UW HUIS UT Veel vacatures inconfectiebranche Culinaire coryfeeën stellen feestmenu samen BINNENLAND- LEIDSE COURANT MAANDAQ 5 ME! 1980 PAGINA 6 Hapjes, drankjes en... kleding Voor een geslaagde vakan tie-barbecue horen ver schillende dingen bij el kaar. de juiste kleren, de juiste hapjes, de juiste drankjes en een stil plekje: een baai die je zelf met de boot varend hebt ontdekt, een rotspartijtje of een weitje.* We zullen deze In grediënten dan ook niet uit elkaar plukken en begin nen bij het begin: KLEREN: 100 procent ka toen; zit koel, is wasbaar en staat leuk; HAPJES: ingevroren sala de, bestaande uit ananas, tomaat, bleekselderij (of daarop gelijkende groente per land), appel, kip, ci troensapzure room (6£ punt calorieën); DRANKJES: de nieuwe Akadama Plum auntory (synoniem voor Japanse whisky met volgende mo gelijkheden: 1) half om half Plumwine en sodawater met ijsblok jes uit koeltaa of koeler op de boot; 2) Vodkadama, een derde vodka en twee derde Aka dama, schijfje citroen; 3) straight: gekoeld en heerlijk aperitief. Weer een nieuw geurtje op de Nederlandse markt Amerika is het land van superlatieven. En daarin past precies de bliksemcarrière van Halston (eigen naam Roy Frowick), de beroemdste mode-ontwerper van de States, die onder meer Lauren Bacall, Candice Bergen, Liz Taylor, Liza Minelli en Marisa Berenson tot zijn vaste clientèle mag rekenen. Hij ont wierp ook de pillbox, waarmee destijds Jacky Kennedy furo re maakte en die toen een rage werd. Vooral presidentsvrou wen schijnen nogal met Halston op te hebben. De chiffon ja pon die Betty Ford destijds na de verkiezing van haar man in New York droeg kwam ook uit Halstons atelier. Wat hier in Nederland niet zo bekend was, is het feit dat de „grote" man zich ook in de parfumwereld heeft gestort met geurtjes voor de vrouw én de man. De Halston Z-14, „uitgesproken mannelijk, sprankelend, warm en sexy" (ja dat zal 't niet zijn...) bestaat in Amerika al sinds 1976, in het gezelschap van Halston 1-12, houtachtig van geur, schoon, helder, fris, echt iets voor de buitenman met het verweerde gezicht. De onweerstaanbare vrouw haalt haar verleidelijke parfum uit een beeldschone, asymmetrische, traanvormige flacon, die meer doet denken aan een familiebijou dan aan een cosmeti sche verpakking. Het bevat 600 ingrediënten, waarvan er twee in geen enkel ander parfum zouden worden aangetrof fen. De geur is half oriëntaals, kruidig, met een vleugje jas mijn. Deze creaties, die in Amerika de eerste plaats innemen, wer den eind april in het Institut de Beauté „De Wipselberg", midden op de Veluwe, gepresenteerd als primeur voor Euro pa. Hiermee heeft Halston, in Amerika een begrip, zijn entree in Holland gemaakt. Het parfum is inmiddels in de betere za ken verkrijgbaar. Bij gelegenheid van het vijfjarige bestaan van het Amsterdamse Sonesta Ho tel zal daar van tot 25 mei een door vijf Nederlandse culinaire beroemdheden sa mengesteld jubileummenu worden geserveerd dat de meest verwende smulpaap als tongstrelend zal erva ren. (Voor belangstellen den, het menu kost 67,50). Kookboekenschrijver Hugh Jans, met de ringbaard van een zeebonk en een omvang die toont dat hij culinaire fes tijnen niet uit de weg gaat (echtgenote Anneke Jans: „Hugh kookt thuis altijd en altijd even verrukkelijk") zorgde voor gebakken reu- zengarnalen met verse rode Spaanse pepers en een saus van verse boter, gezeefd ci troensap en gehakte verse dragon. Gastronome-schrijfster Wina Born, chevalier de l'Ordre de Mérite Agricole en hóudster van diverse binnen- en bui tenlandse prijzen gaf chef de cuisine Fred Schaer, lid van de Chaine des Rötisseurs een recept voor parelhoen „zoals de wijnboerin die maakt". Ton van Es, geboren in het goede portjaar 1937, als kind voor het eerst de pollepel zwaaiend in de oorlog om bietenstroop metgebakken tulpenbollen te bereiden, thans kritisch autoriteit met betrekking tot de hap hap, liet rauwe tonijn marineren in