I
I
Tallin
3kerken
'9en
Vancouver kreeg
van Leidenaar
Henk van der Horst
„Gastown" cadeau
/orden
i conci
t inderdaad een enclave in de
jiie. In de hoofdstad Tallin, het
gReval, zien de mensen er Eu-
Ichoon en verzorgd uit. Hier
ofddoekjes en Lenin-petjes.
geen bevoorrechting van ho-
i. Vlees, kaas, boter, groente
WD BLIJKT
)ASETE ZIJN
I
.1
en luxe artikelen zijn overal te koop, al
moet men dikwijls diep in de beurs
tasten.
Onze verslaggever Leo van Vlijmen,
die als „toerist" naar Rusland reisde,
kwam verder tot de ontdekking, dat de
anderhalf miljoen Esten de enigen zijn,
die via de Finse televisie werkelijk
contact hebben met het Westen. Zelfs
Ljoedmilla, zijn vaste Intourist-bego-
leidster, dio voor hot eerst kennis
maakte het leven in Estland be
greep de (Sovjetrussi8cho) wereld niet
meer...
- De zeilsupporters
■®1 lympische regatta in
llen volgen hebben
want de Estische
ideelsJ (het vroegere Re-
n fleurige oase in de
grauwe Sovjet-
t olympische dorp-
actnrpiog hermetisch afge-
maar straks aan 630
I nderdak zal bieden,
^ti„„3zellig en modern uit.
3tin9eorters worden in de
ru en Olympia onder-
.Ze zullen zeer te-
ÜA" °ljn, want beide hotels
j wordt eind deze
e aardeopend) zijn door de
lebouwd. En dat be-
Mjvoorbeeld, dat de
)ij aann het al enige tijd in
per mijnde hotel Viru nog
tuwvallige verschijn-
irtonen, dat alle in-
in in het hotel nog
aeïntfren en dat er Seen
'elijks Sovjetburgers
toegelaten. Aan de
|n dj. ran het hotel is een
j__ »pord vastgespijkerd
.„.'„staat; „Svobodnych
rerW\ hetgeen zoveel
f en als: geen kamers
wie niet over een ho-
beschikt wordt door
els van uitsmijters
ihouden.
Intourist ons ook iets van het
land wil laten zien, is besloten
dat we deze afstand met een
bus afleggen. De bus weer
voor veertig personen ziet
er goed en snel uit. We ver
trekken om half negen 's och
tends en Intourist heeft ons di
ner voor één uur 's middags in
Tallin geprogrammeerd. Ljoed-
milla's vertrouwen in haar
werkgever wordt echter fors
beschaamd, want we zijn niet
voor drieën in Tallin. Tussen
Riga en de hoofdstad van Est
land lijkt er zo nu en dan geen
weg te zijn. Onze chauffeur
moet dan zoekend door het
zand de aansluiting met het
volgende stuk nieuw aangeleg
de snelweg zien te vinden.
De tocht is overigens indruk
wekkend en doet ons honger
en dorst vergeten: driehonderd
Tipisch dorp in Tallin kan 630 zeilers herbergen.
Met
Ljoedmilla
tussen
de
Russen (3)
kilometer lang is er trouwens
geen aanlegplaats te beken
nen. We rijden langs Datsja's
(buitenhuizen) aan de Finse
Golf, waar bijvoorbeeld kun
stenaars uit de heie Sovjet-
Unie hun vakantie doorbren
gen, ook wel hun romans
schrijven of hun socialistisch-
realistische schilderijen komen
schilderen. Verder eindeloze
berkenbossen waaruit zo nu en
dan een eland, zo groot als
een klein paard, tevoorschijn
komt, aan de kant springt en
onze bus verbaasd nastaart,
want veel verkeer is er niet.
Estische trots
Omdat Intourist, niet verwacht
dat Ljoedmilla intussen Estisch
heeft geleerd, worden we in
Tallin opgewacht door Aino,
die niets gemeen heeft met de
meesten van haar Sovjetzus-
ters, maar eerder op de doch
ter van een Viking lijkt.
