Doof geboren mensen: goed en goedkoop Indiase onaanraakbaren komen in verzet 'NIET HOREN, IS ER NIET BIJ HOREN' Ren villeakkoord stroom versn elling naar Indonesië's onafhankelijkh eid BINNENLAND LEIDSE COURANT ZATERDAG 3 MEI 1980 PAGINA 9 ROTTERDAM Nederland heeft on- iveer 1 miljoen slechthorenden. Dat is fo van de totale bevolking. Na aftrek ikivan groepen als een groot aantal 65- plussers en slechthorenden onder de twintig, blijven ongeveer 300.000 slecht horenden over die aan het normale ar beidsproces kunnen deelnemen. In de iraktijk blijkt dat ze dat allen ook Joen. Nauwelijks werkloosheid onder de slechthorenden in ons land. Maar dat lijkt alleen maar goed nieuws. „Slecht horenden merken dat hun situatie door anderen niet goed begrepen wordt en daarom proberen ze hun handicap te verbergen, ze doen bijvoorbeeld net of ze wel alles verstaan. Maar daardoor komen ze in een isolement terecht, dat hun persoonlijke ontplooiing in de weg itej staat". Tot die conclusie kwam een twee jaar ge leden gehouden onderzoek naar de werk situatie van slechthorenden in ons land. En nog meer „harde" feiten: slechthoren den komen volgens hun werkgevers niet voor promotie in aanmerking omdat ze of geen leiding kunnen geven, of een onvol- de opleiding hebben, geen goed con tact met hun collega's hebben, onvoldoen de horen, niet intelligent genoeg zijn en onvoldoende vakkennis bezitten. Maar, stond er verder in het rapport, de slecht horende faalt in zijn carrière juist niet zo zeer vanwege een onvoldoende uitoefe ning van zijn beroep, maar door factoren zoals „geen contact, isolement, agressivi teit, teruggetrokkenheid, eigenwijsheid en tactloos optreden". De Rotterdamse Ammanstichting heeft behalve een audiologisch centrum waar onderzoeken plaatsvinden naar de ge- hoorsfunctie en de eventuele revalidatie ervan ook enkele speciale scholen voor slechthorenden en spraakgebrekkige kin deren. Volgens drs. A. de Vos, die twee weken geleden afscheid nam als directeui van de Ammanstichting, is het twee jaar oude bovengenoemde rapport helaas nog zeer actueel. Wat ook al blijkt uit de on langs opgestelde enquête door de Slecht Horende Jongeren Organisatie om de ar beidssituatie van slechthorenden te onder zoeken. De Vos zegt dat een twee jaar oud rapport voor hem nog vrij nieuw is, omdat nog maar weinig Nederlanders kennis en be grip van de situatie van slechthorenden opbrengen. „Heb je op school ooit geleerd hoe doven hun handicap ervaren?", zegt hij. Vandaar zijn stelregel: „Niet horen is er niet bij horen". Techniek De Vos vertelt dat het rapport zich heeft beperkt tot mensen die van jongsaf aan doof zijn. Want iemand die altijd goed ge hoord heeft en later door ouderdom of een ongeluk doof wordt, maakt een totaal ander aanpassingsproces door. Volgens de Vos kan deze gehandicapte het nog een heel eind brengen met zijn handicap. De situatie is echter geheel anders voor doof geborenen, omdat zij nauwelijks over taal kunnen beschikken, om de eenvoudige reden dat ze de klanken nooit hoorden. Maar daar blijft 't niet bij: ook al wordt het probleem doofheid in z'n algemeen heid wel in technische zin onderkend (dus door het ontwikkelen van hulpmiddelen zoals gehoorapparaten" en telefoons met versterkers), maar doofgeborenen hebben hier niets aan. Geen enkel apparaat helpt hen. Hun isolement is groot en in het da gelijkse leven ondervinden zij dan ook enorm veel moeilijkheden. Onwennig heid, onnadenkendheid en onverschillig heid van horenden vormen daar de groot ste obstakels voor doven. Niet zichtbaar De Vos: „Hoe vind je het zelf om te mer ken dat de ander niet geluisterd heeft, je niet gehóórd heeft als je eerst een heel verhaal hebt staan houden? Dan reageer je misschien wat geërgerd, wat geïrri teerd, en zo is het precies zoals men op slechthorenden reageert. Het probleem is dat doofheid een niet-zichtbare handicap is, dove mensen herken je niet. Vandaar dat doven telkens op een muur van onbe grip stuiten en steeds wéér met vervelen de reacties geconfronteerd worden. Met De Vos:„...aan de lopende band, daar worden ze goed voor gevonden, goed