In Koblenz
ligt schat aan gegevens over de nazitijd;
Bundesarchiv
Het Bundesarchiv in Koblenz is in grote trekken
te vergelijken met het Nederlandse Rijksarchief,
dat zijn hoofdvestiging in Den Haag heeft. Maar
de vergelijking gaat niet helemaal op, want ener
zijds stelt het Bond3archief minder voor dan ons
Rijksarchief, anderzijds meer. Deels door de oor
logshandelingen, deels door de tweedeling van
Duitsland sinds de laatste wereldoorlog beschikt
het Bundesarchiv over lang niet alle archieven
die in een staatsarchief thuishoren. Aan de an
dere kant is de documentatie uit de nationaal-
socialistische trjd van 1933 tot mei 1945, die bij
ons in een apart instituut is ondergebracht, een
deel van het Bundesarchiv. Een zeer belangrijk
deel overigens, want over de oorlog en wat
eraan vooraf ging is in het land dat de oorlog
heeft gemaakt aanmerkelijk meer opgeschreven
dan in een land dat de oorlog heeft ondergaan.
De directeur van het Bundesarchiv, prol. dr.
Hans Booms, vertelt, bijgestaan door de chef van
de afdeling nationaal-socialistische documenta
tie, dr. Henke, in dit artikel wat meer over de in
houd van het nazi-archief, de toegankelijkheid
ervan en het nut van het bewaren van al dat ma
teriaal dat een beeld geeft van Duitslaiids duis
terste geschiedenis.
KOBLENZ „Op last van de nationaal-socialisti
sche partij is aan het eind van de oorlog ontzet
tend veel documentatie over de periode van het
Derde Rijk vernietigd, iets wat we als archiefmen
sen natuurlijk efnstig betreuren. Op die manier is
niet alleen veel belastend, maar ook veel historisch
waardevol materiaal uit de Hitlertijd verloren ge
gaan. Belangrijke archiefstukken over die periode
die we graag zouden willen hebben bevinden zich
verder nog in het buitenland en in de DDR. Met
name het materiaal dat zich in de DDR bevindt is
voor ons moeilijk bereikbaar. Het is toch wel een
beetje deprimerend te moeten constateren dat ar
chiefmateriaal dat zich in feite op Duitse grond be
vindt voor ons moeilijker te bereiken is dan dat in
bijvoorbeeld Amerika".
Er mag dan veel materiaal uit de twaalf jaren die
het Duizendjarige Rijk heeft geduurd verloren zijn
gegaan en in andere landen worden bewaard, toch
heeft professor dr. Hans Booms, directeur van het
Bundesarchiv in Koblenz, de prettige zekerheid dat
nergens ter wereld zo veel geconcentreerde docu
mentatie over Duitslands zwartste tijd ligt als juist
in „zijn" archief. Vooral na 1957 is veel materiaal
over de oorlog en de nationaal-socialistische pe
riode die eraan voorafging overgedragen aan het
Bondsarchief, een instelling die we min of meer
mogen vergelijken met het Rijksarchief in ons
land.
Veel terug
„Aan het eind van de oorlog hebben de geallieer
den enorme hoeveelheden papier in beslag geno-
V4
11
Prof. dr. Hans Booms, directeur van het
Bundesarchiv: „Verrassingsvondsten in ons
materiaal zijn vrijwel uitgesloten".
VOOR NEDERLANDSE
ONDERZOEKERS
VEEL INTERESSANT
STUDIEMATERIAAL
men, die konden dienen als belastend materiaal
voor de Neurenbergse processen tegen oorlogs
misdadigers. Maar ook daarna is nog veel naar het
buitenland gegaan, onder meer naar het Rijksinsti
tuut voor Oorlogsdocumentaie in Amsterdam,
voorzover het betrekking had op Nederland in de
nationaal-socialistische tijd. De Amerikanen en En
gelsen hebben het meeste materiaal vastgelegd op
microfilm en ons vervolgens de originele stukken
teruggegeven. Vooral In de jaren 1960 tot 1962
hebben we erg veel teruggekregen. Het laatste
grote bestand, het U-Boot-archief, heeft de
Bondsregering in 1968 teruggekregen. Een aantal
originele archiefstukken is echter achtergebleven
op universiteiten in de Verenigde Staten. En die
zijn niet van plan daar ooit iets van aan Duitsland
terug te geven. Gelukkig beschikken we wel over
kopieën, zodat de informatie bij ons wel zo com
pleet mogelijk kon worden gemaakt".
Wat is er nu de zin van, al die oorlogsdocumenta
tie zo veel mogelijk op één plaats te concentreren?
