Marathonl
pMMI
Gouden Olympische
medaille ontbreekt
nog in prijzenkast
van Bill Rodgers
Arie de Vroet:
„Iedere keer begin
je van voren af aan"
I
„Hattrick" van
mister Marathon
Amateurstatus
wankelt
NEDERLANDS AMATEURELFTAL VOERT
ONGELIJKE STRIJD
SPORT
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 3 MEI 1980 PAGINA 12
ASSEN Cor Vriend is een van
Nederlands sterkste marathonlo
pers en één van de weinige reeds
zekere deelnemers aan de Olym
pische Spelen. Desondanks geniet
hij geen al te grote bekendheid.
Dit genre atleten pleegt zich va
ker onder schaduw opwerpende
bomen te bewegen dan onder de
schijnwerpers van de publiciteit.
Individualisten zijn het, kracht
mensen die voornamelijk tegen
zichzelf moeten vechten om te be
reiken wat ze voor ogen staat
Voor het trio Vriend-Veld-Nij-
boer is dat een startbewijs voor
Moskou. Een symbolisch docu
ment dat in Nederland angstval
lig wordt bewaakt door een uit
het brein van het NOC voort
vloeiende limiet Hoewel hij op 1
augustus in de straten van de
Russische hoofdstad vrijwel ze
ker van de partij is. blijft Cor
Vriend actief om het fenomeen li
miet te bekritiseren.
„Voor ons levert een limiet extra proble
men op omdat je als topsporter een af
stand van ruim tweeënveertig kilometer
slechts twee of drie keer per jaar opti
maal kunt bedwingen. Je nebt dus veel
minder kansen dan bijvoorbeeld een at
leet die de honderd meter loopt Daar
komt bij dat je tijdens een marathon van
veel facetten afhankelijk bent. Weersom
standigheden, vorm van de dag, je positie
in het deelnemersveld, allemaal zaken
die je kunnen maken en breken. Dat
heeft het NOC niet in de gaten".
(van onze correspondent)
WASHINGTON Hij heeft van rijn
laatste zestien marathons er dertien ge
wonnen. Tienmaal liep hij de 42 kiln-
meter en 195 meter binnen de 2 uur en
12 minuten. William Henry Rodgers, 32
jaar, is de personificatie van de Ameri
kaanse .jog-rage", een bezigheid die
steeds meer een nationale religie aan
het worden is. Miljoenen Amerikanen
bewegen zich dagelijks in sukkeldraf
langs 's heren wegen. Bill Rodgers,
„mister Marathon", doet dat verreweg
het snelst van allemaal. Recent won
hij de Boston Marathon, Amerika's
oudste „martelgang", voor de derde
maal in successie en voor de vierde
keer in totaal.
Er is nog maar één trofee die in Rodgers'
prijzenkast ontbreekt: een gouden Olym
pische medaille. Er is geen Amerikaanse
sportman die zó verbeten naar het Olym
pisch goud heeft toegewerkt, zeggen zijn
vrienden. Het is dan ook geen wonder, dat
Rodgers één van de felste tegenstanders is
van de door president Carter uitgeroepen
boycot. Rodgers is met gemak de beste
Amerikaanse marathonloper aller tijden.
Velen beschouwen hem op dit moment als
de beste ter wereld. Maar Rodgers wil dat
ook in de sportieve geschiedenisboekjes
vastgelegd hebben.
In 1972 won de Amerikaan Frank Shorter
verrassend het .marathongoud in Mtln-
chen. „Men zal dan ook blijven zeggen:
Rodgers was de beste, maar Shorter won
goud", aldus vreest Bill Rodgers. In 1976
miste hij, mede door een voetblessure, zijn
eerste kans. In Montreal eindigde hij te
leurstellend als veertigste. Een nieuwe
kans wordt hem door de politieke ontwik
kelingen ontnomen. Rodgers is ambitieus
genoeg om het in 1984 in Los Angeles op
nieuw te proberen, maar hij is dan zesen
dertig en mogelijk over zijn hoogtepunt
heen. Bovendien is tegen die tijd het
vraagteken achter zijn amateurstatus vrij
wel zeker een uitroepteken geworden.
Want Bill Rodgers is hard op weg eetii
„marathon-miljonair" te worden. Met fi
nancieel kunst- en vliegwerk staat Rod
gers nog steeds te boek als amateur, maar
deze uitermate hypocriete stelling kan
nauwelijks nog serieus genomen worden.
