HETHU1SVAN ORANJE
Jh-Tfim van
Oranje
K Hflflfl-MAARLEM
sevaar
Beatrix,
zij die
geluk
brengt
'TIS
LUFT
sterdam en ook tal van andere orga
nisaties namen dat haar en de rege
ring niet in dank af. Met veel pracht
en praal, maar ook veel politioneel
en militair vertoon en regen ging de
huwelijksdag, 10 maart 1966, voorbij.
Burgemeester Van Hall voltrok het
burgerlijk huwelijk in het Amster
damse raadhuis en ds. Kater zegende
het kerkelijk huwelijk in in de Wes-
terkerk. Op weg naar de kerk ont
plofte achter de gouden koets van het
bruidspaar een rookbom.
Voor radio en televisie sprak het pas
getrouwde paar een dankwoord uit.
Beatrix zei: „Dat niet allen met ons
dit huwelijk in vreugde hebben kun
nen vieren, is een feit, dat we erken
nen en begrijpen. Velen hebben in
het verleden ondeelbaar leed moeten
dragen en onherstelbare verliezen
geleden, verliezen, die ook als offers
zijn gebracht in de strijd voor vrij
heid en recht. Wij willen dit niet on
vermeld laten omdat wij op deze dag,
die voor ons zoveel geluk brengt, dit
leed, dat voor allen is geleden en die
offers die voor allen zijn gebracht, in
eerbied gedenken".
De huwelijksreis van Beatrix en
Claus ging, zo bleek later, naar Mexi
co. Ze bleven, na een roerig verlo
vingsjaar, bijna twee maanden weg.
Uit hun huwelijk werden drie kinde
ren, allen jongens, geboren: de oudste
zoon en na Beatrix de tweede gerech
tigde tot de troon, Willem Alexander
op 27 april 1967, de tweede zoon Jo-
han Friso op 25 september 1968 en
Constantijn op 11 oktober 1969.
Prinsen, Stadhouders, Koningen
en Koninginnen, door Reina van
Ditzhuyzen.
Dit vorstelijke boek geeft u een
kompleet overzicht van de
geschiedenis van het Huis van
Oranje-Nassau.
f24,50
De Oranje-familie
bij het défilé van
koninginnedag
op het bordes
van Soestdijk.
Jonge prinsjes en
prinsesjes staan
over enkele jaren
te trappelen om
een maatschap
pelijke functie te
kunnen vervullen.
lIs Beatrix
Let goed
loet, loopt
le monarchie
reen enkel
Beatrix als baby, een gelukbrengend
kind volgens haar vader
wetenschap, economie, parlementaire
geschiedenis en staatsrecht, de cul
tuur van Suriname en de Nederland
se Antillen, het statuut van het Ko
ninkrijk en actuele internationale
staatskunde. In 1961 studeerde
Beatrix af en behaalde haar meester
titel (vrije studierichting).
In 1956 deed Beatrix in Amsterdam
bij ds. H. J. Kater, die later haar hu
welijk zou inzegenen, haar belijdenis.
Beatrix was in dat jaar al lid van de
Raad van State geworden.
inds het najaar van 1963
woont Beatrix niet meer bij haar ou
ders op Paleis Soestdijk. Vier jaar
eerder had zij het kasteeltje Draken-
steyn voor drie ton van jonkheer
Bosch van Drakensteyn gekocht. Het
huis staat in de Lage Vuursche, een
kleine gemeente onder Baarn. De
tuin van Drakensteyn grenst aan het
kroondomein van Soestdijk. Jaren la
ter richtte Beatrix in een van de bij
gebouwen een atelier in. Beeldhou
wen en schilderen waren naast
zwemmen, tennis, zeilen en paardrij
den haar hobby's.
Begin mei 1965 werd via een foto, die
Beatrix gearmd met een man in haar
tuin op Drakensteyn toonde, bekend
dat zij een relatie had met een Duitse
diplomaat. Het land raakte in rep en
roer. Koningin en prins vroegen het
volk om hun dochter de rust en tijd
te gunnen voor eerv weloverwogen
beslissing. Er was veel verzet in al
lerlei geledingen van de maatschappij
wegens de Duitse afkomst van Claus
von Amsberg. Dr. De Jong van het
Rijksinstituut voor Oorlogsdocumen
tatie verrichtte in opdracht van de
regering-Cals een onderzoek, waaruit
Claus gunstig tevoorschijn kwam.