Dr. Booms: „Sinds de teruggave hebben wij alle
nazi-archieven die behouden bleken te zijn toegan
kelijk gemaakt, zodat bij ons gericht onderzoek
werk kan worden gedaan. Net als bij het Rijksinsti
tuut in Amsterdam is bij ons iedereen welkom om
aan de hand van het materiaal hier naspeuringen
te doen. Met inachtneming van de bescherming
van ieders privèsfeer natuurlijk, maar dat geldt
ook bij het RIOD".
Toch maakt de directeur van het Bundesarchiv
nóg een restrictie op de term „iedereen". „We
vertikken het onderzoekers toe te laten uit landen
waar wij omgekeerd géén toestemming hebben tot
de archieven. Dat is bijvoorbeeld het geval in de
Sovjet-Unie. Een jaar of drie terug hebben we hier
twee maanden lang een uitgebreide Sovjet-delega
tie over de vloer gehad, die zelfs toegang kreeg tot
het militaire archief over de Tweede Wereldoorlog
in onze dependance in Freiburg. Maar toen wij in
de Sovjet-Unie later iets in de staatsarchieven wil
den nazoeken, kregen we daartoe geen toestem
ming. Later hoorde ik van een ambassadesecreta
ris overigens, dat sinds de revolutie van 1917 de
Russische staatsarchieven voor alle buitenlanders
Ontoegankelijk zijn".
Met de andere Duitse staat loopt de bezoekuitwis-
seling wel, maar zeker niet gesmeerd. „Per jaar
worden daar ongeveer 250 westelijke bezoekers
toegelaten", zegt Booms, „maar ook enkele hon
derden afgewezen". Onderhandelingen over uit
wisseling van documentatie over de nazitijd met de
DDR zijn tot nu toe steeds stukgelopen. „De colle
ga's daar wijzen onderhandelingen af zo lang er
tussen de beide Duitslanden geen cultuurverdrag
bestaat", zegt dr. Booms, „Wij vinden dat erg
jammer, want zeer veel documentatie over het
Derde Rijk is opgeslagen in Potsdam. De stukken
werden in verband met de geallieerde bombarde
menten steeds verder naar het oosten overge
bracht, en daar vielen ze aan het eind van de oor
log in Russische handen. Öp zich vinden we het
prima dat al die archieven in Oost-Duitsland zijn.
Maar dan moeten ze wel vrij toegankelijk worden.
Verrassingen
In de oorlogsdocumentatie die zich In Nederland
bevindt worden af en toe nog verrassende vond
sten gedaan. Recente voorbeelden daarvan zijn de
documenten die betrekking hebben op het oor
logsverleden van oud-CDA-fractieleider mr. W.
Aantjes en het NSB-verleden van NAVO-secreta-
ris-generaal Luns (of diens broer). Het Bundesar
chiv beschikt inmiddels over een veelvoud aan do
cumentatie, vergeleken bij wat zich in Nederland
bevindt.
Zijn daar nu nog dergelijke verrassingsvondsten In
te verwachten?
Dr. Booms: „Die kans mag je natuurlijk nooit hele
maal uitsluiten, maar ze is toch wel onwaarschijn
lijk klein. Direct toen de stukken in geallieerde
handen vielen zijn ze uitgebreid onderzocht op be
lastend materiaal ten behoeve van de Neurenberg
se processen. En toen ze uiteindelijk aan Duitsland
werden teruggegeven heeft meteen het Duitse o-
penbare ministerie zich erop gestort. Nee, onbe
kende oorlogsmisdadigers zullen er nauwelijks nog
uit tevoorschijn kunnen worden gehaald. Wel kan
het materiaal nog grote diensten bewijzen ter on
dersteuning van het bewijs voor al bekende misda
den. Het zou bijvoorbeeld best kunnen dat in de
stukken belastend materiaal zit voor de oorlogs
misdadigers die kort geleden door Nederlandse
onderzoekers zijn opgespoord, zpals een Siert
Bruins. Stel dat geallieerde of Duitse juristen bij
hun naspeuringen die naam zijn tegengekomen op
ledenlijsten of in correspondentie, dan heeft die
hun stellig op zo'n moment niets gezegd. In dat
opzicht kunnen Nederlandse naspeuringen in ons
archief nog best zinvol zijn".
Zo gek veel Nederlanders weten overigens de weg
naar het Bondsarchief niet te vinden. Booms be
schikt over de bezoekcijfers uit 1978. Toen werden
In het archief vanuit Nederland vier onderzoeken
verricht, vanuit de Verenigde Staten achttien, van
uit Frankrijk twintig en vanuit Groot-Brittannië ze
ven. „Niet meegeteld zijn de gebruikers van het
film- en foto-archief in de vesting Ehrenbreitstein",
voegt Booms eraan toe, om de cijfers in het juiste
licht te plaatsen.
