„Een liter olie maakt miljoen liter water onbruikbaar voor consumptie" Boeiend concert in Kapelzaal ü0' *o(!). Kanten en Kazuifels (2) :TAD/ REGIOLEIDSE COURANT DONDERDAG 24 APRIL 1980 PAGINA 5 LEIDEN De concerten in de Kapelzaal van het K O- gebouw vallen vaak op door hun programmakeuze en zou den alleen hierom al meer be langstelling verdienen dan doorgaans het geval is. De ba riton Peter Goedhart, begeleid door de pianist Gérard van Blerk, zong en becommenta rieerde van zes Nederlandse componisten liederen, die men zelden zal kunnen horen. Ove rigens ten onrechte, want men kon gisteravond genieten van uiterst verfijnde en geïnspi reerde liedkunst. Van de meest recente compo nist, Henk Badings, waren twee liederen te beluisteren, van een donkere toon, die naar mijn smaak in de vertol king iets te veel werd aange dikt. Badings' leermeester Pij per schreef bij twee middelne- derlandse tekstén exacte, maar subtiel geconstrueerde muziek, die de bariton met de vereiste helderheid bracht. Invloed van het Franse impressionis me was aanwezig in de liede ren van Voormolen en in „Claire de Lune" van Diepen- brock. Verrassend was het derde lied van deze componist, dat terug leek te grijpen naar Schubert of Schumann. Deze veelheid van stijlen be naderde Peter Goedhart op consequente wijze. Als ken merken van zijn zangkunst kunnen genoemd worden zorgvuldigheid, een intelligen te en epressieve voordracht en een weloverwogen, soms wat ingetogen muzikaliteit. In de klank echter miste ik een ze kere mate van diepte die aan de muziek wat meer innigheid had kunnen geven. Deze di mensie was wel terug te vin den in dp werkelijk schitteren de begeleiding van Gérard van Blerk, die in subtiliteit en hel derheid goed aansloot bij de zangstem, maar tevens een in spirerende kracht wist uit te oefenen. Het recital eindigde met de componist die in stijl het meest ouderwets genoemd kan wor den. De liederen van Johan Wagenaar vormden een kort en luchtig slot Door de zes componisten tegenover elkaar te stellen, bood dit concert een interessant en, nogmaals, ten onrechte onbekend stukje Ne derlandse muziekgeschiedenis. DIRK VOOREN Het Bedrog intensief toneel LEIDEN Het nieuwste stuk van Harold Pinter heet „Het Bedrog" en lijkt op het eerste gezicht ook over bedrog te gaan. Emma heeft jarenlang haar man bedrogen met zijn beste vriend Jerry. De echtge noot op zijn beurt heeft met verscheidene dames een affai re gehad. Het stuk loopt van achter naar voren; het begint met de ont moeting van Emma en Jerry nadat hun verhouding al jaren voorbij is, en eindigt met het moment waarop die verhou ding aanvangt. Gaandeweg krijgt het publiek steeds, meer informatie over het gebeurde. Maar hoe meer het publiek te weten komt, hoe minder de personages we ten, daar zij steeds verder te ruggaan in de tijd. Er zijn ech ter dingen die niet met elkaar te rijmen zijn; van belangrijke momenten geven de persona ges verschillende, elkaar te gensprekende versies. Aan het publiek is de opdracht te bepa len wiens versie de meest waarschijnlijke is, en wie die gefantaseerd heeft. De handleiding in Pinters stukken bestaat niet uit wat de personages doen en zeggen, maar uit wat zij niet doen of zeggen. De actie vindt plaats in de personages zelf, in hun geest. De pauzes in'de gesprekr ken zijn bij Pinter van groot belang en hebben veel beteke nis. Uit te vinden wat er in de persQnages omging, wat hun werkelijke gedachten en le venshouding waren, was de opdracht die de schrijver aan het publiek gaf. Ook voor de bijzondere struc tuur eiste het stuk aldus een zeer intense betrokkenheid van het publiek. Het schouwburgpubliek was gisteravond geheel bereid die aandacht te geven. In een bij zonder fraai en effectief dekor speelden Siem Vroom, Sigrid Koetse en Eric Schneider op een manier die het stuk volle dig recht deed: droog, inge houden en intensief. De regie had alle franje achterwege ge laten, en zich geconcentreerd op de steeds wisselende ver houding tussen de drie perso nages. Want uiteindelijk be stond het bedrog niet uit Em ma's ontrouw, maar uit de be- driegerijtjes, fantasieën, waar mee de