Tijdens de excursies door Tal
lin wordt het ons pas duidelijk,
dat Estland inderdaad een en
clave is in de Sovjet-Unie. Het
Estisch bijvoorbeeld lijkt even
zeer op het Fins als het West-
duitse Duits op het Oosten
rijkse Duits. Esten kunnen Fin
nen dus letterlijk verstaan en
omdat men in Estland de Finse
televisie kan ontvangen zijn de
anderhalf miljoen Esten de eni
ge mensen In de Sovjet-Unie'
die via de tv werkelijk contact
hebben met het Westen.
Aino laat er dan ook geen twij
fel over bestaan dat elke ver
gelijking met de rest van de
Sovjet-Unie hier in Tallin mank
gaat. Dat alle kerken In Tallin
open zijn en voor de eredienst
worden gebruikt, is voor haar
vanzelfsprekend. En Inderdaad
worden we op zondagochtend
door kerkklokken uit ons bed
geluid en bij een snelle rond
tocht door de stad blijken er
Inderdaad in vijf Lutherse,
twee Russisch-orthodoxe, een
katholieke en zelfs een Grieks-
orthodoxe kerk diensten oe-
houden te worden.
Zoals overal elders zijn ook in
Estland kerkgang en alcohol
gebruik recht evenredig. Wat
elders in de Sovjet-Unie (on
danks de uitzonderlijk hoge al-
coholgrens van de Russen) of
ficieel als een schande geldt,
wordt in Tallin met begrip aan
vaard: 's ochtens om tien uur
struikelen de eerste dronke
mannen al over straat.
Toch zijn de Esten in dit op
zicht nog verre de minderen
van hun Finse broeders die
met scheepsladingen voor drie
dagen naar Tallin komen, zich
van een vaste plaats in de bar
van Hotel Viru verzekeren en
daar drie dagen lang voor Fin
se verhoudingen goedkoop
blijven doorzakken. Ze laten
zich' bij het ontbijt al champag
ne uit de Krim en Russische
wodka serveren en hebben na
drie dagen nog steeds niets
van Tallin gezien. De Esten
hebben er begrip voor. Het
enige Estische woord dat we
leren luidt: „Terviscks", dat is
voldoende in Estland, want het
betekent „Proost".
Oude stad
Aino doet ons van de ene ver
bazing in de andere vallen en
ook Ljoedmilla, die nog nooit
in Tallin geweest is. waant zich
in een wereld die volstrekt
niets met „Sovjets" te maken
heeft.
We krijgen in Tallin geen Le-
nin-standbeeld te zien noch
in de oude stad, noch in het
brede centrum eromheen blijkt
er zo'n standbeeld te bestaan
en Aino's verhalen over de
geschiedenis van de Esten
houden merkwaardigerwijze
telkens op in 1940, het jaar
waarin Estland door de troe
pen van Stalin werd bezet.
De oude stad van Tallin is, al
dus Aino, tijdens de Tweede
Wereldoorlog „door een won
der" niet verwoest. Wanneer
ze de geschiedenis van Tallin
uitlegt gebruikt ze niet de offi
ciële Sovjetrussische uitdruk
kingen „feodaal", „bourge
ois", „kapitalistisch" en „so
cialistisch", maar zegt gewoon,
dat de adel uit de bovenstad
altijd in onmin leefde met de
kooplieden uit de beneden
stad. Ze vertelt ook, dat twee
eeuwen geleden de Russische
tsaar Peter na zfjn onderwer
ping van de Esten al heeft
moeten toegeven: „Jullie zijn
een trots volk en ik zal jullie
trots eerbiedigen". Het lijkt
erop dat de verre nazaten van
tsaar Peter in het Kremlin de
zelfde mening zijn toegedaan.
Het schijnt dat Aino ons bij
zonder vertrouwd wil maken
met de Estische tradities. Bij
elke excursie last ze althans
een sterke-drank-pauze in, bij
voorbeeld een warme groc bij
Karolina, die ons twee roebel
Het stadhuisplein in de oude stad van Tallin, het vroegere Re-
val.
kost en dat is nog altijd zes
gulden, niet goedkoop.
