B
E
OEKEN M BIJLAG.
Derde Wereldliteratuur laat zien: dit zijn we, zo leven wij
„...ons nooit aan
het woord gelaten"
Bezig zijn met boeken gaat economisch zorgen baren
RETOURTJE BELGIE
HAAKT BOEKEN
STUKKEN GOEDKOPER
UITGEVERS
CLAIMEN
PLEK OP
ERESCHAVOT
Sinds 1975 geven Novib en Het
Wereldvenster samen een reeks ro
mans uit de Derde Wereld uit, waar
in auteurs uit Afrika, Azië en La-
tijns-Amerika hun eigen samenleving
met haar cultuur en problemen, de
vaak uitzichtloze toestand en de
daarin toch bloeiende humor be
schrijven. De Derde Wereld krijgt in
die romans de gelegenheid de proble
men van haar kant te belichten, en
dat is anders dan via hulporganisaties
en ontwikkelingsorganen al lange
tijd wordt gedaan om het rijke Wes
ten te informeren. Steeds is de Derde
Wereld door vaak welwillende
mensen uit het rijke deel van de we
reld beoordeeld, op westerse manier
geholpen en ook op westerse manier
in de problemen gebracht. De Derde
Sprekers-serie bevestigt dit. Het zijn
niet allemaal verhalen van ellende,
uitbuiting en honger, maar wel is
voortdurend in deze romans het rijke
Westen als boosdoener aanwezig. Om
die reden zijn het naast literaire ook
de didactische kwaliteiten die een rol
spelen bij de keuze van de titels.
Mevrouw Judith Allard-de Kom, een
van de leden van de redactieraad die
de serie samenstelt, zegt dan ook dat
literaire kwaliteiten zeker niet op de
eerste plaats komen. De thematiek is
zeker zo belangrijk, en er zijn ook in
dit opzicht ontroerende boeken ver
schenen. Goede voorbeelden noemt
zij: „De moord op Aziz Khan" van
Zulfikar Ghose, een Pakistaanse ro
man die de strijd beschrijft van een
boer tegen de eigenaars van een ka-
toenfabriek, „Als er regen komt" van
de Zuidafrikaanse Bessie Head over
de belevenissen van een vluchtende
journalist die naar Botswana trekt en
daar meehelpt aan de verbetering
van de leefomstandigheden in een
dorp, en met name „Mannen in de
zon" van Ghassan Kanafani over de
vernedering en de ellende in de Pa
lestijnse vluchtelingenkampen. Ook
een schrijver als de Indiër R. K. Na-
rajan („De geldschieter") heeft zijn
sporen in de literaire wereld ver
diend. En literaire kwaliteiten zijn
toch nodig om het succes van de
reeks te garanderen.
De laatste anderhalf jaar is de be
langstelling zeker gegroeid, zegt Ju
dith Allard; er wordt meer over deze
romans gesproken. Aanvankelijk wa
ren het Wereldvenster en de Novib
immers minder gerust op het succes
van hun initiatief, omdat weinig
boekhandelaren erin geloofden. Van
enkele titels is inmiddels al een twee
de druk verschenen, en een boek
waarvan de politieke actualiteit zich
De voedsel
voorziening in de
Derde Wereld is een
van de terreinen
waarop het Westen
steeds grote invloed
heeft uitgeoefend.
Schrijvers uit de
Derde Wereld
houden het Westen
in hun boeken over
dergelijke
problematiek een
spiegel voor.
