Or an je ver mogen
groot dan
Links: Paleis
Soestdijk bracht
bij verkoop aan
de staat enkele
miljoenen op...
Rechts: De Groe
ne Draeck, een
van de bestand
delen van het
vermogen, die
„dood" zijn, dat
wil zeggen geen
rente opleveren...
gen van het Huis van Oranje-Nassau
(kostbare schilderijen en miniaturen).
Koningin Juliana is voorzitter van de
besturen van de eerste drie stichtingen,
terwijl prins Bernhard dat is van de
vierde. De andere bestuursleden zijn de
overige leden van het koninklijk huis.
Ook is in de oprichtingsacte bepaald dat
het bezit van de stichtingen, als die ooit
opgeheven zouden worden, weer aan de
familie Oranje-Nassau vervalt.
Dragen de Oranjes momenteel dus niet
zoveel meer af aan de Staat, ze ontvan
gen er des te meer van. De koningin,
prins Bernhard, prinses Beatrix en prins
Claus toucheren jaarlijks met z'n vieren
ruim acht en een half miljoen gulden.
Ruim drie miljoen daarvan is bestemd
voor de salarissen van het eerder ge
noemde groepje hofdignitarissen. De rest
is voor de ontvangers zelf en bestaat uit
een vergoeding voor representatiekosten
(3,35 miljoen) en uit het zogenaamde in
komensbestanddeel (2,08 miljoen). Deze
bedragen, die ten laste komen van het
departement van algemene zaken, wor
den jaarlijks verhoogd op basis van het
prijsindexcijfer voor de gezinsconsump
tie.
Maar daarmee hebben we nog lang niet
alle kosten gehad. Nog vele andere de
partementen hebben bedragen op hun
begroting staan ten behoeve van het ko
ninklijk huis. Buitenlandse Zaken is nog
het goedkoopst af met 722.000 gulden
voor staatsbezoeken en ontvangsten (op
uitnodiging van de minister-president).
Verkeer en Waterstaat betaalt de auto's,
koetsen en paarden (3,45 miljoen) en het
regeringsvliegtuig (4 miljoen). Volks
huisvesting en Ruimtelijke Ordening
draait op voor het onderhoud, de ver
lichting en verwarming van de drie pa
leizen, die verplicht ten dienste moeten
worden gesteld van het staatshoofd (nu:
Soestdijk, de Dam en Huis ten Bosch;
straks: Noordeinde, de Dam en Huis ten
Bosch) en betaalt derhalve 5,7 miljoen
per jaar. Binnenlandse Zaken neemt de
salarissen van het „gewone" hofperso
neel (zo'n driehonderd man alleen voor
koningin en prins) voor zijn rekening:
5,8 miljoen. Op deze begroting drukken
ook de kosten van het Kabinet der Ko
ningin: ruim 2 miljoen. Defensie tenslot
te levert de marechaussees, die dag en
nacht de paleizen bewaken. Een woord
voerder van dit departement zei niet te
kunnen becijferen hoeveel dit kostte.
^Hlot zover hebben we het dan
alleen nog over de min of meer zichtbare
kosten. Er zijn echter ook de vele ver
sluierde miljoenen, die opgebracht moe
ten worden ten behoeve van de officiële
bezoeken die de leden van het konink
lijk huis (moeten) afleggen. Burgemees
ter Van der Louw van Rotterdam weet
daarvan mee te praten. In maart 1976
zou de koningin zijn stad met haar aan
wezigheid vereren, waarbij zij tussen de
middag een hapje mee zou eten in de
burgemeesterswoning. Enkele dagen
voor het bezoek streek er plotseling een
groepje timmerlieden, schilders, tuin
mannen en schoonmakers nèer op huize
Van der Louw. Deuren werden geverfd,
het toilet opgeknapt, muren gereinigd en
in de tuin moesten enige hoge coniferen
worden neergezet om de doorkijk naar
het erf van de buurman, een boer, die
zijn spullen wat slordig neerzette, onmo
gelijk te maken. Op het laatste moment
kon een inspecterende hoogwaardig
heidsbekleder nog een papieren vlieg
tuigje van een lamp halen. De koningin
mocht eens herinnerd worden aan de af
faire-Lockheed!! Dezelfde dignitaris rea
geerde nogmaals verontwaardigd toen
het burgemeesterspaar aankondigde als
lunch enige broodjes te zullen serveren.