en goedkoop... gevolg dat ze hun handicap proberen te verbergen, om die reacties te voorkomen. Ze proberen de ander goed te stemmen. Het is een van de oorzaken waardoor de meesten van de werkende slechthorenden in een eenzame, frustrerende situatie ver keren. Wat ook telt is hun werk dat ze ver beneden hun niveau moeten verrich ten. Met andere woorden, ze zijn meestal te intelligent voor het werk dat ze doen, waardbor ze het natuurlijk stomvervelend gaan vinden". Goed en goedkoop De Vos bedoelt hiermee dat men gehandi capten maar al te vaak als een welhaast verloren mens beschouwt. Maar een ge handicapte denkt daar anders over, hij zegt: ik mis een zintuig, maar ik heb er nog een heel stel over, waarmee ik mis schien wel beter uit de voeten kan dan anderen. En zo schijnt dat te werken: do ven zijn bijvoorbeeld zeer visueel-manu- eel ingesteld. Dat betekent dat ze alle werk dat met ogen en handen te maken heeft, heel goed kunnen doen. Een dove kan als geen ander handelingen verrich ten die hem voorgedaan zijn. Zet een slechthorende voor een machine waar ié mand laat zien hoe die bediend moet wor den, dan heeft een dove dat zo nagedaan. Doven werken oók veel in de adminstra- tieve sector of aan de lopende band. De Vos vertaalt het zo: „Dat voor hen ei genlijk te gemakkelijke werk doen doven meestal veel beter dan niet-doven. Voor de werkgevers zijn zij dus niet alleen goedkopë, maar ook heel goede arbeids krachten. Maar meedraaien in bijvoor beeld de ondernemingsraad is er voor hen natuurlijk niet bij". Taalgebrek De Vos vertelt dat een dove in gezelschap van horenden snel geïsoleerd is, dat de communicatie veelal aan de oppervlakte blijft en de gevoelswaarde van de woor den aan betekenis verliest. De taal is het grote struikelblok voor dove mensen. Maar hoe zit dat precies? De Vos: Hun achterstand in taal, hun gebrekkige taalbezit en de tekort schie tende techniek dat zijn inderdaad oor zaken waardoor doven niet vlug carrière zullen maken, ook al willen ze en zijn ze er makkelijk toe in staat. Maar vergeet niet dat de maatschappij nog niet erg open staat voor de slechthorenden. Wat die taalachterstand betreft: niet-gehandicap- ten staan er zelden bij stil dat iemand die doof is, althans wanneer hij dat van jong saf aan is, ook nauwelijks kan lezen en schrijven. Een doofgeborene heeft nooit een taal kunnen leren, omdat hij de klan ken niet heeft kunnen horen. Niet van anderen, en niet door oefening in het ho ren van de eigen stem. Dan schrijf je het toch zeker op?, is dan de reactie van een niet-dove. Maar als je te weinig taal hebt, kan je ook niet schrijven. Een schrift beeld, een letter, vertegenwoordigt een klank, maar als je die klank nooit gehoord hebt, dan kan je ook niets met die letter doen. Het is net als wanneer je Russisch wilt leren, zonder een Nederlandse verta ling ernaast. Zie je al die vreemde tekens staan, dan moet je toch eerst de klank ho ren voordat je er iets mee kan doen. Li- plezen? Ook niet voldoende". Politieke opstelling „Bij een leerproces hangt veel af van de informatieoverdracht. En dat overbren gen gaat bij doven voornamelijk via geba ren. En met gebaren kan je geen moeilijke begrippen uitleggen. Zolang de informa tieoverdracht nog voornamelijk gaat via klank en schrift, blijven de doofgebore nen een zeer kansarme groep. Een auto- matiséhe hercodering die de huidige in formatieoverdracht zou kunnen omzetten in een visuele codering...dat zou wat zijn, maar zover zijn we nog niet. Er wordt al twee eeuwen gewerkt aan het verbeteren van de situatie, maar intussen wordt 't hoog tijd dat eerst de maatschappij zich positief opstelt en heel reëel de positie van deze groep beziet. Dat je niet meer krijgt bij een groep sollicitanten waar zich een dove bij bevindt: oh, maar meneer kunt u niet telefoneren? Nou dan kunnen we u in geen geval gebruiken". HENK ENGELENBURG Op het Indiase platte land zijn de mensen on derverdeeld in groepen die meestal als „kasten" ■worden aangeduid. Het lidmaatschap van een kaste, dat aangeboren is, bepaalt vrijwel ieder as pect van iemands dage lijks leven, zowel in de