. Hij is een echte van ndse [>ver- door deze met eren- Dver- i en i lot de lijkt naar dege- iging rond- erna- sente biedt is ïigen foirs. door de ex-ge- het i liter Botenbouwer Ko Heemskerk bouwt een pracht van een platbodem.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 5