8 juni 1965 maakten
koningin Juliana en prins Bernhard
de verloving bekend. De koningin
zei: „Ik kan u verzekeren dat het
goed is", maar dat vond niet ieder
een. Er braken stormachtige maan
den aan. De tegenstanders van het
huwelijk weerden zich geducht. Eind
1965 ging de Staten-Generaal ak
koord met het wetsontwerp dat de
regering indiende om goedkeuring te
vragen voor het huwelijk. Deze toe
stemming was nodig om Beatrix haar
rechten tot de troon te doen behou
den.
De keuze van de prinses als plaats
voor het huwelijk viel op de hoofd
stad. De joodse gemeenschap in Am
Alexander zo meteen op de middelbare
school leren, is een éénhoofdige, erfelij
ke regeringsvorm. De oorsprong van het
gezag dat de vorst of vorstin heeft, werd
oudtijds (en wordt ook nu nog wel) ge
zocht in Gods wil. De monarch zou zijn
macht rechtstreeks ontlenen aan de Al
lerhoogste, aan de „Gratie Gods". Deze
term komt bij ons voor in de afkondi
gingsformulieren van wetten, koninklij
ke besluiten en dergelijke, maar wordt
in de grondwet niet genoemd en heeft
geen juridische betekenis. Hij is hoog
stens een uitdrukking van een godsdien
stige overtuiging en daarmee nog een
doorn in het oog van vrijdenkers ook.
Hoe dat zij: in Nederland is het koning
schap niet „heilig".
Wel erfelijk. Maar ook dat blijkt een be
trekkelijke zaak. Historisch gezien ten
minste is die erfelijkheid niet wezenlijk.
Vroeger werd de koning in veel landen
gekozen, in Polen en het Heilige Rome
zelfs tot respectievelijk 1791 en 1806. In
zekere zin zou men kunnen zeggen dat
ook de eerste Nederlandse koning geko
zen werd. De zoon van stadhouder Wil
lem V wilde in 1813 na de Franse over
heersing eigenlijk slechts als stadhouder
Willem VI uit Engeland naar onze con
treien terugkeren, maar het Nederlandse
volk dwong hem de soevereine vorst
Willem I te worden teneinde de nieuwe
eenheid te belichamen, zij het onder de
voorwaarde dat een „wijze constitutie"
de volksvrijheden zou verzekeren.
an een dergelijk koning
schap dat Beatrix nu erft, ligt de wil van
het volk ten grondslag, stoelend op ge-
voels- en nuttigheidsoverwegingen. Bij
voorbeeld de overweging dat de mo
narch een waarborg is voor een zekere
gewenste continuïteit in het landsbe
stuur. Men wijst dan vaak op de nadelen
van periodieke presidentsverkiezingen
voor de politieke zedelijkheid. Door zijn
blijvende positie zal de monarch in de
regel meer verantwoordelijkheidsgevoel
hebben voor de toekomst dan een presi
dent. Een kortzichtige politiek is ook in
strijd met het persoonlijk belang van een
vorstenhuis. Voorts heeft de historie ge
leerd dat een monarch zich gemakkelij
ker dan een president boven de partijen
kan stellen en dat de gemeenschappelij
ke genegenheid voor het vorstenhuis de
partijtegenstellingen verzwakt.
Om dit soort redenen hebben onze voor
vaderen, de Bataafse Republiek beu,
voor de monarchie gekozen en die rede-,,
nen zijn ook nu nog steeds van kracht.
Terug dus naar koningin Beatrix. Her
haaldelijk heeft dr. 't Hart gezegd: „Als
ze het goed doet, is er niets aan de
hand". Maar wat moeten we daaronder
verstaan: als ze het goed doet? Naar die
vraag blijkt weinig opinie-onderzoek te
zijn gedaan. De bureaus die zich met en
quêtes bezig houden, zijn huiverig voor
het onderwerp. Ze kunnen bij hun werk
niet buiten de steun van het publiek en
een controversiële, uitslag zou licht de
boosheid van een deel van de bevolking
opwekken. Afblijven dus. Of aan de op
pervlakte blijven.