Televisie
Omdat het buiten regent en de
hotelbar voortdurend door zich
elkaar verdringende halfdron
ken Finnen bezet is, besluit ik
een televisie-avond in te las
sen. Op mijn kamer staat een
keurig zwart-wit toestel waarop
ik behalve een Finse en een
Estische zender ook twee pro
gramma's uit Moskou kan ont
vangen. Het verschil tussen
Moskou-1 en Moskou-2 blijkt
niet erg groot. Op beide zen
ders vermeldt het nieuws, dat
de buizenfabriek in Omsk de
planning met 107 procent heeft
overtroffen, dat de minister
van buitenlandse zaken van
Togo door mijnheer Gromyko
is ontvangen en dat de boycot
van de Olympische Spelen een
vQlstrekt fiasco is geworden.
Vervolgens komt er een poli
tiek commentator die er zich
van bewust is dat hij alles be
ter weet dan ik en alle 260 mil
joen Sovjet-burgers. Het is een
soort Hilterman, die van me
ning is dat de wereld verdeeld
wordt in slechte kapitalisten en
brave communisten, dat de ka
pitalisten opnieuw een slag
verloren hebben en dat de
Sovjet-Unie in de Verenigde
Naties, in de landen van de
Datsja aan de Finse Golf waar kunstenaars uit de hele Sovjet-
Unie vakantie houden of komen werken.
Derde Wereld en bij de on-
drdrukte massa in de kapitalis
tische landen (dat zijn wij) als
nummer één op de politieke
top-tien genoteerd staat.
De Russische Hilterman wordt
gevolgd door een speelfilm
over de Tweede Wereldoorlog.
Een tamelijk drankzuchtige
tractorist van een kolchoz ont
wikkelt zich aan het front, on
der beschieting van de nazisti
sche tegenstanders, tot een
volksheld die niet alleen de
oorlog overleeft, maar. een
maal terug in zijn kolchoz, ook
geen druppel alcohol meer
blijkt te lusten en zijn tractor
zo overtuigend bestuurt dat hij
alle andere tractoristen voor
bijstreeft.
Op het andere Russische net is
een variété-voorstelling te zien.
Het publiek bestaat uit oud
strijders die tussen de num
mers door uitvoerig worden
geïnterviewd over hun fronter
varing. De Tweede Wereldoor
log lijkt in de Sovjet-Unie pas
gisteren geëindigd te zijn.
Het Estische net levert een re
portage op over de opening
van een fabriek. Nog een zen
der verder wordt een speelfilm
met naakt vertoond. Dat zal
wel Finland zijn. Ik neem aan,
dat anderhalf miljoen Esten op
deze zender hebben afge
stemd.
Welvaart
In Tallin ontmoet je weinig
vrouwtjes met hoofddoeken en
geen mannen met Lenin-pet-
ten. De mensen op straat zien
er uit als de kamers van de
door Finnen gebouwde hotels:
Europees, verzorgd en schoon.
In het warenhuis tegenover
Hotel Viru lijkt het aanbod ook
groter dan elders in de Sovjet-
Unie. Je kunt er vrij goede ca
mera's, transistorradio's en fil
mapparatuur krijgen. Duur is
het wel. Twee maandlonen
voor een eenvoudige filmca
mera, drie weken salaris voor
een paar dameslaarzen en an
derhalf weekloon voor een
paar suede pumps met on
waarschijnlijk hoge hakken. In
de winkels waar levensmidde
len te koop zijn wordt niet min
der vlees, kaas, boter en
groente aangeboden dan de
toerist in hotel Viru krijgt voor
gezet.
Aino vertelt, dat het gemiddel
de inkomen in Estland 182
roebel bedraagt, tegenover bij
voorbeeld 160 roebel in de
Oekraïne, hetgeen ons voor
Ljoedmilla bijzonder spijt.
Trouwens, ook wat woonruimte
betreft zijn de Esten in het
voordeel. In het hele gebied
van de Sovjet-Unie geldt, dat
niemand meer dan 9,2 vierkan
te meter mag bewonen. In Est
land echter beschikt men ge
middeld over een vierkante
meter meer. waarschijnlijk
dank zij de moderne woonwij
ken van Tallin.
Aino vertelt ons ook. dat de
bevolking van wat officieel de
Estische Socialistische Sovje
trepubliek heet voor 68,2 pro
cent Estisch is en dat er 24
procent Russische gasten le
ven. Die Russen moeten wel
een beetje Estisch leren, want
het merendeel van de opschrif
ten in de straten is in de land
staal. Ook Ljoedmilla, die voor
het eerst in Estland is, begrijpt
de (Sovjetrussische) wereld
niet meer.
