|olitieke handje-klap
regionale omroepen
Nog meer olie op
Bretonse kust
Koning Juan Carlos: stuwende
kracht achter Spaanse democratie
Pravda stelt
Russen gerust
over Afghanistan
EG centraal
in beraad
Giscard-Schmidt
'Kaalkoppen'vernielen
Londens metrostation
NENLAND/BUITENLAND
LEIDSE COURANT
MAANDAG 17 MAART 1980 PAGINA 9
nde woensdag, op de dag at vierhon-
jaar en vier dagen nadat de Spaanse ko-
jFilips II de ban uitsprak over Willem van
waardoor de Nederlanden vijf jaar la-
r wel van hun voornaamste leider maar niet
i bun strijdvaardigheid jegens de Spanjaar-
i werden beroofd - zal weer een Spaanse ko-
r voet op Nederlandse bodem zetten. Woens-
liddag arriveren koning Juan Carlos en
lingin Sophia per trein op het Amsterdamse
ptraal Station, waar zij zullen worden ver-
komd door koningin Juliana, prinses
ptrix, prins Bernhard en prins Claus,
ieen rijtoer naar het Paleis op de Dam legt
Spaanse koningspaar een krans op het mo
vent op de Dam. Donderdag wordt een
s gelegd in de Nieuwe Kerk in Delft, waar
ler meer de in 1585 vermoorde Willem van
i begraven ligt Later op de dag staan een
aan het observatiecentrum Sandhave in
j Haag, het Binnenhof, en de Leidse univer-
fit op het programma. Vrijdagmiddag vlie-
koning Juan Carlos en koningin Sophia
Schiphol terug naar Madrid.
'ïitlopend op dit Spaanse staatsbezoek een
et van de man die aan het hoofd staat van
opa's jongste monarchie, koning Juan Car-
I Victor Maria de Bourbon y Bourbon.
onze redactie buiten
land)
j HAAG Toen Don
i Carlos de Bourbon op
[november 1975 in het
parlement, de Cor-
werd ingezworen en tot
gekroond, klonk
„Juan Carlos, Juan
en „Leve de ko-
veel Spanjaarden
rg vreemd in de oren.
dag later leek het
alsof men de nieuwe
t alweer was vergeten,
legrafenis van het op
irige leeftijd overleden
tshoofd generaal Fran-
t Franco y Bahamonde
[meer weg van een glo-
intocht dan van een
htige uitvaart. De to-
|van het Falangistische
dlied Cara al Sol die
fen hangen boven de on-
(aren die met geheven
de fascistengroet
ihten, werden verdron-
door een massaal ge
deerd „Franco, Fran-
Het leek een eerbewijs
de man die Spanje ge-
nde bijna veertig jaar
een dictator bestuurde
tegelijk een waarschu-
j aan zijn opvolger, om
fvan de gevolgde poli-
Ie lijn af te wijken. Wie
I in Spanje rondkijkt
kt echter constateren,
■die waarschuwing wei-
lef feet heeft gesorteerd.
het Spanje van de Cau-
zoals Franco ook
genoemd, is weinig
r over.
j^nks economische moei-
|den en de aanhoudende
van met name de
^in Baskenland is Juan
|s er in geslaagd de zorg-
g opgebouwde dictatuur
i vormen tot een parie
democratie naar
feuropees model,
[de sinds de dood van
verstreken vier en
[half jaar zijn de eerste
ongetwijfeld het moei-
én het gevaarlijkste
|est voor de door Juan
uitgestippelde weg
le democratie. Het
een half jaar geduurd
[dat de Spaanse koning
schroom van zich af-
j> en, los van de hem op-
rngen raadgevers, een
b weg ging. Zo gebeurde
|at terwijl het parlement
volop debatteerde over
1 dan niet toelaten van
[eke partijen, de leiders
11e belangrijke politieke
■ringen door de vorst
jen ontvangen, óók com-
jstenleider Santiago Ca-
Koning Juan Carlos en
koningin Sophia.
rillo. Koning Juan Carlos be
loofde hen echte vrije verkie
zingen.