personages zich een houding probeerden te geven en zich anders voor te doen dan ze waren. In de gave voorstelling van het Publieks- theater kwam dit uitstekend naar voren. Op dinsdag 13 mei komt de Haagse Comedie met haar versie van het stuk. Jacqueline Mahieu Over de Petruskerk- gespro ken: vorige week schreef ik. dat de kelk van wijlen Petrus- kerkpastoor Beukers uit het bezit van de Lodewijkskerk was verkocht. Dat was onjuist. Er is wel liturgisch vaatwerk verkocht uit oudere tijden dan de Beukerskelk, maar de kelk is er nog. Dank aan Jan Ding jan, die het me mogelijk maak te om die fout te herstellen. Ik zit nu met u midden in de beeldenstorm van onze twin tigste eeuw, of beter gezegd: ik zit er nog, want vorige week bereikten we de ontluistering al. Nu til ik niet zo heel erg zwaar aan die twintigste eeuwse beeldenstorm, aange zien iedere eeuw in de jaren zestig een beeldenstorm kent, de negentiende eeuw net zo goed als de zestiende, de ne gende of de eerste. Om dicht bij huis te blijven: in de jaren zestig van de negentiende eeuw werden de Leidse stads muren en bijna alle poorten afgebroken. Aktie is reaktie, dus wordt er in de twintigste eeuw een stadswal aangelegd bij de Zijlpoort uit historisch besef. Bij de resauratie tussen aanhalingstekens van de Lo dewijkskerk werd uit gebrek aan historisch besef een tekst in de ronding van de altaaro verkoepeling weggewit. Daar stond namelijk, dat dat altaar het privilege bezat om er iede re dag de Mis aan te laten le zen. „Nou, dat kan wel weg, want aan ieder altaar mag ie dere dag de Mis gelezen wor den" zei de bouwpastoor en dus ging de witkwast er over heen. Maar de pastoor vergat bij het wat optrekken van zijn albe op feestdagen, zodat de parochianen zijn paarse kanu- nikkensokken wat beter kon den zien, dat dat privilege her innerde aan een vijf eeuwen oude traditie en dat die tekst bij een restauratie gerestau reerd had moeten worden. Na Vaticanum 2 wordt er aan dat altaar geenMis meer gelezen en wanneer de kerk over vijf tig jaar gerestaureerd wordt, doet een restaurateur de ont dekking van zijn leven bij het afkrassen van de witlaag. „Er zit een tekst onder" zal hij dan roepen, „waarom hebben ze die ooit weggeverfd?" Een vraag van gelijke strek king werd ook gesteld toen in die kerk een zwart altaarkruis een overgeverfde bladgoud - ondergrond bleek te hebben, „waarom zouden ze dat nou gedaan hebben?" Dat men dat in de negentiende eeuw ge daan heeft om een belasting te ontduiken, was onbekend. In wezen was dat overschilderen een beeldenstorm. En wat ge beurt er bij de restauratie van de Lodewijkskerk? Een eiken houten communiebank en het hele orgel front van hetzelfde materiaal wordt overgeschil derd. de houten beelden van Maria en Jozef ter weerszijden van het altaar krijgen een nieuw verfje en men gaat over tot de orde van de dag, zich niet afvragend wat voor cul tuurbezit er op die manier be dorven wordt. Uit de Harte- LEIDEN De provincie Zuid- Holland start eind deze maand een omvangrijke actie om ongebruikte ondergrondse olietanks in de provinciale waterwingebieden onschadelijk te maken. Het eerste actiegebied, dat voor dit jaar is gekozen op grond van enerzijds de grote doorlaatbaarheid van het zand en anderzijds om de grote concentratie tanks, wordt (zie vet-omiijnd gebied op foto) begrensd door de kust bij de pier van Scheveningen, en loopt zo'n tweeëneenhalve kilometer landinwaarts. In dit gebied zitten rond de vijfhonderd ongebruikte olietanks in de grond, die, volgens milieu-gedeputeerde J. Hoek van Dijke en de heer Stellingwerf van Provinciale Waterstaat, een regelrechte bedreiging vormen voor de waterwingebieden in de directe omgeving. De actie (olietank leeghalen, schoonmaken en opvullen met zand) is gratis en vrijwillig, hoewel over een aantal jaren de bezitters van een niet- schoongemaakte tank nog wel eens een lelijke pijp kunnen roken. „Tegen die tijd dient de eigenaar zelf het hele ritueel van het onschadelijk maken te betalen", luidt de waarschuwing in de folder, die deze week in het betreffende Haagse gebied wordt rondgedeeld. het bestaat een soort wet in de