EUROPA 80
NAPELS HEEFT DE
BESTE KEUKEN
VAN HEEL ITALIË
HET DILEMMA VAN
ZWARTKRUIS
ZEIST Op het moment
dat bondscoach Jan
Zwartkruis zijn selectie
voor het toernooi om de
Europese titel bekend
maakte, gaf hij tevens
(weer) inzicht in het dilem
ma waarin hij steeds meer
verstrikt raakt. Als iemand
ervan is doordrongen dat
het teren op gerenom
meerde krachten het inle
veren van de toekomst is,
dan is dat wel Jan Zwart
kruis. Maar hij is er even
zeer van overtuigd dat ook
van hem, zoals van coa
ches die vóór hem de bond
dienden, resultaten wor
den verwacht. Diep in zijn
hart vindt Zwartkruis dat
een onmogelijke opgave.
Hij wil een ander, nieuw
Oranje op stapel zetten
waarmee hij enige jaren
vooruit kan maar hij kan
niet het risico van het ex
periment aangaan omdat
er steeds weer een belang
rijk toernooi is, en volgt.
Nu al zou hij bezig moeten
zijn met het toernooi om
de wereldtitel dat in 1982
Spanje als eindstation
heeft. Hij is het, in gedach
ten, maar het is hem ten
enemale niet vergund
eensklaps een totale om
wenteling uit te voeren.
Het zou - indien er niet een
grandioos succes op zou
volgen -niet geaccepteerd
worden door het voetbal
volk dat in zijn algemeen
heid minder vooruit kijkt
dan de bondscoach en het
oog in hoofdzaak gericht
heeft op het tastbare re
sultaat van het moment
Durf en realiteitszin kunnen
Jan Zwartkruis niet worden
ontzegd. Zo schrapte hij zon
der draten de „lieveling van
Amsterdam", Simon Taha-
rriata, uit zijn definitieve se
lectie. Hij liet hem vallen om
dat Tahamata een ernstige
vormcrisis niet tijdig te boven
kon komen. Er is moed voor
nodig om een speler, die bij
het publiek in de gratie is, te
verwijderen uit de selectie.
Zoals het ook moedig was om
Arie Haan terug te halen, de
speler die het "bij een groot
deel van het voetbalvolk had
verkorven maar na zelfonder
zoek in schriftelijk contact
trad met Zwartkruis, die min
der prettige persoonlijke er
varingen opzij zette terwille
van het opvoeren van de
kracht van zijn selectie.
Maar hij gaf er tevens mee
aan dat „Italië" niet het toer
nooi van de grote verrassin
gen zal worden. Zwartkruis
zal teruggrijpen op de routi
ne, de „namen" en daarme
zichzelf geweld aandoen. Hoe
graag zou hij jonge spelers, in
wie hij het grootste vertrou
wen heeft, meteen in de hete
Italiaanse arena's brengen.
Maar hij kan niet, en mag
niet. Zwartkruis zal, tenzij hij
door omstandigheden wordt
gedwongen, niet Hans van
Breukelen onder de lat zetten
maar de „oude zekerheid"
Schrijvers of de geroutineer
de Doesburg. Er blijven
Zwartkruis zo bitter weinig
mogelijkheden om hen, die
toch eens de vervangers
moeten worden - bezie de
leeftijden van verscheidene
spelers en het is duidelijk dat
zij er in Spanje 1982 niet
meer bij kunnen zijn - In wer
kelijk importante duels te tes
ten. Het moet blijven bij oe
fenpartijen, vriendschappelij
ke duels waaraan minder
waarde wordt gehecht. Hoe
wel, toen Oranje In de mod
derpoel van Vigo een vriend
schappelijk duel van Spanje
verloor met 1-0 en daarna in
Frankrijk tegen die bepaald
niet imponerende ploeg niet
verder kwam dan 0-0, daalde
de kritiek ook op zijn hoofd
neer. Verwend als Nederland
is met de tweede plaatsen in
de wereldtoernooien van
West Duitsland en Argentinië,
wenst het geen verliezend
Nederland elftal te accepte
ren. Zwartkruis dient er reke
ning mee te houden.
