verv Een opleggerbus van de BBA (getrokken door een tractor), die speciaal werd aangeschaft voor d** wereldtentoonstelling te Antwerpen in 1932. Ni™ gaat een Belg op vrij- liddag door net raam zijn huis bin- Omdat hef weekend voor de deur En waarom gaaf hij 's maandags id naast zijn fiets naar zijn werk? iat het weekend er weer op zit. Bel- j" ."{noppen. We lachen wat af om die oot ^me zuiderburen. Dom? Zijn ze echt i 3°m? Was het waarlijk zo stupide dat honderd jaar geleden hun grote in itiële verdiensten investeerden in ir- en trambanen in het land ten den van Vlaanderen Want zo is Dat wij nu zo'n uitgebreid net heb eend!van openbaar vervoer i3 in eerste in- itie te danken aan die domme boer- ,iiit Wallonië. Want wat wisten zij, wat calvinisten niet wisten? Juist ja. Er in die tijd goed geld te verdienen het tegen betaling vervoeren van leren over de rails. En niet alleen in and, Vlaanderen en Wallonië. Er lig- apoorbanen van Belgische makelij Rusland tot Cairo. Zo, daar kunnen ïgt de^s eens over nadenken. Dt onklerd jaar openbaar vervoer in Neder- in de d. Helemaal kloppen doet «dat niet want ges/o-r voor die tijd reden er diligences en 1SA6. Islkoetsen die wel een of twee mensen senepnder eigen gerei" wilden meenemen, growandstad was in de zestiende eeuw al trotse bezitter van de trekschuit. En de >te spoorbaan dateert al van 1839. ^r officieel heet het dat de Nederlandse mweg Maatschappij op 24 november dsgéo tot stand kwam op initiatief van en- Belgische zakenlieden. Aanvankelijk men alleen in Friesland met tien vier wagens en vijf bagagewa- Dat zou zo ongeveer de eerste geweest maar eigenlijk hebben alle een eigen ontwikkeling doorge- varefckt. vajiand die alles afweet van trams en bus- is de heer W. Leideritz van de Bra- Buurtspoorwegen en Autodiensten an^njA) in Breda. Belgen zagen in een Nederlands iwegennet een mooie belegging. In eigen land konden ze hun geld daar- niet besteden, want daar was de boel lonopoliseerd. En in Nederland was nooit iemand aan dat gigantische gat Ie markt gekomen. Want ,,de calvinisti- je Ollander" wilde in den beginne njets [en van al die nieuwlichterij. Als goede leniers hielden zij de hand stevig op lortemonnee. De enige reden waarom in Nederland toch die eerste spoorlijn |en lag simpel in het feit dat de Belgen 'èl een hadden en wij dat om prestige- lenen niet op ons konden laten zitten, enige Nederlander met een vooruit blik in die tijd was wellicht koning lem I die zich persoonlijk garant stelde de leningen. En zo kon derhalve het 'je Rotterdam-Amsterdam tot stand ko- i 3n. Dat werd later verlengd tot de Moer- k. En nadat de Belgen hun lijn van Ant- rpen-Roosendaal hadden doorgetrok- i was het veer bij Moerdijk het enige -1 een doorgaande verbinding tussen twerpen en de Randstad onderbrak, tterdam en Amsterdam konden zich ardoor ontwikkelen tot grote doorvoer- per vens. In de rest van het land bleven de alle oorverbindingen eenter ver 'achter. En Bn gebeurde er iets unieks: staatsbe- leienis. Voor het eerst ging de overheid :h bemoeien met het particuliere be- ijfsleven. Het gevolg was de oprichting unsn de Exploitatiemaatschappij Staats- om oorwegen en een uitbreiding van het lij- niteinnet. Maar het bleef een grof net dat sda it in staat was alle plekjes in ons land te uit dienen", zo trekt de heer Leideritz de liers van de vergetelheid. elei ,®erst eten 86ft/!aar alle steden en stadjes wilden wel itigfaag een spoorbaan in de buurt want faeen had inmiddels doorgekregen dat dat varrote economische activiteiten met zich gejèebracht. En zo kon het op een dag ge- vaneuren dat een delegatie van het Ooster- areroutse gemeentebestuur per diligence zopar Den Haag toog om van de minister heje concessie los te krijgen. Maar zo'n lan- igee tocht maakt hongerig en de voorzitter >nufcn het Brabantse groepje besloot dat er achterst gegeten moest worden alvorens men ch bij de bewindsman liet aandienen. Ze rooieten het zich uitstekend smaken. Met vol- laa magen konden ze bij aankomst bij het jns inisterie nog net zien hoe een delegatie nai^in het nabijgelegen Gilze-Rijen triomfan- eiplijk met de concessie de trap afkwam. In onstosterhout heet het dan ook nog steeds res-at „het wel eerst eten zal worden" als om terug te keren tot de trams: Dat- ilfde gemeentebestuur toog opnieuw ?ar Den Haag. Het was wel twintig jaar iter en we schrijven inmiddels 1879. Nu '|as het doel van het bezoek