LEO VAN VLIJMEN
(Twee eerdere verhalen in deze
serie verschenen in de krant
van 31 mei en 7 juni.)
UVER Twaalf
HZteden lagen Water
lijn zijn smalle zij
ner nog troosteloos
iet afgeleefde, be-
__e!de hart van Van-
de miljoenenstad
SSgijverre Westen, die
llllpn groei nauwelijks
[fftntftinnen bijbenen. De
^^d Waterstreet was
lagen een gedoem-
raakbuurt, die van
nvenkwartier gede-
'd was tot privé-do-
an lichtekooien en
irds. De strpatver-
was grotendeels
list en de meeste
amen waren één
én dichtgespijkerd
inken. Ook het eens
^Orvolle Alhambraho-
■'Wde grens van deze
ie hoop stenen
an het eind van de
r jaren alleen nog
lenteerd door geT
I handelsreizigers,
in dime meer te ver-
41 ladden.
'0r(ta)landse toerist, die
r, ^Waterstreet en kan
luwelijks voorstellen,
I stadsdeel in 1968
4jt
Canadese bladwijzer
DOOR LEO THURING
prn is ook een geliefd werkterrein voor straatmuzikanten.
gelaten wachtte op de gena
dekogel van de sloper. Op
de plaats namelijk, waar
toen de dood zo duidelijk in
de pot zat, is sindsdien het
uiterst sfeervolle en roman
tische vermaakscentrum
„Gastown" verrezen, dat
moeiteloos is uitgegroeid tot
de onverbiddelijke toeris
tentrekker van Vancouver.
Uiteraard heeft de grootste
stad van Brits Columbia
meer te bieden: 5000 ka
mers in prima hotels bij
voorbeeld. En 1500 restau
rants, waar men uit alle in
ternationale potten kan
proeven. Er is ook een au
thentieke Chinezenwijk, die
na de welriekende oosterse
'oase in San Francisco in
grootte het tweede Chinese
centrum in het noorden van
Amerika is.
Uit voorraad zijn tevens le
verbaar een dolfinarium,
waar de gladakkers in Har
derwijk nog wat van kunnen
opsteken, een groot aantal
exclusieve nachtclubs, een
fotogeniek havenfront, dat
door de natuur met mees
terhand gemodelleerd is, en,
op een uur varen, Vancou
ver Island met de vertede
rende provincie-hoofdstad
Victoria, waar dames met
een hoogrode blos uit een
potje zich nog steeds elke
middag in de hotellounges
hartstochtelijk overgeven
aan het ritueel van de „high
tea". Ook de Botanie Gar
dens, een Keukenhof in tro
pische verpakking, is
bloemrijk genoeg om je met
de schipper van de veerpont
over te laten varen.
Absolute „must"
Maar Gastown, de laatste
aanwinst van Vancouver,
wint het toch op alle fronten
van de toeristische concur
renten en is zowel voor de
Canadezen zelf als voor hun
buitenlandse gasten een ab
solute „must" geworden.
Uit rijke voorraad kan deze
gewezen puinhoop in zijn
tweede, stralende jeugd de
beste boetieks en kunstga
lerijen van het land aanbie
den plus een aantal verruk
kelijke restaurants, waaron
der „Brother Jon's" in 1
Waterstreet, waar men In
het decor van een wijnkel
der bij stemmige grego
riaanse muziek bediend
Henk van der Horst, stichter en sinds zes jaar ereburger
van het vermaakscentrum van Vancouver „Gastown":
„Als die gekke Gassy Deighton vanachter zijn wolk naar
beneden kijkt zal hij best tevreden zijn met het resultaat
van die gekke ouwe Hollander".
wordt door zwijgende mon
niken in bruine pijen
Kroegbaas Gassy
Gastown, genoemd naar de
innemende kroegbaar Gas
sy Deighton, die aan het
eind van de vorige eeuw een
beklant café in het hart van
de wijk dreef, heeft zijn ont
staan te danken aan de Lei
denaar Henk van der Horst,
een afgezwaaide kapitein
van het Nederlandse leger,
die op 48-jarige leeftijd met
zijn elfkoppig gezin en enke
le vrienden de vaderlandse
schepen achter zich ver
brandde en emigreerde
naar het onzalig wingewest
Brits Columbia.