aan de 70.351 gevangenen die in 1974 gemiddeld per dag in
caanse gevangenissen opgesloten zaten", schrijft Alex la Guma ter in-
van zijn roman „Land van steen". Je hoeft er weliswaar niet geweest
zijn, maar je krijgt toch een onuitwisbare, scherpe indruk van de werkelij-
situatie als je een man als La Guma zelf aan het woord laat. Hij kent de si-
want hij heeft de gevangenissen in Zuid-Afrika van binnen gezien,
ander voorbeeld. In „Een nieuwe Wali N'Kama" schrijft Henri Lopes,
man die allerlei ministersposten bekleedde in zijn land Kongo-Brazzavil-
de volgende passage: Wij krijgen de spieren, de hormonen en het ge-
toebedeeld, maar de hersenen, het verstand, dat is het terrein van de
En aangezien hersenen de dienst uitmaken, mag de neger in het o-
zijn kunsten vertonen en zal de blanke applaudisseren, maar zodra
doek gevallen is, zal de blanke weer de orders of de zweepslagen uitde-
Een scherp beeld in de machtsverhoudingen in de Derde Wereld.
duidelijk opdringt, „Chileense lente"
van Sergio Stuparich, is zelfs een
bestseller te noemen. Het handelt
over de verbijsterende ervaringen
van de arbeider Roman, van Maria
uit een goed milieu en de intellectu
eel Felipe in de tijd vlak voor, tijdens
en na de revolutie die aan de rege
ring Allende een eind maakte.
Het merendeel van de schrijvers is in
het Westen weinig bekend. De redac
tie moet het bij het zoeken naar nieu
we titels dan ook veelal hebben van
„horen zeggen" of van toevallige
aankopen door redactieleden in het
buitenland. Daarin is de huidige re
dactie bijzonder actief. Heel zelden
wordt ook een manuscript uit het
buitenland meegebracht. Contact met
de uitgevers ter plaatse verloopt ech
ter stroef en het betalen van de copy
rights aan de auteurs gaat soms nood
gedwongen via allerlei omwegen.
Éénmaal is een manuscript niet uit
gegeven omdat de schrijver niet ach
terhaald kon worden. En in een an
der geval, het boek van de Palestijnse
schrijver Kanafani, kwam de beta
ling te laat. Kanafani werd in zijn
auto opgeblazen door agenten van de
Israëlische geheime dienst terwijl de
uitgever naar hem op zoek was. Zijn
weduwe ontving de auteursrechten.
Judith Allard ziet als een van de
meest waardevolle aspecten van de
reeks dat Nederlanders direct kennis
kunnen nemen van de problematiek
en de denkwijze van de mensen in de
Derde Wereld. Sinds kort wordt ook
de jeugd niet vergeten. „Spookei-
land" is de titel van het eerste jeugd
boek in de reeks, geschreven door
Martin Wickramasinghe uit Sri Lan
ka, een spannend en informatief ver
haal over twee jongens die na moei
lijkheden van huis weglopen en op
een eiland terecht komen dat zij tot
een plantage herscheppen.
Een goed voorbeeld noemt Judith Al
lard ook het verhaal „De Bevalling"
van de Turkse auteur Orhan Kemal
in de bundel korte verhalen die in de
reeks is verschenen. Het beschrijft de
situatie van een vrouw die met haar
man op een katoenplantage werkt,
temidden van vele anderen. De be
valling vindt plaats in een greppel, in
de gloeiende zon. Een hond moet
„Ze hebben wel over ons geschreven, maar ons
nooit aan het woord gelaten". Dat is wat de
Eerste Wereld (het rijke Westen) van de Derde
Wereld het arme Zuiden) als verwijt te horen
krijgt. Die uitspraak geldt ook als een motto
dat de Novib en de uitgeverij Het Wereldven
ster hanteren voor de reeks boeken die als „De
Derde Spreker" en ..Uit de Derde Wereld"
steeds meer aandacht krijgen en verdienen.
worden weggejaagd. Als de man ziet
dat hij een zoon heeft, vergeet hij zijn
ergernis dat zijn vrouw aan vreemde
mannen haar stem heeft laten horen.
