|olitieke handje-klap regionale omroepen Nog meer olie op Bretonse kust Koning Juan Carlos: stuwende kracht achter Spaanse democratie Pravda stelt Russen gerust over Afghanistan EG centraal in beraad Giscard-Schmidt 'Kaalkoppen'vernielen Londens metrostation NENLAND/BUITENLAND LEIDSE COURANT MAANDAG 17 MAART 1980 PAGINA 9 nde woensdag, op de dag at vierhon- jaar en vier dagen nadat de Spaanse ko- jFilips II de ban uitsprak over Willem van waardoor de Nederlanden vijf jaar la- r wel van hun voornaamste leider maar niet i bun strijdvaardigheid jegens de Spanjaar- i werden beroofd - zal weer een Spaanse ko- r voet op Nederlandse bodem zetten. Woens- liddag arriveren koning Juan Carlos en lingin Sophia per trein op het Amsterdamse ptraal Station, waar zij zullen worden ver- komd door koningin Juliana, prinses ptrix, prins Bernhard en prins Claus, ieen rijtoer naar het Paleis op de Dam legt Spaanse koningspaar een krans op het mo vent op de Dam. Donderdag wordt een s gelegd in de Nieuwe Kerk in Delft, waar ler meer de in 1585 vermoorde Willem van i begraven ligt Later op de dag staan een aan het observatiecentrum Sandhave in j Haag, het Binnenhof, en de Leidse univer- fit op het programma. Vrijdagmiddag vlie- koning Juan Carlos en koningin Sophia Schiphol terug naar Madrid. 'ïitlopend op dit Spaanse staatsbezoek een et van de man die aan het hoofd staat van opa's jongste monarchie, koning Juan Car- I Victor Maria de Bourbon y Bourbon. onze redactie buiten land) j HAAG Toen Don i Carlos de Bourbon op [november 1975 in het parlement, de Cor- werd ingezworen en tot gekroond, klonk „Juan Carlos, Juan en „Leve de ko- veel Spanjaarden rg vreemd in de oren. dag later leek het alsof men de nieuwe t alweer was vergeten, legrafenis van het op irige leeftijd overleden tshoofd generaal Fran- t Franco y Bahamonde [meer weg van een glo- intocht dan van een htige uitvaart. De to- |van het Falangistische dlied Cara al Sol die fen hangen boven de on- (aren die met geheven de fascistengroet ihten, werden verdron- door een massaal ge deerd „Franco, Fran- Het leek een eerbewijs de man die Spanje ge- nde bijna veertig jaar een dictator bestuurde tegelijk een waarschu- j aan zijn opvolger, om fvan de gevolgde poli- Ie lijn af te wijken. Wie I in Spanje rondkijkt kt echter constateren, ■die waarschuwing wei- lef feet heeft gesorteerd. het Spanje van de Cau- zoals Franco ook genoemd, is weinig r over. j^nks economische moei- |den en de aanhoudende van met name de ^in Baskenland is Juan |s er in geslaagd de zorg- g opgebouwde dictatuur i vormen tot een parie democratie naar feuropees model, [de sinds de dood van verstreken vier en [half jaar zijn de eerste ongetwijfeld het moei- én het gevaarlijkste |est voor de door Juan uitgestippelde weg le democratie. Het een half jaar geduurd [dat de Spaanse koning schroom van zich af- j> en, los van de hem op- rngen raadgevers, een b weg ging. Zo gebeurde |at terwijl het parlement volop debatteerde over 1 dan niet toelaten van [eke partijen, de leiders 11e belangrijke politieke ■ringen door de vorst jen ontvangen, óók com- jstenleider Santiago Ca- Koning Juan Carlos en koningin Sophia. rillo. Koning Juan Carlos be loofde hen echte vrije verkie zingen. Suarez Een duidelijke aanwijzing voor de op handen zijnde veranderingen kwam korte tijd later, toen de nog door Franco benoemde premier Carlos Arias Navarro de laan werd uitgestuurd en de vrij wel onbekende Alfonso Sua rez werd aangesteld als eer ste minister. Staatshoofd én regeringsleider hebben ver volgens (weloverwogen) haast gezet achter belangrij ke staatkundige veranderin- fen. Een jaar na de dood van 'ranco werd, doordat een onverwacht grote meerder heid van de Cortes instemde met het door Juan Carlos en premier Suarez opgestelde pakket hervormingsvoorstel len, de dictatuur ontmanteld. Hierna was het voor de Spaanse koning zaak om zijn eigen aanwezigheid een echte grondwettelijke