Den Haag was
en wordt weer
Oranjestad
ie.
'TIS
kollekti
lelpunf J
meer tegen haar zin in augustus 1591 in
„Het Oude Hof" aan het Noordeinde, dat
later het paleis Noordeinde werd.
Haar zevenjarig zoontje Frederik Hen
drik, die later met zijn halfbroer Maurits
zo'n belangrijke rol in de geschiedenis
van de Nederlanden en een deel van Eu
ropa zou spelen, nam zij met zich mee
naar Den Haag. Frederik Hendrik was
in Delft geboren en in de Nieuwe Kerk
aldaar gedoopt, daar waar zijn vader
Willem de Zwijger na een moordaanslag
in Delft enige maanden later zou worden
begrayen. Ook vier dochters uit eerdere
huwelijken van De Zwijger trokken met
hun stiefmoeder mee naar Den Haag.
Maurits had zich al in Die Hage geves
tigd, maar wat voor een hofhouding zal
deze vechtjas tegen de Spanjaarden pre
cies hebben gehad? Desondanks had
deze Maurits toch nog de tijd om het
Stadhouderlijk kwartier te laten bou
wen, voordat hij opnieuw tegen de Span
jaarden ten strijde trok.
aar op het Noordeinde, in
het Huis van Brandwijk, waarvoor het
latere paleis in de plaats zou komen,
daar ligt het eigenlijke begin van Den
Haag als Oranjestad. Frederik Hendrik
zou later ook het Huis in het Bosch (Huis
ten Bosch) laten neerzetten als buiten
verblijf voor zijn gemalin Amalia van
Solms. Verder liet hij in Rijswijk en
Honselersdijk ook nog buitenverblijven
bouwen.
Van Maurits de vechtjas is bekend, dat
hij veertig jaar lang in een groot deel
van Europa, niet in het minst in het
Spanje van die tijd, meer aandacht heeft
getrokken dan zijn vader Willem de
Zwijger. Was Willem de Zwijger volgens
Nederlandse historici een man, waarover
het toenmalig Europa voortdurend
sprak, Maurits heeft veertig jaar lang
meer aandacht tot zich getrokken dan
alle gekroonde hoofden bij elkaar. Niet
in het minst door zijn voortdurende
strijd tegen de Spanjaarden, zijn onver
zettelijkheid en vaak ook zijn hardheid
tegenover eigen medewerkers.
Want, aldus deze historici, wie Maurits
zegt, zegt ook Van Öldenbarnevelt, met
daarbij inbegrepen de hevige conflicten
tussen beide krachtige figuren, die op
een gegeven moment totaal verschillen
de denkbeelden hadden over het bin
nenlands bestuur. Verschillen van me
ning, die onherroepelijk tot een ernstig
conflict zouden moeten leiden. Een conf
lict dat tot de gewelddadige dood van de
staatsman Van Öldenbarnevelt de
grote man van de Staten van Holland
heeft geleid.
Ook dat gebeurde in Den Haag-Oranjes
tad, zoals vele jaren later Den Haag op
nieuw werd opgeschrikt door de wel
zeer gewelddadige dood van de gebroe
ders De Witt, toen het volk (het „gepeu
pel", zoals dat in die dagen heette) zich
ten einde raad vergreep aan de magistra
ten van die tijd in de personen van de
gebroeders De Witt. Dit drama voltrok
zich bij de Gevangenpoort. Zelfs in die
dagen sprak men van een afgrijselijke
moord, die gepleegd werd uit diepe on
vrede met wat er in de Nederlanden
vooral als gevolg van de buitenlandse
politiek gaande was. Grote armoede voor
velen was daarvan het gevolg.
Het tijdperk van de stadhouders Wille-
m II tot en met Willem V, dat mis
schien niet zo sterk tot onze hedendaagse
verbeelding spreekt, heeft evenwel voor
Den Haag nog steeds veel betekend.