Onbekende stukken
„Materiaal uit de nazitijd dat nog niemand heeft
bekeken is in ons archief niet te vinden", stelt dr.
Booms. Maar prompt wordt hij gecorrigeerd door
zijn assistent, dr. Henke, de man die de zorg voor
de archivering van stukken uit de Hitlertijd draagt.
„Er is nog wel degelijk materiaal dat wel ooit is be
keken, maar dat nog niemand ooit heeft uitge
werkt", zegt hij. „Over de NSB bijvoorbeeld heb
ben we nog een stapel documentatie waarvan nie
mand weet wat die voorstelt. Het gaat hoofdzake
lijk om de correspondentie van de leider van de
NSB in de provincie Limburg, graaf de Marchant
et d'Ansembourg. Van de Amerikanen die ons de
stukken hebben gegeven hebben we er alleen een
lijstje bij met daarop enkele trefwoorden van som
mige stukken. Maar wat er in staat heeft nog nie
mand gelezen. Dat is voor ons ook moeilijk, want
het meeste is in het Nederlands geschreven". De
heer Booms windt er zich warempel een beetje
over op. „Ik stam uit Emmerich en zeker mijn pas
sieve kennis van het Nederlands stelt nog wel wat
voor. Als ik tijd vind zal ik er beslist eens in dui
ken".
Ook onder het materiaal dat inmiddels wel toegan
kelijk is gemaakt bevinden zich nog geschriften die
betrekking hebben op Nederland in de nazitijd.
„Iets over Nederlandse oorlogsmisdadigers is bij
ons wel te vinden", vertelt dr. Henke. „Het gaat
dan voornamelijk om fragmenten uit de pleidooien
die de verdediging bij de berechting van Duitse
oorlogsmisdadigers heeft gehouden. Dan is er na
tuurlijk van alles over Nederland te vinden in de
persoonlijke archieven van de Reichsführer van de
SS, Heinrich Himrr.ler. die volledig bewaard zijn
gebleven en nu bij ons berusten. Verder hebben
we hier de zogenaamde Akten der Germanischen
Leitstellen in den Niederlanden und Flandern. do
cumentatie die vooral betrekking heeft op de cul
tuur in de zogenaamde germaanse landen. Ten
slotte hebben we nog een hoeveelheid politie-ar-
chieven die betrekking hebben op Nederland in de
oorlogstijd. Met elkaar toch wel genoeg interes
sant studiemateriaal voor geïnteresseerden in de
Nederlandse oorlogshistorie.
Dat hebben de professionele oorlogshistorici in
ons land ook wel begrepen. Vooral de mensen van
het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie heb
ben in het verleden menig bezoek aan het archief
in Koblenz gebracht. Omgekeerd trouwens kennen
ook medewerkers van het Bundesarchiv het RIOD.
„We werken bijzonder goed samen met onze Ne
derlandse collega's", zegt dr. Booms. „Enerzijds
vinden we het natuurlijk erg jammer dat een grote
hoeveelheid Duits materiaal uit de oorlog zich in
het'buitenland bevindt, anderzijds hebben we er
volledig begrip voor dat het zo is. omdat al dit ma
teriaal betrekking heeft op Nederland. En zo lang
de uitwisseling en de toegankelijkheid zo goed blij
ven zijn de bezwaren best overkomelijk".
SS-bestand
De oorlog is nu vijfendertig jaar voorbij en de gro
te bulk van archiefmateriaal is meer dan tien jaar
geleden in Koblenz terecht gekomen. Toch zijn de
medewerkers van het Bundesarchiv nog steeds
De hoofdvestiging van het Bundesarchiv in Koblenz. Er zijn nog nevenvestigingen in Frank
furt, Freiburg, Aken en in de nabijgelegen vesting Ehrenbreitstein. Over enkele Jaren be
trekt het archief een groter pand. eveneens in Koblenz.
volop bezig met het ordenen, restaureren en toe
gankelijk maken van alle geschriften en boekwer
ken uit die tijd. „Een derde van het hele SS-be
stand bijvoorbeeld is nog niet goed ontsloten"
vertelt dr. Henke. „De Amerikanen hebben er
slechts een summiere inhoudsopgave bij geleverd.
Er kan nog best hoogst interessante informatie
tussen zitten, ook met betrekking tot Nederland.
We weten het gewoon niet, omdat we er met onze
altijd nog beperkte mankracht niet aan toe zijn ge
komen".
