y Prinses Juliana onthult vandaag verzetsmonument aan Waterpartij „De vat van Icarus"op een van de mooiste plekjes van Den Haag Beeldhouwer Titus Leeser: „Ik blijf figuratief tot op de brandstapel" 80 Titus Leeser (met onafscheidelijke pijp) naast zijn verzet8monument „De val van Icarus", een neerstor tende mannenfiguur met een tot vleugel getransfor meerde linkerarm als symbool van het streven naar vrijheid, een laatste poging om toch in de lucht te blijven, de zon tegemoet. Juliana te onthullen verzetsmonu- ment de val van Icarus, oorspron kelijk door hem op eigen initiatief gemaakt, nu aangekocht door de Stichting Gedenkteken Slachtoffers Englandspiel die het op een ten toonstelling in Deventer zag en di rect wist ..dit is het". Het is niet het eerste beeld waar mee hij zijn bewogenheid met het oorlogsgebeuren uitdrukt. Zelf heeft hij zoals hij het verwoordt met enorme toewijding en enthousiasme een bijzonder bescheiden rol in het verzet gespeeld. „Ik heb ook vliegers geholpen. We zaten bij Ommen op de hoofdroute Engeland-Ruhrgebied-Hamburg. Soms regende het parachutes. Overdag vlogen enorme Ameri kaanse eskaders over ons heen, 's- nachts de Royal Air Force. Dat maakte een enorme indurk op me, mijn hart was altijd bij die jongens die voor onze bevrijding in de lucht hingen, vergroeid met hun kist. Na tuurlijk geel van angst maar die doorzetten, dwars door het vijande lijke afweervuur heen. Dat heeft me altijd bezig gehouden. Het idee voor een beeld heeft zo'n twintig jaar hierzo gerommeld (hij wijst op zijn maagstreek) dat ik dacht nou moet het er uit". „Zo'n oorlogs- en verzetsperiode hecht zich onvergetelijk vast, ook in je gevoelens. Het is een heel bijzon dere tijd met onder normale om standigheden niet denkbare kam- neraadschappelijke gevoelens. Nu Is alles meer berekend". Toen ge beurde niets uit berekening. Je moest alies wat je deed in de vorm brengen die uitvoerbaar was. Be wogenheid was het motief" aldus Titus Leeser die reageert met „ik ben een zeer sociaal voelend indu- vidu die inderdaad een toegewijd teamworker kan zijn als het zin Het verzetsmonument „De val van Icarus", dat vandaag in de Sche- veningse Bosjes door prinses Juliana is onthuld. blijf je altijd aan deze gevaren uit geleverd". Voor Titus Leeser geldt in dit ver band zeer nadrukkelijk dat we ons moeten beschermen tegen bedrei ging van onze lichamelijke en geestelijk vrijheid. De nestor van de Overijsselse beeldhouwkunst is nog steeds ac tief als kunstenaar: „Ik hak nog steeds, ik kan het niet laten. Daar bij zorg ik wel altijd ook in tijden dat ik alleen maar boetseer dat ik fysiek in training blijf. Dagelijks tien minuten lichamelijke oefenin gen zijn al voldoende het gaat dan vooral om de armen en borstkas spieren, ik ben maar een schriel mannetje". Hij werkt niet meer elke dag sinds (drie jaar geleden) zijn vrouw een heup brak. De ochtend is voor hem om bij te komen, „dan ben ik niet capabel om iets te doen, ik ben nu eenmaal een nachtvogel". Oude knarren Als hij werkt zijn er twee dingen die hem helpen in de goede sfeer teko- men: muziek en een kop Irish cof fee. Hij is een hartstochtelijk lief hebber van Schotse Bagpipemuziek („het zijn composities uit het hart,,), de koffie beschouwt hij als zijnde goed voor zijn bloedcirculatie,, en dat hebben oude knarren nodig". Muziek ziet hij als het meest recht streekse expressiemiddel. Waarom dan niet die richting gekozen? „Ik zing veel en graag maar dan alleen als niemand binnen gehoorsafstand is want ik zing heerlijk vals. En wat die Schotse doedelzak betreft, ik ben wel begonnen te studeren maar hij is door de mof gestolen. Met een paar schaatsen is dat het enige wat ik kwijt ben geraakt. GEERT LENTE ilus Leeser in zijn atelier. heeft, maar zonder ooit zijn indivi dualiteit op te geven". De jaren 1940-1045 mogen volgens hem niet vergeleken worden met deze tijd: deze tijd met zijn grote gevaren heeft ook sterk positieve kanten. Positief Als zeer positief zie ik de drang van de jeugd om over de grenzen heen te kijken. Ze doen