een tobber Een topper en GEORG KESSLER ,Een trainer moet het voorbeeld geven' HANS ALLEMAN ,lk ben blij dat ik Amersfoort kan verlaten' SPORT ALKMAAR - „Ik ben trainer van mijn vak. Ik ben bondscoach geweest in Ne derland, assistent-bondscoach in Duits land, heb ook in België en Oostenrijk gewerkt, maar ik weet dat ze me zo kunnen wegschoppen. Dan kan ik niet bij Wastora of Albert Heijn gaan werken. Om te werken heb ik een club nodig. Zo niet, dan ben ik zonder werk. Een trai ner is daarvan doordrongen. Met een profvoetballer ligt dat anders. Hij heeft voetbal als vak, maar dat beseffen ze niet allemaal. Ik heb wel eens de indruk dat ze het niet serieus nemen, in die zin dat ze niet ten volle beseffen dat voet baller net zo goed een vak is als welk ander. Aan de andere kant wordt van een semi-prof ook verwacht dat hij zich gedraagt als een full-prof. Dat kan niet, net zo min als een trainer dat kan indien hij niet ten volle bij zijn vak is betrok ken. Er zijn trainers die in de ochtendu ren een baan hebben en dan in de mid dag training geven. Dan ben je niet he lemaal bij je vak betrokken." „In Engeland gedragen full-profs zich ook als zodanig, meer nog dan in West-Duits- land waar toch zo'n grote discipline is. Maar ik moet zeggen dat in Nederland veel is verbeterd gedurende de vijfentwin tig jaar betaald voetbal. Het besef dringt hoe langer hoe meer door. Een full-prof moet, evenals een trainer, de hele dag bezig zijn met zijn vak, van de ochtend tot de avond." „Een vak legt verplichtingen op, ook dat van voetballer en trainer. Ik eis van mijn spelers dat ze op een bepaalde tijd in de kleedkamer zijn voor de training of de wedstrijd. En als ik zeg twee uur, dan is dat ook twee uur. Zelf ben ik er dan al een half uur eerder. Ik wil niet dat in de bus wordt gerookt. Dan kan ik natuurlijk niet zelf een sigaret opsteken. Misschien drie of vier keer per seizoen ga ik na een wedstrijd naar de bestuurskamer van AZ'67. Als trainer kun je daar niet staan drinken. Je moet het voorbeeld geven. Dus ik rook niet, ik drink niet, ik ga hele maal in mijn vak op." „Elke maandag besteed ik enige uren aan het bijwerken van een cahier waarin ik de opstellingen van de andere ploegen bij houd. Daar leer je veel van. Je ziet waar de moeilijkheden van de trainer van een andere club liggen. Dan verdiep ik me daarin. Ik ontdek bijvoorbeeld met welke plaats of linie trainer Jezek van Feye- noord moeite heeft. Dan ga ik voor mezelf na hoe ik het zou oplossen. Als ik Feye- noord ga bekijken, zie ik of ik het goed heb gehad of dat Jezek toch een andere oplossing heeft gevonden." „Die opstellingen haal ik uit de kranten. Ik ben geabonneerd op de Telegraaf, de re gionale kranten in Alkmaar en omgeving. Der Kicker, Sport Zürich en France Sport, de laatste bladen om van de ontwikkelin gen in het buitenland op de hoogte te blij ven. Als-we met AZ Europees voetbal spelen, moet je weten waar je het over hebt. Europees voetbal is belangrijk voor de club. Men leert je in het buitenland kennen als je seizoenen achter elkaar in een Europees toernooi speelt. AZ wil ze ker wel kampioen worden, maar het is mij nooit als opdracht gegeven. Toen ik voor het seizoen 1978-1979 hier kwam, is me niet gezegd dat we kampioen moesten worden, wel dat AZ in het Europees voet bal vertegenwoordigd moet zijn en dat ik de opleiding van de jeugd ter hand moet nemen. Jonge speiers uit eigen gelederen opkweken. Spelers ais Weijsters, Reijn- ders, Van der Meer en Schouwenaar-wer