„Dat deed ik met opzet",
bekent hij achteraf, „want
Brits Columbia lag ver ge
noeg van mijn bed om het
heimwee geen kans te ge
ven me vanuit een hinder
laag te bespringen".
Van der Horst, een rijzige,
nog altijd zeer Leids conver
serende gentleman begon in
Canada met een schone lei
en bouwde in sneltreinvaart
een solide zaak op als
standbouwer van tentoon
stellingen.
„Voor die boterham met
pindakaas heb Ik wel dag en
nacht moeten werken", zegt
hij, „maar de resultaten wa
ren gelukkig bemoedigend.
Ik kon op het laatst zelfs het
werk niet meer aan en was
ongemerkt één van de be
langrijkste standbouwers
van Canada geworden".
Eigen graf
Tijdens een vakantie in Ne
derland in 1967 realiseerde
hij zich opeens, dat hij wel
gemoed bezig was om in
rap tempo zijn eigen graf te
graven. Na dit gewetenson
derzoek besloot hij resoluut
zijn goed lopende zaak op
te doeken en voor de derde
keer In zijn leven opnieuw te
beginnen.
Deze keer werd het een
kunstgalerij, die hij uitgere
kend opende in de verpau
perde Waterstreet. „Een
jaar lang", herinnert hij zich
vol afgrijzen, „heb ik daar in
een „splendid isolation" ge
leefd. ledereen, zelfs mijn
beste vrienden, verklaarden
me voor gek en niemand
begreep, wat ik nou in die
buurt te zoeken had".
„Maar weet je, wat ik
dacht? Laat de luitjes maar
kletsen. Want toevallig had
ik genoeg fiducie in dat
krakkemikkige centrum van
Vancouver. Neem me niet
kwalijk, maar het was toch
zeker te dol. dat een miljoe
nenstad als Vancouver zich
een ziek hart kan permitte
ren". (En als geen ander
kan Van der Horst daarover
oordelen, want zelf is hij in
middels weer redelijk her
steld na een open hartope
ratie.)
Levensgrote plassen
Een jaar, nadat hij zijn
kunstgalerij had geopend,
organiseerde Van der Horst
een wandeling door Gast
own voor de leden van de
vereniging van schone kun
sten, die in Vancouver als
een pendant van ons vader
lands Heemschut opereert.
„Het regende die dag onbe
hoorlijk", zegt Van der
Horst, „en mijn arme gasten
moesten door levensgrote
plassen waden om in de
wrakstukken te komen,
waar ik ze tracteerde op een
enthousiast toekomstver
haal. Maar gek genoeg ging
dat er toch als koek bij de
luitjes in. Ik legde omstandig
uit, wat er van Waterstreet
en omgeving gemaakt kon
worden. Ik liet ook tekenin
gen circuleren en sleepte
het gezelschap als een dolle
stier van de ene puinhoop
naar de andere. En weet je,
wat nou het meest opmer
kelijke was: de dag erna
was het Alhambrahotel
opeens 10.000 dollar meer
waard geworden. Ik had de
luitjes dus kennelijk kunnen
overtuigen".
Ereburger
Henk van der Horst, inmid
dels een dikke zeventiger,
werd zes jaar geleden tij
dens een feestelijke bijeen
komst met honderden vrien
den benoemd tot eerste
ereburger van het unieke
stadsdeel Gastown. „Ik geef
eigenlijk niks om dat soort
fratsen", zegt hij korzelig,
„maar de luitjes stonden er
nu eenmaal op en dan wil je
geen spelbreker zijn".
„En eerlijk gezegd: als ik er
nu rondloop, denk ik waar
achtig wel eens: dat heeft
die ouwe Hollander toch al
leraardigst voor mekaar ge
bokst. Gassy Deighton zal
daarginds achter zijn wolk
best tevreden zijn over het
resultaat".
LEO THURING
Gassy Deighton, een innemende kroegbaas in
Waterstreet anno 1880 heeft zijn naam geleend
aan Gastown, de nieuwste toeristische trek
pleister van Vancouver. Als tegenprestatie
kreeg hij een standbeeld in het hart van de wijk.