Er moest een verfijnde warme maaltijd
komen, evenals een speciale sherry en
dito sigaretten.
Alles bij alles kost de monarchie de be
lastingbetalers dus nog veel meer dan de
ruim dertig miljoen, die uit de diverse
begrotingen te halen zijn. Ingewijden ge
ven aan dat een bedrag van vijftig mil
joen „niet erg ver" bezijden de waarheid
is. Daar staat dan natuurlijk wel weer te
genover dat het koningshuis ook indirect
wel geld in het laatje brengt. De aan
dacht die buitenlandse media aan de
Oranjes besteden betekent vaak tegelij
kertijd reclame voor Nederland(se pro-
dukten), al moet het natuurlijk niet gaan
over de manier waarop de prins der Ne
derlanden „happy" gehouden werd door
een Amerikaans concern, dat zijn pro-
dukten graag ook door Nederland ge
kocht ziet.
RIK IN T HOUT
zegd over de vermeende fabelachtige
rijkdom van het Huis Oranje-Nassau:
„Indianenverhalen en achterklap". Von
deling wist waarover hij sprak, want
toen hij op 14 april 1965 aantrad als mi
nister van financiën, lag daar het plan
van zijn voorganger Witte veen het inko
men van de Kroon tè verhogen van 2,5
miljoen tot 3,5 miljoen gulden per jaar.
De nieuwe minister was niet van plan
daar voetstoots aan te voldoen. Hij wilde
eerst wel eens weten of de verhoging
noodzakelijk was. Het kabinet accepteer
de zijn voorstel een onderzoek in te stel
len naar de financiële positie van het ko
ninklijk huis.
De uitslag van het onderzoek was ook
voor Vondeling tamelijk verrassend. De
uitkering aan de koningin alleen al zou
verhoogd moeten worden tot ruim vijf
miljoen gulden per jaar, wilde zij niet op
haar privé-vermogen behoeven in te te
ren. De belangrijkste reden daarvan was,
dat in de jaren daarvoor de arbeidsvoor
waarden van het hofpersoneel aangepast
waren aan de eisen van de tijd. Onder
leiding van de CNV'er dr. Ruppert kwa
men er zelfs cao's tot stand, waarin het
personeel qua salaris en rechten gelijk
werd gesteld aan vergelijkbare ambtena
ren. Toch zou het nog tot 1972 duren
voordat het parlement akkoord ging met
een nieuw financieel statuut voor het
koninklijk huis. Nu is het dan zo dat de
koningin alleen nog de salarissen betaalt
van een klein groepje hoogwaardigheids
bekleders aan het hof. Alle andere kos
ten, waaronder de beloning van zo'n
driehonderd man gewoon personeel,
worden gedragen door het rijk.
Hoe groot het Oranje-vermogen precies
is, daar heeft ook Vondeling nooit ant
woord op gegeven. Er zijn echter wel
mogelijkheden om een enigszins verant
woorde schatting te maken. In het heden
ligt het verleden besloten en dus gaan
we terug naar koning Willem I. Deze liet
zijn opvolger Willem II zo'n 34 miljoen -
na, een fantastisch bedrag voor die tijd.
