B 1 OEKEMfflBIJLAG, iE I Boek van de maand" bestaat tien jaar t. zijn, om de boekenmarkt in de houdgreep en plaat p? 1981 NIET VOOR DOMME LEKEN sh n AMSTERDAM Zonder dat er tamtam over wordt gemaakt, gaat de komen de boekenweek met een jubileumpje gepaard: het instituut „Boek van de Maand" bestaat tien jaar. Zo lang heeft dus ook zijn misleidende naam voort geleefd. „Boek van het Kwartaal" zou beter zijn, want er verschijnen er slechts vier per jaar. Maar aanvankelijk lag een veel grotere frequentie in de bedoeling en toen dat geen haalbare kaart bleek, was de naam al ingeburgerd. Men zat er min of meer aan vast. Vandaar. De boeken van de maand worden uitgegeven onder auspiciën van de Collectieve Propaganda voor het Ne derlandse Boek, kortweg CPNB. We praten over het jubileum met direc teur Dick Ouwehand, ...en terecht. De met de regelmaat der seizoenen terugkerende actie heeft zich name lijk ontpopt als een klapper waar tot ver over de landsgrenzen met jaloer se ogen naar gekeken wordt. België, Engeland en zelfs Nieuw-Zeeland hebben het initiatief overgenomen. Fraai geïllustreerde werken, ook in houdelijk op hoog peil, ze gaan als pakjes shag over de toonbank. Met het laatste mee, dat „Leesgoed" heet („Fantastisch voor kinderen, on misbaar voor ouders"), zijn de afgelo pen tien jaar 41 boeken van de maand verschenen. Men startte in dertijd met een oplage van 40.000. Dat was naar Nederlandse maar ook buitenlandse, zelfs Amerikaanse begrippen een zeer gedurfd cijfer. Toch bleek het achteraf veel te be scheiden. Nu worden van elk Boek van de Maand 100.000 of meer exem plaren gedrukt. Absolute topper is het „Plantenrijk" geweest: 142.000 exemplaren, in drie weken uitver kocht. En slechts één flop: Olympisch Logboek dat na de moordpartij tij dens de Spelen te Mtlnchen onver koopbaar werd. Eén misrekening ook: De Werelden van M. C. Escher. „Dat was in 1971", herinnert Dick Ouwehand zich. „De oplage bedroeg zo'n 70.000, maar we hadden er ge makkelijk 150.000 van kunnen ver kopen. Het was een rage die we niet hadden voorzien. En bijdrukken is onmogelijk; daar gaan maanden mee heen". MOGELIJK DIT NAJAAR-AL BOEKEN-TOP-TIEN Lokken gelukt... In totaal zijn het afgelopen decenni um ongeveer 3,5 miljoen boeken van de maand aan de lezer gebracht. Daarmee lijkt het instituut zijn doel stelling ruimschoots gehaald te heb ben. Mensen die niet al te regelmatig een boek ter hand nemen, naar de boekwinkel lokken om ze te confron teren met het voor een klein land on gehoord rijke en geschakeerde aan bod dat daar ligt..., zo luidde en luidt, recht voor zijn raap gezegd, het oog merk van de CPNB. En maar hopen dat ze, eenmaal beland in de fuik, tot het aanschaffen van meer boeken worden geprikkeld. Overigens het te gendeel van een oneerbare zaak, dat lokken. „Overal heb ik rust gezocht, en ik heb ze slechts gevonden in een hoekje met een boekje", bekende Thomas a Kempis al. En het lokken is gelukt. Voor een deel worden de boeken van de maand afgenomen door een kern van zeer trouwe lezers. Marktonderzoek heeft echter uitge wezen dat 60 procent van de kopers bestaat uit mensen met een minder regelmatig leespatroon, de doelgroep dus. Hoe verklaart Dick Ouwehand het succes? Allereerst is daar natuurlijk de prijs. Wie zich het boek van de maand binnen een bepaalde periode aanschaft, sleept een voordeeltje van vijftien gulden in de wacht. Voorts de presentatie waar een complete werkgroep achter zit. Dan het altijd verzorgde en vaak ongemeen fraaie uiterlijk. De boeken van de maand worden steeds door andere uitgevers gemaakt en ze zijn er allemaal tuk op. Ze