basis te ge ven. Tijdens een in 1978 ge houden referendum stemde 87 procent van -de opgeko men Spanjaarden in met de voorgestelde nieuwe grond wet. Korte tijd later won de partij van premier Suarez de eerste vrije verkiezingen in Spanje na bijna veertig jaar dictatuur. Men doet de Spaanse koning echter tekort, wanneer zijn betekenis alleen in verband wordt gebracht met de staat kundige hervormingen sinds 1975. Minder op de voorgrond tredend maar zeker zo be langrijk is de druk die hij de afgelopen jaren heeft uitge oefend op militaire en con servatieve kringen om de veranderingen te accepteren. Sinds de nieuwe grondwet van kracht werd, heeft Juan Carlos zich nauwkeurig aan zijn constitutionele rol gehou den. En deze houding, het waken over de democrati sche rechtsstaat, heeft hij ook steeds van de strijdkrachten geëist. Zo noemde hij, nadat premier Suarez bij de begra fenis van de vermoorde gou verneur van Madrid door woedende soldaten voor „verrader" was uitgemaakt, het beeld van een militair die de discipline verliest „be schamend". „Voor een sol daat en een leger die de dis cipline verliezen, is geen red ding mogelijk", aldus het Spaanse staatshoofd. Tot slot moet ook de rol van koning Juan Carlos in de buitenlandse politiek, met name ten aanzien van La- tijns-Amerika, niet worden onderschat. Zo bracht hij in 1978, tijdens een bezoek aan Argentinië, generaal Videal in grote verlegenheid, door deze in een persoonlijk on derhoud te vragen om de vrijlating van politieke ge vangenen van Spaanse af komst en bij het diner aan het eind van het staatsbezoek te verklaren, dat „politieke en sociale vrede alleen ge stoeld kunnen zijn op de waardering van de mens, de onschendbare rechten die hem toebehoren en de eer biediging van de wet." Kandidaat Nobelprijs Het optreden van de Spaanse koning, zowel in eigen land als in Latijns-Amerika, waar bij hij zich voortdurend als een behendig politicus en ge routineerd diplomaat mani festeert, bracht het Britse blad The Economist eind vo rig jaar tot een opmerkelijke daad. Juan Carlos werd kan didaat gesteld voor de Nobel prijs voor de Vrede. „Een verkeerde beweging van de vorst of het niet zetten van een noodzakelijke stap, had Spanje in de afgrond kunnen doen storten", aldus het blad, dat vervolgens stelde dat zijn bijdrage aan de nationale en internationale vrede, de Spaanse vorst tot een waar dig drager van de Nobelprijs zou maken." Don Juan Carlos is dan in middels meer dan vier jaar Spaans staatshoofd. Niet ver geten mag worden dat het er lange tijd helemaal niet naar uitzag, dat de op 5 januari 1938 geboren prins ooit ko ning zou worden. Zijn vader, Don Juan graaf van Barcelo na, werd als voornaamste troonpretendent beschouwd, voor het geval Spanje ooit weer een monarchie zou worden. Tot geruime tijd na de Tweede Wereldoorlog wees echter niets in die rich ting. Koning Alfonso had in 1931, toen bleek dat het Spaanse koningshuis alle steun van de bevolking had verloren, afstand gedaan van de troon en was in balling schap gegaan. Na de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) zorgde Franco ervoor, dat de monarchie buitenspel kwam te staan. Toen de Tweede Wereldoorlog net achter de rug was, legde hij een oproep van Don Juan tot herstel van de monarchie, waardoor deze zelf aan de macht hoopte te komen, naast zich neer. De Caudillo had andere plannen. Dat bleek eerst goed in 1947, toen hij wél voldeed aan het verzoek tot herstel van de monarchie, maar tevens liet vastleggen dat alleen hij zelf te zijner tijd zijn opvolger zou mogen kiezen. Don Juan, die zijn hoop op de Spaanse troon in rook zag op gaan, reageerde boos, maar bond later in toen hij, samen met Franco, tot degelijke af spraken kon komen over de opvoeding van zijn zoon, Juan Carlos, in Madrid. Na een middelbare school door liep de prins opleidingen in de drie onderdelen van de Spaanse strijdkrachten, ge volgd door een tweejarig ver