den rijp voor het eerste team. Ja, Schou wenaar gaat weg. Dat is goed voor zijn ontwikkeling en het brengt ook nog geld in de kas. Je weet dat er het risico is dat ze verdwijnen als je ze hebt opgeleid. Hoort bij je vak en daar moet je niet moeilijk over doen." „Er zijn andere dingen, die me meer ra ken. Er werd gepubliceerd dat we dit sei zoen veel minder toeschouwers trokken. Elke donderdagmiddag hebben we hier een persconferentie en onlangs hebben we de cijfers bekend gemaakt. We draaien dit seizoen financieel beter dan het vorige. Het is ook niet waar dat de mensen wegblijven. Het toeschouwer saantal is gemiddeld hetzelfde gebleven maar er kwam wel meer geld in kas. We hadden een staantribune met plaatsen van f. 7,50. Daar zijn kuipstoeltjes neerge zet. Een plaats kost nu 17,50. Met zo'n duizend plaatsen minder werd toch meer entree ontvangen." Fatsoen „Ach, er wordt zo veel geschreven. Kritiek is goed en daar kan ik best tegen, ik heb tenslotte al jaren in diverse landen als coach gewerkt en dan wen je eraan, maar er moeten geen onwaarheden worden ge publiceerd en men moet het fatsoen be waren. Fatsoen staat bij mij zeer hoog aangeschreven. Ik kom zelf uit een ge woon arbeidersgezin. Toen ik vierëneen- half jaar was, stierf mijn vader, een Duit ser. Mijn moeder, een Nederlandse, her trouwde met een Nederlander, zijn naam is Rutten. een destijds in Limburg beken de en goede voetballer. Hij werkte 42 jaar ondergronds in de mijnen. Hij heeft me opgevoed, niet belerend maar hij deed me, gewoon in het dagelijks leven, alles voor. Hij. was fatsoenlijk van zichzelf." „Nu zie ik jongens, die, net als ik, uit een gewoon gezin afkomstig zijn en die op voeding om de een of andere manier niet hebben genoten. Als we ergens in een restaurant zijn - en ik wil dat we met de ploeg in een goede gelegenheid verblijven - krijgen ze een batterij vorken en messen en lepels naast en boven hun bord. Dan kijken ze hoe ik het doe, want ze weten het niet. Dan zeg ik alleen: „Je begint met de buitenste vork en mes en zo naar bin nen toe." Meer niet. Noem dat geen op voeding maar een stukje sociale begelei ding want dat hoort ook bij het vak van trainer. Ik ga geen lesje in eten geven. Ik eis wel dat ze zich netjes gedragen aan tafel." „Ik zal ook niet een speler uitkafferen die tijdens de training iets verkeerds doet. Ik zal hem dat rustig zeggen en niet voor de hele groep voor schut zetten. Ik vind dat een kwestie van fatsoen. Ik heb er ook geen moeite mee als ik „de ernstige" of „de strenge" wordt genoemd. Maar het grieft me als ik word vergeleken met de nazi Kessler uit de tv-serie Geheim Com mando. Dat vind ik onfatsoenlijk. Ik kan me voorstellen dat er zijn die me, om wel^ ke reden dan ook, niet mogen. Maar ze moeten me wel als coach beoordelen en de rest erbuiten laten. Ik leef netjes, ik doe mijn werk zo goed mogelijk, en daar gaat het om." Dat kan niet „Fatsoen is zo belangrijk. Ik was bonds coach toen Vaclav Jezek naar Nederland kwam als trainer. Daarvoor moest hij een proef afleggen. Plooyer, De Vroet en Blok - ze zijn nog in dienst van de KNVB - wa ren erbij. Je kunt zo'n man, die bonds coach was van Tsjechó-Slowakije, niet een examen afnemen. Dat kan gewoon niet. dat moet je aanvoelen. Een kwestie van fatsoen. Ik heb dan ook niet meer ge daan dan een tijdje met hem zitten praten en hem meegedeeld dat er geen bezwaar tegen was dat hij in Nederland trainer zou worden. Voor die benadering is hij me al tijd dankbaar gebleven. Maar