DE SCHONE HANDEN VAN MR. YAP I
Boeren van Toscane:
„De Tiber is van ons"
Op 17 augustus van dit jaar
herdenkt Indonesië het
historische feit, dat 35 jaar
geleden zijn onafhankelijkheid
werd uitgeroepen. Veel reden tot
uitbundige vreugde heeft de
jonge republiek echter niet.
Dreigende rijsttekorten vanwege
een nauwelijks tegen te houden
overbevolking. Een kwetsbare
economie, ondanks de
miljardenwinst uit de olie-export.
Verpaupering van het platteland.
Bovendien zijn de kinderen van
de revolutie behalve grijs ook
corrupt geworden. En in menig
opzicht hebben ze hun vroegere
overheerser rechts ingehaald. Het
generaalsregiem verdeelt en
heerst en laat zijn zakken
spekken. Vrouwe Justitia is te
koop. De pers, waakhond van de
democratie, ligt kwispelend aan
de ketting.
Gelukkig zijn er nog Indonesiërs
met schone handen.
Neem bijvoorbeeld mr. Yap
Thiam Hien. Voor zijn tomeloze
inzet tegen het onrecht en de
corruptie heeft de Vrije
Universiteit van Amsterdam de
67-jarige jurist het eredoctoraat
toegekend.
Eind oktober, ter gelegenheid van
het eeuwfeest van deze
universiteit, zal mr. Yap Thiam
Hien naar Amsterdam komen om
zijn schouderklopje in ontvangst
te nemen.
Op zijn kantoor in Jakarta trok de
strijdlustige advocaat diepe
krassen door Indonesië 1980,
onder welke titel onze
verslaggever Hans Toonen een
serie impressies heeft
geschreven.
t Op deze pagina het portret van
mr. Yap.
„Velen van
mijn collegisTE
hebben hun
beroepseth
verkocht"
m i
app
I Rc
ior,
zij
Idel
Mr. Yap Thiam Kgei
ook wij Chintt,
hebben hard gevfoez
ten voor de republj,t
Itior
JAKARTA Achter zijn bureau hangt
een reliëf van een massieve adelaar in
gevecht met een slang. Mr. Yap Thiam
Hien: „Heb ik gekregen van kolonel La-
tif, een van de leiders van de mislukte
coup in 1965. „U bent de adelaar", zei
hij aan het einde van het proces, waarin
ik zijn verdediger was. Anderhalf jaar
geleden kreeg hij levenslang in plaats
van de doodstraf. Een paar dagen na de
coup vonden ze Latif in zijn schuil
plaats, waar men meteen zijn knieën
kapot schoot. Dertien jaar lang lieten ze
hem in een cel verrotten. Zelfs tijdens
het proces kwam er nog etter uit..."
Zijn keurig kantoor ligt aan de achterkant
van „Speed building", een uitgeleefde
kantoorbunker aan de Jalan Gajah
Mada, bij oud-gasten beter bekend als
de Oude Molenvliet, nog steeds een
streep modder in Jakarta.
Die middag is meester Yap gespannen.
Wijst naar zijn toga aan het hangertje
naast het reliëf: „Vanmorgen was de
twintigste zitting inzake een schandalige
aanklacht tegen een Chinese verkoper,
die ten onrechte wordt verdacht van het
verduisteren van zeventig miljoen roe
piah. We hebben geen schijn van kans.
De rechter is regelrecht omgekocht. Ge
tuigen a décharge weigert hij op te roe
pen. Intussen houdt hij mijn zestigjarige,
ernstig zieke cliënt rustig negen maan
den in voorarrest. Ik moet me echt be
heersen bij zoveel onrecht. Hoewel ik en
kele zittingen geleden de rechter heb
geadviseerd zich in deze zaak terug te
trekken, omdat er smeergeld aan zijn
handen kleefde
Met de nek...
Vanwege zijn onberispelijk gedrag kijken
collega-raadsheren hem met de nek aan.
Menig rechter probeert Yaps cliënten om
te praten om een andere verdediger te
zoeken.
Yap schuift zijn gouden bril omhoog: „Ik
ben niet soepel genoeg, beweren ze.
Daarom intimideren ze mijn nieuwe klan
ten in de geest van: je moet die Yap niet
nemen. Je krijgt het extra moeilijk. Mis
schien veroordeelt de rechter je tot een
hogere straf. Want die arrogante Chinees
slaat maar om zich heen. Intussen vpr-
geet-ie jouw belangen. Zullen we dus een
andere advocaat voor jou aanwijzen?".
Toscane, Umbrië en Lazio strijden om het water van de Tiber.
