f|gr Zo ziet smaakeruit. Qeidte(2owuvnt 1 Mierenhoop van "boeken, schrijvers, kijkers en kopers ffi Het boek veranderde de wereld IbökrMwMk '<>»»j BIJLAG DEN HAAG De op vallendste bijdrage aan de Boekenveertiendaag- se van 17 tot en met 30 april komt opnieuw van de al eens met de CPNB-prijs begiftigde li teraire aetievelingen van de Haagse stichting BZZTóH, die de norma liter grootscheeps naar kleurrijker vertier hon gerende hal van het Centraal Station in Den Haag drie dagen lang zullen herscheppen in een mierenhoop van kij kers, kopers, boeken en schrijvers. Op 18, 19 en 20 april, tussen 11.00 en 17.00 uur, houdt BZZTóH in samenwer king met de 's Graven- haagsche Boekhande laars Vereeniging de jaarlijkse boekenmarkt, die dit keer alweer gro tere proporties zal aan nemen dan vorig jaar. Toen werd de boeken markt aldaar door maar liefst 60.000 mensen be zocht. Dit jaar zijn er 50 uitgeverijen present met stalletjes waarin ze hun fonds presenteren, ter wijl ruim 70 auteurs die dagen gereed staan om hun boeken te signeren. Een greep uit de namen van de aanwezige au teurs: J. W. Holsbergen, Neeltje Maria Min, Drs. P., Yvonne Keuls, Maar ten 't Hart, Wim lbo, Herman Pieter de Boer, Dimitri Frenkel Frank, Marga Minco, Simon Vinkenoog, Kees van Kooten, A. Viruly, Toon Kortooms en Bob den Uyl. Bovendien zal een aantal auteurs op zater dagmiddag 19 april in een bovenzaal, te berei ken via de hal van, het station, uit eigen werk lezen. De Artotheek richt in de hal een expo sitie in met als thema „Den Haag literair", be staande uit kunstwerken met de letterkunde als uitgangspunt. Het .blijft een uniek initiatief, die markt, waar lezend Zuid-Holland duidelijk succesvol in de kraag wordt gevat. In het midden van de Boekenweek, op 24 april, wordt in het Thea ter aan de Haven de plaatselijke finale van het Nationale Concours van Zondagsdichters ge houden. Dat concours, georganiseerd door de jubilerende Uitgevers bond en de CPNB, heeft in de loop van de maan den februari en maart in Nederland al zo'n drie duizend amateurdichters aan het werk gezet. Winnaars van de Haagse finale gaan door naar een regionale ronde. Naast het wedstrijdge- beuren zal een aantal bekende dichters uit ei gen werk voordragen. Boekhandel Ruward aan het Noordeinde 122 biedt informatie. Voor wie het thema van de Boekenweek, „Bezig met boeken" ook tot de his torie wil uitbreiden heeft het Haagse mu seum Meermanno-West- reenianum aan de Prin- sessegracht ex-libris uit de 17e en 18e eeuw, his torische boekbanden uit eigen bezit, en Ovidius- illustraties uit de Neder landen te kijk gezet. DEN HAAG Niemand in Neder land leeft zonder boeken: literaire werken, lectuur, kerkboeken, politie ke geschriften, stripboeken, hobby- boeken, wetenschappelijke werken, het spoorboekje of het telefoonboek. Iedereen heeft boeken in huis. Maar wat veel belangrijker is: iedereen in ons land kan, op enkele uitzonderin gen na, vrijelijk uitgeven, kopen en lezen wat hij wil. En dat gebeurt op grote schaal. Vorig jaar verschenen in ons land 13.000 nieuwe titels (her drukken meegerekend) en werden bijna 33 miljoen boeken ter waarde van 607 miljoen gulden verkocht. We zijn zo gewend aan de vrijheid van drukpers die al sinds 1814 in de grondwet is verankerd dat wij het als vanzelfsprekend ervaren. Maar we moeten ons realiseren, dat die vrijheid een kostbaar en zeldzaam goed is. In veel landen heerst cen suur. Dictators en totalitaire regimes verbieden, vernietigen en verbran den alle boeken met meningen, die niet in hun kraam te pas komen, die nieuwe overtuigingen over de mense lijke waardigheid voeden, of die im pulsen geven tot verbetering van het menselijk lot. Zo krijgen nieuwe ideeën en de oppositie geen schijn van kans. Schrijvers, die in de ogen van ondemocratische machthebbers buiten hun boekje gaan, worden ook vandaag de dag nog verbannen, ver moord of voor gek verklaard en monddood gemaakt in psychiatrische inrichtingen of werkkampen. De ge schiedenis van het boek kent veel van die zwarte bladzijden, want al vijf eeuwen lang trekken tirannen met oogkleppen en een boekenplank voor hun kop bruut ten strijde tegen het scherpste wapen dat bestaat: de stompe punt van de pen. Het boek is de affuit onder dit