Want Het Binnenhof bleef de belangrijk
ste woonplaats van deze stadhouders,
wat zij ook deden en waar zij zich ook
bevonden in of buiten de Nederlanden.
Bovendien namen in die periode de stad
houderlijke administratieve bureaus en
secretariaten in aantal toe, waardoor het
stadhouderlijk bestuur steeds krachtiger
in Den Haag werd geconcentreerd.
^^erder werden Het Oude Hof en
Huis ten Bosch onder stadhouder Wille-
m IV gerestaureerd, terwijl van stad
houder Willem V bekend is, dat hij toch
Paleis Noordeinde in
oude glorie. Koning
Willem I hield er elke
woensdagmorgen een
zogenaamd „Open
baar Gehoor" voor ie
dereen die maar wilde
komen.
Nederlandse soeverein, zodat koning
Willem I nogal eens in de zogeheten zui
delijke Nederlanden vertoefde. Deson
danks bleef Den Haag ook zijn Hofstad
en wanneer hij in Den Haag was hield
de koning elke woensdagochtend in Pa
leis Noordeinde een zogenaamd „Open
baar Gehoor" (open huis dus) voor ieder
een, die maar wilde komen; en dat in
volgorde van aankomst. Rang noch
stand kreeg voorrang. Ieder moest op
zijn beurt wachten.
oon Willem Frederik Lode-
wijk, later koning Willem II, verbleef
liever in de zuidelijke Nederlanden of in
de Duitse deelstaten dan in het kille Den
Haag, het koude Noorden. Als koning
Willem II kon dit niet meer en zo bleef
Den Haag de Oranjestad ook voor gema
lin Anna Paulowna, de Russische prin
ses, naar wie later een straat in Den
Haag werd genoemd. Van koning Wille-
m II bestaat nog steeds een schilderij,
zittend in het paleis aan de Kneuterdijk,
gekleed in uniform met een voor deze
tijd merkwaardig hoofddeksel op. Aan
zijn voeten ligt een ten dele verscheurde
enveloppe. Het schilderij van Jan Baptist
van der Hulst is daarom zo merkwaar
dig, omdat de koning meer lijkt op een
buitenlandse vorst dan op de koning van
Nederland. Overigens bezat hij in latere
jaren een prachtige schilderijenverzame
ling, die in de Gotische Zaal van het pa
leis aan de Kneuterdijk was onderge
bracht.
Willem II hield bovendien van bouwen
en verbouwen: een koninklijke zaal, 'de
gotische galerij, de manege aan het Wil
lemspark, de inrichting van paleis Kneu
terdijk voor Anna Paulowna, zuster van
de keizer aller Russen, met haar eigen
huiskapel en Russisch koor... Den Haag
vond het allemaal schitterend en meen
de te kunnen wedijveren met het buiten
land. Maar de eerste de beste Engelse
landheer woonde in een vorstelijker kas
teel dan hier ooit gebouwd werd.
De periode van koning Willem III ligt
wat dichterbij in veler geheugen, al was
het alleen al door het vaak beminnelijk
optreden van koningin Emma met de
kleine prinses Wilhelmina. Het stand
beeld van koningin Emma in het Haagse
Rosarium herinnert nog steeds aan deze
periode, waarin Den Haag zeer nadruk
kelijk Oranjestad is geweest.
Dat de Duitse invallers dit in 1940 terde
ge hebben begrepen blijkt wel uit de
hardnekkige aanvallen die hun luchtlan
dingstroepen toen op Den Haag hebben
gepleegd om het regeringscentrum en
Oranjebolwerk zo snel mogelijk in han
den te kunnen krijgen met de belang
rijkste inwoners ervan.