odewereld, die leert, dat hoe whter de welvaart is, hoe nger de dam&rokken zijn. et leek ons dus naar den vle- te gaan toen de kloosterzus- rs in het kort gingen lopeh. och kijkt en ziet: ineens wor- 'n langere rokken mode en en ging het in de Kerk snel rgafwaarts en kreeg de le- 'nwereld vat op dingen, die tijd een wat geheiligde sfeer idden gedragen. De lange ro- 'nkransen van de klooster- igen werd af gegespt en /ert rompt liepen de hippies met pril ote rozenkranskruizen om rste 1 nek te pronken. Ziet u nu, d 2. ,f aktie reaktie oproept? In rabant staat een klooster irvan het oprijpad is aange- Émet het gips van wegge- de heiligenbeelden en nu latste der reverendi bij het aten van het klooster het ent heeft uitgedaan (om met ons Jansen te spreken) staan aats e beelden in de uitdragers- lise€ inkel en betaal je je blauw enii in een afgietsel van een 1J 'rststalherder, die zó onper- onlijk kijkt, dat hij elders d 8 oor de heilige Jozef kan b oorgaan. Niet zo lang geleden ond er in een Haarlemmer- raatetalage een koorkap met Mprijzing: „hippe ochtend- s '- Gegarandeerd: wanneer r> jji et de inmiddels uit de Petrus- ïïochiecollectie verdwenen oze koorkap was geweest, had c het ding gekocht om rede- mot en' ^'e u ze^ maar moet uit- tnken, maar niet om hem als J. "htendjas te gaan gebrui- PROVINCIE START ANTI-TANKACTIE De Provinciale Waterstaat wil met een omvangrijke anti-tankactie de 10.000 ondergrondse olietanks in het Wasse- naarse duingebied onschadelijk maken, bezorgd als zij is voor de waterwingebieden. Kazuifel van de Petrusparochie, door een pastoor gekocht bij een antiquair. brug verdwijnt gewoon de communiebank „want dat ding gebruiken we toch niet meer". Dat je over de geschiedenis van dié communiebank een boeiende roman kunt schrij ven, weet een pastoor toch im mers niet? Weg die oude rommel" is de leus. Wanneer de schaar in de lengte van het zustershabijt gaat, lijkt het hek van de Dam te zijn. In een Amsterdamse pastorie ik lieg niet, want ik heb er zelf gewoond kan een werkster stof af nemen met lappen vol gouddraad, afkomstig van pa ramenten en verdwijnt een vaandel naar het huis van een dochter van een kerkmeester, aangezien de kleur van de jurk van Sin te Liduina zo „beeldig" in haar interieur kleurde en verschijnen er plastic 'paarse seringen op Pinksteren op het altaar, aan gezien een andere kerkmees ter in die rommel handelde. Maar zulke ruim maar op die oude rommel" is niets nieuws. Het kazuifel waarvan u hier een afbeelding ziet, is ook niet van origine bezit van de Pe trusparochie. Het is door een pastoor gekocht bij een anti quair en in de negentiende eeuw zijn er paramenten voor diaken en subdiaken bijge maakt. Die „oude rommel" kun je tegenwoordig natuur lijk niet meer dragen, want ook in liturgisch gewaad is een zekere mode: de vioolkist is „out" en de kofel is „in"; an tiek is ook „in". Wanneer u het mij zou vragen, zou ik ron duit zeggen, dat ik liever tegen een borduursel uit de zestiende eeuw aankijk dan tegen een twintigste eeuws figuratief fantasietje op een ondergrond van „voordeliger per dozijn". Wil de echte pastoor, die dat inziet, opstaan en oud cultuur goed niet tot museumstuk ma ken, maar den volke liturgisch tonen. Jan Doove De provincie is niet op korte terfnijn van plan om ook in het Katwijkse en Noordwijkse wa terwingebied een dergelijke actie te starten. Dit gebied zal pas na tien jaar aan de beurt komen, omdat er verhoudingsgewijs erg weinig (onge bruikte) olietanks te vinden zijn. De Zuidhollandse 'anti-tankactie' in Utrecht 'Operatie Tankslag' genoemd krijgt in vele provincies van het land hoogstwaarschijnlijk navolging. In Groningen. Drenthe, Overijssel, Gelderland en Noord-Holland zijn al geruime tijd discussies aan de gang over het olietankpro- bleem, hoewel de provincie Zuid-Holland in de praktische uitvoering duidelijk voorop loopt. Van de circa 11.500 tanks, die in Zuid-Holland bekend zijn, liggen ongeveer 10.000 stuks in Haagse en Wassenaarse grond, van welke hoe veelheid zo'n 6000 olietanks (2000 in Den Haag en 3000 in Wassenaar) niet meer worden ge bruikt. Omdat de levensduur van een