„Mijn hart bloedt
als ik zie
hoe er in mijn land
met het recht
wordt omgesprongen"
ROME De drie Middenitaliaanse provincies Tos
cane, Umbrië en Lazio met respectievelijk de
hoofdsteden Florence, Perugia en Rome, leven bij
na op voet van oorlog met elkaar. Inzet vormt de
Tiber, die voor alle drie provincies een belangrijke
waterleverancier is.
De noordelijkst gelegen provincie Toscane wil het wa
ter van de Tiber gebruiken voor de bevloeiing van het
dal van Chiana. Dit vruchtbare maar in de zomer
maanden droge gebied zou met een goede water
huishouding het Californië van Italië kunnen worden.
Daartoe moet het Tiberwater in Montedoglio worden
opgehouden door een stuwdam en moet er een kuns-
matig meer worden gevormd met een inhoud van 155
miljoen kubieke meter water. „Als dat water over de
4000 hectaren akkerland in de Val di Chiana wordt
gespoten, telen we hier de fijnste tabak, de dikste
appelen en de zoetste peren van heel Italië", zeggen
de Toscaanse boeren met dichtgeknepen ogen. Jon
ge boeren zouden niet meer hoeven te emigreren
naar de industrie van Noord-Toscane of Piémonte,
maar dikke sigaren kunnen roken op hun dierbare
geboortegrond. Omdat de Tiber in een uithoek van
Toscane ontspringt, redeneren ze: „De Tiber is van
ons" en zijn ze alvast begonnen met de werkzaamhe
den.
Dat heeft geleid tot felle protesten van de kant van
de Umbrische boeren. „Jullie hebben de Arno al en
nu willen jullie ook nog het water van de Tiber heb
ben. Het feit dat half Florence een Jaar geleden onder
water kwam te staan toen de Arno overstroomde, be
wijst dat jullie daar best water van kunnen aftappen",
aldus de boeren van Umbrië.
Het provinciebestuur van Lazio zegt: „Als ze de Tiber
in Toscane aftappen, houden wij hier een beekje
over. Elektrische centrales komen stil te liggen en
Rome komt in het donker te zitten. De Tiber wordt
hier dan pas echt een open riool".
Dit laatste is een stevig argument. Ter hoogte van
Rome is de Tiber nu al een grote vloeibare vuilnis
hoop. Verleden zomer viel de bewoner van een woon
schuit in de buurt van de Engelenburcht, na het wat
zoals de vermaarde journalist Mochtar
Lubis en de even bejubelde als vertrapte
Indonesiër van Nederlandse afkomst, de
advocaat Hadji Poncke Princen. Dwars
liggers in de ogen van het regiem; open
plekken voor hen, die onderuit dreigen te
gaan in deze rimboe.
Ook mr. Yap is vanwege zijn kritiek ach
ter tralies gezet.
Eerst zeven dagen in 1968, omdat hij een
officier van justitie van afpersing had be
schuldigd. In 1974 zat hij bijna een jaar
vast vanwege het „opstoken" van onte
vredenen, „dus linkse" studenten, die
demonstreerden tegen de regering Su
harto.
Terugblikkend: „Helemaal van smetten
vrij was ik niet. Ik had geschreven dat
demonstraties allerminst een verboden
middel zijn, en ook niet in strijd met de
Pancasila, de staatsfilosofie. Bovendien
haalde ik studenten terug, die zomaar
door de politie waren opgepakt..."
Anno 1980 heeft mr. Yap weinig vertrou
wen in de Indonesische studenten als de
kiem voor een rechtvaardiger toekomst.
„De Indonesische student is niet zo
strijdlustig als zijn Thaise of Koreaanse
collega. Onze studenten houden van
compromissen, van praten. En glimla
chen en knikken, wat zelden ja betekent.
Bovendien zijn ze slecht georganiseerd;
missen ze de steun van de bevolking en
zijn ze geïnfiltreerd met handlangers van
de Bakin of de Kopkamtib, onze veilig
heidsdiensten. Waar drie studenten bij
elkaar staan, is er een eentje 'n spion".
De telefoon rinkelt.
Een radeloze -Chinees, verdacht van
smokkel.
Tevergeefs heeft de justitie hem twintig
miljoen roepiah willen afpersen met als
tegenprestatie het „prullemandiseren"
van de aanklacht. De verdachte heeft al
vier maanden vast gezeten op Nusa
Kembangan, het „duivelseiland" van In
donesië. Meester Yap heeft hem nu weer
vrij. Maar de officier van justitie blijft
jacht maken op de Chinees.
Yap aan de telefoon: „Wantrouw je eigen
argumenten... ze willen je nu eenmaal
pakken... keep cool, my friend...".