blijf aan de universiteit van Madrid. In die jaren werd duidelijk dat Franco Don Juan Carlos uiteindelijk tot zijn opvolger zou benoemen. Maar hoewel de prins zeer grondig op zijn toekomstige taak werd voor bereid en steeds vaker bij of ficiële gelegenheden naast Franco verscheen, bleef de Caudillo tot 1969 over zijn opvolging zwijgen. Toen hij Juan Carlos in de zomer van dat jaar uiteindelijk naar vo ren schoof, werd deze keus hem niet in algemene dank afgenomen. Een deel van Franco's eigen Falangistische partij voelde gewoon weinig voor een herstel van de mo narchie. De overige - toen nog verboden - partijen za gen Juan Carlos alleen als een verlengstuk van de dic tatuur. Daarnaast herhaalde Don Juan nogmaals zijn ei gen aanspraken op de troon (pas geruime tijd na Franco's dood deed hij er afstand van) en werd tevens de toen al 136 jaar oude vete tussen twee takken van de Spaanse ko ninklijke familie weer opge rakeld. Deze vete behelsde de strijd met de Carlisten, die ja renlang het Spaanse koning schap opeisten voor de echt genoot van prinses Irene, prins Carel-Hugo de Bourbon Parma. Oppositie Tot aan de dood van Franco bleef het rustig rond Juan Carlos, hoewel hij tweemaal als interim-staatshoofd fun geerde. Hij was erg voor zichtig, legde nooit belangrij ke verklaringen af en hield zich ver van politieke ge schillen. Zijn uitspraak dat hij „oprechte bewondering" had voor Franco en als ko ning „een matigende factor in de politiek" wilde zijn, deed zijn populariteit vooral onder de oppositie geen goed. De rechtse groeperingen in Spanje waren op hun beurt weer bang, dat Juan Carlos niet hard genoeg tegen her vormingsgezinde stromingen zou kunnen optreden. En ook onder het gewone volk viel weinig geestdrift voor de nieuwe vorst te bespeuren. De twintig jaar die hij onder Franco's toezicht had ge staan, de aanwezigheid van een door Falangisten over heerst parlement en de be noeming, door Franco, van hem zeer getrouwe figuren op sleutelposities (waaronder premier Arias Navarro), zou den, zo was de verwachting, weinig ruimte bieden voor structurele veranderingen. In het eerste deel van dit por tret is beschreven, hoe men zich in die nieuwe Spaanse koning heeft vergist. Daarbij mag niet onvermeld blijven, dat ook in Spanje zelf het tij geheel ten goede van Juan Carlos is gekeerd. De beste il lustraties daarvan zijn wel licht onderstaande uitspra ken van mensen, die behoren tot die politieke stromingen, die zich vóór de dood van Franco het felst tegen het ko ningschap van Juan Carlos hebben verzet Zo zei communistenleider Santiago Carillo, die eerder had verklaard dat Juan Car los niet wist wat democratie betekent. „Ik ben republi kein, maar als wij in plaats van deze koning nu een pre sident van een republiek zou den hebben, waren er al lang straatgevechten uitgebro ken." Het duidelijkste was echter de Baskische socialist Enrique Mugica, die enige tijd geleden stelde dat „in Spanje weinig monarchisten zijn te vinden, maar men zel den iemand ontmoet die géén „Juancarlista" is. JOS TIMMERS ■AAG De Tweede [moet morgen beslis- een aantal inge- moties betreffende de jionale radio-omroep RM-minister Garde- arin heeft de minis- k op het standpunt ge kt het bij de regionale jen moet gaan om een Ie verantwoordelijk- dat dus de regio zelf i moet gaan betalen, le etherreclame I hardnekkig afwij- lat dat volgens haar len zal gaan van de jntie-inkomsten van ale pers. Dit in te- ng tot de VVD en teerste instantie ook pA-fractie, die daar r voelen. •nale radio-omroepen daardoor nu ineens slachtoffer te worden politieke handel tus- A en PvdA onder het beter een vogel in de 'n tien in de lucht. De ener" is in dit geval de factie in de Tweede die sinds een aantal een ommezwaai heeft PvdA-Kamerlid Kosto heeft tot voor kort altijd geroepen had dat „een onafhankelijke regionale omroep als een fun damentele voorziening moet worden beschouwd" en dus uit de algemene