Wie alle verschillende uitgaven over de nationaal-
socialistische tijd die na de oorlog zijn verschenen
op een rij zet, komt tot een gigantische hoeveel
heid boeken, waarin meer of minder gepopulari
seerd de verschrikkelijke waarheid uit die periode
aan het licht wordt gebracht. Maar het lezen van al
die boeken of zelfs maar een beperkte greep uil
dat assortiment blijkt volstrekt geen druk beoefen
de bezigheid te zijn. In Duitsland ligt het lezen var
oorlogsboeken al helemaal niet zo gemakkelijk
omdat onze oosterburen een overzichtelijk stand
aardwerk, zoals dr. L. de Jongs „Het Koninkrijk
der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog",
ontberen. En in de praktijk blijken de vaders, die
in de nazitijd hun steentje aan de verschrikkelijke
werkelijkheid hebben bijgedragen, in de richting
van hun kinderen niet overborrelen van mededeel
zaamheid over die periode.
Holocaust
En toen kwam plotseling vorig jaar Holocaust op
de Duitse televisieschermen. Een verzonnen ver
haal. waarin menigmaal de historie onrecht werd
aangedaan, bleek plotseling wél in staat de ver
schrikkelijke werkelijkheid in haar volle omvang tol
de brede massa van het volk door te laten drin
gen. De gewetensvolle boekenschrijvers en docu
mentairemakers, die tijdenlang door hun speur',
werk tot de vaste inventaris van het Bundesarchiv
leken te horen, stonden toch wel een beetje in huri m
hemd.
„Het is inderdaad wel deprimerend te zien dat we
tenschappelijke onderzoekers met hun publikaties p
en documentaires minder succes hebben dan de
makers van zo'n speelfilm", zegt dr. Booms. „En
toch moet je als historicus toejuichen dat doo 1
zo'n film eindelijk die extensivering, die zo nodij r
was, gekomen is. Historisch mag Holocaust op een
groot aantal punten onjuist zijn, pedagogisch was i
deze film zeer juist".
Misdadigersstaat
Dr. Henke constateert nóg een positief aspect aan
de vertoning van Holocaust. „De film heeft de jon
ge mensen die zo boordevol kritiek zaten ten aan
zien van de structuur van de huidige Bondsrepu
bliek aan het denken gezet. De kritiek was, dat het
toch maar erg moeilijk blijkt te zijn de democrati
sche waarden te waarborgen in dit land en dat er
in feite nauwelijks verschil bestaat tussen het over
heidsgedrag van nu en dat van het Derde Rijk.
Wel, een deel van de kritiek mag juist zijn. De
Bondsrepubliek is een nog jonge democratie, met
alle aanloopproblemen van dien. Maar de vergelij-.
king van het huidige regime met dat uit de Hitler
tijd gaat volstrekt niet op. Door Holocaust zijn de
critici eindelijk tot het inzicht gekomen dat Duits
land van 1933 tot 1945 een misdadigersstaat wai
die zijn weerga niet kent, een staat die was geba
seerd op geweld, intimidatie, onrecht, leugens er»
misleiding. Er is geen lijn tussen Bonn en Ausc
hwitz".
Of het Holocaust-effect de belangstelling voor d(
nazi-documentatie heeft vergroot, valt moeilijk tl
meten. „We weten natuurlijk niet hoe groot de be
langstelling voor ons archief was geweest zonde
Holocaust", zegt dr. Henke. „Maar opvallend l
wel, dat de belangstelling voor de nationaal-socia
listische documentatie maar steeds niet afneemt
hoewel het nu toch al weer vijfendertig jaar gele
den is dat er een eind kwam aan het Derde Rijk
Op grond van de ervaringen met ander gearchi
veerd materiaal had de belangstelling intussei
moeten afnemen".
Bewust speurwerk
Als er één man blij is met die aanhoudende be
langstelling voor de zwartste periode uit Duitsland
geschiedenis is dat wel dr. Booms. „Ik werd zei
volwassen in de nazitijd. Op achttienjarige leeftijt
werd ik ingelijfd bij de Kriegsmarine en ik was e
zo warm voor gepraat, dat ik trots was ook let!
voor het Reich en de Führer te mogen doen. Aai
het eind van de oorlog, toen mij langzamerhani
duidelijk werd met welk complex van leugens ei
misdrijven de leiders van het Relch een valse voor
stelling van zaken hadden gegeven, voelde ik m
bedrogen. En vervolgens voelde ik me op een on
voorstelbare manier teleurgesteld. Toen ben ik be
wust speurwerk gaan verrichten naar de nationaal
socialistische misdrijven. Ik wilde alles ontdekkei
en alle misdrijven in de openbaarheid brengen".
RINK DROST