wapen, dat in de loop der eeuwen zo veel heeft opge blazen. Monnikenwerk Het boek heeft een lange historie. Al ver voor Christus' geboorte zijn er in Egypte, Azië, Griekenland en Italië reusachtige bibliotheken. Het zijn kraamkamers van kennis. De eerste Nederlandse tekst komt in de elfde eeuw op papier, als een geestelijke de eerste regel van een liefdesliedje neerpent. Boeken worden dan neg met de hand geschreven. Het copië- ren vergt jaren. Monnikenwerk, let terlijk en figuurlijk. Van een snelle verspreiding op grote schaal van kennis en ideeën is dan nog geen sprake. Boeken zijn een elite-aange legenheid. Voor het gewone volk blijft kennis, die ook tot macht leidt, een gesloten boek. Boekdrukkunst Of we de uitvinding van de boek drukkunst (rond 1450) nu te danken hebben aan onze eigen Laurens Jans- zoon Coster of aan de Duitser Guten berg doet er eigenlijk niets toe. Be langrijk is alleen, dat de drukpers in de tweede helft van de vijftiende eeuw de wereld verandert en eeuwen-oude structuren platwalst. Het boek is niet langer weggelegd voor enkele bevoorrechten; de kerk en de adel. Het wordt voor iedereen toegankelijk. Het boek verliest letter lijk zijn geur van heiligheid. Het arti- ficialiter scribere, het „kunstmatig schrijven", zoals het drukken aan vankelijk wordt genoemd, vormt het gist dat de nieuwe maatschappij laat oprijzen. Gedrukte boeken leggen de basis voor de moderne democratische samenleving. Ze vormen een draai punt in de wereldhistorie. Prof. G. 'W. Ovink, buitengewoon hoogleraar in de wetenschap, geschiedenis en es thetiek van de drukkunst aan de Universiteit van Amsterdam, schrijft in „Boeken in Nederland" over de grote stap van schrijven naar druk ken, die in de vijftiende eeuw werd gezet: „Godsdienst, wetenschap, let terkunde, onderwijs, bestuur, politiek enzovoort hebben zich met hand schrift en mondelinge overdracht zien te redden. Aan honderdduizen den had het overbodig geleken te le ren lezen, omdat zij er voor hun da gelijks bestaan niets aan hadden. Handschriften waren onbereikbaar en behelsden trouwens niets dat voor hen onmisbaar was. Wat zij nodig hadden, hoorden ze in de kerk of werkplaats, aan de waterput, op de markt of in de kroeg. Toen nu de drukkunst er eenmaal was, moesten de zenders en de ontvangers hun le ven anders inrichten. Predikers, on derzoekers, onderwijzers, letterkun digen ontdekten hoe zij hun gedach ten naar alle windstreken konden uitzenden zonder zelf te reizen en een gehoor te verzamelen. Voor on- geletterden loonde het nu de moeite, te leren lezen, om zich onafhankelijk te maken van het vluchtig gesproken woord. Men kon nu thuis de teksten tot zich laten doordringen, zo vaak, zo snel en zo diep als men wilde". De explosieve kracht van het ge drukte woord en het toenemend aan tal ontvangers komt al spoedig tot uitdrukking. Dank zij boeken ver spreidt de reformatie zich bliksems nel. Staat en kerk proberen de ket ters de mond te snoeren door de drukpers aan banden te leggen. In 1520 wordt de censuur ingevoerd. Maar de stroom boekjes over de „nieuwe leer" is niet in te dammen. In 1526 verschijnt de eerste complete reformatorische bijbel in het Neder lands. Drukker Jacob Liesveld moet het met de dood bekopen. Vervolging Tijdens de tachtigjarige oorlog is de vervolging van schrijvers en druk kers wreed. Maar vanuit het buiten land en ondergronds gaan ze door. De strijd tegen Spanje wordt mede via de drukpers uitgevochten. Na de statenvergadering in Dordrecht (1527) ontstaat onder het nieuwe ge zag in de noordelijke Nederlanden een grote vrijheid van godsdienst en drukpers. Het boekdrukken bloeit op. In de zeventiende eeuw komen er in Nederland meer boeken van de per sen dan in alle landen van de wereld samen. De Nederlanders zijn niet al leen de vrachtvaarders van Europa, maar ook de drukkers. In zijn opstel „Het Hollands wonder" schrijft prof. mr. Herman de la Fontaine Verwey die hoofdrol onder andere toe aan het geestelijk klimaat dat hier heerste. „Het boekenbedrijf heeft vrijheid no dig, en die was hier in ruime mate te vinden. Zowel de afwezigheid van een sterke centrale overheid, als het ontbreken van een machtige geeste lijkheid, „de calvinistische kerk is ondanks haar sterke positie