Toch durft massa-psycholoog dr. 't Hart
op grond van het bestaande cijfermate
riaal wel iets zeggen. Het volk wil van
een staatshoofd dat hij representatief is.
Je moet ermee voor de dag kunnen ko
men. Er moet luister van uitgaan. Die rol
kan een monarch beter vervullen dan
een president. Blijkens een Engels on
derzoek onderschreef 55 procent van de
geënquêteerden de stelling dat „de mo
narchie meer glans aan het leven geeft".
76 Procent verklaarde een monarch no
dig te hebben „om tegenop te kunnen
kijken". Twintig procent meende dat de
monarchie het land samenhoudt, dat hij
rust en vrede garandeert. Dr. 't Hart:
„Uit deze cijfers kun je afleiden welke
functies een koninklijk huis in de ogen
van de mensen moet vervullen. Ik denk
dat ze ook voor Nederland gelden".
n het Engelse onderzoek kwam
duidelijk de klacht naar voren dat ko
ningin Elizabeth zich te weinig met het
gewone volk bezig houdt. 58 Procent
maar liefst onderschreef de stelling:
„Een monarch zou zich meer onder de
modale mensen moeten begeven". Dr. 't
Hart: „Ik durf voorspellen dat de uitslag
in Nederland anders zou luiden. Hier
zou een meerderheid vinden dat konin
gin Juliana genoeg onder de gewone be
volking heeft verkeerd. Daar heeft ze
haar populariteit aan te danken. Ik denk
dat Juliana maximaal geschikt was voor
de taak die ze binnen een constitutionele
monarchie moest vervullen,. Zo kon ze
uitzonderlijk geliefd worden, ook bij
mensen c^e een republiek voorstaan.
Denk aaft de uitspraak: als we kiezen
h tl e historische band tussen
^geliefd vorstenhuis en het land
J Jrover het lange jaren heeft gere-
wordt niet spoedig verbroken, zo
.graaide geschiedenis. Dit gebeurt veelal
aIde Hts na een rampspoedig einde van
oorlog of een ander nationaal onheil
al dan niet terecht, aan de regeren-
^v°nporst wordt geweten. Een solide
noed ^uitzicht voor koningin Beatrix en
°™mpnprins Willem-Alexander, de roep
."een republiek, die nu en dan wordt
!njoord, ten spijt. Immers: van oorlo-
as 11(1noch onheilen (afkloppen) kunnen
Éde schuld in de schoenen gescho-
ijgen; geen enkele staatsrechtelij-
>olitieke macht bezit een Neder-
vorstin of vorst. .Hoogstens in de
nlijke sfeer bestaat de mogelijk-
'fausS van aanvallen op het ambt. Daar-
"f> ^voorspelt dr. Harm 't Hart, verbon-
moe^ aan het Baschwitz-instituut voor
ean Issa-psy chologie en openbare mening
et Pk de Universiteit'van Amsterdam:
n sc s Beatrix het maar goed doet, is er
shots aan de hand. Dan loopt onze mo-
te^i hto £een enkel gevaar",
eki j
is er met commentator Heldring
s NRC-Handelsblad voorop, een
>?0n' PPeltje het hoenderhok gesmeten.
v. koningshuis zal aan zijn eigen
ciaal chtbaarheid ten onder gaan, heeft hij
intwi .veer betoogd. Al die prinsjes die
j ks prinsen en ook maar gewpne
ïsen zullen zijn wét een statistisch
io dat de Oranjefamilie in opspraak
it!.
[en deze achtergrond moet men ook
wetsontwerp zien dat een beperking
ogt van het aantal leden van het ko
ldijk huis voor wie de ministeriële
j?e antwoordelijkheid geldt. Kamerlid
'fi< Schelto Patijn van de PvdA heeft het
oo ezegd: „Wat wij vooral beogen, is een
PI :herming van het staatshoofd en dus
j"..a 'de monarchie. Die kunnen wel de-
jk ernstig in diskrediet worden ge-
ru :ht door de gedragingen van neefjes
hun toekomstige aangetrouwden".