omroepmiddelen moet worden betaald. Hij dien de daarover dan ook een motie in die van harte werd ge steund door D'66 en PPR. Kosto had eerder in de Kamer ook geroepen dat er geen be zwaar bestond tegen regionale reclame, maar hij werd op dat punt al snel door zijn fractie teruggefloten en gedwongen die visie weer in te slikken. Ongeveer twee weken geleden is door het CDA-Kamerlid Van der Sanden een nieuwe motie ingediend, mede onder tekend door de PPR en....P- vdA. En wat staat daarin? In voering van etherreclame wordt afgewezen en de regio moet wél mee gaan betalen aan de regionale omroepen via een verhoging bovenop de om roepbijdrage, die per regio door de Provinciale Staten moet worden vastgesteld. Het principe van centrale financie ring, dat tot dan toe het meest rechtvaardig werd geacht, heeft de PvdA overboord ge gooid om tot een akkoord te kunnen komen met het CDA en op deze wijze een meerder heid te kunnen vormen. Het CDA heeft ook een veer moe ten laten, want deze fractie wilde naast een heffing op de omroepbijdrage ook een bij drage van minimaal tien pro cent van de totale regionale bijdrage uit de provinciale middelen. Het compromis tussen CDA en PvdA is hard nodig want mi nister Gardeniers voelt hele maal niets voor zo'n opslag bo venop de omroepbijdrage; zij wil gewoon dat iedere regio een flink gedeelte van de om- roepkosten uit provinciale middelen gaat betalen. Met an dere woorden: gemeente en Erovincie moeten zelf maar eslissen of zij voor een regio nale radio-omroep geld willen uittrekken. Zo kan op een ge geven moment dan ook de si tuatie ontstaan dat een ge meente voor de keus staat het geld te besteden öf voor de bouw van een nieuw zwembad óf voor financiële steun aan een regionale omroep. De op richting van een regionale om roep wordt op die wijze afhan kelijk van de bereidheid van de betreffende provincie en/of gemeente om mee te betalen. En dat vinden PvdA en CDA te ver gaan. Vandaar dit com promis, waarmee in ieder ge val wordt verhinderd dat de regionale omroepen al te zeer afhankelijk worden van die regio zelf. Door een opslag op de omroepbijdragen (opcenten) krijgt iedere provincie de fi nanciële middelen om een of meer regionale omroepen in het leven te roepen. SCHUN Het bereikte compromis tussen CDA en PvdA is deels echter schijn, want de heikele punten zijn in de motie weggelaten, omdat de beide fracties het daarover niet eens konden worden. De fracties geven niet aan hoe de kosten verdeeld moeten worden tussen over heid en regio. Het CDA zal het percentage voor de regio waarschijnlijk hoger willen stellen dan de PvdA. Ook wordt er niets gezegd over het verschil dat per provincie gaat ontstaan in de hoogte van de opcenten, tenminste als men tot een landelijke spreiding van regionale omroepen wil komen. De mensen in provin cies met een relatief lage be volkingsdichtheid zullen dan een hogere bijdrage moeten gaan betalen dan de mensen in een dichtbevolkte provincie. In dat geval gaat men in bij voorbeeld Zeeland maar liefst tienmaal zoveel betalen in Zuid-Holland. Nee, zegt CDA- er Van der Sanden, de bijdra gen moeten overal even hoog zijn en provincies als Gronin gen, Friesland, Drente en Zee land moeten maar genoegen nemen met een kleiner aantal •regionale omroepen. Nee, zegt de PvdA-er Kosto, in die regi o's moet CRM maar bijsprin gen met extra geld. Het CDA wil dus geen reke ning houden met de opper vlakte van de regio's, maar al leen met het aantal mensen. De consequentie van het CDA-standpunt is, dat een provincie als Zeeland met een enorme oppervlakte met één regionale radio-omroep genoe gen moet nemen, terwijl Zuid- Holland geld krijgt voor tien omroepen. Daar zal de PvdA- fractie niet mee kunnen in stemmen, zodat over de invul ling van het beleid nog wel het een en ander te verwach ten valt. Gardeniers zal daar entegen veel moeite hebben met het PvdA-standpunt, om dat het haar weer extra geld zal gaan kosten. Met