Judith Allard: „Ik hoop dat via deze
boeken meer begrip ontstaat tegeno
ver bijvoorbeeld Turkse gastarbei
ders en Surinamers die in Nederland
onze buren zijn. Deze boeken zijn
daartoe het beste middel. De verha
len zijn erg puur en direct. Ze vertel
len: zo leven wij, dit is ons land, onze
cultuur, onze identiteit".
PAUL TOBY
)EN HAAG Tijdens de jaarlijkse Boe-
lenweek plegen de schrijvers centraal te
laan. Het is de gelegenheid bij uitstek om
e mythe van de letterkundige arbeid tot
ieuwe glans op te poetsen. De pen is de
ang van de geest. Stijl is een toverstaf; al-
es wat erdoor wordt aangeraakt, veran-
ert in goud. De schrijver is de Faust van
e moderne samenleving, de enige indivi-
ualist die het massatijdperk heeft weten
overleven. Bezing mij, o Muze, de man...
Niet zo dit jaar. In de komende Boe
kenweek claimen de uitgevers een
plaats op het ereschavot; ...een be
roepsgroep waarover de Britse publi
cist Thomas Fuller heeft gezegd: „De
cultuur heeft het meest gewonnen
door die boeken waarop de uitgevers
hebben verloren". Een beklagens
waardig stel? Het belet de Koninklij
ke Nederlandse Uitgeversbond niet
nadrukkelijk de aandacht te vestigen
op zijn eeuwfeest. „100 Jaar bezig
met boeken" luidt het motto. Daar
mee was tevens de leus voor de Boe
kenweek 1980 gevonden.' „Bezig met
boeken". En niet de vraag hoe een
schrijver ermee bezig is of hoe het
publiek ermee bezig zou dienen te
zijn, maar hoe de basis werkt waarop
de driehoek uitgever-auteur-lezer
rust.
Zo zegt bondsvoorzitter dr. J. F. 'Re
marque het. „Wij zijn een bedrijfstak
met een grote verscheidenheid. Wij
brengen een zeer breed assortiment
van produkten: zo'n achtduizend
nieuwe titels per jaar, voortspruitend
uit minstens evenveel verschillende
mensenbreinen. En ons lezerspubliek
bestaat niet uit een massaal blok van
boekverslinders. Integendeel, lezen is
een tamelijk moeilijke en hoogst per
soonlijke, dus uiterst diverse bezig
heid. Onze bedrijven tenslotte zijn
erg verschillend, zowel in omvang
(het grootste lid-bedrijf zet duizend
maal meer opi dan het kleinste) als in
specialisatie en in maatschappelijke
voorkeur".
Puur economisch gezien lijden we
aan een overproduktie van boeken,
stelt dr. Remarque vast. „Er is een te-
veel aan verscheidenheid. Wanneer
uitsluitend de regels van strenge za
kelijkheid en doelmatigheid, wan
neer alleen de harde wetten van eco
nomische oogmerken zouden worden
toegepast op het boek, dan zouden we
als eerste vereiste onze verscheiden
heid moeten verminderen". Simpel
gezegd: het- mes in de 8000 titels die
nu per jaar verschijnen. „Maar boe
ken zijn nu eenmaal anders", aldus
dr. Remarque. „Ze vormen, behalve
een fabrieksmatig produkt, door hun
geestelijke inhoud ook een cultuur
goed. En daarvoor gelden afwijkende
wetten of eigenlijk: geen wetten, op
deze na, dat iedereen mag zingen
zoals hij gebekt is, mag schrijven al
wat zijn geest hem ingeeft. Daar zit je
dan als werkgever, als ondernemer".
Be2!ig zijn met boeken in de zin die
de uitgevers bedoelen, is op het ogen
blik economisch geen slechte, maar
ook geen goede activiteit en de voor
uitzichten baren zorgen. De boeke-
nafzet in aantallen exemplaren staat
al enkele jaren stil en het gebruikelij
ke distributiekanaal, de boekhandel,
heeft het moeilijk. De goed gesorteer
de winkel, als verkooppunt geheel
aangepast aan de verscheidenheid
van de boekenbranche, verliest ter
rein aan andere distributiekanalen
die uitsluitend „bezig zijn" met het
massaal afzetten van een beperkt
aantal titels.