een mengsel van lime- vrucht, gemberwortel, sjalot en nog veel meer. Kortom bij elkaar een 6-gangen-diner dat zich zeer wel laat eten en dat de genodigden, vogels van diverse pluimage uit zo wel de culinaire, de uit gevers- als de artiestenwe reld voldaan van tafel liet opstaan. Wijnschrijver. Hubert Duij- ker, die menig wijnboek op zijn naam heeft staan, be- Eialde samen met Thomas epeltak (mogelijk beter be kend onder zijn pseudoniem Stan Huygens) de keus van de wijnen. Bij de voorgerech ten een Beaujolais Blanc 1979 en een Pi not Blanc; bij de hoofdgerechten een Beaujo lais Villages '79 en een uitste kende landwijn uit '78 (Vin de Pays Des Coteaux Varois). Natuurlijk zaten, de vijf meesters mede aan om iets meer van hun keukenge heimpjes te vertellen. Zo blies Hugh Jans mij de sa menstelling van zijn bouillon in het oor, die door chef Schaer prachtig werd ver tolkt Wie een dergelijke cu linaire hoogstand thuis wil namaken behoeft veel tijd, maar niet veel geld. Consommé la Hugh Ingrediënten: 1 pond kippe- magen, 1 pond kippevlerken, een halve theelepel sesamo lie, twee en een halve liter water, een halve theelepel gemberstroop, 3 middelgrote uien overlangs in repen ge sneden, 10 worteltjes in ju lienne, een 1 een timer dikke feschilde middenplak van oolrabi in julienne, zout en peper, een handvol muizeno ren (Chinese zwammen, koe ping tikoes) geweld in wat water, 1 dl. Chinese rijstwijn (of 0.5 dl. jonge jenever, ge mengd met 0,5 dl. sherry), een halve theelepel sojasaus of ketjap, wat gehakt vers korianderblad of selderie- groen, jonge groene ui, gesne den in stukjes van anderhal ve centimeter. Bereiding: Doe de kippema- ??n en -vlerken in een soep- etel met de sesamolie. Sluit de pan en zweet het aan, op middelgroot vuur (7 minu ten), de pan af en toe om- schuddend. Giet het koude water bij de inhoud van de pan, breng het op middel groot vuur aan de kook in de open pan en schuim geregeld af. Draai het vuur dan hele maal laag en zet de deksel schuin op de pan. Trek 5 uur. Houd de bouillon helder. Haal magen en vlerken er met een schuimspaan uit en Van links naar rechts: Tom Lepeltak, ijverig organisator van wijnreizen, Hugh Jans, culinair journalist, Wina Born, journalis te en schrijfster van vele bloemrijke kookboeken, Hubrecht Duijker, wijnexpert, Fred Schaer, chef-kok van Sonesta en Ton van Es, culinair journalist. doe de botjes terug in de botjes uit de soeppan en pas soeppan. Trek nog 2 tot 3 uur seer de bouillon zorgvuldig in gesloten pan. Snij de ma- door de fijne zeef. Er moet gen in dobbelsteentjes en het ongeveer twee liter bouillon vlees in repen. Verwijder de over zijn. Hoewel de woningbouw in ons land achterblijft bij de voorspellingen en er nog steeds te weinig huizen zijn om iedereen een fatsoenlijk dak boven het hoofd te ge ven blijven steden en dorpen groeien. Vaak met wijken die een regelrechte aanslag zijn op de natuur die voordien op die plaatsen heerste. Dat is in soms benauwend om te zien. Een gelukkige bijkomstig- heid is er echter wel in te OemeenSCtlQD S ontdekkentegenwoordig r hebben de meeste huizen een tuin en vaak niet eens zo'n kleintje. De mensen die zich in een Alleen nieuwe straat of in een nieuw blok vestigen hebben natuurlijk in de eerste plaats aandacht voor het gebeuren binnen de muren van hun nieuwe woning. De tuin komt op de tweede plaats. Vaak wordt met enige arg waan gekeken naar wat de buren doen en slechts zelden worden bewoners van aan el kaar geschakelde huizen het eens over het gemeenschap pelijk beheer van de ook aan elkaar grenzende tuinen. Voordelen Toch biedt zo'n gemeen schappelijke tuin van vijf of zes woningen grote voorde len. Het onderhoud kan in goed overleg geregeld wor den. Het is niet nodig dat er zes maaimachines voor het gazon worden aangeschaft Een forse machine die bij toerbeurt bediend wordt kan het gezamenlijk gazon wel aan. Zijn er kinderen in zo'n blok dan kun je volstaan met een flinke