de PvdA/CDA-motie als zodanig zal de minister - zij het met enig tegenstribbelen - wel akkoord kunnen gaan. Haar argumenten ertegen zijn ook niet erg sterk: het systeem van opcenten wijst zij af omdat daarmee een hoop administra tieve rompslomp in huis wordt gehaald en omdat zij een ver hoging van de omroepbijdra gen niet gewenst vindt. Met de invulling daarvan zijn wél nog de nodige strubbelingen te verwachten, want daarin staan PvdA en CDA weer recht te genover elkaar. FRANS WEERTS Merendeel blanke Zuidafrikanen steunt Botha JOHANNESBURG Een overweldigende meerderheid van de blanken in Zuid-Afrika steunt het gematigde stand punt over apartheid van pre mier Pieter Botha, zelfs als het vasthouden aan dit standpunt een splitsing teweeg zou bren gen in de regerende nationale partij (NP.). Dit blijkt uit een opiniepeiling waarvan het re sultaat zondag is gepubliceerd. Van alle - blanke - stemge rechtigden (NP-leden en ande ren) steunt 81,4 procent Botha als partijleider van de NP en wil 7,2 procent de extreme Treurnicht als leider van de NP. MOSKOU Het leven van de Sovjet-militair in Afgha nistan verschilt niet erg van oefeningen in het eigen land, zo heeft gisteren het Russische communistische partijblad Pravda zijn lezers geruststellend meegedeeld. De afgelopen week versche nen in de Russische pers voor het eerst berichten over de naar schatting 80.000 Russi sche militairen in Afghanistan. Dit gebeurde kennelijk om een tegenwicht te geven voor de berichten van buitenlandse ra diostations over verliezen on der de Sovjet-troepen en de anti-Russische gevoelens van de Afghanen. Tot dusverre heeft de Sovjet-pers echter geen melding gemaakt van ge vechten waarbij Russische mi litairen waren betrokken. Een speciale verslaggever van de Pravda meldde dat de Sovjet troepen in tentenkampen wo nen, waar electriciteit is en stromend water en dat zij over kranten beschikken en gere geld post van thuis ontvangen. In hun vrije tijd zouden zij concerten geven die bijzonder in de smaak vallen bij de Af ghaanse bevolking. „In deze gecompliceerde situatie heb ben onze officieren en man schappen hun glimlach niet verloren. Jongens van achttien zijn mannen geworden en mannen van veertig die het al lemaal al gezien hebben, zijn op de een of andere manier opgewekter geworden", aldus het verslag van de speciale mi litaire correspondent. Volgens hem voerden in de buurt van de Sovjet-legerplaats Afghaan se eenheden een moeilijke strijd tegen „rebellen" in de bergen. Op gezag van een lid van de Russische geheime dienst vermeldde de Pravda- verslaggever dat de rebellen goed georganiseerd zijn en goed gebruik maken van ca mouflagemogelijkheden in de bergen. Hij schreef ook dat „de gewo ne Afghaanse boeren nu pas de waarheid omtrent de rebel len en hun buitenlandse on dersteuners beginnen te be grijpen". „De Sovjet-militairen kennen deze waarheid. Zij we ten zeer goed dat zij dit buur land zijn binnengetrokken op verzoek van de Afghaanse re gering, met het enige doel net bevriende Afghaanse volk te verdedigen", aldus de militaire correspondent. Westelijke diplomaten en lei ders van het Afghaans verzet berichtten intussen gisteren dat in de omgeving van de Af ghaanse hoofdstad Kaboel de Afghaanse guerrillastrijders hun aanvallen zouden hebben verhevigen. Volgens de Engel se zondagskrant Sunday Times gaan zowel de Russische in lichtingendienst KGB als het islamitisch verzet in Afhanis- tan er van uit dat de strijd om Afghanistan in Kaboel beslist zal worden. De onlusten daar eind februari hebben aan on geveer 500 mensen het leven gekost er zijn 12.000 tot 15.000 arrestaties verricht, aldus het blad. HAMBURG De vier uur die de Franse president Gis- card d'Estaing en de West- duitse bondskanselier Hel mut Schmidt gisteren heb ben besteed aan „informele" besprekingen, zijn met grote geheimhouding omgeven ge weest. Zowel Schmidt als Giscard weigerde bij het verlaten van Schmidts