Want dit zijn de simpele fei
ten: het Nederlands elftal is
niet van Zwartkruis maar
van de (voetbal)„natie" en
de bondscoach die voor
overwinningen zorgt is een
held maar als hij verliest
kan hij er niet veel van.
Zwartkruis zal daarvan geen
hoofdpijn krijgen maar er
wel rekening mee dienen te
houden. Vandaar zijn mixtu
re van jong talent en erva
ring in zijn selectie, waarin
een aantal spelers dat hi!
„noodgedwongen" maar
daarom niet minder gretig
een kans geeft.
De opengevallen plaats van
rechterverdediger is er een
van. Ben Wijnstekers kreeg
er zijn kans en greep die. Van
de Korput en de in Engeland
opvallend sterk spelende
Thijssen werden ingepast.
Zwartkruis had ook oog voor
het moment. Daarvan profi
teerde de sterk optredende
Martin Vreijsen, die bij NAC
steeds de grote uitblinker
was en wel zijn vorm kon
vasthouden. Maar hij zal niet
de illusie hebben - alweer,
tenzij noodgedwongen waar
toe ook plotseling vormver
lies bij een „zekere" moet
worden gerekend - anders
dan hooguit op de bank in
het Oranjeshirt gekleed te
zijn.
Wat zal dan het resultaat zijn
Niets meer of minder dan
een elftal dat eenieder be
kend voorkomt; Hoe graag
Zwartkruis ook anderen de
arena in zou willen sturen -
zijn selectie wijst erop - hij
kan en mag het risico niet lo
pen. En na Italië 1980 volgt
Spanje 1982 met de voorron
den waarin de bondscoach,
weer voor resultaat zal moe
ten zorgen, en dientengevol
ge wederom geen gok zal
kunnen wagen. Alleen als Ita
lië een fiasco wordt, kan hij,
wat wordt genoemd drastisch
het mes erin zetten. Dan is er
toch niets meer te verliezen.
Hij zal er niet op hopen bij
zijn eerste zelfstandige optre
den als bondscoach maar het
zou hem evenmin ongelegen
komen. Jan Zwartkruis wil
wel eens van zijn dilemma af.
ROME „Napels
is een paradijs vol
duivels, maar het
zijn opgewekte en
amusante duivels.
Ze zijn zorgeloos
en voeren geen
slag uit. Ze zijn
goedaardig en dief
achtig, vriendelijk
en er op uit U iets
op de mouw te
spelden. Ze lachen
altijd, behalve wan
neer U ze iets in de
weg legt, want dan
steken ze hun me
demensen zonder
het minste bezwaar
neer. Bijna ieder
een in Napels liegt
en bedriegt, maar
het gebeurt op een
vrolijke manier. Bij
na alle ambtenaren
knoeien met geld
en lichten de be
lastingen op. Toe
risten die beroofd
worden, zullen be
leefd worden aan
hoord, maar ver
haal vinden ze
nooit. Zo de dief al
gevonden wordt,
zal geen rechter
het in zijn hoofd
halen hem te ver
oordelen". Het is
geen milde karak
terschets die de
Britse schrijver Au
gust Hare heeft ge
geven van de Zuid-
italiaanse stad, die
tijdens de Europe
se voetbalkam
pioenschappen an
derhalve week lang
het Nederlands elf
tal plus een dui
zendkoppig Neder
lands supportersle-
ger zal herbergen.
De karakterschets
is ook niet van gis
teren. Ze werd bij
na honderd jaar
geleden door Au
gust Hare op pa
pier gezet. Aange
zien er weinig din
gen in het leven zo
onveranderlijk zijn
als het karakter
van de mensen,
moet helaas wor
den gezegd dat Ha-
re's ontboezeming,
hoewel generalise
rend, nog even ac
tueel is als in 1883,
het jaar waarin ze
werd geschreven.