beschouwen het als hun visite kaarde. Zo zijn er voor 1981 al 44 verschillende voorstellen voor boe ken van de maand bij de CPNB bin nengekomen waaruit er natuurlijk maar vier uitverkoren konden wor den. Verscheidenheid Over de opzet zegt Dick Ouwehand het volgende: „Het boek van de maand is altijd een plaatwerk, maar nooit alleen dat. We vinden de tekst minstens zo belangrijk. We willen de kopers niet infantiliseren. We maken het boek van de maand bewust voor Dick Ouwehand: „Onze voorlichting moet recht overeind staan en stoelen op voor de buitenwacht toetsbare normen". leken, voor mensen zonder voorken nis van het onderwerp. Maar niet voor domme leken. Ze moeten echt wel hun verstand gebruiken. Neem „Kijk, economie" van prof. Pen. Geen gemakkelijk boek. Toch vinden we niet dat we ermee naast de roos hebben geschoten. Verder proberen we het aanbod zo geschakeerd moge lijk te houden. Als een boek over na tuur goed loopt, betekent het voor ons niet dat we dus maar doorgaan met natuur! We willen de mensen immers confronteren met de gewel dige verscheidenheid in de boekwin kel. Daar moeten de boeken van de maand een weerspiegeling van zijn. Je kunt de 41 tot jiu toe verschenen boeken dan ook opdelen in niet min der dan 18 rubriexen. Ik noem er een paar. Natuur, kunst, kinderen en jeugd, fotografie en film, geschiede nis, toerisme, economie, astronomie, folklore, nostalgie, puzzels en ga zo maar door. En we zijn van plan de variatie nog uit te breiden, bijvoor beeld met de rubrieken natuurge neeskunde, archeologie en insekten". Wat de CPNB met zijn activiteiten (bekostigd door het gezamenlijke boekenvak) beoogt, zit besloten in de naam: propaganda voor het Neder landse boek. Boekenweek, Kinder boekenweek en Boek van de Maand zijn daarbij vaste gegevens. Staat er nog nieuws op stapel? Waarom, in het voetspoor van de platenbusiness, van een weekblad als de Haagse Post en van individuele uitgevers, geen hitlijst van de best verkochte boeken? Dick Ouwehand: „Die is er tot 1972 geweest en hij kreeg in de media veel aandacht. We zijn ermee gestopt om dat hij niet voldoende actueel en uit voerig was. De lijsten werden samen gesteld aan de hand van de opgave van een aantal geselecteerde boek verkopers en we kregen de indruk dat er zonder overigens van opzet te spreken wel eens een andere volgorde uit de bus zou hebben kun nen komen wanneer we een andere groep hadden genomen. En zo'n hit lijst moet natuurlijk betrouwbaar zijn. Inmiddels is de boekhandel veel beter dan toen in staat betrouwbaar te rapporteren. Er is meer uniformi teit gekomen en we hebben de com puter gekregen. Dus denken we weer in de richting van een hitlijst, op zijn vroegst dit najaar. In principe willen we, mits we het hele boekenvak recht kunnen doen wedervaren, het geen betekent dat we zullen moeten rubriceren, en dat we voor de ver schillende boeksoorten verschillende normen moeten vaststellen. Wanneer is een boek een bestseller? Het ant woord ligt bij een grote publieksuit- gave heel anders dan bij een dicht bundel, om' iets te noemen. Daar moeten we uit zien te komen en wel op een manier dat onze geloofwaar digheid op geen enkele manier wordt aangetast. Onze voorlichting moet recht overeind staan en stoelen op voor de buitenwacht toetsbare nor men". Als de plannen doorgaan (men wil eerst kijken hoe de ervaringen bij zusterorganisaties in West-Duitsland en Engeland liggen), zal het waar schijnlijk een hitlijst worden die om de twee weken verschijnt en die per keer zes tot acht wisselende rubrie ken omvat. Ouwehand: „Op die ma nier kan de variëteit van het boeken vak