en Haag wordt weer Oran
jestad met koningin Beatrix, prins-ge
maal Claus en hun zonen. De paleizen
zijn er nog: Huis ten Bosch, paleis Noor
deinde, paleis Korte Voorhout, paleis
Kneuterdijk. En de Ridderzaal met de
andere fraaie zalen van het Binnenhof,
de Koninkljke Stallen, de Hofvijver, de
verschillende standbeelden en de stra
ten, genoemd naar leden van het Oranje
huis. En dan niet te vergeten de konink,
Iijke Schouwburg en de Hofleveran
ciers, de vele winkels en boutieks, waar
ook koningin Juliana zo graag onge
merkt wilde en kon winkelen. Zelfs on
opgemerkt vaak voor de vele Hagenaars,
dié het koninklijke cachet nog steeds
met zich meedragen. En tenslotte ook de
ontvangstzaal op het Hollands Spoor, die
in de toekomst wellicht meer kan wor
den gebruikt, wanneer de koninklijke
trein er misschien weer binnenloopt.
het liefst in Den Haag verbleef.' Wil
lem V hield niet in het minst van Het
Loo en zomers kwam hij volgens de ge
schiedschrijvers niet verder dan Soest-
dijk of Breda. Hij maakte nu en dan wel
iswaar als kapitein-generaal uitstapjes
naar Maastricht, Luik of Keulen. Maar
dan liefst zo gauw mogelijk terug naar
Den Haag. Hij ging zelfs zover in zijn
liefde tot deze stad, dat hij zijn gasten bij
het huwelijk van zijn dochter in 1790
een tocht per zeilwagen over het strand
van Scheveningen liet maken. Dit niet
bepaald tot genoegen van de hoge gas
ten, want de zeilwagen weigerde al snel.
Geen wonder voor een wagen, die al an
derhalve eeuw oud was.
Zijn liefde voor Den Haag kon Wil
lem V echter niet redden van het grote
ongenoegen, dat zich in de Nederlanden
steeds duidelijker tegen hem manifes
teerde. Het duidelijkst werd dit, toen hij
in 1785 door de Staten van Holland werd
ontheven van zijn gezag over het garni-
Koningin Emma
zoen in Den Haag. In begin 1795 hield
hij de toenemende conflicten met de pa
triotten voor gezien en vertrok op een
koude januari-ochtend van het Scheve-
ningse strand naar Engeland, omdat „ik
van geen nut meer kan zijn in een posi
tie, waerin ik bij Continuatie (voortzet
ting) niet als onaengenaemheden te ver
wachten hebbe...". Slechts weinig ge
trouwen volgden hem in ballingschap.
Het betekende tevens het einde van een
eeuwenlange periode in de geschiedenis
van de Nederlanden.
De eerste zoon Willem Frederik van de
Willem de Zwijger
verbitterde stadhouder Willem V, die
ontgoocheld zijn vaderland verliet, heeft
het heel wat beter gedaan, of kunnen
doen, dan zijn vader. De gespannen ver
houding tussen vader en zoon, tussen de
gevluchte stadhouder, die zich in zijn lot
schikte en diens tomeloze zoon bleek al
snel uit de hartstocht, waarmee zoon
Willem Frederik ijverde om naar zijn
vaderland te kunnen terugkeren. Maar
daarvoor moest eerst de Franse over
heersing met als symbool koning Lode-
wijk Napoleon worden weerstaan.
at is juist het opvallende
in Den Haag. De stad bleef in di
verse Haagse kringen Hofstad genoemd,
fook in de periode, dat de koningin el
ders, op Soestdijk, woonde. Tal van Ha-
[enaars beschouwden Soestdijk altijd
als het „buiten,, van de Oranjes,
zich weliswaar een groot deel van
iet belangrijke vorstelijke leven afspeel-
'2, maar de werkelijk belangrijke mo-
ienten werden in Den Haag doorge
dacht: de opening van de Staten-Gene-
aal, vele consultaties tijdens kabinet
sformaties, bezoeken aan allerlei ber
volkingsgroepen, in het bijzonder de zo
genoemde kwetsbare groepen, het 25-ja-
rig regeringsjubileum van koningin
Juliana. En dan vooral niet te vergeten
de luisterrijke „kinderaubade" in het
Nederlands Congresgebouw, toen konin
gin Julinana haar zeventigste verjaardag
daar nog eens vierde.