Rodgers is eigenaar van drie grote „Bill
Rodgers-trainingcentra", van sportkleding
met zijn naam er op is vorig jaar voor
ruim vier miljoen gulden verkocht, voorts
is hij adviseur van een grote Japanse
sportschoenenfirma en van een vooraan
staand sporttijdschrift én hij heeft net een
autobiografie onder de titel „Maratho-
ning" gepubliceerd en voor de „startgel-
den die hem onder de betiteling „onkos
tenvergoeding" worden uitgereikt, zou ie-
Roelof Veld en Gerard Nijboer zitten op
dezelfde golflengte. Veld: „Als je onder
ideale omstandigheden niet in staat bent
een marathon binnen de twee uur en
veertien minuten te lopen, heb je in Mos
kou niets te zoeken. Maar wie garandeert
mij dat je juist de twee of drie kansen die
je geboden worden kunt aangrijpen om
onder die limiet te komen?". Gerard Nij
boer „Het moet je allemaal meezitten,
anders kun je die limiet wel vergeten. De
Olympische marathon behoort niet tot de
leukste wedstrijden. Je kunt zelfs zeggen
dat het evenement overgeorganiseerd is.
Voor je plezier ga je niet naar Moskou.
Waarom dan toch alles uit de kast halen
voor een retourtje naar de Sovjet-Unie?
Ik denk dat de drang voortvloeit uit een
dosis eerzucht.Soms denk ik wel eens:
mooi is het hier, maar de schoonheid van
de sport schuilt toch duidelijk in het lo
pen zelf. Na al die kilometers tot rust ko
men en dan omkijken naar wat je gepres
teerd hebt. Dat geeft een voldaan gevoel.
Je hebt iets geleverd waar je echt achter
staat".
Veld: „Iedere marathon is een avontuur".
Vriend: „De marathon staat bol van
spanning en sensatie. Daar geniet ik vol
op van". Cor Vriend, Gerard Nijboer en
Roelof Veld: drie kilometervreters met
afgetrainde smalle gezichten en massief
gespierde benen. Naast elkaar in het
luxueuze horecabedrijf op het Drentse
platteland ogen ze zeker niet als nazaten
van de gezonde jongens van Jan de Wit
Echt gezond kunnen hun sportieve bezig
heden dan ook niet genoemd worden.
„Maar", zo stelt het drietal daar onmid
dellijk tegenover, „wat is gezond?. Inder
daad vergt een marathonloper veel van
zijn lichaam. Maar onze levenswijze is in
ieder geval gezonder dan de dagindeling
van Jan Modaal".
dereen waar ook ter wereld bereid zijn de
marathonschoenen aan te trekken.
Volgens kranteberichten zou Rodgers
voor zijn aanwezigheid vorig jaar herfst in
de marathon van New York, die hij en
passant won, een vergoeding hebben ont
vangen van ruim dertigduizend gulden.
Ijsmuts
Een relatief klein lichaam, lange benen,
een hoog oplaaiende ambitie en een op
vallend pompende armbeweging die hem
vooral heuvelafwaarts vleugels lijkt te ge
ven, maken van Rodgers volgens de ex-
Eerts een ideale „marathonloper". Hij
eeft één probleem: hoe lager de tempera
tuur, hoe harder Rodgers loopt. Zijn beste
tijd in Boston, iets boven de 2 uur en 9 mi
nuten, liep hij met een ijsmuts op. De laat
ste Boston Marathon, gelopen bij een tem
peratuur van boven de 25 graden, noemde
hij de zwaarste uit zijn carrière. Maar hij
won wel, met meer dan één minuut voor
sprong op zijn naaste belager.
Intimi omschrijven Rodgers als „een aar
dige, rustige man" die bij zijn trainingsar-
beid soms stopt om een sukkelende draver
van advies te dienen. Tijdens zijn race
verschijnt er een andere Rodgers. Hij
toont nooit een greintje mededogen, heb
ben tegenstanders wel eens geklaagd. Vol
gens zijn vrouw is hij een week voor een
belangrijke race niet te genieten. „Hij
klaagt voortdurend over van alles en te
gen de start is hij er vast van overtuigd
geen schijn van kans te maken," aldus
mevrouw Rodgers, die met Bill een fraai
optrekje op vijl hectare grond even buiten
Boston deelt
Rodgers begon zijn carrière op de middel
bare school op de middenafstanden. De
mijl was zijn favoriete onderdeel, maar
aan de weg timmeren deed hij niet. Door
een vriend ging hij met tegenzin ovef op
de langere afstanden, maar in het laatste
taar van zijn studie aan het college stopte
lij er helemaal mee. Hij werd een soort
boodschappenjongen in een ziekenhuis in
Boston. Toen hij daar een vakbond wilde
oprichten, werd hij ontslagen. Hij bleef
vervolgens bijna een jaar zonder werk en
kreeg toen een baantje als hulp in een te
huis voor geestelijk gehandicapten. De el
lende die hij daar zag, deed hem besluiten
zijn gezondheid van lijf en leden weer te
gaan uitbuiten. Hij gaf het roken van een
pakje sigaretten per dag op en begon te
trainen. Twee jaar later liep hij in Boston
zijn eerste marathon. Hij won in record
tijd. Het geld en de zegepralen komen
Rodgers overigens niet zomaar in de
schoot rollen. Hij traint ruim tweehon
derd kilometer per week met uitschieters
tot bijna driehonderd kilometer.