goed tot zijn recht komen en stellen we het publiek in staat zich breed te oriënteren. We willen een propagandabeleid waarin iedereen zich kan herkennen". PIET SNOEREN o'd anderhalf miljoen Nederlanders ■eat in 1977 voor 85 miljoen gulden aan xken via de boekenclubs. Dit aandeel u ongeveer dertien procent in de totale tkenmarkt, steeg in 1978 tot zestien pro nt en dit jaar zelfs tot bijna een kwart. gemiddelde korting voor de leden be veg in 1977 twintig tot vijfentwintig pro nt van de winkelprijs. Een van onze re- cteuren dook in de boekenwereld waar MARKTAANDEEL BOEKENCLUBS BLIJET STIJGEN ken op een rij te krijgen. gen, gaat te ver. De meeste uitgevers houden het hoofd nog prima boven water, maar zijn zij en de clubs nu concurrenten van elkaar of niet? Kasander: „Dank zij die grote oplage kunnen de clubs hun boeken goed koop verkopen. Maar ze verkópen al leen aan de leden, ze zitten dus aan dat systeem vast. Daarom zijn er din gen die een uitgeverij wel kan en een club niet. Of andersom. Een boeken club kan bijvoorbeeld een onbekende auteur geen bekendheid geven, om dat de massa zo iemand niet leest. Hier ligt een taak voor de uitgever. De uitgever kan profiteren van het enorme afzetkanaal van de clubs. Het boek komt dus ook goedkoper in de boekhandel te liggen, dan zonder de club mogelijk was geweest. Sterker nog, het komt heel vaak voor dat een uitgever niet kan produceren, nooit uit de kosten zal komen, zonder onze medewerking. Wij nemen dus eigen lijk zijn risico over". De uitgevers lopen ook minder het risico dat aan de clubs geleverde boe ken terecht komen in de „ramsj". Dat wil zeggen dat ze niet gauw met on verkochte clubboeken in hun maag zullen blijven zitten. De clubs verko pen namelijk wel. Verminderde risi co's dus, maar deze schijnbare voor delen betekenen een afhankelijke po sitie van de uitgeverijen. De voorzitter van de Nederlandse Boekverkopersbond, mr. H. Nelissen, gaat verder in op de vergrote machts positie van de clubs. „Nooit is er van de zijde van de boekhandelaren en van de uitgevers een juichkreet geko men over de grote groei en invloed van de clubs. De boekhandelaren worden beslist wel benadeeld en ver geet niet dat de clubs dank zij hun le denbestand hoge eisen aan de uit gevers kunnen stellen. Eigenlijk be palen zij de prijs van de boeken. Uit gevers verdienen dus niet zo veel aan de clubs, er blijft hun maar een heel kleine marge over. Ze zitten intussen aan de clubs vast. Daar krijgen ze het steeds moeilijker mee".. Boekhandels Er bestaat erg veel verwarring over wat nu de werkelijke oorzaken ziin van de dalende omzet van de boek handels. De boekhandelaren klagen dat de clubs hun lezers afnemen, waarop de clubs beweren dat ze nooit-lezers tot lezen aanzetten. Die nieuwbakken lezers zullen dan later vanzelf wel hun weg naar de boek winkel vinden. Onderzoeken hebben inmiddels aangetoond dat die kans maar heel erg klein is. Evenals het feit, dat de omzet van de boekhande laren niet zal stijgen wanneer de boe kenclubs verdwijnen. Wat is het doorslaggevende argument? ECI's Kasander: „De echt goede boekhandels hebben hun eigen pu bliek, mensen die heel precies weten De volgende feiten zijn ontleend aan rapporten uit 1977 en 1978. Gegevens over 1979 ko men binnenkort uit. Nederland kent drie grote boekenclubs. ECI voor boeken en grammofoonplaten (vroeger de Europa Club Internationaal, opgericht in 1967), als de grootste met 800.000 leden in Ne derland en België. Wordt volledig vanuit Duitsland gecontroleerd door de uitgeversgigant Bertelsmann, die een meerderheidsbelang heeft van 65 procent. De Nederlandse