godsdienstige als so ciaal-economische sfeer. De allerlaagste plaats op de kastenladder wordt ingenomen door de onaanraakbaren die nu in toenemende mate in verzet komen tegen de discriminerende be handeling die hen te beurt valt. De „onaanraakbaren" of paria's in India leven meestal in uiterst armoedige omstandigheden, maar dit wil niet zeggen dat elke maatschappelijke vooruitgang hen in het hedendaagse India is ontzegd. PARTNA, BIHAR De paria's in de Indiase samenleving, de onaanraakba ren, worden dagelijks het slachtoffer van onrecht en discriminatie. Mishan deling van onaanraakbaren is een ver trouwd verschijnsel in India, zo ver trouwd dat de kranten er slechts zelden melding van maken. Een berichtje van het persbureau Press Trust of India luidde als volgt: „In Charkhari Muskra is een jonge onaanraakbare mishan deld. Zijn ogen werden uitgestoken en zijn handen werden afgehakt. De jon gen, Lallo, die afkomstig is uit het dorpje Rewai, is opgenomen in het zie kenhuis van Charkhari". Jaarlijks ondergaan duizenden onaan raakbaren het lot van Lallo. De oor zaak is eeuwenlang toegeschreven aan kaste-strijd, maar deze kaste-strijd be gint zo langzamerhand steeds meer te lijken op een fundamentele en com plexe klassestrijd. Alleen al vorig jaar werden er door de onaanraakbaren 37.150 aanklachten in gediend bij de politie. Vele onaanraak baren dienen echter geen aanklacht in, ofwel omdat er geen politie in de buurt is, ofwel omdat de politie net zo ge vreesd is als de mishandelaars. De mis daden die wel worden aangegeven, va riëren van moorden en verkrachtingen tot mishandeling zoals Lallo te beurt is gevallen. Op het platteland zijn de onaanraakba ren, die hun naam ontlenen aan het feit dat ze volgens de overige kasten onrein zijn, nog even onaanraakbaar ais ze altijd geweest zijn. Een onder zoek dat is verricht onder 141 dorpen in de staat Madhya Pradesh toonde aan dat van de 82 wasserettes slechts één bereid was zijn diensten te verrichten voor onaanraakbaren. Van de 124 kap pers weigerden er 107 om het haar van een onaanraakbare te knippen. In 29 dorpen waren de stoelen in de pan- chayats (de door de overheid opgezette gemeenteraden) voorbehouden aan de Hindoes die tot een erkende kaste be horen; de onaanraakbaren moeten met een plaatsje op de grond genoegen ne men. Meer dan 50 tempels ontzeggen onaanraakbaren de toegang. Deze situatie is kenmerkend voor de meeste staten. Het handjevol wetten dat dit^soprt gedrag ten strengste ver biedt, verandert hier niets aan. De dis criminatie zit diepgeworteld en de rechterlijke molens draaien zo lang zaam dat slechts weinigen de moeite nemen om een aanklacht in te dienen. Een bevreemdend aspect is dat niet al leen de hogere kastes verantwoordelijk zijn voor de aanvallen op de onaan raakbaren. In het dorpje Pipra worden op kosten van de regering stenen hui zen gebouwd omdat alle hutten tijdens een wrede aanval in februari door brand verwoest zijn. Bij die aanval kwamen veertien onaanraakbaren, vooral vrouwen en kinderen, om het leven. Ze werden levend verbrand of doodgeschoten toen ze aan hun aanval lers probeerden te ontsnappen. De 500 man die het dorpje omsingeld en ver volgens in de as hebben gelegd, behoor den allen tot de Kurmi-kaste, die offi cieel niet zo'n hoog aanzien geniet, maar die in werkelijkheid bestaat uit machtige, goedbewapende landheren. Land Land betekent in India identiteit en be trekkelijke macht De landheren be schouwen het als hun plicht om de on aanraakbaren die het land moeten be werken, hun plaats te wijzen. Van de anderhalf miljoen misdaden die in 1978 werden geregistreerd, lag de oorzaak van 300.000 in onenigheid over land, vooral in de staten Bihar, Uttar Pra desh en Tamil Nadu. Maar de onaanraakbaren komen in op stand tegen hun traditionele rol en de eerste tekenen van gewapende actie te kenen zich af. Een van de redenen is dat de Indiase regering jarenlang aparte plaatsen voor de onaanraakbaren heeft ingeruimd op scholen, universiteiten en overheidsin stellingen. De meeste onaanraakbaren voltooien hun studie niet, maar zelfs dan hebben ze genoeg geleerd