het was niets bijzonders. Zo hoort het." „Nog steeds heb ik een goede relatie met Jezek. De grote trainers haal je er zo uit. Happel is er zo een. Happel is de norm. Of hij in België, Nederland, Rusland of Amerika traint, hij staat er. Hij is de trai ner en past zich niet aan de mentaliteit van de bevolking van het land aan. Hap pel is de norm, niet de mensen met wie en het land waar hij werkt. Dat is groots. Je zult hem ook nooit horen schreeu- „Je moet iemand in zijn waarde laten, al zullen er altijd zijn, die ondergewaardeerd worden. Onze doelman, Eddy Treytel, is er zo één. Hij verdient zeker vier tot zes punten voor ons in een seizoen. Boven dien een gouden kerel en iemand die se rieus zijn vak uitoefent. Ik heb hem, toen ik bondscoach was, in het Nederlands elf tal gezet, tegen Bulgarije. Ik zeg dat niet - en iemand die me kent weet dat - omdat ik een opschepper zou zijn. Ik wil best toegeven als ik het verkeerd heb gedaan. Ik heb eens een aanbieding aangenomen omdat ik dacht: het is toch wel erg veel geld dat wordt geboden. Ik heb het ge daan, maar in mijn werk heb ik niet die voldoening gevonden." „Ik heb ook een aanbieding gehad van New York Cosmos. Ben ik niet op inge gaan. Ik werk niet alleen voor het geld en ik betwijfel of ik daar wel voldoening in mijn werk zal kunnen vinden. Maar het voornaamste was dat ik niet zo ver weg wil. Mijn moedertje, die in Sittard woont, is 76 jaar en haar gezondheid is niet zo best. We hebben een speciale band. We hebben in de Nazitijd samen veel meege maakt. Ik ben liever dicht bij Sittard om naar haar toe te kunnen als het nodig is dan ver weg om veel geld te verdienen. Ook zij bindt me strak aan Nederland, dat ik in alle oprechtheid een fijn land vind om te werken." HERMAN VAN BERGEM AMERSFOORT - Welgemoed en vooral opgelucht is Hans Alleman met het af tellen begonnen. Tot 30 juni zal hij nog te boek staan als de trainer van SC Amersfoort, daarna verkast hij naar noordelijker dreven om Veendam van oefenstof te gaan voorzien. Twee jaren, hoofdzakelijk gevuld met kommer en kwel, heeft hij er dan op zitten bij de club, die met riante voorsprong de zwakste in het vaderlandse betaalde - maar soms zo amateuristisch opge zette en geleide - voetbalwereldje ge noemd mag worden. Uit een momentopname blijkt dat de hoofdmacht van SC Amersfoort nu nog steeds de ranglijst van de eerste divisie sluit - de ploeg torst overigens al vanaf het begin van de competitie, 28 wedstrij den geleden, de rode lantaarn - met het schamele totaal van welgeteld zeven pun ten. Slechts één keer moest de Amers- foortse penningmeester diep in de geld buidel tasten om een overwinningspremie uit te keren na een overigens knappe zege op Fortuna in Sittard en vijfmaal rin kelde de kassabei voor een gelijkspel. Met het toekomstteam is het al niet veel beter gesteld: zes punten uit zeventien wedstrijden en eveneens een laatste plaats. En ook op een derde „ranglijst" staat de door onmetelijk veel interne twis ten verscheurde vereniging met afstand onderaan, namelijk in het klassement om de Fair Play Cup. Geen wonder dus dat Hans Alleman bijna handenwringend klaar staat om straks het overigens helemaal niet onaantrekkelijk gelegen stadionnetje Birkhoven de rug toe te keren. Ver weg van alle conflicten en intriges, van allerlei hele toespelingen en halve toezeggingen, kan hij dan in Veendam gaan proberen zijn - buiten zijn schuld - aardig gedeukte en geblutste imago van trainer in het betaalde voetbal wat te repareren. Mag