DICK TOET
Arie de Vroet, de trainer van het Nederland» amateurelftal: „Maar waarom Je nooit
door een internationale voorronde komt, wordt zelden of nooit vermeid".
temperatuur, des te beter loopt Bill Rodgers, die zich dan wel tooit met
ZEIST Het Nederlands amateurelf*
tal is in feite het stiefkind van de na
tionale voetballerij. In tegenstelling
tot andere vertegenwoordigende fa-anw
Is er voor de amateurs weinig succes
weggelegd. De ploeg moet het vaak op
nemen tegen dik betaalde profs omdat
de voetbalbonden van diverse landen
rich niet wensen te houden aan de ama
teurbepalingen. Bovendien wordt de
selectie van trainer Arie de Vroet jaar
lijks afgeroomd door het betaalde voet
bal, waardoor de oefenmees ter ieder
jaar weer aan een nieuwe formatie
moet sleutelen. Kwalificatie op inter
nationaal niveau behoort daarom tot
de onmogelijkheden. De Vroet treurt
daar niet om. „Ik ben in de eerste
plaats trainer van de KNVB", zegt hij.
„Stoten sommige amateurs door, dan
heb ik daaraan meegewerkt".
De Vroet moet ver teruggaan in de voet
balhistorie om een eclatant succes van de.
amateurs boven water te halen. „Dat was
in het begin van de zeventiger jaren",
vertelt hij. „Met onder meer de broertjes
Van de Kerkhof en Sies Wever. We ston
den toen in de Europese finale. Pas in de
verlenging van de tweede wedstrijd wer
den we geklopt Ik haalde toen de jongens
van kleine clubjes als MULO, waar de
Van de Kerkhofs vandaan kwamen. Dat
heeft de scouts van het betaalde voetbal
toch wel een bepaalde prikkel gegeven
jm hun horizon te verbreden. Zulke kna
gen was je het jaar daarop weer kwijt In
iet begin had ik het daar wel moeilijk
mee. De kans, dat je met het amateurteam
iets kon bereiken, werd steeds kleiner. De
volgende jaren kwam je internationaal
niet meer aan de bak. Daar heb ik mee le
ren leven".
„Incidenteel bereik je soms nog wel iets.
Zo hebben we dit jaar van de DDR in
Sneek gewonnen en verloren we met
pech in Oost-Duitsland. Verder een gelijk
spel tegen Spanje in het kader van de
Olympische kwalificatie. Maar wat moet
je beginnen als dergelijke landen profs op
stellen? Spanje speelde met vijf A-interna-
tionals. Knapen als Grande en Benito. In
Belgie is het niet anders. Ik denk aan een
Hostes die meer dan een ton per jaar ver
dient. Het is eigenlijk nooit anders ge
weest Ik heb jarenlang in Frankrijk ge
voetbald en weet dat daar al vanaf 1950
wordt betaald. We hebben het moeten op
nemen tegen voetballers als Platini en Ro-
cheteau".
„In Nederland hoef je daar niet aan te
denken. Ik mag van de KNVB geen be
taalde spelers opstellen. Jo van Marle, de
voorzitter van de amateursectie, is daar
fel op tegen. Bovendien zou de regionale
pers me kapot schrijven als ze er eenmaal
achter komen dat een speler betaald zou
worden en toch in het amateurelftal uit
komt Ik heb daar nog begrip voor ook.
Die journalisten zien dat ais een verhaal
en duiken er onmiddellijk op. Aan de an
dere kant mag je meer begrip van de kant
van de pers verwachten. Iedere keer
wordt er geschreven over de matige pres
taties van de amateurs. Maar waarom ie
nooit door een internationale voorronde
komt, wordt zelden of nooit vermeld".