iets dat helpt om menselijke t^rvaringen ruimer te si tueren. Uiteindelijk moeten we zien te komen tot wereldlijke samenwer king omdat we anders niet van de tegenstellingen afkomen. Je moet een gevoel van wereldverantwoor delijkheid zien te ontwikkelen. Ik weet, dat zijn utopieën, de eerste zes tot acht generaties zijn we daar nog niet aan toe". Hij is hartstochtelijk tegen oorlog, „maar zolang er oorlogsgevaar is, is er toch een krijgsmacht nodig en moeten we zorgen dat de jongens zo goed mogelijke training krijgen". Oorlog ziet hij als een catastrofale toestand, „maar kom er maar eens van af. Het krijgsprincipe is er al vanaf de allereerst afliggende oer tijd, die zelfvernietigingsdrang is blijkbaar verdomd moeilijk uit te roeien". Zijn overtuiging is dat de wereld alles moet doen om er naar te streven van het middel oorlog af te komen. „Maar ik zie zelf geen mogelijkheid daartoe een bijdrage te leveren. Het is een vreselijke, vi cieuze cirkel. Stokoude politici met de ruimste ervaring zijn niet in staat een oplossing te vinden, jonge idealisten ook niet. En er is geen serieus officier die niet in zijn hart anti-oorlog is, maar dat helpt hem geen klap, ons allemaal niet Zo lang er nationale eenheden zijn die militaire bescherming nodig vinden DEN HAAG De herdenking van de Tweede Wereldoorlog krijgt vandaag, 3 mei, een speciale dimensie door de onthulling van een beeld van de Zwolse k beeldhouwer Titus Leeser door prinses Juliana, die hiermee haar eerste offi- ciële daad na haar troonsafstand verricht. De plechtigheid gebeurt in Den - Haag waar het monument „De val van Icarus" een plaats kreeg aan de Hoge- weg bij de Waterpartij in de zogenaamde Scheveningse bosjes, „een van de mooiste plekjes die ervoor in Den Haag te vinden is" volgens de schepper ran het beeld. let staat er ter nagedachtenis van e slachtoffers van het „England- piel", een bijzonder tragische pe- bde uit het verzet. Voor de slacht- ffers van dit onthutsende mislei- lingsspel, waarbij uiteindelijk 54 leheime agenten zonder slag of itoot in handen van de Duitsers vie- an, een laat maar verdiend eerbe- oon. Een NCRV-documentaire ves- vorig jaar de nationale aan lacht op deze zwarte periode uit de verzetsgeschiedenis, waarin de Brit se geheime dienst jarenlang door de Gestapo om de tuin werd geleid, doordat de bezetters gebruik naakten van de code van in hun tanden gevallen agenten. )eze documentaire trof heel wat Nederlanders in het hart. Het ge- olg was een inzamelingsactie door «n daartoe opgerichte stichting ïedenkteken Slachtoffers England- piel waarvan koningin Juliana be- chermvrouwe werd en prins lernhard voorzitter van het comité an aanbeveling. Het beeld van Ti- us Leeser bestond toen al. la de oorlog heeft de periode 1940-1945 hem altijd sterk bezig lehouden. Hij ziet dit tijdperk als .het begin van een onvoorstelbare tmwenteling waar we nog steeds middenin zitten". hommage .Zo'n oorlogs- verzetsperiode 'echt zich onvergetelijk aan je vast, •ok in je gevoelens merkt hij op. lij maakte meer verzets-en oor- >gsmonumenten zoals het Mari- liersmonument in Rotterdam. Ook Elburg, Zwolle, Meppel, Markelo, vlissingen en Zutphen staan ver zetsbeelden van zijn hand. „De val ran Icarus", voltooide hij acht jaar leleden en was oorspronkelijk be- 'oeld als hommage aan omgeko men geallieerde vliegers. Het is in zijn dramatische kracht een groots beeld, deze neerstortende mannen figuur wiens linker arm is getrans formeerd tot een vleugels als sym bool van het streven naar vrijheid, „een laatste poging om toch in de lucht te blijven, de zon tegemoet. De rechterhand wijst omlaag, anti ciperend op de crash". De gaten in het beeld die het vlak iets minder agressief maken, zijn volgens zijn uitleg ook deel van het drama van het aangeschoten vlieg tuig, het is de destructie die de val al bepaalt. Sokkel Het bijna vier meter hoge bronzen beeld is geplaatst op een twee me ter hoge sokkel van grijze Belgische hartsteen. Titus Leeser wiens beel den een ongemeen expressieve kracht bezitten heeft ook