zandbak in plaats van vijf of zes kleintjes en wordt men het erover eens dat er een vijver in de tuin moet dan heb je ook aan één exemplaar dat dan tenminste een redelijke afmeting kan krijgen, genoeg. Helaas zijn wij Nederlanders op dit gebied niet zo erg tot samenwerking bereid. Bijna altijd worden de verschillen de perceeltjes die door de aannemers zijn afgezet met paaltjes en een draadje al snel begrensd door tuia's of andere coniferen. Lieaen die geen hond of kat van de bu ren in de tuin wensen omrin gen hun lapje met gaas dat door wat groen min of meer fecamoufleerd wordt, 'n binnen de begrenzingen zien we dan de verschillende eigenaren achtereenvolgens spitten, vlak maken, gras zaaien of graszoden leggen en een paar maanden later alle maal met hun eigen ma chientje de grasmat maaien. Anders Wie in de rij kiest voor een ander soort tuin zonder groen gazonnetje en netjes beplante en aangeharkte bor ders wordt al snel niet meer serieus genomen. Toch hoeft een stadstuin niet altiid hetzelfde obligate beeld te hebben. In plaats van gras kan heel goed een terrasje van tegels worden gelegd. Een lekkere vlakke onder grond voor tuinmeubilair en zo'n terras vraagt geen on derhoud. Af en toe moeten de oprukkende onkruiden of planten die zich tussen de te gels nestelen tot de orde ge roepen worden. Rond het terras kunnen, ook op een klein oppervlak, tien tallen bodembedekkers, krui den, vaste planten of eenjari gen worden gezet Wie dat met enig overleg doet kan van vroeg in het voorjaar tot laat in de herfst van zijn planten genieten. Een ranke meidoorn of wilde appel met wat bessestruiken kunnen sa men een rustpunt van for maat in zo'n tuin vormen. Wie voor zo'n tuin kiest moet zich er wel van bewust zijn dat de eerste twee jaar inten sief gewerkt moet worden. Om de planten een kans te geven zich te ontplooien moet het onkruid diezelfde kans ontnomen worden. Als alles zich eenmaal goed ge nesteld heeft blijft er nauwe lijks onderhoudswerk over. Dan houdt de tuin zichzelf in stand en men hoeft alleen te letten op al te opdringen soorten die andere overwoe keren. „JA, IK BEN GEK! IK GA ME DAAR DE HELE DAG EEN BEETJE ZITTEN PEZEN...!" Setje (beha en rok) of een jurkje van honderd procent katoen. Een vrolijke ruif (Triumph Int.) Stoeipakje van katoen, ook geschikt om inko pen te gaan doen voor de picknick. Blouse, geknoopt om het In deze nieuwe koude-tas blijven diepvriesspullen ongeveer midden, met een bijpassend drie uur in ingevroren staat. Opgevouwen is de tas makkelijk 'shortje (Triumph). mee te nemen. Een lange jurk van honderd procent poiyamio in drie kleuren (Triumph). nonaero proceni Katoen voor een jurKje, ge schikt voor een dansje, een barretje of een bar becue onder de wuivende palmen... De Vakopleiding Kleding en Mode-Industrie (VOC) bestaat 25 jaar en is nog steeds een springlevende twen! In de afgelopen jaren leidde ze duizenden jonge mensen naar een zelfstan dige baan, waarin ze ple zier hadden en een goede toekomst tegemoet gingen. Niettemin heeft dezelfde vakopleiding thans 2000 ar beidsplaatsen voor jongens en meisjes, waarvoor met de beste wil van de wereld geen gegadigden gevonden kunnen worden. Tijdens de onlangs in Amsterdam ge houden Internationale Huishoudbeurs had de VOC dan ook een Banen- markt, waar men werkwil ligen wilde helpen, precies als bij het arbeidsbureau. Er zijn „jobs" te vergeven! De stand van zaken op 17 april was: 895 geïnteresseer den, die een foldertje meena men. „Hoe komt het dat er zo wei nig animo bestaat voor „schoon" werk in de confec- tie-industrie"? Een vraag aan directeur C. J. C. Scholten van de VOC. „Kijk, de image van de confectie is natuurlijk niet best. Moeders die vroe ger zelf in het bedrijf hebben gezeten, hebben nog altijd vi sioenen van de lopende band. Daar hebben ze in hun jeugd zelf aan gestaan. Toen al dachten ze, als ik ooit een dochter krijg, alles best, maar nooit in de confectie! Bij ons is er geen