wo ning in Hamburg commen taar te geven. Giscard beperkte zich tot: „het onderhoud was bijzonder nut tig voor mij ter voorbereiding op de komende gedachtenwis- seling in Europa en op het wereldtoneel". Ondanks dit stilzwijgen is men er in Hamburg algemeen van overtuigd dat de twee staats lieden voornamelijk bezig zijn geweest een oplossing te zoe ken voor de ernstige crisis die de Europese Gemeenschap be dreigt als gevolg van Londens bijdrage aan de Europese be groting en het Franse voorne men om niets toe te geven op de komende Europese raad, over twee weken in Brussel. Helmut Schmidt heeft op 28 maart, drie dagen voor de Eu ropese raad, nog een ontmoe ting met de Britse premier Margaret Thatcher. Men zou dus kunnen denken dat het in formeel samenzijn van Schmidt en Giscard ten doel heeft gehad een compromis formule op te stellen, die de bondskanselier aan de vijzeren dame" zal voorleggen ten ein de in Brussel het ergste te voorkomen. De twee staatslieden gaven wel te kennen dat ze ook nog wederzijdse „reisimpressies" hebben uitgewisseld, na het bezoek dat Giscard onlangs aan het Arabisch schiereiland en aan Jordanië heeft ge bracht en na het recente ver blijf van Schmidt in de Vere nigde Staten, waar hij met president Carter heeft gespro ken. LONDEN On geveer 200 jonge lieden, „Skin heads" of „Kaal koppen" ge noemd, hebben za terdagmorgen vroeg slag gele verd in het metro station Neasden in Noordwest Londen en daar bij zware schade aangericht. De „Skinheads" wor den zo genoemd omdat zij nage noeg al het hoofd- haard afscheren. De jongelui, de jongste was 12 jaar, hadden een depot opengebro ken en daar voor werpen als ha mers en schoppen uitgehaald waar mee zij begonnen elkaar te bewer ken. Toen een trein stopte werd die ook aangevallen. Machinist Mi chael Copeman werd aan het hoofd gewond toen iemand een hamer door een raam van zijn ca bine naar binnen gooide. In totaal werden 40 perso nen, onder wie ze ven treinpassa- giers en de rest „Skinheads", ge wond. „De kaalkoppen gedroegen zich als wilde beesten, zei iemand van de gemeentelijke vervoersdienst. Het verkeer op het station Neas den is een uur ge staakt geweest De schade door de vandalen aange richt wordt ge schat op 1 a 2 dui zend pond. De politie heeft 15 herriemakers gearresteerd. „Skinheads" vindt men overal in Engeland maar voornamelijk in de grotere steden, in de eerste plaats in Londen. Zij gaan gekleed in het leer en dragen hoge laarzen. Vaak vallen zij gekleurde immi granten aan, of andere groepen blanke jongelui. Als zij in treinen actief zijn gaat daar vaak het in terieur in stuk ken en flarden. 'Ook vechten zij vaak onder el kaar en in veel gevallen krijgen ook voorbijgan gers een haal of een slag mee. Zij zijn ook betrok ken bij ongere geldheden in voetbalstadions. PARIJS- Naar schatting 7.000 ton zware olie uit de verleden week voor de Bretonse kust in tweeën gebroken tanker Tanio heeft het afgelopen weekeinde 70 tot 80 kilometer van de befaamde roze granieten kust van Bre- tagne bevuild. Met man en macht probeert men de kust schoon te houden. De olie is echter zo kleverig, dat zelfs de meest geperfectioneerde pompen het niet kunnen op zuigen. Het schoonmaken moet daarom bijna geheel met de hand gebeuren. In Bretagne vreest men, dat de ramp de komende dagen nog groter zal worden door de verwachte voor jaarsspringvloed. De schipbreuk van de Tanio treft Bretagne pre cies twee jaar na de ramp van de Amoco Cadiz, waarvan de financiële en economische gevol gen nog sterk voelbaar zijn. De processen over deze grootste olievervuilingsranr.p tot dusver zullen zich nog minstens drie jaar voortslepen. In de afgelopen 13 jaar werd de Bretonse kust door zes schipbreuken van olietankers getrof fen zodat de bevolking, die grotendeels van vis vangst, oester- en mosselkwekerij en uiteraard van het toerisme leeft, er wanhopig van wordt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 9