in deze Icarus-figuur de vorm tot het meest essentiële weten terug te brengen. Het is een begenadigd kunstenaar die zich wel heeft laten inspireren maar nooit heeft laten beinvloeden door anderen. Als autodidact ging hij de individualist in de kunst altijd zijn eigen weg. Werk van hem is onder meer te zien in Haagse, Rotterdamse en Franse musea en is verder in Nederlands. Engels en Amerikaans particulier bezit. On danks zijn gevorderde leeftijd (76) is hij nog steeds scheppend bezig. Vorig jaar nog onderstreepte direc teur J.C. Ebbinge Wubben van het Rotterdamse museum Boymans van Beuningen het grote kunste naarschap van Titus Leeser. Hij vroeg daarbij ook aandacht voor de drie portretten die de Zwolse beeld houwer maakte van zijn dichter vrienden A. Roland Holst, Jacques Bloem en Victor van Vriesland en aarzelde niet deze drie koppen tot het beste te rekenen dat door de Nederlandse portretsculptuur na de oorlog is voortgebracht. Titus Jules Gerhard Karl Leeser die op 14 oktober 1903 als zoon van een dramaturg en een begaafde ac trice in Keulen werd geboren bracht zijn jeugd door in Den Haag. De re sidentiële academie bleek hem niet tp kunnen geven wat hij nodig had, waarna* hij ging studeren in Mün- chen. Toen hij na zeven winters vond dat hij klaar was zat hij wel midden in een wereldcrisis. Die moeilijke tijd kwam hij door als te kenaar voor reclamedoeleinden en als boekillustrator. Hij vestigde zich. in 1932 met zijn vrouw op het land goed Eerde bij Ommen. Enkele jaren later kwam hij door contact met Herman Haller (in Zü- rich) weer tot beeldhouwen en stu deert hij in Düsseldorf bij de Hon gaarse beeldhouwer Zoltan Sze- kessy. In 1938 houdt hij zijn eerst- openbare- solotentoonstelling in de Haagse Kunstzaal Kleykamp. In de oorlogsjaren was hij actief in het verzet, als tolk bij de Inlichtin gendienst en tenslotte als contact man tussen de verzetsbeweging en het Canadees opperbevel. In 1950 ontving hij de prijs voor de beeldhouwkunst van de stichting Kunstenaars-verzet. Hij heeft ook altijd veel internatio nale contacten onderhouden. Zo was hij voorzitter van de Associa tion Internationale des Arts Plasti- ques en van de Unesco, de IAAP (nu ere-voorzitter evenals van het Nationaal Comité Nederland van Beeldende Kunstenaars). De tot rid der in de Orde van Oranje Nassau benoemde Titus Leeser vestigde zich in 1968 in Zwolle. Hij werkt niet voor de kunstkritiek, „maar omdat ik het kwijt moet. Ik besef heel goed dat ik koppig een weg ga die niet in de trend van de kunsthistorische ontwikkelijk ligt", merkt hij op. Middenrif „Zo'n beeld ontstaat vanuit je mid denrif, vanuit je bewogenheid. Het gaat daarna wel door de zeef van je brein maar het ontstaat er niet". Titus Leeser is in hart en ziel figura tief kunstenaar en zal dat tot in zijn graf „of tot op de brandstapel" blij ven. Niet omdat hij geen waarde ring voor het non-figuratieve zou hebben maar het is nu eenmaal niet zijn weg om zich uit te drukken. „Wat mijn bewogenheid stimuleert zijn de levende schepselen om me heen, of het nu dieren- of mensen zijn. Wat de mens betreft echter het meest vrouwen, en wat de dieren aangaat de paarden". En dan wel de naakte vorm: „Het li chaam is in zijn geheel expressief. Het is niet alleen het gezicht. Ik druk het lichaam ook nooit gedeel telijk in kleren uit kleding is een industrieel produkt en niet wezen lijk". Openstaan Titus Leeser manifesteert zichzelf door zijn werk („als ik dat niet meer had zou ik mezelf niet meer zijn"). Wat hem interesseert en stimuleert is volkomen open te staan tegeno ver zijn medeschepselen. Hij is voortdurend op zoek naar het we zenlijke dat zich uitdrukt in de vorm. Daarbij „vertaalt" hij de din gen vaak in een ander verloop: „Ik vervorm, behandel de vormen die ik in het leven zie dikwijls met een vrij heid die de sculpturale hoedanighe den ten goede komen en de ex pressiviteit die Ik er in wens bevor dert". Een sprekend voorbeeld van die werkwijze is ook het door prinses

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 21