Acclimatiseren
De Vroet haalt het voorbeeld China aan.
„Een paar jaar geleden hebben we daar
gevoetbald. De resultaten waren niet best
Maar als je na een reis van anderhalf et
maal een dag later moet spelen, valt dat
niet mee. Zeker niet in een vochtig kli
maat waar de temperatuur op kan lopen
tot zo'n zesendertig graden. Tijd om te ac
climatiseren was er niet Deze maand
gaan we naar Indonesië om deel te nemen
aan een groot toernooi. Onze voetballers
doen daar veel ervaring op die later weer
van pas kan komen in het betaalde voet
bal. Daarom blijf ik zeggen: ik ben in de
eerste plaats KNVB-trainer, dan pas de
trainer van de amateurs".
Ook dit jaar houdt het betaalde voetbal
danig huis in de selectie van De Vroet
Pot is inmiddels al naar Amerika vertrok
ken en spelers als Krul, Schepers en
Wegh zijn al benaderd door profclubs.
Aangezien het amateurelftal na de trip
naar Indonesië in juni in Veenendaal een
vierlandentoernooi afwerkt zullen nog
meer voetballers worden weggezogen.
„Iedere keer begin je weer van voren af
aan", aldus De Vroet „En steeds hoop je
maar dat het je zal lukken om internatio
naal iets te bereiken. In feite tegen beter
weten in, want je blijft op landen stuiten
die het niet al te nauw nemen met de
amateurbepalingen. Toch blijf ik proberen
mijn spelers te motiveren. Op een positie
ve wijze, want je kunt niet iedere keer bij
hen aankomen dat de bal rond is en in
voetbal alles tot de mogelijkheden be
hoort Ik selecteer zowel op vaardigheid
als op karakter.- Dat laatste is erg belang
rijk, want je moet het met elkaar gaan
maken. Het elftal zelf heeft een niveau
van een redelijke eerste divisieclub. Dat
blijkt ook uit de resultaten tegen eerste di-
visieploegen. Het zou eigenlijk een mid
delmatige eredivisionist moeten zijn, maar
dat is vrijwel niet haalbaar. Ik blijf rea
list".
Werksituatie
„In landen als Spanje is er geen begrip
voor onze situatie. Daar lachen journalis
ten je uit als je vertelt dat je geen betaalde
spelers opstelt- Ik krijg trouwens iedere
keer in het buitenland de vraag voorge
schoteld hoeveel ex-profs ik in de gelede
ren heb. Ik zeg dan steevast dat die er niet
zijn. Let wel, ik probeer niet zielig te
doen. Ik tracht de werksituatie uit te leg
gen. Ik heb er het volste begrip voor dat
de KNVB de regels van de UEFA han
teert Het is best mogelijk dat er in de toe
komst iets gaat veranderen. Ik denk aan
een Olympische selectie met spelers die
een zogenaamde non-prof status hebben.
Dat zijn spelers die minder dan twintig
tot vijfentwintig-duizend gulden met
voetballen verdienen. Maar dat valt dan
niet meer onder de amateursectie. Ik ken
Van Marle goed genoeg om dat tegen te
houden. Dan kom je bij de eerste divisie
terecht Die jongens hebben internationaal
gezien niets. Misschien dat er voor hen
het een en ander in de nabije toekomst
gaat gebeuren".
De Vroet houdt zich bij de amateurs. We
kelijks gaat hij op zaterdag en zondag de
velden af op zoek naar aanvulling voor
zijn selectie. Die bezoeken stemmen hem
optimistisch wat betreft de toekomst van
de Nederlandse voetballerij. De Vroet:
„Het is minder somber dan men veron
derstelt Er wordt enorm veel werk verzet
door de clubmensen. Qua voetbal is de
zondagvoetballerij technisch wat verzorg
der. Het zaterdagvoetbal is vaak wat ent
housiaster en voor het publiek leuker. De
belangstelling voor het amateurvoetbal
loopt niet terug. Zeker in de provincie
hebben de mensen een echte band met de
club. De spelers zelf beleven veel plezier
aan hun sport Het valt me niet tegen wat
er wordt gepresteerd. Daarom ben ik opti
mistisch. Ik ben er echt van overtuigd dat
de continuïteit van het Nederlandse voet
bal mede door die amateurs is verzekerd.
We moeten namelijk niet vergeten dat de
lts zijn geweest".
DAVID LEVIE
V]
de"
wij;
Wiji
LEI
rane
vliet
dan]
toch
de