Terug in de fauteuil: „Zaterdag moet-ie
weer-voorkomen, Terwijl hij .net een
borgsom van 15 miljoen roepiah heeft
betaald. Direct na zijn arrestatie liet de
officier van justitie beslag leggen op 36
Het Indonesië
van 1980
Toch heeft mr. Yap Thiam Hien een druk
ke praktijk.
Yap: „Ach, in dit met afpersing en cor
ruptie overwoekerd land zijn er altijd
mensen die al zo zijn uitgeperst, dat ze
wel gedwongen worden voor hun recht te
vechten. Meestal krijg ik de schier hope
loze gevallen. Het grootste aantal klanten
bestaat uit Chinezen, sinds eeuwen de
pispaaltjes van Indonesië. Mijn rasgeno
ten zijn ook makkelijk uit te persen, om
dat ze altijd wel wat geld hebben. En ver
der kloppen kleine ambtenaren bij me
aan. Klerkjes, die zomaar ontslagen
zijn".
„Als ik hun zaak accepteer, dan duld ik
geen tegenspraak. Want wil je in deze ju
ridische jungle overeind blijven, dan kan
er maar één gids zijn. Ik waarschuw hen
dringend niets buiten mij om te regelen.
Betalingen zijn voortaan taboe".
Grijnst als ik opmerk, dat ook hij een
goudgerand leventje had kunnen leiden
in dit land van vuile handen.
„Velen van mijn collega's hebben hun
beroepsethiek verkocht. Vinden de strijd»
tegen het onrecht onbegonnen werk. An
deren likken liever naar boven en trap
pen naar beneden. Het is toch algemeen
bekend, dat lagere rechters hier in Ja
karta hun meerderen maandelijks geld
betalen om maar niet te worden overge
plaatst naar zogeheten „droge" distric
ten. Jakarta is een nat gebied. Hier
stroomt het smeergeld. Op het platteland
veel minder. Deze corruptie-terminologie
is afgeleid van onze rijstcultuur. Ladang
is het droge gebied, waar je wacht op re
gen om te kunnen planten..."
Hoe blijft U „droog" in dit „natte" ge
bied?
Yap: „Mijn geloof als christen... Ik help
mee het kruis te dragen. Mijn hart bloedt
als ik zie hoe er in mijn land met het
recht omgesprongen wordt. Zeker voor
de kleine man zonder relaties is er abso
luut geen recht".
Onaantastbaar...
Ofschoon de in 1913 te Banda-Atjeh ge
boren Yap Thiam Hien scherp in de ga
ten wordt gehouden door de Bakin, de
Indonesische binnenlandse veiligheids
dienst, behoort hij toch tot het groepje
zogeheten „Untouchables". Kritische,
maar thans „onaantastbare" Indonesiërs
kisten met zwart fluweel. Thans zijn er 24
leeg. Hoe kan dat, als de sleutel in han
den Is van de officier van justitie...?".
Zondebokken...
Al gauw gaat ons gesprek over de drie
miljoen Chinezen in Indonesië, van wie
ruim een miljoen vreemdeling is geble
ven. Hoewel de Indonesische regering
naarstig poogt de betrekkingen met Chi
na te normaliseren, blijven haar Chinese
onderdanen de zondebokken van de jon
ge republiek.
Yap: „Wij zijn de joden van Indonesië.
Onlangs zijn er in Ujung Padang, voor
malig Makassar, honderd toko's vernield
door een opgejutte menigte. Vanwege
onze bedrijvigheid zijn we een doorn in
het vlees van Indonesië. De voornaamste
grieven tegen ons lopen nagenoeg paral
lel met de vooroordelen, die ooit in Euro
pa gegolden hebben tegen de joden. Wij
beheersen de economie; we zijn niet te
vertrouwen, omdat we met één been in
Indonesië leven en met het andere in
communistisch China".
„Leugens natuurlijk. Okee, de Chinees
beheerst nagenoeg de gehele detailhan
del. Maar zijn gezamenlijk kapitaal kan.
nog niet tippen aan dat van Pertamina,
het staatsoliebedrijf. En wat dacht je van
de macht van de multinationals zoals
Bayern, Nestlé, Unilever en Coca
Cola...?"
„Maar ja, onze bedrijvigheid is zichtbaar.