Boeken club (NJ3.C.) is de oudste: in 1937 opgericht door de Haagse uitgeverij Succes; 320.000 le den. De Nederlandse Lezerskring/Boek en Plaat (NLK, 580.000 leden) werd in 1966 opge richt door een enorme groep uitgevers (waarvan Elsevier de grootste was) en kwam in contact met de Deutsche Bücher Bund, die bereid was kapitaal te verschaffen in ruil voor een minderheidsbelang. Belangrijkste van de Nederlandse aandeelhouders vari ECI: Arbei derspers, Bezige Bij, Bruna, Meulenhoff, Kluwer en Contact En bij NLK: Elsevier, de Te legraaf, Keuning. Naast deze drie grote boekenclubs bestaan er nog wat kleinere. wat voor boeken ze willen hebben. Zij zitten niet in een boekenclub". Mr. Nelissen denkt er anders over: „De omzet van de boekhandelaren is er sinds de doorbraak van de clubs wel zeker op achteruitgegaan. Je zou het zo kunnen zien dat van de tien mensen die bij een club bestellen, er vijf hun boek in de boekhandel ge kocht zouden hebben". Misschien ondervinden alleen die boekhandels met een beperkt assorti ment van minder dan tweeduizend titels (de zogenaamde inloopwinkels, waar ook veel tijdschriften worden verkocht) werkelijk concurrentie van de boekenclubs, omdat beide in hoofdzaak hetzelfde soort boeken verkopen. De onzekerheid bij het aanwijzen van de oorzaken van de dalende omzet van de boekhandelaren wordt nog versterkt door het al genoemde argu ment van de groeiende populariteit van de bibliotheken. Hoe nadelig dat nu precies is voor de boekhandels, valt haast niet te bepalen. Veel verontrustender is het dreigen de voornemen van de EEG-commis- sie de verticale prijsbinding af te schaffen. (Uitgever bepaalt de boe kenprijs, waar niemand onder mag). Mr. Nelissen:„Afschaffing hiervan zou betekenen dat de concurrentie voortaan niet meer op basis van as sortiment, maar op grond van prijzen zal geschieden. Dat heeft verschra ling van boeken- en informatieaan bod tot gevolg. De uitgevers zullen zich dan laten leiden door commer ciële belangen, debuterende schrii- vers zullen geen kans krijgen en al leen Konsaliks en Bobbins zullen dan op de markt verschijnen". Auteurs En de auteurs? Zij krijgen meer voor hun werk van een uitgeverij, dan van een boekenclub. Kasander: „Maar de auteurs krijgen van de boe kenclubs in één keer het geld van de hele oplage. En die is meestal groter dan de oplage van een uitgever. Blij ven wij met hun werk zitten, dan is dat ons risico, terwijl auteurs die bij een uitgever zitten aan het eind van het jaar alleen de verkochte werken betaald krijgen". 't Kan natuurlijk gebeuren dat een auteur het schaamrood op de kaken krijgt als hij er nog maar aan dénkt dat zijn werk naast een van die Kon- salik-romans in de catalogus ver schijnt. Of misschien vindt hij het iuist prettig, in de hoop dat de boe kenclub voor hem meer boeken kan verkopen. De praktijk laat zien dat dit laatste vrijwel alleen opgaat voor zeer bekende auteurs omdat alleen hun werk door de masssa gekocht wordt. En dat is slechts in enkele ge vallen datgene, wat voor literatuur doorgaat... HENK ENGELENBURG en houden hun een catalogus onder de neus. Daarin vinden ze ongeveer vierhonderd titels leesstof, die volle dig bij hun leessmaak aansluit, want de clubs onderzoeken die voortdu rend. Commercialiteit staat voorop; alles is er op gericht een zo groot mo gelijke oplage van de boeken te beha len, want alleen dan is het mogelijk de boeken goedkoper te maken, zo'n enorm distributie-apparaat te onder houden en die dure catalogus te drukken die de leden gratis ontvan gen". Lichte kost Met boeken voor de massa wordt over het algemeen vrij lichte kost