De eerste keer dat we in Napels uit de trein stapten, werden
we omringd door een half dozijn „Scugnizzi", jonge en minder
jonge Napolitanen van het straattype, waarvan het wemelt in
het Santa Luciakwartier aan de haven en in de sloppenwijken
op de Vomeroheuvel. Hun gedienstigheid was grenzeloos. De
een wilde persé onze koffers dragen en probeerde ze alvast
uit onze handen te graaien. Een ander keek spiedend om zich
heen, ontvouwde een doek die hij uit zijn binnenzak haalde en
toonde een half dozijn „gouden" horloges. „Contrabande"
fluisterde hij. En omdat we „stranieri", vreemdelingen, waren
en bovendien Nederlanders uit dat keurige landje aan de
Noordzee konden we ze kopen voor een habbekrats. Een der
de Napolitaan bood aan gedurende de hele week van ons ver
blijf in Napels te fungeren als onze persoonlijke gids, die ons
bovendien zou brengen op plaatsen waar vreemdelingen nooit
komen. Intussen was een Amerikaans echtpaar uitgestapt
dat bereidwilliger bleek te zijn met het accepteren van de gul
le aanbiedingen dan wij. Van het ene ogenblik op het andere
werden we aan ons lot overgelaten. Een vluchtige inspectie
leerde, dat portefeuille en beurs nog op de plaatsen zaten
waar ze hoorden en dat was meer dan we hadden verwacht.
Het is geen vriendelijk verhaal dat we vertellen over Napels, de
prachtige stad aan de eeuwig blauwe Golf tegen het decor van
de dreigende Vesuvius. Italiaanse steden hebben vanouds de
roep dat er nogal wat vingervlugge lieden vegeteren. Onder die
steden neemt Napels een hoge plaats in op de ranglijst. Noch
tans zou het niet eerlijk zijn om alle inwoners van de stad, die de
wereld zowel het roomijs als de pizza heeft geschonken, om nog
maar te zwijgen van de zonnigste liederenbundel die er bestaat,
te beschouwen als gauwdieven en zakkenrollers. In winkels, ban
ken en kantoren word je vriendelijker geholpen dan in het in dit
opzicht wat zure, onverschillige en spijkerharde Rome. Op het
Centraal Station in Amsterdam zouden we onze koffers trouwens
ook geen seconde uit het oog verliezen. En het Stadspark in zo'n
aardige stad als Maastricht hebben we na zonsondergang altijd
gemeden.
Toeristen moeten ook nooit het noodlot tarten, zeker niet wan
neer het voetbalsupporters zijn die na een overwinning van hun
favoriete ploeg overmoedig worden en het geld los in en half uit
de zak laten wapperen. Dat moeten ze zelfs in Ammerzoden of in
een Schin op Geuls café vermijden.
Armoede
De van haar kroon beroofde Spaanse koningsstad van Griekse
afkomst met haar anderhalf miljoen inwoners barst van de pro
blemen. Gelukzoekers, die iets anders zijn dan werkzoekers, uit
de arme Mezzogiorno van Zuid Italië zijn er bij duizenden heen
getrokken. Werk is er lang niet voor iedereen, maar ook is lang
niet iedereen geschikt voor geregeld werk. Daarin schuilt eeh van
de oorzaken waarom industriële ondernemers huiverig zijn voor
het vestigen van grote industrieën in dit gebied. Bijgevolg leeft
een belangrijk deel van de bevolking van sigarettensmokkel,
prostitutie, drugshandel en andere zaken die het daglicht niet
verdragen. De armoede is onvoorstelbaar, hoewel de schittering
van juwelen, avondjurken en nertsen bij de opening van het ope
raseizoen ii? Napels door geen andere Italiaanse stad wordt geë
venaard.
Lekkerste.vissoep
Het is goed dat het supportersleger van het Nederlands elftal dit
weet. Het is ook goed om te weten, dat de Napolitaanse keuken
de beste is van heel Italië. We geven een tip aan degenen die
naar Napels reizen in het besef dat de smulpaap^ Lucullus hier
vijftig jaar vóór Christus woonde, at en dronk in zijn villa op de
rotspunt, waar nu het Castel dell'Ovo ligt. Achter dit kolossale
fort ligt het restaurant van Zi' Teresa. Tante Trees kookt de lek
kerste vissoep van het Apenijnse schiereiland. Wie de Neder
landse overwinningen bovendien viert met een fles Lacrima Cris-
ti, gerijpt op de flanken van de Vesuvius, stemt beslist in met de
zanger van „O Mia Bella Napoli", die langs de avondlijke terras
sen trekt onder de mooiste sterrenhemel die u ooit hebt gezien.