Suarez
Een duidelijke aanwijzing
voor de op handen zijnde
veranderingen kwam korte
tijd later, toen de nog door
Franco benoemde premier
Carlos Arias Navarro de laan
werd uitgestuurd en de vrij
wel onbekende Alfonso Sua
rez werd aangesteld als eer
ste minister. Staatshoofd én
regeringsleider hebben ver
volgens (weloverwogen)
haast gezet achter belangrij
ke staatkundige veranderin-
fen. Een jaar na de dood van
'ranco werd, doordat een
onverwacht grote meerder
heid van de Cortes instemde
met het door Juan Carlos en
premier Suarez opgestelde
pakket hervormingsvoorstel
len, de dictatuur ontmanteld.
Hierna was het voor de
Spaanse koning zaak om zijn
eigen aanwezigheid een echte
grondwettelijke basis te ge
ven. Tijdens een in 1978 ge
houden referendum stemde
87 procent van -de opgeko
men Spanjaarden in met de
voorgestelde nieuwe grond
wet. Korte tijd later won de
partij van premier Suarez de
eerste vrije verkiezingen in
Spanje na bijna veertig jaar
dictatuur.
Men doet de Spaanse koning
echter tekort, wanneer zijn
betekenis alleen in verband
wordt gebracht met de staat
kundige hervormingen sinds
1975. Minder op de voorgrond
tredend maar zeker zo be
langrijk is de druk die hij de
afgelopen jaren heeft uitge
oefend op militaire en con
servatieve kringen om de
veranderingen te accepteren.
Sinds de nieuwe grondwet
van kracht werd, heeft Juan
Carlos zich nauwkeurig aan
zijn constitutionele rol gehou
den. En deze houding, het
waken over de democrati
sche rechtsstaat, heeft hij ook
steeds van de strijdkrachten
geëist. Zo noemde hij, nadat
premier Suarez bij de begra
fenis van de vermoorde gou
verneur van Madrid door
woedende soldaten voor
„verrader" was uitgemaakt,
het beeld van een militair die
de discipline verliest „be
schamend". „Voor een sol
daat en een leger die de dis
cipline verliezen, is geen red
ding mogelijk", aldus het
Spaanse staatshoofd.
Tot slot moet ook de rol van
koning Juan Carlos in de
buitenlandse politiek, met
name ten aanzien van La-
tijns-Amerika, niet worden
onderschat. Zo bracht hij in
1978, tijdens een bezoek aan
Argentinië, generaal Videal
in grote verlegenheid, door
deze in een persoonlijk on
derhoud te vragen om de
vrijlating van politieke ge
vangenen van Spaanse af
komst en bij het diner aan
het eind van het staatsbezoek
te verklaren, dat „politieke
en sociale vrede alleen ge
stoeld kunnen zijn op de
waardering van de mens, de
onschendbare rechten die
hem toebehoren en de eer
biediging van de wet."
Kandidaat
Nobelprijs
Het optreden van de Spaanse
koning, zowel in eigen land
als in Latijns-Amerika, waar
bij hij zich voortdurend als
een behendig politicus en ge
routineerd diplomaat mani
festeert, bracht het Britse
blad The Economist eind vo
rig jaar tot een opmerkelijke
daad. Juan Carlos werd kan
didaat gesteld voor de Nobel
prijs voor de Vrede. „Een
verkeerde beweging van de
vorst of het niet zetten van
een noodzakelijke stap, had
Spanje in de afgrond kunnen
doen storten", aldus het blad,
dat vervolgens stelde dat zijn
bijdrage aan de nationale en
internationale vrede, de
Spaanse vorst tot een waar
dig drager van de Nobelprijs
zou maken."
Don Juan Carlos is dan in
middels meer dan vier jaar
Spaans staatshoofd. Niet ver
geten mag worden dat het er
lange tijd helemaal niet naar
uitzag, dat de op 5 januari
1938 geboren prins ooit ko
ning zou worden. Zijn vader,
Don Juan graaf van Barcelo
na, werd als voornaamste
troonpretendent beschouwd,
voor het geval Spanje ooit
weer een monarchie zou
worden. Tot geruime tijd na
de Tweede Wereldoorlog
wees echter niets in die rich
ting. Koning Alfonso had in
1931, toen bleek dat het
Spaanse koningshuis alle
steun van de bevolking had
verloren, afstand gedaan van
de troon en was in balling
schap gegaan. Na de Spaanse
Burgeroorlog (1936-1939)
zorgde Franco ervoor, dat de
monarchie buitenspel kwam
te staan. Toen de Tweede
Wereldoorlog net achter de
rug was, legde hij een oproep
van Don Juan tot herstel van
de monarchie, waardoor deze
zelf aan de macht hoopte te
komen, naast zich neer. De
Caudillo had andere plannen.