nooit staatskerk geweest", brachten mee, dat van een strenge censuur, zoals die elders te duchten viel, nooit sprake is geweest. En tenslotte: ook de Neder landse drukkers en uitgevers toonden de durf en energie die zo typerend is voor onze Gouden Eeuw". De Nederlandse persen draaiden vooral voor het buitenland. Boeken en pamfletten die daar niet konden verschijnen, omdat ze opruiend of ketters waren, werden in Nederland gedrukt. Alle politieke scheurmakers, alle stiefkinderen van het christen dom, hebben van de diensten van de Nederlandse drukkers geprofiteerd. Verlichting Ondanks het feit, dat in de achttien ledereen in ons land kan, op enkele uitzonderingen na, vrijelijk uitgeven, kopen en lezen wat hij wil... de eeuw oppervlakkigheid, verslap ping en frivoliteit niet ontbreken, is er in Europa sprake van geestelijke bloei. Maar in de Nederlanden is de gouden schittering van de vorige eeuw dof geworden. De cultuur van de Lage Landen verliest veel van zijn markante eigenschappen. In het Eu ropees concert laat Holland een har monische noot horen, maar andere instrumenten domineren. Frankrijk dirigeert. Prof. de la Fontaine Ver wey wijst erop, dat Nederland op één punt zijn betekenis niet verliest, ja zelfs belangrijker wordt: de cultuur uitwisseling. Die speelt zich vooral af in de wereld van het boek. De talrij ke geestelijke gevechten, die in de achttiende eeuw gevoerd worden, waarin telkens nieuwe ideeën botsen tegen traditionele denkwijzen, krij gen gestalte in evenzovele boeken- veldslagen. De wapens in deze strijd worden zelden door Nederlanders be dacht en ontworpen, maar dikwijls wel door hen gesmeed. Een belang rijk deel van de boeken, die de „ver lichting" brengen - werken van Mon- tesqieu, Leibniz, Voltaire, Rousseau - zijn in Nederland gedrukt en uitgege ven. Het roer gaat om. De geweldige aandacht die de theologie in de ze ventiende eeuw opeiste, maakt in de achttiende eeuw plaats voor natuur wetenschappen. De rijkdom en schoonheid van de verworven kennis weerspiegelt zich in schitterende plaatwerken. Industrialisatie De eerste helft van de negentiende eeuw brengt armoede en matheid. De overgang naar modern industrieland gaat schoorvoetend. Maar het cul- tuurpeil en de lectuurbehoefte vlie gen omhoog. Dat is ender andere te danken aan het beter wordende on derwijs en aan de inzet van onder an dere de Maatschappij tot Nut van het Algemeen, die zich tot in de verste uithoeken van het land bezig houdt met zaken als volksontwikkeling (nutsavonden, nutsbibliotheken), en met onderwijsvernieuwing (nutsscho- len). Nederland telt in die dagen „slechts" 20 procent analfabeten; aan zienlijk minder dan Engeland (30 procent) en België (50 procent). Het verouderde grafische apparaat kan de knagende informatiehonger niet stillen. Er is onvoldoende drukcapa- citeit. Dat verandert in de tweede helft van de negentiende eeuw. Ne derland schakelt de industrialisatie in een hogere versnelling. Het land bloeit op, mede dank zij de gelden die- uit Nederlands Indië binnenstromen. Aan het begin van de industriële re volutie telt ons land 283 boekdrukke rijen. In 1890 zijn dat er al 683. In 1850 verschijnen slechts 11 dag- en 39 nieuwsbladen. Veertig jaar later is dat aantal vertwintigvoudigd. Lezen is het wachtwoord geworden. Technische ontwikkelingen volgen elkaar snel op: snelpersen, kleuren druk, rotatiepersen, zetmachines, cli chés, rastertechnieken, automatisch boekbinden, fotografische verwer king van illustraties. Drukkers en schrijvers zorgen voor een nieuwe lente en een nieuw geluid. Door ho gere oplagen gaan de prijzen omlaag. De mechanisatie levert het materiaal waarmee een grootscheepse volksont wikkeling als een sneeuwbal van de heuvel davert. Het boek is er voor ie dereen. Er komen nieuwe verkoop technieken: goedkope series en zoge naamde volksuitgaven. Het zijn de pocketbooks van de jaren rond de eeuwwisseling. Zo'n „goede boeken tegen lage prijzen-initiatief" is onder andere van de Wereldbibliotheek. Die wil „de kracht, levensvreugde, de geestelijke cultuur van ons volk verhogen. Wij willen bij allen die ge- dachtenloos voortleven in een moei lijk maatschappelijk bestaan, de lief de doen ontwaken tot een hoger le ven door zelfontwikkeling. Wij