We preken niet eens in de eerste
plaats voor de eigen parochie van au
teurs, uitgevers en boekverkopers,
zeggen ze bij de jubilerende bond We
pleiten voor de lezer wiens belang
het is dat hij boeken kan kopen van
uit een brede keuze met een grote be
schikbaarheid en tegen een redelijke
prijs. Hoeksteen van dit ideaal is een
vaste boekenprijs.
De verticale prijsbinding, voor de
meeste andere artikelen losgelaten
(waarbij de vakhandel sneuvelde),
moet voor boeken blijven. Het is de
basis voor de uitgever waarop hij tot
de uitbouw van een gevarieerd fonds
kan komen en zich verzekerd weet
van een zo groot mogelijke versprei
ding van zijn uitgaven. Immers: dank
zij de vaste prijs kan de voorraadhou-
dende boekhandel overal in Neder
land tot de opbouw komen van zijn
noodzakelijke assortiment van vele
duizenden titels. Wie in de boeken
branche praat over bescherming van
de vaste prijs, praat niet alleen over
een zakelijke aangelegenheid, maar
vooral over de handhaving van een
verworven cultuurgoed. Een zo breed
mogelijk boekenaanbod in een zo
wijd vertakt mogelijk net van boek
handels; dat is de kern.
Als een slagschaduw over het jubi
leum van de Uitgeversbond valt dan
ook het streven van de Europese
Commissie om in het kader van het
Verdrag van Rome de verticale prijs
binding bij de boekenbranche in Ne
derland aan te pakken. Om een lang,
ingewikkeld verhaal kort te maken:
Nederlandse boeken die men naar
België uitvoert en vervolgens vanuit
België weer invoert, vormen volgens
de Europese Commissie een grenso
verschrijdend artikel. Ze komen te
vallen onder het vrije interstatelijke
verkeer waar geen prijsafspraken ge
maakt mogen worden. Zo kunnen
slimme groothandelaren (de waren
huizen van Maxis begonnen er als
eerste mee) de hier geldende vertica
le prijsbinding ontduiken en fikse
kortingen op bepaalde boeken gaan
geven.
„Hoe goedkoper de mens wordt, hoe
harder hij schreeuwt over het dure
boek", heeft de essayist Jacques de
Haan gewaarschuwd. De ironie wil
echter dat door het gesjoemel rond de
vaste prijs het „dur**" boek nog niet
goedkoper zal worden ook. Dr. Re
marque zet de zaak aldus op een rij:
„In het boekenvak zou het verdwij
nen van de vaste prijs de positie van
de boekhandel zeer ernstig schaden.
Daardoor komen de oplagen voor de
uitgevers sterk onder druk. Ze zullen
minder nieuwe titels kunnen uit
brengen. De klant krijgt veel minder
keuzemogelijkheden en bovendien is
voor hem de uitwerking ten aanzien
van de prijs weinig aanlokkelijk. De
verandering van de oplagen zal grote
invloed hebben op de eindprijs. De
stelling lijkt gewettigd dat op den
duur de volgende wijzigingen in de
boekenprijzen zullen plaatsvinden:
slechts 4 procent van de prijzen van
boektitels zal dalen; 20 procent blijft
ongeveer gelijk; 50 procent gaat om
hoog. Van de resterende 25 procent
mag worden aangenomen dat ze
moeilijk of niet meer zullen verschij
nen.., of alleen via subsidies waar
door de overheid haar invloed op het
boekenaanbod zou kunnen doen gel
den. Tel uit je winst".
Bezig zijn met
boeken in de zin die
de uitgevers
bedoelen, is op het
ogenblik economisch
geen slechte, maar
ook geen goede
activiteit en de
vooruitzichten baren
zorgen...