be doeld. Zoals kookboeken, avonturen boeken, romantische boeken, naslag werken en streekromans. Ook seks: de zogenaamde zachte porno. Litera tuur ontbreekt niet geheel: Claus, Louis-Paul Boon, Sartre, Simone de Beauvoir en nog vele anderen. Boekenclubleden zijn lieden die zich door middel van het clublidmaat schap (dat voor minimaal een jaar wordt aangegaan) verplichten om minstens eenmaal in de drie maan den een bestelling uit de catalogus te plegen. Voor mensen die hun bestel- verplichting niet nakomen, doet de dub dat wel even. Zij krijgen auto matisch de Topper, het Kroonboek, het Kroonkeuzeboek, of de Kwar taalselectie toegestuurd; dat is een door de club gekozen boek dat de na- latigen verplicht zijn te nemen. Die „Toppers" behalen stevige oplagen. Vandaar dat de meeste clubs ze zelf produceren en ze wat duurder verko pen dan de meeste andere boeken uit de catalogus. De boekendubs verdie nen er dik aan. Concurrenten? Te stellen dat de boekenclubs in ons land een langzame vadermoord ple- geweest, die zo'n vijftien jaar geleden de clubs als nieuw distributiekanaal in het leven riepen om ook de catego rie „nooit-lezers" te kunnen berei ken. Aan deze relatie valt goed te zien hoe klein de boekenwereld in Nederland is. Iedereen kent er ieder een, wederzijdse belangen en onder linge concurrentie gaan hand in hand. Diezelfde uitgevers zijn nog steeds aandeelhouder van hun „eigen clubs", waarmee ze in een soort haat liefde-verhouding leven, sinds deze hun boven het hoofd zijn gegroeid en ook zelf boeken gingen produceren. De spil in dit verhaal is het enorme ledenbestand van de boekenclubs. Dat bestand geeft de clubs in de han del met de uitgeverijen (die hun de meeste boeken leveren) een flinke machtspositie: vele boeken kunnen namelijk alleen verschijnen omdat de clubs garant kunnen staan voor het verkopen van vele duizenden exem plaren. In die handel kunnen de clubs dus de eisen stellen, maar voor de uitgeverijen zijn het geen geringe oplagen die zij aan de clubs kunnen slijten. Daarom geldt hier voor hen: minder risico, een grotere verkoop en dus lagere produktiekosten. De massa De oud-voorzitter van de boekenclub ECI, de heer J. Kasander, vertelt over het eenvoudige principe van de boekenclubs. „Het succes van de boe kenclubs ligt in de onmacht van de massa om boeken te kunnen kiezen. De meeste mensen weten niet wat ze in de boekhandel tussen die duizen den titels moeten beginnen. Daarom nemen de clubs hen aan het handje DEN HAAG De boekenclubs wor den gevreesd. Hun ontstuitbare de marrage van de afgelopen vier jaren wordt door boekhandelaren en uit gevers zeer zorgelijk gadegeslagen. Volgens mr. Van Wijk, voorzitter van de Commissie voor de Collectie ve Propaganda van het Nederlandse boek in, Amsterdam hebben de boe kenclubs nu al bijna een kwart van de Nederlandse boekenmarkt in han den. De meeste Nederlandse uitgevers ra ken steeds verder met handen en voeten aan de clubs gebonden en de positie van de boekhandels is nog be narder. Al in het nauw gedreven door de stijgende populariteit van de bibliotheken (mensen lenen meer, kopen minder), zien de boekhandela ren hun winsten in de laatste jaren verkleinen, terwijl de clubs juist meer boeken verkopen. Tot overmaat van ramp wil de Europese Commissie van de vaste boekenprijsregeling af. Dat zal niet alleen vijftienhonderd arbeidsplaatsen bij boekhandels en uitgeverijen kosten, maar ook ver schraling in het boekenaanbod te weeg brengen, hetgeen de clubs in de kaart speelt. Haat-liefde Het zijn de meeste uitgeverijen zeil

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 21