wil len allen den toegang openen tot het boek en tot de universiteit onzer da gen". Succes blijft niet uit. De periode tot de Tweede Wereldoor log wordt gekenmerkt door gestadige groei. Het aantal boektitels stijgt van 3011 in 1900 tot 6554 in 1939. Als in de jaren dertig de naziterreur ont brandt, en bergen boeken in vlam men opgaan, vluchten veel auteurs naar Nederland. Net als in de Gou den Eeuw is ons land opnieuw een vluchthaven. Maar dit keer is de gastvrijheid van korte duur. In mei 1940 krijgt ook de Nederlandse druk pers een muilkorf. Maar de onder grondse pers drukt door. Illegale kranten en boeken zorgen voor licht puntjes in donkere tijden. Stormachtig De naoorlogse ontwikkelingen verlo pen stormachtig. Er komt een bevol kingsexplosie en een explosie in de behoefte aan kennis en informatie. De democratisering van het denken en willen weten, alsmede het uitste kende onderwijs, vergroten de vraag naar boeken. Het pocketboek is het antwoord. De CPNB, de collectieve propaganda voor het Nederlandse boek, noemt de uiterst laag geprijsde pocket „het voertuig van de demo cratische kennisoverdracht". De poc ket, overgewaaid uit Amerika en daar bedoeld als wegwerpboek, heeft hier nooit als zodanig gefunctioneerd. Dit gebruiksboek, zoals het al snel wordt beschouwd, belandt niet in de vuilnisbak, maar keurig op de boe kenplank van een steeds bredere laag van de Nederlandse bevolking. Het succes van deze cultuurverrijker dreigt zich echter na een aantal jaren tegen zichzelf te keren: het aanbod wordt zo groot dat de consument steeds hogere eisen begint te stellen aan de uitvoering. Dit leidt tot een soort luxe pocket: de nu voor elke vorm van kennis en ideeënover- dracht geaccepteerde paperback, die goedkoper is dan het gebonden boek. Pocket en paperback hebben een voortrekkersfunctie. Ze brengen het boek dichter bij de mensen. Dat geldt ook voor de boekenclubs, die samen meer dan 1 miljoen leden tellen, en goed zijn voor een marktaandeel van 24 procent. Ze bevorderen dat nieu we groepen boekkopers worden aan geboord. Als die na verloop van tijd in het beperkte aanbod van de clubs niets meer van hun gading vinden, komen ze vanzelf terecht bij het rijke assortiment van de vakboekhandel, de warme bakker van het boeken vak. Die kan 65.000 titels leveren. Al een aantal jaren stijgt het aantal nieuwe titels in Nederland boven de 10.000 per jaar. Zijn dat niet veel te veel boeken? De CPNB vindt van niet. „Men kan eigenlijk nooit van een teveel aan boeken spreken, zo lang iedereen enerzijds hierdoor in staat wordt gesteld in alle vrijheid zijn mening te uiten en anderzijds uit dit ruime aanbod zijn eigen keus kan bepalen. Er zijn echter stemmen bin nen het boekenvak die pleiten voor een zekere stabilisering van het tite- laanbod, en het opvoeren van de kwaliteit van de keus" Nieuwsgierigheid Die keus richt zich de laatste jaren in- toenemende mate op het informatie ve boek. Een van de oorzaken'is dat de lezer via onder andere de media zoveel informatie krijgt, die zijn nieuwsgierigheid prikkelt, dat hij meer wil weten. De stijgende ver koop van encyclopedieën illustreert dit. Maar vormt dat toenemend aan tal informatieleveranciers juist geen bedreiging van het boek? De chips knisperen overal. De glasvezelkabel glinstert in de laboratoria. Satellieten nemen een hoge vlucht. Kabeltelevi sie en andere vormen van massacom municatie rukken op. Is het einde van het papieren tijdperk nabij? Voedt een auteur straks via zijn huis- terminal een computer met teksten, en zullen de lezers zich aan de elek tronische uier van de view data-sys temen laven? Dr. J. F. Remarque, voorzitter van de Koninklijke Neder landse Uitgeversbond, gelooft daar niets van. „Heeft de tv de bioscoop film verdrongen? Zal Teletekst de krant doén verdwijnen? Wat een on volwassen vraagstelling! Langzamer hand zouden we toch moeten begrij pen, dat de technologie ons media landschap alleen maar verrijkt met nieuwe soorten en mogelijkheden, en dat de mens met zijn grenzeloze di versiteit altijd daaruit zal willen kie zen naar zijn eigen behoefte en smaak. Nog heel lang zal bij velen die keus op het boek vallen". AAD STRUIJS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 17