Dat bleek eerst goed in 1947,
toen hij wél voldeed aan het
verzoek tot herstel van de
monarchie, maar tevens liet
vastleggen dat alleen hij zelf
te zijner tijd zijn opvolger zou
mogen kiezen.
Don Juan, die zijn hoop op de
Spaanse troon in rook zag op
gaan, reageerde boos, maar
bond later in toen hij, samen
met Franco, tot degelijke af
spraken kon komen over de
opvoeding van zijn zoon,
Juan Carlos, in Madrid. Na
een middelbare school door
liep de prins opleidingen in
de drie onderdelen van de
Spaanse strijdkrachten, ge
volgd door een tweejarig ver
blijf aan de universiteit van
Madrid.
In die jaren werd duidelijk
dat Franco Don Juan Carlos
uiteindelijk tot zijn opvolger
zou benoemen. Maar hoewel
de prins zeer grondig op zijn
toekomstige taak werd voor
bereid en steeds vaker bij of
ficiële gelegenheden naast
Franco verscheen, bleef de
Caudillo tot 1969 over zijn
opvolging zwijgen. Toen hij
Juan Carlos in de zomer van
dat jaar uiteindelijk naar vo
ren schoof, werd deze keus
hem niet in algemene dank
afgenomen. Een deel van
Franco's eigen Falangistische
partij voelde gewoon weinig
voor een herstel van de mo
narchie. De overige - toen
nog verboden - partijen za
gen Juan Carlos alleen als
een verlengstuk van de dic
tatuur. Daarnaast herhaalde
Don Juan nogmaals zijn ei
gen aanspraken op de troon
(pas geruime tijd na Franco's
dood deed hij er afstand van)
en werd tevens de toen al 136
jaar oude vete tussen twee
takken van de Spaanse ko
ninklijke familie weer opge
rakeld. Deze vete behelsde de
strijd met de Carlisten, die ja
renlang het Spaanse koning
schap opeisten voor de echt
genoot van prinses Irene,
prins Carel-Hugo de Bourbon
Parma.
Oppositie
Tot aan de dood van Franco
bleef het rustig rond Juan
Carlos, hoewel hij tweemaal
als interim-staatshoofd fun
geerde. Hij was erg voor
zichtig, legde nooit belangrij
ke verklaringen af en hield
zich ver van politieke ge
schillen. Zijn uitspraak dat
hij „oprechte bewondering"
had voor Franco en als ko
ning „een matigende factor
in de politiek" wilde zijn,
deed zijn populariteit vooral
onder de oppositie geen goed.
De rechtse groeperingen in
Spanje waren op hun beurt
weer bang, dat Juan Carlos
niet hard genoeg tegen her
vormingsgezinde stromingen
zou kunnen optreden. En ook
onder het gewone volk viel
weinig geestdrift voor de
nieuwe vorst te bespeuren.
De twintig jaar die hij onder
Franco's toezicht had ge
staan, de aanwezigheid van
een door Falangisten over
heerst parlement en de be
noeming, door Franco, van
hem zeer getrouwe figuren
op sleutelposities (waaronder
premier Arias Navarro), zou
den, zo was de verwachting,
weinig ruimte bieden voor
structurele veranderingen. In
het eerste deel van dit por
tret is beschreven, hoe men
zich in die nieuwe Spaanse
koning heeft vergist. Daarbij
mag niet onvermeld blijven,
dat ook in Spanje zelf het tij
geheel ten goede van Juan
Carlos is gekeerd. De beste il
lustraties daarvan zijn wel
licht onderstaande uitspra
ken van mensen, die behoren
tot die politieke stromingen,
die zich vóór de dood van
Franco het felst tegen het ko
ningschap van Juan Carlos
hebben verzet
Zo zei communistenleider
Santiago Carillo, die eerder
had verklaard dat Juan Car
los niet wist wat democratie
betekent. „Ik ben republi
kein, maar als wij in plaats
van deze koning nu een pre
sident van een republiek zou
den hebben, waren er al lang
straatgevechten uitgebro
ken." Het duidelijkste was
echter de Baskische socialist
Enrique Mugica, die enige
tijd geleden stelde dat „in
Spanje weinig monarchisten
zijn te vinden, maar men zel
den iemand ontmoet die géén
„Juancarlista" is.