hij, in een aanmer kelijk aangenamer werkklimaat, pogen om eenzelfde staat van dienst op te bou wen als destijds bij PEC Zwolle. Twee seizoenen geleden stond Hans Alle man te popelen om, na een éénjarig ver blijf in de amateursector bij de hoofdklas ser Rohda uit Raalte, de mouwen op te stropen en er eens lekker tegenaan te gaan bij SC Amersfoort, overigens ook toen al laatste. Met de vooral bij PEC Zwolle opgedane kennis en met een fikse portie idealisme zou er daar wel wat te bereiken zijn, redeneerde hij. Prille begin Terugblikkend naar dat prille begin zegt hij nu: „Toen ik bij SC Amersfoort begon dacht ik: daar til ik die tafel wel even van de grond. En zonder daarbij direct aan een periode-kampioenschap of iets der gelijks te denken had ik mezelf ten doel gesteld dat we in ieder geval richting mid denmoot zouden gaan. Om dat te berei ken gaf ik mezelf twee jaar de tijd". „Was dan gebleken dat we in die periode wel een behoorlijk eind van die laatste plaats vandaan waren gekomen, dan zou ik uiteraard mijn goede naam als trainer wel bewaard hebben. Nu is een aardig deel van die reputatie weg. Is ook wel be grijpelijk. Voetbal is immers nog steeds een volkssport en Jan met de Pet, waar we het toch wel van moeten hebben, kijkt alleen maar naar de uitslagen en de stand op de ranglijst. Nou kan ik wel allerlei mooie verhalen gaan ophangen, maar zo is het wel. En dan komt het er wel op neer dat die Jan met de Pet zegt: Alleman is een waardeloze trainer, die kan er geen zak van. Want wie staat er onderaan? Ja wel, dat is Alleman met SC Amersfoort". „Dat ligt inderdaad erg simpel, maar op een gegeven moment gaat het wel aan je vreten", vervolgt Alleman. „In het begin nog niet eens zo erg, want je weet toch wel dat het bij je vak hoort en die hele trainerij lijkt vaak op een ongeneeslijke ziekte, 's Morgens ga je dan maar weer met goede moed aan het werk, maar als je dan vrijwel dagelijks tik op tik krijgt, or ganisatorisch gezien bedoel ik, ja, dan wordt het op een gegeven moment alle maal te veel. Geestelijk heb ik een bijzon der zware periode achter de rug en vooral zo eind december, januari heb ik dat heel goed gevoeld". „Toen heb ik inderdaad wel eens met de gedachte gespeeld om de hele handel maar in de steek te laten en er een punt achter te zetten. Te meer daar het op een gegeven moment ook in je gezin terecht komt en daar heb ik altijd voor willen wa ken, omdat ik dit dierbare stuk van m'n leven erg graag wilde behouden. En als op een gegeven moment je kinderen hui lend thuis komen omdat ze op school ge pest zijn met hun vader, daar bedoel ik dus mee met zijn verrichtingen als trainer, dan ben je zo'n beetje ten einde raad. Ik weet dat het misschien een beetje onsym pathiek klinkt, maar ik ben echt blij dat ik de boel hier in Amersfoort kan gaan ver laten". Geen tijd De eerste signalen, dat er bij SC Amers foort iets niet lekker zat kreeg Hans Alle man vanuit het bestuur door. Aanvanke lijk was er zo veel werk te doen dat hij ei genlijk geen tijd had om over enkele an dere zaken na te denken, lette hij ook niet zo op bepaalde dingen. TotdatAlle man: „Eerst ging alles nog vrij redelijk, totdat ik wat rfieer met het bestuur ging praten. De mensen, die er toen zaten,, wimpelden alles af. Als er over nieuwe spelers gepraat werd zeiden ze: ach jon gen, maak je nou maar niet zo druk, zon dag staan er toch wel elf poppetjes in de wei. Of ze zeiden: wat maakt het ook uit, er moet er toch één onderaan staan en laten