toestemming te krijgen voor de aanleg van een tram- Daan: geen spoor, dan maar een tram. En Ook wilde men de allereerste stopmtrein in Nederland bekijken die reed tussen het Veel eenheid was er niet in die eerste tijd. Dat is te zien aan deze tot tram omge bouwde „railbus". Oude wie len waren er afgehaald en de bus werd voorzien van wie len die in de rails pasten. Bo vendien was hij voorzien van een speciaal verlicht bordje met daarop „tram", dit om het verkeer te waarschuwen, want van tijd tot tijd reed hij ook wel tegen het verkeer Haagse Staatsspoor en Scheveningen. Die spoorlijn vormde de verlenging van de lijn Utrecht-Den Haag en het zou best alles te maken kunnen hebben met opkomend toerisme. Want in die tijd verschenen ook de eerst Baedeckers. Overigens was zo'n ritje alleen bestemd voor de zeer welge- stelden want het was schreeuwend duur, aldus de heer Leideritz. „Het bezoek van de Oosterhouters bete kende in 1880 wel de eerste tramlijn in het zuiden des lands. Dat ging eerst nog met eigen kapitaal, maar later staken de Bel gen ook hier geld in. Want er was geld in te verdienen. Het was bovendien voordeli ger een tramlijn te exploiteren dan een spoorlijn. Om maar iets te noemen: je hoefde geen grond aan te kopen want hij reed over de openbare weg. Alleen een paar centen huur voor de wegbeheerder (de overheid) en toestemming van het ge meentebestuur waren nodig. Voor de paardetram ideaal. De trams met locomo tieven moesten eerst nog een probleempje overwinnen. Die vielen namelijk onder de Belgen ontdekten gigantisch gat in Nederlandse markt Spoorwegwet en die stelde ontzettend zware eisen ten aanzien van de veiligheid: snelheid, overwegbomen, bochten in de rails etc. Maar die wet werd voor de trams aanzienlijk verlicht en toen was het hek van de dam. Overigens waren de Zwitsers en Duitsers ons al voorgegaan in het tram wezen. Maar goed: de tram bloeide op. Hij kon komen waar een trein niet gaan kon, het materiaal was veel lichter, je kon er kortere bochten mee draaien. En men dacht dat het sneller ging dan de diligen ce. Bovendien zou men met de tram af zijn van het romantische maar wat geluids overlast veroorzakende getrippel der paar- devoetjes. Maar harder ging het in die be gintijd werkelijk niet. Zes kilometer per uur waarbij dan nog de tijd kwam die nodig was voor het uitwisselen van wagons. Want vergeet niet dat de tram allereerst bedoeld was voor het vervoer van goede ren. En wat dat betreft kon hij met zijn vijf tien tot twintig pk's heel wat meer aan dan de diligence. „Maar toch kwam ook de tijd dat de trams meer passagiers gingen vervoeren. Eerst nog mondjesmaat want een ritje Breda- Oosterhout bijvoorbeeld kostte de lieve som van een gulden en tien cents, een dubbeltje minder dan vandaag de dag. Maar de concurrentie werd moordend. Zo reden er verschillende trams van verschil lende ondernemers op hetzelfde traject. Die concurrentie zou na de Eerste Wereld oorlog echter nog erger worden met de in voering van de bus". Overigens, zo weet de heer Leideritz te vertellen, hebben de noordelijke provin cies het, tot de bus kwam, altijd gehouden bij de paardetram. Al dat nieuwe, dat was daar allemaal niet nodig, zo vonden de noorderlingen. En de dierenartsen spraken schande van de paardetram. Die dieren werden overbelast en waren ten dode op geschreven. En toen brak de oorlog uit. Het economi sche verkeer lag stil en dus ook de tram. Wat we aan die eerste wereldbrand wel hebben overgehouden is de „explosiemo tor" geweest, de benzinemotor. Zwaarde re motoren waren het ook door de op komst van de vliegtuigindustrie". „Het lawaai van de oorlog verstomde, men likte zijn wonden en in het begin van de ja ren twintig kwam er weer enig leven in de economie. En daarmee het vervoer, dat werd versterkt met de motoren van de vliegtuigen die toch niet meer nodig wa ren. Een tram met een vliegtuigmotor. Vre selijke kinderziektes kwamen daarbij kij ken, maar het was iets nieuws: een wagen die reed zonder dat je kon zien hoe hij zich voortbewoog. En zo ontstond de autobus. Wellicht nieuw voor Nederland, maar in Engeland reden ze al langer en tijdens de oorlog werden de geallieerden in België ermee vervoerd. Doch van het een kwam het ander: in 1922 verschijnt de eerste tot bus omgebouwde T-Ford op Neerlands dreven. Zo'n zes personen kon deze ver voeren en op dat moment begon de con currentie in het openbaar vervoer