om te weten wat ze missen en wat ze kunnen eisen. Een socioloog op de Patna-universiteit voegde daaraan toe: „Op dit moment doet zich een interessant verschijnsel voor bij de onaanraakbaren die hun kinderen naar de universiteit hebben gestuurd. Het komt vaak voor dat de kinderen na hun studie niets meer van hun ouders en hun achtergrond willen weten. De dorpelingen behandelen hen dan met grote minachting". De onrust onder de onaanraakbaren is het grootst in Bihar en dan vooral in de districten waar de bevolking een tien tal jaren geleden onder invloed van de revolutionaire Naxalite-be weging in opstand kwam. De plaatselijke bevol king verdient hier zijn brood met de il legale vervaardiging van wapens. „De kneepjes van het vak hebben ze in het district Monghyr geleerd", aldus een journalist. „De regering heeft daar een wapenfabriek. Na hun pensione ring keren ze terug naar hun geboorte streek, worden smid en ontwikkelen daar hun vaardigheden. Dit gebeurt al zo'n 30 jaar, maar de smeden verkopen nu voor het eerst ook wapens aan de onaanraakbaren". Boerenrevolutie Vanuit theorethisch, revolutionair oog punt bezien is India rijp voor een boe renrevolutie. De regering heeft vorig jaar cijfers gepubliceerd waaruit blijkt dat het aantal boeren dat niet aan het minimuminkomen komt, sinds 1960 met 40 procent is gestegen tot 70 procent. Een reden voor de massamoord in Pi pra was onder meer dat de onaanraak baren loonsverhoging eisten. De landei genaren betaalden uit in verwoesting en moord en de onaanraakbaren den ken dat hen nog meer te wachten staat. Op dit moment lijkt het echter niet waarschijnlijk dat de onaanraakbaren zich zonder hulp van buitenaf kunnen verenigen tot een machtige eenheid. Men verwacht dat hun strijd voorlopig beperkt zal blijven tot bepaalde gebie den. De oorzaak hiervoor moet men onder andere zoeken in het feit dat de onaanraakbaren ook onderling ver deeld zijn. Schoenmakers kijken neer op fabrieksarbeiders die op hun beurt weer hun neus ophalen voor schoor steenvegers. Helemaal onderaan de so ciale ladder bevinden zich de doms, de mannen die, zoals Mahatma Gandhi z« diplomatiek zei, de „faecalieën" we$ vegen. Pas daarna komen de vrouwer en dochters. PETER NIESEWAND /THE GUAR DIAN Nederland heeft, zoals be kend, nooit de indruk ge wekt, dat het in de politieke confrontatie met de Repu bliek Indonesië in de jaren 1945-1950 een gelukkig fi guur heeft geslagen. Deze indruk krijgt, na lezing van de bijzondere dissertatie, waarop de Indonesische po liticus Ide Anak Agung Gde Agung, gisteren aan de Rijksuniversiteit van Utrecht is gepromoveerd, nog meer reliëf. De titel van de dissertatie is „Ren ville als keerpunt in de Ne derlands-Indonesische on derhandelingen". Anak Agung Gde Agung, die vele malen minister en ambassadeur is geweest, be doelt daarmee te zeggen, dat het in de eerste helft van 1948 gesloten akkoord op het Amerikaanse mari neschip De Renville tussen Nederland en Republiek In donesië, onder toeziend oog van een internationale Commissie van Goede Diensten, in feite de stroomversnelling was, die Indonesië tenslotte via een politiek rampzalige tweede politionele actie, geleid heeft naar deonafhanke lijkheid, zij het nog onder de naam Republik Indone sia Serikat (RIS). Deze RIS was het grote droombeeld van de laatste landvoogd, dr. Van Mook, die daarin een mogelijkheid zag om door middel van het princi pe „divide et impera ver deel en heers" een maxi mum aan Nederlandse in vloed in een onafhankelijk Indonesië te behouden. Dat het een droombeeld was, werd spoedig na de over dracht van de souvereiniteit duidelijk, toen president Su karno in een ommezien zijn eenheidsstaat vestigde. Anak Agung Gde Agung beschrijft in zijn dissertatie vooral de omstandigheden, die tot de Renvillebespre- kingen geleid hebben, de besprekingen zelf, het uit eindelijke akkoord en de turbulente tijd daarna. Nu was het Renvilleak- koord geen akkoord in de strikte zin van het woord. Het bevatte enkele gronds lagen om te komen tot een bestand en tot verdere poli tieke besprekingen die zouJ den moeten leiden tot een voor iedereen