wij dat dan maar zijn". „Echt, zulke dingen gebeurden er en dan ga je je op een gegeven moment wel af vragen waar je eigenlijk mee bezig bent. Ja, en toen kwam er tot overmaat van ontü wtii ramp nog die zaak met Heinz Stuy. Die wilde ik graag bij ons binnen halen omda Rotte onze doelman Rini Sprangers nogal wa moeilijkheden had in het eerste jaar dc hij bij ons was. Maar wat bleek: er m geen geld voor Heinz Stuy. Er moest vij duizend gulden op tafel komen. Dat is niet, zeiden ze van het bestuur, en daa kon ik uiteraard wel begrip voor opbren gen. Over die zaak verscheen een be richtje hier in de krant en daarop reageei de Hans Vahstal, op dit moment nog on: sponsor. Een bestuurslid toen, ene Buuri ma, bleek ergens familiebanden met Val stal te onderhouden en zo is die er vai lieverlee bij ons tussen gekomen". Meer tikken Veel tegenwerking „Nou, en daar is heel wat over te doi geweest, enorm veel tegenwerking. ene affaire, ik noem maar Vahstal-Storm was de wereld nog niet uit of de affaire, bijvoorbeeld Vahstal-bestuur, er al weer. Zo werd er maar wat rommeld en op een gegeven moment het al zo ver, dat de spelersgroep aan vergaderingen ging doen dan voetbal denken. En daaruit vloeide voort, dat er een half uur voor het van een wedstrijd nog over dingen geouwehoerd werd, zo van: heb je hem ook. of: wat moeten die hier nou?" „Tja, en dat had allemaal ook weer te ken met de prestaties op het veld, die erg slecht bleven. Niet omdat het riaal dat hier rondloopt, de spelers nou zo slecht is - er zijn heus wel paar aardige voetballers bij zonder dat nou direct kunt stellen dat SC een topper moet en kan worden - omdat er te veel andere dingen dan bal meespeelden. Veel voetballers zijr nauw bij het hele gebeuren betrokken weest". „En als je eenmaal goed in de hoek waar de klappen vallen, dan heb je goede kans dat je er voorlopig niet uitkomt, dat je nog meer tikken krijgt dat alles, maar dan ook letterlijk alles genzit. Met de kaarten, zowel gele rode, bijvoorbeeld. Voor mij staat het melijk als een paal boven water dat club, die onderaan bengelt, de meeste genwerking krijgt van bijvoorbeeld scheidsrechters". Ik bedoel dit: iedereen zegt dat Amersfoort onderaan staat en dan er negatief tegen die En dat hebben de ook, die zijn al behoorlijk beïnvloed al: hier naar toe moeten komen. Die goh. ik moet naar Amersfoort, naar klerezooi, lege tribunes, weet wel hoe dat gaat. maal mee bij het geven van een uitdelen van een straf". Al die ellende is voor Hans Alleman tweeëneenhalve maand verleden tijd. toekomst? „Wat mezelf betreft zie ik wel zonnig in, straks bij Veendam", hij, nippend aan een zoete sherry en nig trekkend aan z'n zoveelste „Ik wilde dat ik er af kon blijven, lukt me niet" - weten. Meer wil hij er niet over kwijt omdat hij nog te weinlfl V van zijn nieuwe broodheer af weet èn, vooral, omdat hij een hekel heeft aan on- j| gefundeerde grootspraak. KYO TEUSINK f Of je nu als trainer werkzaam bent bij een topclub of in de onderste regionen van het betaalde voetbal, problemen zijn er altijd. Georg Kessler is belast met de technische leiding bij AZ '67, dat op dit moment zelfs nog kansen op de landstitel heeft. Zijn tegenpool zou Hans Alleman kunnen worden genoemd. Bij SC Amersfoort is hij werkzaam aan de zelfkant van het profvoetbal. Op deze pagina een trainer van een topper en een oefenmeester van een tobber aan het woord. Georg heb geen opdracht gekregen om kampioen te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 10