e ana heeft als koningin tot nu toe
e succes op de bres gestaan voor
.oor r familie. Ze heeft zich verzet tegen
kamerleden die verwachten dat ko-
klijke en half-koninklijke kinderen
ilijker kunnen zijn naarmate ze ver-
de monarchie ook in diskrediet ko-
en de aanslag overleven, gelijk
jockheed-affaire heeft bewezen,
't Hart blijkt geneigd deze laatste
iswijze te delen. „Natuurlijk, wan-
r koningin Beatrix zelf ter discussie
zou komen te staan en wanneer het ge
drag van de prinsen onder die omstan
digheid stof zou doen opwaaien, dan zou
de anti-monarchale tendens erdoor ver
sterkt kunnen worden. Maar anders niet,
denk ik. Kijk naar de problemen die ko
ningin Juliana heeft gehad. De bekering
tot het katholicisme van prinses Irene.
Dat was voor het protestantse volksdeel
niet niks. Het huwelijk van Beatrix met
een Duitser. De Lockneed-affaire. En de
zaak Greet Hofmans waarbij haar eigen
handelen in het geding kwam. Toch
heeft het allemaal de populariteit van
koningin Juliana niet aangetast. Voor
het Nederlandse volk telt kennelijk de
vraag het zwaarst: hoe vervult onze vor
stin de haar toegedachte taak? Nou: dat
zal volgens mij bij Beatrix ook gelden,
wat er verder rond haar heen ook ge
beurt".
een ontwikkeling die zich in gang heeft
gezet. „Je ziet dat de kinderen van Irene
en Christina al min of meer buiten de
cirkel van de koninklijke familie zijn ge
raakt; in publicitair opzicht, bedoel ik.
Dat zal met de kinderen van Margriet en
Pieter ook gebeuren. Het zou tot voor
kort toch onmogelijk zijn geweest dat ie
mand die zo nauw gelieerd is aan het ko
ningshuis als Pieter van Vollenhoven,
zich in de platenbusiness kan storten?
Wel: voor zijn kinderen worden de gren
zen nog ruimer, verwacht ik".
„En zodra we aanvaard hebben dat ze
gewone mensen zijn, kunnen ze voor de
monarchie geen kwaad meer. Blijft over
de harde kern: Beatrix, Claus en hun
kinderen. Wat daarbinnen ter discussie
kan komen, is de troonopvolger. Zal
Willem-Alexander wel de juiste persoon
zijn? Wil hij? Zo niet, dan is er ftog geen
man overboord. Je zou hem lang voor de
troonswisseling afstand kunnen laten
doen ten gunste van een broer. Dat be
hoort tegenwoordig tot de mogelijkhe
den. Het hangt samen met de vermense
lijking van het ambt. In tegenstelling tot
vroeger is het koningschap niet onaan
tastbaar meer. Als een kroonprins in
onze democratie ongeschikt is om de
functie te vervullen of als hij liever een
gewoon leven leidt, nou: dan hebben we
nog altijd twee reserves op de bank zit
ten. Geen probleem".
Een monarchie, zal kroonprins Willem-
eatrix Wilhelmina
Armgard werd op 31 januari 1938 ge
boren op paleis Soestdijk in Baarn,
als eerste kind van prinses Juliana
en prins Bernhard. In de Grote of St.
Jacobskerk te Den Haag werd ze eni
ge maanden later gedoopt. De naam
Beatrix („Zij die geluk brengt") is
gekozen, zo vertelde de vader, „om
dat de prinses en ik graag de naam
een voorteken willen laten zijn".
Lang zou Beatrix niet op Nederland
se bodem blijven. Bij het uitbreken
van de Tweede Wereldoorlog vlucht
ten haar ouders met haar en haar
zusje Irene naar Engeland, vanwaar,
zemet haar moeder en Irene naar
Ottawa in Canada doorreisde. Als
meisje van 7 jaar keerde ze in augus
tus 1945 in Nederland terug en leer
de haar land toen pas goed kennen.
In Canada had Beatrix een school
voor voorbereidend en lager onder
wijs bezocht. In Nederland werd het
iets geheel nieuws, de Werkplaats
van onderwijspedagoog Kees Boeke
in Bilthoven. Ze ontmoette daar kin
deren uit verschillende milieus.