olietank beperkt is, leveren al de tanks, die nog in de grond zitten, een direct gevaar op voor de wa terwingebieden in Zuid-Holland. Olielucht ,,Een liter doorgelekte olie kan één miljoen li ter grondwater onbruikbaar maken voor con sumptie", wijst de heer Hoek van Dijke op de risico's voor de kwetsbare grondwaterkwaliteit. „Dat op zich zou de mensen al enthousiast moe ten maken om aan deze actie mee te doen". De tanks gaan namelijk na verloop van tijd roes ten, hoe lang de levensduur van de tank ook moge zijn. De heer Stellingwerf van Provincia le Waterstaat: „De levensduur van veel oudere tanks, die nu vaak sinds de grote omschakeling op aardgas ongebruikt in de grond zitten, kan globaal op vijftien tot twintig jaar worden ge schat. Veel van deze tanks kunnen lek zijn, met alle gevolgen van dien voor de kwaliteit van het grondwater" De heer Schellingwerf wijst in dit verband op een geval, waarin bewoners hebben geklaagd over een sterke olielucht in de tuin. Waterstaat kreeg toen het sterke vermoe den, dat een olietank was gaan lekken, waar door de oliefilm op het door regenval gestegen grondwater omhoog moest zijn gedreven, het geen de olielucht verklaarde. De actie, die naar de provincie hoopt niet lan ger dan tien jaar in beslag gaat nemen de zorgelijke financiële positie van de provincie Zuid-Holland laat weinig begrotingsruimte toe kan lucratief zijn voor de mensen, die zich op vrijwillige wijze bij de provincie aanmelden. De provincie heeft in 1980 voor het omvangrij ke project, dat zeker een tiental jaren in beslag gaat nemen, 300.000 gulden beschikbaar. Gede puteerde Hoek van Dijke had graag gezien, dat dit bedrag hoger was geweest, mede omdat „de waterkwaliteit in wingebieden door de affaire Lekkerkerk in het brandpunt van de belang stelling is komen te staan". „Wanneer het op de begroting van 1980 beschikbare bedrag hoger was geweest, zou de grote 'tankschoonmaak' aanmerkelijk sneller kunnen verlopen", aldus de heer Hoek van Dijke. Wettelijke aansprakelijkheid De provincie heeft speciaal voor deze actie een Wassenaarse aannemer in de arm genomen, die met de eigenaars van eventueel onschadelijk te maken tanks een 'deal' kan maken over de in de tank overgebleven olie. Is dit meer dan hon- derd liter, dan valt er voor de bewoners nog een slaatje uit te slaan. Bij een kleinere hoe veelheid hoeft men niet op een voordeeltje te rekenen. Hoewel..de provincie waarschuwt in de folder op de wettelijke aansprakelijkheid van de bezitter van een lekkende ondergrondse olietank in een waterwingebied. „Als de door olie vervuilde grond moet worden weggegra- ven, kan die schade al gauw in de tienduizen den guldens lopen, waarvoor de meeste mensen vaak niet zijn verzekerd", luidt een voor vele portemonnees onaangename mededeling in de folder. Wassenaar Als de provincie met het Haagse gebied klaar is, komt Wassenaar aan de beurt. Voor het hele gebied Den Haag/Wassenaar heeft Provinciale Waterstaat een meerjarenplan opgesteld, dat af hangt van de budgettaire ruimte, die de provin cie in de komende jaren heeft. Het gaat, wat Wassenaar betreft, alleen om het gedeelte dat buiten het duingebied valt. In dit gebied (licht op de kaart) was het allang verboden om een tank met olie in de tuin te hebben. Enkele be woners in het waterwingebied bij Kievietsduin hebben een AROB-procedure verloren, zodat zij werden gedwongen over te gaan op gas voor hun centrale verwarming. De provincie hoopt dat velen aan de oproep gevolg geven, zodat in de toekomst zo weinig mogelijk mensen ver plicht op gas hoeven over te gaan. Hoewel bin nen de provincie wel is gesproken over een te gemoetkoming voor de tankgebruikers buiten het uiterst kwetsbare Kievietsduin, die om mi lieuredenen op gasverwarming overgaan, heeft men daaromtrent nog geen concrete regeling bepaald. Een dergelijke regeling valt volgens milieu-gedeputeerde Hoek van Dijke voorlopig ook niet te verwachten. Overzichtskaart van het Wassenaarse waterwingebied. De jaartallen waarin men verwacht de tankslag te kunnen leveren, staan bij de respectievelijke gebieden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 5