pas goed. ledereen die zich een bus kon ver oorloven kocht er een en begon een bus dienst. De stalhouder bijvoorbeeld die langs de trambaan reed vijf minuten voor dat de tram zou langskomen. Zo pikte hij alle passagiers. De trammaatschappijen waren echter ook niet gek, kochten ook bussen en gingen weer vijf minuten eerder irijden. Maar dat was natuurlijk niet vol te houden. Alles was toch al duurder gewor den en de sociale lasten rezen de pan uit. De trammaatschappijen kwamen aan de rand van de afgrond terecht". (Over afgrond gesproken: kent u deze trouwens? Waarom staat het kapitalisme aan de rand van de afgrond? Om te kijken naar het communisme dat op de bodem ligt). Gouden tijd voorbij „Hoewel subsidie toen nog een onbekend begrip was, richtte men zich toch tot de overheid. Die nam een deel van de kosten op zich. De tram kon blijven rijden. Dat wel. Maar winst was er niet meer bij. Woe lige tijden derhalve, ook voor de aandeel houders. Een groot deel van de bourgeoi sie ging toen ter ziele. Want bij gebrek aan een voorziening als aow hadden velen hun geld in aandelen belegd. Die van de trams kelderden. Weg geld, weg oudedagsvoor ziening". Die moordende concurrentie was mogelijk doordat de wet niet was ingesteld op een zo explosieve uitbreiding van dit soort ver voer. Aan het eind van de jaren twintig werd er enige orde op zaken gesteld. Wel iswaar was het bedrag dat de overheid in de kosten bijdroeg niet zo groot als tegen woordig, maar het was aanzienlijk genoeg om die overheid te brengen tot bezuini gingsmaatregelen (zo zie je maar dat er niets nieuws onder de zon is). Er waren 'w<>. verschrikkelijk veel vervoersondernemin gen die allemaal een dure directeur en an- der gekwalificeerd personeel in dienst hadden. Dat is niet economisch vond de overheid en zij gooide die maatschappijen allemaal op één hoop. De trajecten wer den verdeeld onder de overgebleven uit gebreide bedrijven, de directeuren gingen op wachtgeld, overtollig personeel werd ontslagen en dat was dat. Weliswaar ging dat met goedkeuring van de oude maat schappijtjes, maar die was wel enigszins afgedwongen door de mededeling dat als men niet meewerkte de rijkssteun zou worden ingetrokken. Volgens de heer Leideritz moeten die eer ste bussen iets verschrikkelijks geweest zijn: geen vering en dat op de kinder hoofdjes. Trams waren veel comfortabeler en het is hem dan ook een raadsel waar om men indertijd toch voor de bus heeft gekozen. „Maar mensen kiezen altijd voor iets nieuws". Eeuwfeest En nu is er aan openbaar vervoer niets meer te verdienen. Het kost alleen maar geld. De overheid dekt vijftig tot zestig procent van de tekorten. „Geld verdienen in het openbaar vervoer kan alleen maar als de auto verdwijnt en dat zie ik niet ge beuren. Voor de oorlog moesten we alle maal fietsen, nu kunnen we ons een auto veroorloven en die zetten we natuurlijk niet aan de kant. Het openbaar vervoer kan wel concurreren. Maar dan moet er wel een heleboel geld in worden gestoken om de kwaliteit te verbeteren. Geen kwali teit pp het gebied van beter materieel; dat is uitstekend. Nee, de kwaliteit van open baar vervoer ligt daarin dat het sneller moet zijn dan ander vervoer. En dat kan weer alleen als het letterlijk vrij baan krijgt, de weg niet meer hoeft te delen met het overige verkeer. En het zou me dan ook niet verbazen dat onze kinderen ons later verwijten dat we bijvoorbeeld niet voortvarend genoeg zijn geweest met het aanleggen van metro's", aldus de heer Leideritz. Een eeuwfeest voor het openbaar vervoer dat door de verschillende maatschappijen apart zal worden belicht. Volgend jaar volgt een landelijk feestje. Dit omdat het volgend jaar honderd jaar geleden zal zijn (het lijkt wel algebra) dat het KNVTO, de landelijke organisatie van transportonder nemers, werd opgericht. Een feestje overi gens dat enigszins in het verborgene zal worden gehouden met een congres in Den Haag voor ingewijden. JammerHet eeuwfeest zou een mooie aanleiding zijn geweest om met allerlei manifestaties hét volle licht van de schijnwerpers te richten op het openbaar vervoer dat immers meer gebruikt wil worden. LONNEKE VAN KOOT Veel bedrijven hadden een eigen aansluiting op het spoor, zoals bijvoor beeld Hero in Breda. De trein op de foto is een ty pisch voorbeeld van de gemengde trein, die zo wel goederen als giers vervoerde. -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 21