Maar de nieuwe koning had een zo mo
gelijk nog fantastischer talent om geld
over de balk te smijten en liet op zijn
beurt niets dan schulden na. Zijn vrouw
Anna Paulowna was zelfs genoodzaakt
een deel van haar persoonlijke bezittin-
De „collega's"
van Beatrix
■et aantal monarchieën in de wereld be
draagt twintig. De collega's van koningin Beatrix zijn:
België: koning Boudwijn I, sinds 1951;
Bhoetam maharadja Sigme Singhi Wangtschuk, sinds 1972;
Denemarken: koningin Margarethe, sinds 1972;
Engeland: koningin Elizabeth II, sinds 1952;
Japan: keizer Hirohito, sinds 1926;
Jordanië: koning Hoessein II, sinds 1952;
Lesotho: koning Mosjoesjoe II, sinds 1966;
Liechtenstein: vorst Josef II, sinds 1938;
Luxemburg: groothertog Jan, sinds 1964;
Marokko: koning Hassan II, sinds 1961;
Monaco: prins Rainier III, sinds 1949;
Nepal: koning Birendra Bir Bikra Sjah Dewa, sinds 1972;
Noorwegen: koning Olav V, sinds 1957;
Saoedie-Arabië: koning Chalid, sinds 1975;
Zweden: koning Karei Gustaaf XVI, sinds 1973;
Spanje: koning Juan Carlos I, sinds 1975;
Zwasiland: koning Subhuza II, sinds 1967;
Tonga: koning Taufa'ahau tupou IV, sinds 1965;
Thailand: koning Bhumipol, sinds 1946.
gen te verkopen (haar broer, tsaar Nico-
laas I, kocht een schilderijencollectie
voor 173.823 gulden). Willem III bleek
iets zuiniger en bezorgde zijn dochter
Wilhelmina een erfenis van vijf miljoen
gulden. De nieuwe koningin sloeg door
naar het andere uiterste en ontzag zich
niet in 1937 publiekelijk afstand te doen
van de erfenis van haar echtgenoot,
prins Hendrik, om diens schulden niet te
behoeven betalen.
esondanks was het voor de
Duitsers in 1941 een pijnlijke verrassing
dat er aan Oranje-bezittingen niet veel
in beslag te nemen was. Koningin Wil
helmina bleek zo'n drie miljoen aan aan
delen mee te hebben genomen naar Lon
den, terwijl zjj ook nog eens voor 1,2 mil
joen gulden uit had staan in de Verenig
de Staten. Het totale bezit van de vorstin
werd begroot op zestien miljoen gulden.
Nemen we dat bedrag als uitgangspunt
en tellen we daarbij dat koningin
Juliana ook een aantal miljoenen heeft
ontvangen door de verkoop van onder
andere paleis Soestdijk aan de staat, dan
komen we op een huidig bezit van zo'n
honderd miljoen gulden.
Een fiks bedrag natuurlijk, maar volgens
de commissie-Simons, die belast was met
de voorbereiding van het nieuwe finan
cieel statuut voor het koningshuis, lang
niet voldoende om zelfs maar in Neder
land op de eerste plaats te komen van de
rijkste families. Daarbij dient dan nog te
worden bedacht dat veel bestanddelen
van het vermogen „dood" zijn, dat wil
zeggen geen rente opleveren. Denk aan
de juwelen, het antiek, de Groene
Draeck, Porto Ercole en dergelijke. En
ook de uitgestrekte stukken grond in de
Haagse en Wassenaarse duinen en op de
Veluwe, brengen niet meer op dan enke
le tienduizenden guldens per jaar, aan
gedood wild.
In een tijd, dat belasting betalen wordt
beschouwd als iets voor de dommen,
mag het geen verwondering wekken, dat
ook de familie Oranje-Nassau gezocht
heeft naar middelen om minder aan de
fiscus te hoeven afdragen. Het is name
lijk maar gedeeltelijk waar dat de leden
van het koninklijk huis vrijgesteld zijn
van belasting. Dat gaat alleen op voor de
koningin, prins Bernhard, prinses
Beatrix en prins Claus wat betreft hun
jaarlijkse uitkeringen van het rijk. Ver
der zijn koningin en haar opvolger.,
vrijgesteld van de rechten van suc
cessie, overgang en schenking. Tenslotte
behoeft de koningin geen belasting te
betalen over die delen van haar privé-
vermogen, die nodig zijn voor de uitoefe
ning van haar functie. Daarbij moet
worden gedacht aan zaken als de gouden
koets, inrichting van paleizen, de kroon
juwelen en dergelijke. Over de rest van
h&ar vermogen wordt zij echter wel de
gelijk aangeslagen.