sprake meer van een lopende band. Die komt nog wel in Duitsland en in Engeland voor, daar hebben ze nog massaproduktie. Hier niet. Het werk is prettig, in dividueel en je hebt te ma ken met levende grondstof. Alleen de mensen beseffen het niet. Ze hebben nog steeds de oude tijd in het hoofd. Vanochtend bijvoor beeld kwam er een mevrouw bij mij met een werkloze dochter van achttien. „Een baan in de confectie", zei ze, ja ik ben gek! Ik ga me daar de hele dag een beetje zitten pezen". Deze opvatting leeft nog steeds, daarom zijn er zo veel vacatures. Maar on danks de personeelsmoeilijk- heden in de branche, de con fectie is in Nederland niet dood!" Kleding vormt een belang rijk deel in de uitgaven van de consumenten. Cijferaars op Statistiek hebben uitgere kend dat 6,5 procent van het besteedbaar inkomen daar aan opgaat of een totaal be drag van ongeveer 10,7 mil jard gulden ofwel ruim 750 gulden per inwoner per jaar. Onze import is niet onbe langrijk, maar men kan toch wel rekenen dat ongeveer een derde deel van de kle Afwisselend werk en geen „lop ding door de binnenlandse marktvoorziening wordt ver zorgd. Tegenover de vrij gro te import echter staat een ex port van de Nederlandse in dustrie van ongeveer 20 pro cent der produktie. Als je tegenwoordig een leu ke jurk, een spijkerbroek of bermuda zoekt hoef je maar naar een boetiekje of een groot warenhuis te gaan en er wordt verkocht waar het hart naar uitgaat. Dit komt door de nijvere bijtjes in de kledingindustrie, want vroe ger lag het een beetje anders. Zo'n honderdvijftig jaar gele den werd er alleen naar maat gemaakt en de kleermakers die dit deden, bedienden zich van zulke onverslijtbare stof fen dat van de omvangrijke japonnen der grootmoeders nog baltoiletjes voor de klein kinderen werden gemaakt. Pakken gingen over van va der op zoon en als ze hele maal versleten waren, wer den ze vlak voor Kerstmis onder het personeel verdeeld of men verkocht ze op de markt. Minder bedeelden moesten het dus altijd doen met afdankertjes van de baas of voor een paar centen met een produkt van de markt thuiskomen. Zelf iets maken was er niet bij. Arbeiders vrouwen stonden dagenlang in de fabriek (soms elf uur per dag) en vielen na het ko ken doodmoe op hun bed neer. Alleen op het platte land konden de meeste vrou wen nog wel de broeken en hemden van hun mannen en zoons zelf maken of een ge woon katoentje in elkaar knutselen. Begin vorige eeuw kwam er verandering in deze situatie toen" seizoenarbeidsters uit het Duitse Westfalen die in ride band"... Nederland gras en koren kwamen maaien, frisse wind door de saaie kleding lieten waaien. Ze droegen vrolijke jakken en rokken en beloof den „volgend jaar een paar van die lapjes voor de boerin mee te nemen". De „hanne- kemaaiers" zoals deze lieden toen genoemd werden, zagen op den duur meer brood in de stoffenhandel dan in de maaierij. Ze zetten de zeis op zolder en gingen de boerde rijen af met stapels stoffen, die ze voordelig verkochten, waarbij ze de boerinnen met een van advies dienden hoe er wat van te maken viel. Een lucratieve zaak, want velen huurden in de dorpjes een bedstede als „opslag plaats", die al spoedig te klein werd en uitdijde tot een kamertje. Het was een zekere Bernard Voss, die op 1 mei 1828 een piepklein nerinkje in Leeu warden begon. Dertien jaar later volgden de toen net twintig jaar -oude broers Claus en August Brennink- meyer die met financiële steun van een paar familiele den 3301,16 bij elkaar brachten voor een winkeltje in Sneek. De victorie begon dus in het Noorden! Aan het eind van het jaar hadden de ondernemende broers een winst gemaakt van 1000.71, het beginkapitaal van C en A Nederland... Ook de firma Lampe stamt uit die tijd (Sneek en later een filiaal in Amsterdam), de heer Vroom huwde op de handelsmarkt met de heer Dreesmann; de gebroeders Gerzon, van huis uit grossiers, waren hen in 1889 al voorgegaan. Op deze wijze werd door deze oude