JOS TIMMERS
■AAG De Tweede
[moet morgen beslis-
een aantal inge-
moties betreffende de
jionale radio-omroep
RM-minister Garde-
arin heeft de minis-
k op het standpunt ge
kt het bij de regionale
jen moet gaan om een
Ie verantwoordelijk-
dat dus de regio zelf
i moet gaan betalen,
le etherreclame
I hardnekkig afwij-
lat dat volgens haar
len zal gaan van de
jntie-inkomsten van
ale pers. Dit in te-
ng tot de VVD en
teerste instantie ook
pA-fractie, die daar
r voelen.
•nale radio-omroepen
daardoor nu ineens
slachtoffer te worden
politieke handel tus-
A en PvdA onder het
beter een vogel in de
'n tien in de lucht. De
ener" is in dit geval de
factie in de Tweede
die sinds een aantal
een ommezwaai heeft
PvdA-Kamerlid Kosto heeft
tot voor kort altijd geroepen
had dat „een onafhankelijke
regionale omroep als een fun
damentele voorziening moet
worden beschouwd" en dus uit
de algemene omroepmiddelen
moet worden betaald. Hij dien
de daarover dan ook een motie
in die van harte werd ge
steund door D'66 en PPR.
Kosto had eerder in de Kamer
ook geroepen dat er geen be
zwaar bestond tegen regionale
reclame, maar hij werd op dat
punt al snel door zijn fractie
teruggefloten en gedwongen
die visie weer in te slikken.
Ongeveer twee weken geleden
is door het CDA-Kamerlid
Van der Sanden een nieuwe
motie ingediend, mede onder
tekend door de PPR en....P-
vdA. En wat staat daarin? In
voering van etherreclame
wordt afgewezen en de regio
moet wél mee gaan betalen
aan de regionale omroepen via
een verhoging bovenop de om
roepbijdrage, die per regio
door de Provinciale Staten
moet worden vastgesteld. Het
principe van centrale financie
ring, dat tot dan toe het meest
rechtvaardig werd geacht,
heeft de PvdA overboord ge
gooid om tot een akkoord te
kunnen komen met het CDA
en op deze wijze een meerder
heid te kunnen vormen. Het
CDA heeft ook een veer moe
ten laten, want deze fractie
wilde naast een heffing op de
omroepbijdrage ook een bij
drage van minimaal tien pro
cent van de totale regionale
bijdrage uit de provinciale
middelen.
Het compromis tussen CDA en
PvdA is hard nodig want mi
nister Gardeniers voelt hele
maal niets voor zo'n opslag bo
venop de omroepbijdrage; zij
wil gewoon dat iedere regio
een flink gedeelte van de om-
roepkosten uit provinciale
middelen gaat betalen. Met an
dere woorden: gemeente en
Erovincie moeten zelf maar
eslissen of zij voor een regio
nale radio-omroep geld willen
uittrekken. Zo kan op een ge
geven moment dan ook de si
tuatie ontstaan dat een ge
meente voor de keus staat het
geld te besteden öf voor de
bouw van een nieuw zwembad
óf voor financiële steun aan
een regionale omroep. De op
richting van een regionale om
roep wordt op die wijze afhan
kelijk van de bereidheid van
de betreffende provincie en/of
gemeente om mee te betalen.
En dat vinden PvdA en CDA
te ver gaan. Vandaar dit com
promis, waarmee in ieder ge
val wordt verhinderd dat de
regionale omroepen al te zeer
afhankelijk worden van die
regio zelf. Door een opslag op
de omroepbijdragen (opcenten)
krijgt iedere provincie de fi
nanciële middelen om een of
meer regionale omroepen in
het leven te roepen.
SCHUN
Het bereikte compromis tussen
CDA en PvdA is deels echter
schijn, want de heikele punten
zijn in de motie weggelaten,
omdat de beide fracties het
daarover niet eens konden
worden. De fracties geven niet
aan hoe de kosten verdeeld
moeten worden tussen over
heid en regio. Het CDA zal het
percentage voor de regio
waarschijnlijk hoger willen
stellen dan de PvdA. Ook
wordt er niets gezegd over het
verschil dat per provincie gaat
ontstaan in de hoogte van de
opcenten, tenminste als men
tot een landelijke spreiding
van regionale omroepen wil
komen. De mensen in provin
cies met een relatief lage be
volkingsdichtheid zullen dan
een hogere bijdrage moeten
gaan betalen dan de mensen in
een dichtbevolkte provincie.