ien jammer voor al diegenen, die
van zulke sprookjes, maar er zit
wat doublé tussen het edelmetaal,
de attente lezer zal dat overigens
zijn, want van tijd tot
tijd zijn er berichten geweest, die in die
richting wezen. In 1953 zei prins
Bernhard in een interview met het
(Amerikaanse Colliers Magazine: „Wij
'prinsen hebben net zoals vele andere
mensen tegenwoordig moeite de finan
ciële eindjes aan elkaar te knopen. Som-
i mige mensen denken dat koningen en
^koninginnen zo rijk zijn als koning Mi-
lèas. Maar dat is bepaald niet zo".
r «Daarmee is ook verklaard, hoe het mo-
Igelijk was dat de prins een jaar of tien
na die uitspraak om steekpenningen zou
vragen aan de Amerikaanse vliegtuigfa
briek Lockheed. En dan was er aan het
eind van de jaren zestig plotseling het
bericht, dat er op een veiling in Londen
tafelzilver van de Oranjes te koop werd
aangeboden. Er lekte toen uit dat de ko
ningin dat geld hard nodig had om aan
haar verplichtingen te kunnen voldoen.
nne Vondeling, de kort ge
leden overleden socialistische voorman,
heeft als enige politicus wel eens iets ge
------ö - ■■■vyw.., uio I luuiy 4.IJM ÏUUI ut) UIIUÖIÖMiriU
haar functie, zoals bijvoorbeeld de gouden koets, inrichting varv paleizen, de kroonjuwelen en dergelijke...
Margriet en haar man
krijgen geen uitkering van de staat en
zijn dus, zoals alle andere Nederlanders,
gewoon belastingplichtig. Dat geldt uit
eraard ook voor de prinsessen Irene en
Christina, die afstand gedaan hebben
van hun rechten op de troon en boven
dien in het buitenland wonen. Dit bete
kent dat wanneer de koningin overlijdt,
Margriet, Irene en Christina successie
rechten moeten betalen over hun deel
van de erfenis. Daardoor zou het noodza
kelijk kunnen worden bepaalde dingen
te verkopen. De koningin heeft dit wil
len voorkomen door veel waardevolle
stukken uit haar privé-vermogen onder
te brengen in een aantal stichtingen.
Daarmee zijn ze formeel niet meer haar
eigendom, terwijl zij en haar familiele
den er nog wel de beschikking over heb
ben.
Er bestaan nu:
de Stichting Regalia van het Huis van
Oranje-Nassau (kroon, scepter en andere
inhuldigingsstukken),
de Stichting Archief van het Huis van
Oranje-Nassau (boeken en andere histo
rische documenten),
de Stichting Kroongoederen van het
Huis van Oranje-Nassau (meer persoon
lijke goederen van de koningin),
worden ze nog hardnekkig verteld,
verhalen over de fabelachtige rijk-
van de Oranje-Nassaus. Tegenhan-
van bladen als Privé en Weekend,
ook serieuze periodieken als de
Wall Street Journal, schil-
koningin Juliana immer af als de
rijkste vrouw ter wereld. Onlangs nog
meldde het Zweedse boulevardblad
„Veckotidningen", in een verhaal over
de miljoenenerfenis van een Franse pi-
die door de Oranjes zou zijn inge-
dat de vorstin zeker acht miljard
bezit. Door dit alles zijn er ook
vele landgenoten, die rotsvast geloven
het op Soestdijk, Drakensteyn en
Loo letterlijk al goud is wat er
MONARCHIE
KOSTZO'N
VIJFTIG
MILJOEN
PERJAAR
de Stichting Historische Verzamelin-