zaken de basis gelegd voor de grootste Nederlandse waren huisconcerns, hoewel het he laas niet allen zo goed ging dat ze 1980 haalden. Anderen echter bleven groeien en ge ven nog steeds de toon aan. De kledingindustrie heeft ge weldige ups en downs be leefd. Gedurende de Tweede Wereldoorlog waren velen genoodzaakt hun bedrijf te sluiten en na de bevrijding was er zo!n geweldig tekort dat textiel nog lange tijd ge distribueerd bleef. Geen re den echter om bij de pakken neer te zitten, integendeel, er kwamen nieuwe machines en men ging verwoed aan de slag om er bovenop te ko men. In Nederland kwamen er tientallen kledingzaken bij en ej werden inkoopcombi naties gevormd. Fusies deden het goed en de Amsterdamse Fashionweek was een twee jaarlijkse actie, die buiten landse kopers lokte, die or ders plaatsten waardoor het mogelijk werd in Londense of Parijse boetiekjes Neder landse kleren te kopen. Momenteel werken in de Ne derlandse confectie-industrie ruim 20.000 mensen in 361 bedrijven, terwijl de tricota ge-industrie 69 bedrijven telt waarin 6.400 mensen werken. Deze cijfers gelden voor on dernemingen met 10 of meer werkzame personen. Daar naast bestaan in Nederland nog enkele honderden bedrij ven in de confectie waar ruim 4000 mensen werken, zodat het totale cijfer in de kleding- en tricotage-indu strie in 1980 bij elkaar 31.000 medewerkers telt. Helaas moëten kleine zelfstandige bedrijven vaak afhaken door het hoge kosten- en loonpeil in ons land, zodat de werkge legenheid in vijftien jaar tot bijna een derde van de vroe gere omvang is verminderd. Bedrijven die het hoofd bo ven water konden houden hebben zich ingesteld op de gewijzigde marktverhoudin gen door het opbouwen van een zeer flexibele kwaliteit- sproduktie die zich snel kan aanpassen aan de wisselingen in de mode en de wensen van de consument. Als noodmaatregel laten daarnaast velen een deel van het produktieproces verlopen in het (goedkopere) buiten land. Opvallend is dat de Ne derlandse confectie- en trico- tagebedrijven de laatste jaren meer zin tot investeren to nen, zowel in gebouwen als in apparatuur. De laatste an derhalf jaar waren ongeveer dertig bedrijven in het nieuws doordat ze uitbreid den of zich nieuw vestigden. Helaas weegt dit niet op te gen het minder prettige nieuws over inkrimpingen of spectaculaire sluitingen. „De werkgevers rooien het echter niet langer; ze werken met verlies en beneden de nullijn valt niets te verdienen. De herstructurering van de con fectie- en tricotage-industrie begint echter al enige vruch ten af te werpen", aldus de heer L. Kusters, algemeen ■secretaris van de NEVEC (Nederlands Economische Vereniging voor de Confec tie-industrie). Hij ziet de toekomst dus niet al te -negatief tegemoet. „Er zullen bedrijven zijn die de poorten moeten sluiten, maar daartegenover zullen veel ondernemingen uitbreiden. Momenteel volgen 2000 men sen een bedrijfsopleiding en de belangstelling voor de kle dingindustrie is groeiende. Een van de problemen echter is dat er te weinig personeel is op alle niveaus, zowel voor het hoger- als middenkader". Het werk is afwisselend en er zijn tal van mogelijkhe den.. Denk aan de inkoopaf deling en de verkoopafde ling. Er zijn ontwerpers no dig en mensen op de patrone- nafdeling, in het stoffenma- gazijn, op de snijzaal. Er is werkvoorbereiding op de naaizaal die bij de meeste confectiebedrijven de groot ste afdeling is. Hier worden door modinettes losse panden en onderdelen in elkaar ge zet. Dan is er nog de strijkerij of perserij, de afdeling afwer king en er zijn arbeidsplaat sen in het magazijn, waar op. maat en kleur wordt gesor teerd. Zelfs voor jongens en meiqes met alleen een basisopleiding is er arbeid en mogelijkheid om verder te leren voor mid denkaderfuncties. Wie meer wil weten kan het VOC bel len (Vakopleiding Confectie Industrie, Keurenplein 9, Amsterdam, tel. 020-198888)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 6