Bovendien vallen we door ons uiterlijk
op. Vandaar dat velen van ons „onder
duiken". Velen veranderen hun naam in
bijvoorbeeld Santoso of Wijaja. Dat recht
hebben ze. Want als je je op de universi
teit inschrijft onder de naam Yap Thiam
Hien, kom je sowieso niet door de selec
tie. Dus geven veel ouders hun kinderen
op onder een Javaanse naam. Ook daar
heeft de overheid een stokje voor gesto
ken. Voortaan moet iedere student ook
de namen opgeven van zijn ouders en
grootouders. Mijn twee kinderen heb ik
dan ook naar Engeland en Nederland ge
stuurd om daar verder te studeren. Dit
klimaat is me te racistisch. Ook dat doet
me pijn, want ook wij, Chinezen, hebben
hard gevochten voor de republiek. Indo
nesië is net zozeer van mij als van mijn
Sumatraanse buurman".
Weer rinkelt de telefoon.
Opnieuw de radeloze Chinees. Of mérl
ter Yap zaterdag er ook bij kan zijn? bi
laas moet hij voor enkele dagen naarpj
nève, waar de internationale commfei
van juristen zetelt. <j
Yap, terug van de telefoon: „Begrijp
nu waarom ik amper naar het buitenl
durf te gaan...?"
Hebt u dan geen assistent...?
Yap: „Jawel... een jonge, eerlijke coll$
maar geen vechter...!"
Klap in het gezicht...
Toen bekend werd dat de Vrije Uni
teit van Amsterdam ter gelegenheid be
haar 100-jarig bestaansfeest een ere* C
toraat zal verlenen aan mr. Yap Tf^^
Hien, zweeg het merendeel van de li®®
nesische pers. Ook de regering Suhu.
keek de andere kant op. Yap haalt
schouders op. „Dit eredoctoraat is
ook een klap in het gezicht van de r<
ring Suharto, onder wie ik twee keer L
vangen ben gezet. Nee, deze ondersc
ding maakt me niet onschendbaar. I JJj
gen kunnen ze me weer oppakken...'
U bent nu 67 jaar. Waarom blijft u J
nek uitsteken?
Aarzelt en zegt met ontwapenende I
„Noem het zelfbehoud..., als je ziet
de boot zinkt, dan doe je toch alle m
te om dat te voorkomen. Bovendien l£
ik niet anders. Velen noemen me de <r~;
ke Chinees. Dat ben ik ook. Als ik
recht tegenkom, kom ik in opstand"''
verhaalt over zijn ruzie met een pot:
militair. „Die vent ramde mijn auto. T
ik hem stomverbaasd aankc"
schreeuwde hij: vuile Chinees, waa
kijk je zo gemeen, mot je wat...! Ik vf*
des duivels en vroeg hem even te sb
pen. Tot mijn schrik reed hij meteen
kazerne binnen. Normaal gesproken I 5
je In zo'n kazerne een stevig pak s
als Je een militair tegenspreekt. Maalb'
was meer boos dan bang. Toen ik r°
kaartje liet zien, grijnsde hij: „Aha""
bent een hoog personage..." Niks me
maken, zei ik, het gaat om mijn rechtu
Gooit de grijze haren naar achterenC/
lacht: „Eigenlijk had ik me vanaf mijnhtf.
senvijftigste al kunnen terugtrekf
Maar dat kan ik me niet permitteren
heb namelijk geen pensioen. Treur eclj
niet, ik ga wel met pensioen bij de He L
HANS TOOI
DIKSTE APPELEN EN
ZOETSTE PEREN IN HET VERSCHIET
al te uitbundige genot van een aantal glazen Frascati,
per ongeluk in de Tiber. Drie dagen later was hij
dood, vergiftigd door de grijsbruine brij die doorgaat
voor rivierwater.
Plaatselijke en regiobesturen in Umbrië en Lazio be
leggen de ene protestvergadering na de andere. Be
baarde milieudeskundigen beleven gouden tijden als
goed gehonoreerde gastsprekers. Experts stellen
vlammende rapporten op over het apocalyptische on
heil dat te wachten staat als die van Toscane niet af
zien van hun Tiberplannen. Er Is geen Umbrisch of
Lazlaans gehucht zo klein of het heeft zijn Tiber-col
loquium, Tiber-debat of Tiber-rondetafel gehad.
Die van Toscane praten veel minder. Daar hebben ze
200 miljard-lire (500 miljoen gulden) op de
staan voor hun Tiber-aftappingsproject. Hun wa
tunnel naar de Chianavallei is al bijna klaar en
fundamenten voor de stuwdam van Montedoglio
gestort. Giulio Santarelll, de socialistische presli
van de provincie Lazio heeft zijn collega's, tev
partijgenoten, van Umbrië en Toscane uitgenoi
voor een gesprek. Onder partijvrienden moet
toch mogelijk zijn om tot een akkoord te kon
meent hij. Maar het vooruitzicht op de fijnste tat
de dikste appelen en de zoetste peren is die vanl
cane vooralsnog meer waard dan het bewaren
partijdiscipline.
PIET TUMMf