Daarna volgde Beatrix een gymnasi
umopleiding aan wat later het „In-
crementum" van het Baarnse Ly
ceum is geworden.
In september 1956 liet Beatrix zich
inschrijven aan de Rijksuniversiteit
te Leiden. Ze nam deel aan het novi-
tiaat van de Vereniging van Vrouwe
lijke Studenten. Beatrix volgde alge
mene en privé-colleges in theoreti
sche en toegepaste sociologie, rechts-
lang geduurd eigenlijk tot aan de
Tweede Wereldoorlog voordat we
ontdekten dat het maatschappelijk ge
beuren niet het gevolg is van een na
tuurlijke ordening waarin rangen en
standen hun vaste plaats hebben, maar
een veranderlijk, evoluerend geheel.
Toen we echter die ontdekking eenmaal
hadden gedaan, brak het inzicht door dat
ook de positie van de monarch verander
lijk kon zijn; dat hij louter op de troon
zat omdat daarover in de loop van de
historie bepaalde afspraken waren ge
maakt. „De zonden van zo'n Willen III
of prins Hendrik konden straffeloos pas
seren", zegt dr. 't Hart, „want ze beli
chaamden een instituut als zodanig
waaraan niet te tornen viel, ongeacht de
persoon. Maar nu stoelt het koningschap
veel meer op degene die het vervult. Ze
is er dus erg afhankelijk van of ze het
goed doet. Ze kan er niet met de pet
naar gooien" (De vrouwelijke vorm,
wordt hier uiteraard gebruikt omdat het
op Beatrix slaat. Voor kroonprins Wil
lem-Alexander of een andere troonop
volger zal straks hetzelfde gelden, wel
licht nog in verhevigde mate).
en heipaal tenslotte die ons
bestel bijna evenzeer begint te stutten als
Drees senior: zelf senior, wie anders dan
prof. W. F. de Gaay Fortman? Vertrou
weling van Juliana. Zijn visie: „In ons
systeem loop je heel weinig risico met
een erfelijke koning. Een vorst kan,
zoals ieder mens, fouten maken, heel
ernstige zelfs, en dat zou kunnen leiden
tot abdicatie. Maar dat zoiets op zichzelf
het staatkundig systeem zou schokken,
zou ik niet bij voorbaat willen zeggen. Of
ik belangrijke voordelen zie in de mo
narchie? Nee. Met zijn gezond verstand
is ieder mens toch republikein? Dit sy
steem is hier alleen zo vast geworteld
doordat ik heb al zo vaak hetzelfde
gezegd dat ik bijna niet meer durf er
zo'n nauwe relatie bestaat tussen het ko
ninklijk huis en dit land. Ik spreek niet
de hevige crises tegen. Maar zoiets kun
je met een president ook beleven. Die
heeft in de regel ook familie. Met de
vrouw van een president kun je ook van
alles meemaken. Of met de echtgenoot,
als een vrouw president is. En met hun
kinderen. Dat vind ik geen principieel
verschil".
PIET SNOEREN
voor de republiek, dan moet Juliana pre
sident worden".
Uit een recent Nederlands onderzoek
blijkt: 42 procent van de bevolking
denkt dat Beatrix minder dicht bij de
massa zal staan dan haar moeder, 46 pro
cent verwacht dat ze minder hartelijk
zal zijn en 35 procent geeft als zijn me
ning dat ze meer vormelijk zal optreden.
Dr. 't Hart: „Inderdaad. Ze is zo gewoon;
dat maakt de populariteit van Juliana
uit. Beatrix zal het er heus wel moeilijk
mee krijgen. Het is niet simpel een ge
liefde figuur op te volgen. Heeft ze ge
voel voor de dingen die de mensen be
langrijk vinden, en kan ze dat naar bui
ten brengen? Bij een ramp komen kijken
omdat je moet, of laten zien dat je we
zenlijk geschokt en betrokken bent; daar
zit een heel verschil. Als Beatrix dezelf
de betrokkenheid heeft als haar moeder,
en net zo open en belangstellend onder
de mensen staat, dan zal het Nederland
se volk bereid zijn veel te accepteren,
van haar en van haar kinderen".
Het heeft in Nederland verschrikkelijk
Dr. Harm 't Hart: „Het is niet simpel een
geliefde figuur op te volgen../'