Het begrip Den Haag-Oranjestad is nooit
helemaal verdwenen, daarvoor zat het te
vast met zoveel eeuwenoude wortels.
Het begon immers al vroeg in „Des Gra-
venhage" (de hage of het buitenverblijf
van de Graaf), de koninklijke verblijf
plaats die kort na 1248 door graaf Wille-
m II, de Rooms-Koning (toekomstige
keizer van de Duitse landen), werd ge
sticht. En daaruit is veel later Het Bin
nenhof gegroeid. Graaf Willem II was
een echte koning, gekroond en wel in de
Dom van Aken. En wét hij nu precies
liet bouwen of hóé lang hij in Des Gra-
venhage heeft geresideerd dat is nog al
tijd in discussie bij de historici. Maar hoe
dan ook, in de tweede helft van de der
tiende eeuw was Den Haag als Des Gra-
venhage al residentie.
Dat was echter nog maar het begin. En
kele eeuwen later werd duidelijk, dat
des Gravenhage een belangrijke rol zou
gaan spelen in de ontwikkeling van de
Lage Landén, maar ook en wellicht juist
daardoor in de geschiedenis van de
Oranjes. Deze geschiedenis begon, voor
wat Den Haag betreft, vooral na de dood
van Willem van Oranje, ofwel Willem
de Zwijger, de Vader des Vaderlands. Na
diens dood vestigde zijn vierde vrouw en
weduwe Louise de Coligny zich min of
p 30 november 1813 was het
zover, toen prins Willem Frederik op het
strand van Scheveningen landde, terug
gekeerd naar zijn vaderland. Op hetzelf
de Scheveningse strand, vanwaar zijn
verbitterde vader stadhouder Willem V
op een koude januaridag in 1795 zijn
land en zijn dierbaar Den Haag voorgoed
had verlaten.
Dank zij de Engelsen, dank zij ook Van
Hogendorp en de oud-Oranjeregent Van
der Duyn van Maasdam kon Willem
Frederik terugkeren. De 30ste november
1813 werd voor hem een triomftocht.
Nauwelijks geland op het Scheveningse
strand werd hij onder gejuich toen
zelfs al klonk „leve de koning" naar
Den Haag, zijn residentie, geleid. De
band tussen Nederland en Oranje was op
die gedenkwaardige dag aldus de ge
schiedschrijvers, hersteld. Sinds die dag
is het nog veel duidelijker geworden, dat
Den Haag de Oranjestad was en zou blij
ven, zij het dan opnieuw met onderbre
kingen.
Op 30 maart 1814 werd prins Willem
Frederik in de Nieuwe Kerk te Amster
dam officieel als soeverein vorst Willem
de Eerste ingehuldigd. Vandaar, dat na
dien deze plechtigheid in de Nieuwe
Kerk te Amsterdam plaatsvindt.
België en Luxemburg kwamen in die pe
riode eveneens onder het gezag van de
en HaagOranjestad is
Jen begrip dat eeuwenlang fleur en be
weging heeft gegeven aan het Haagse Ie
pen. Het had zelfs iets weg van het be-
jtaansrecht van deze stad. Den Haag
tonder Oranje was Den Haag niet of
liet meer, zelfs in de vaak moeilijke pe
rioden van de Nederlandse geschiedenis.
>6at heeft ook de periode na 1940 vol
doende bewezen. Met des te meer na-
uk zal deze stad zich nu opnieuw
ranjestad gaan noemen, als een herstel
an de eeuwenoude traditie tot 1940. Zij
het dan met enkele onderbrekingen, ook
|n de lange historie van Oranje en van
Je stad. Maar zelfs'tijdens deze onder
brekingen bleven de Hofstad en vele in
woners ervan iets van de Oranje-allure
tehouden, niet in het minst omdat de
Afwezige" Oranjes er bij tijd en wijle,
Soms ook met de regelmaat van de klok,
terugkeerden. En dan het liefst bij bij-
tondere gebeurtenissen.