bevredigende oplossing. De republikeinen hadden aanmerkelijk meer concessies gedaan, dan de Nederlanders en dat bezorg de hun veel Amerikaanse sympathie, welke sympat hie nog groter werd, toen, later in het jaar, de Repu bliek met grote slagvaardig heid de door Muso onderno men communistische op stand iiv Madiun en omge ving neersloeg. Strubbelingen Al vrijwel onmiddellijk na het sluiten van het Renvil- leakkoord begonnen de strubbelingen. Nederland maakte zich bijzonder boos over de geregelde bestands schendingen en hield on verminderd vast aan de op vatting dat het, tot de RIS gestalte had gekregen, de volledige souvereiniteit over Indonesië bezat. De Republiek voelde weinig voor de rol van alleen maar deelstaat, bezag de stichting van nieuwe deelstaten (Pa- sundan, Oost-Indonesië) met een kwalijk oog, wei gerde pertinent ook maar iets van haar met veel opof feringen verkregen verwor venheden op te geven en dacht er al helemaal niet aan om het republikeinse leger, de TNI, af te schaf fen. En bij de Nederlanders begon meer en meer de ge dachte te leven aan een mi litaire actie, om zó de recal citrante Republiek uit te schakelen. Nieuw was de gedachte aan een militaire actie niet, want 'al begin januari 1948 werd uw recensent als voorlichtingsofficier uit Ja karta naar Padang (Suma tra) gestuurd om een toen geplande militaire actie te verslaan. Deze is toen niet doorgegaan. Groot voorstander van een militaire actie was ex-mi- nister-president Beel, die tot Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon in Jakarta was benoemd. Hij wist zich gesteund door de toenmali ge minister van Overzeese Gebiedsdelen Sassen, die al eerder de luitenant gouver neur-generaal Van Mook op zulk eeri grove manier de laan had uitgestuurd dat dit zelfs het kabinet te gortig was. Andere voorstanders waren de KVP-ministers en een aantal KVP-voorman- nen onder wie Romme. De toenmalige minister van buitenlandse zaken, Stik ker, was er vierkant op te gen. Beel gebruikte nogal won derlijke methoden om zijn zin, een militaire actie dus, door te drijven. Anak Agung Gde Agung geeft daar enkele voorbeelden van. Zo deelde Beel Den Haag mee, dat de deelstaten niets liever wilden dan een militaire actie, wat perti nent niet waar was. Beel Ide Anak Agung Gde Agung: „Renville" als keerpunt in de Neder lands-Indonesische onder handelingen. Uitg. A.W. Sijthoff, Alphen aan den Rijn. Prijs: 39,50. presteerde het, om vrijwel aan de vooravond van de tweede politionele actie een laatste Nederlandse bood schap aan Hatta op te hou den, zodat, toen het Neder landse leger op 19 december 1948 te 00.01 uur de grenzen met de Republiek over schreed, Hatta geen gele genheid meer had om een antwoord te formuleren. Het voornaamste Ameri kaanse lid van de Commis sie van Goede Diensten, Co chran, heeft zijn woede over deze handelwijze nim mer onder stoelen of ban ken gestoken Blunder Militair-technisch gezien, was de tweede politionele actie een succes, maar .poli tiek gezien een onsterfelijke blunder. Het politieke doel van de actie was uiteraard het uitschakelen van de re publikeinse leger. Maar dit zelfde leger trok, zonder slag te leveren, naar de vastgestelde guerrillaposi ties en begon vandaar een lange uitputtingsoorlog, die de Nederlanders tenslotte fataal werd, geïsoleerd als zij waren in de verschillen de snel veroverde knoop punten, temidden van een vijandige bevolking. Het politieke front verplaatste zich naar de Veiligheids raad, waar Nederland, vast houdend aan de fictie, dat de kwestie Indonesië een binnenlandse aangelegen heid was, ook al geen enkel respons of waardering kon vinden. De rest weet men: de Van Roijen-Rum-over- eenkomst maakte een einde aan Nederland als koloniale mogendheid en bracht In donesië de zo lang bevoch ten souvereiniteit. Voor wie geïnteresseerd is in de geschiedenis van In donesië een onmishaar boek met vele, tot dusverre nog onbekende gegevens, die Anak Agung Gde Agung tijdens zijn tijd bij de NIAS in Wassenaar in Nederland se archieven opgedolven heeft. T. VAN GRINSVEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 9