In dat geval gaat men in bij
voorbeeld Zeeland maar liefst
tienmaal zoveel betalen in
Zuid-Holland. Nee, zegt CDA-
er Van der Sanden, de bijdra
gen moeten overal even hoog
zijn en provincies als Gronin
gen, Friesland, Drente en Zee
land moeten maar genoegen
nemen met een kleiner aantal
•regionale omroepen. Nee, zegt
de PvdA-er Kosto, in die regi
o's moet CRM maar bijsprin
gen met extra geld.
Het CDA wil dus geen reke
ning houden met de opper
vlakte van de regio's, maar al
leen met het aantal mensen.
De consequentie van het
CDA-standpunt is, dat een
provincie als Zeeland met een
enorme oppervlakte met één
regionale radio-omroep genoe
gen moet nemen, terwijl Zuid-
Holland geld krijgt voor tien
omroepen. Daar zal de PvdA-
fractie niet mee kunnen in
stemmen, zodat over de invul
ling van het beleid nog wel
het een en ander te verwach
ten valt. Gardeniers zal daar
entegen veel moeite hebben
met het PvdA-standpunt, om
dat het haar weer extra geld
zal gaan kosten.
Met de PvdA/CDA-motie als
zodanig zal de minister - zij
het met enig tegenstribbelen -
wel akkoord kunnen gaan.
Haar argumenten ertegen zijn
ook niet erg sterk: het systeem
van opcenten wijst zij af omdat
daarmee een hoop administra
tieve rompslomp in huis wordt
gehaald en omdat zij een ver
hoging van de omroepbijdra
gen niet gewenst vindt. Met de
invulling daarvan zijn wél nog
de nodige strubbelingen te
verwachten, want daarin staan
PvdA en CDA weer recht te
genover elkaar.
FRANS WEERTS
Merendeel
blanke
Zuidafrikanen
steunt Botha
JOHANNESBURG Een
overweldigende meerderheid
van de blanken in Zuid-Afrika
steunt het gematigde stand
punt over apartheid van pre
mier Pieter Botha, zelfs als het
vasthouden aan dit standpunt
een splitsing teweeg zou bren
gen in de regerende nationale
partij (NP.). Dit blijkt uit een
opiniepeiling waarvan het re
sultaat zondag is gepubliceerd.
Van alle - blanke - stemge
rechtigden (NP-leden en ande
ren) steunt 81,4 procent Botha
als partijleider van de NP en
wil 7,2 procent de extreme
Treurnicht als leider van de
NP.
MOSKOU Het leven van
de Sovjet-militair in Afgha
nistan verschilt niet erg van
oefeningen in het eigen
land, zo heeft gisteren het
Russische communistische
partijblad Pravda zijn lezers
geruststellend meegedeeld.
De afgelopen week versche
nen in de Russische pers voor
het eerst berichten over de
naar schatting 80.000 Russi
sche militairen in Afghanistan.
Dit gebeurde kennelijk om een
tegenwicht te geven voor de
berichten van buitenlandse ra
diostations over verliezen on
der de Sovjet-troepen en de
anti-Russische gevoelens van
de Afghanen. Tot dusverre
heeft de Sovjet-pers echter
geen melding gemaakt van ge
vechten waarbij Russische mi
litairen waren betrokken. Een
speciale verslaggever van de
Pravda meldde dat de Sovjet
troepen in tentenkampen wo
nen, waar electriciteit is en
stromend water en dat zij over
kranten beschikken en gere
geld post van thuis ontvangen.
In hun vrije tijd zouden zij
concerten geven die bijzonder
in de smaak vallen bij de Af
ghaanse bevolking. „In deze
gecompliceerde situatie heb
ben onze officieren en man
schappen hun glimlach niet
verloren. Jongens van achttien
zijn mannen geworden en
mannen van veertig die het al
lemaal al gezien hebben, zijn
op de een of andere manier
opgewekter geworden", aldus
het verslag van de speciale mi
litaire correspondent. Volgens
hem voerden in de buurt van
de Sovjet-legerplaats Afghaan
se eenheden een moeilijke
strijd tegen „rebellen" in de
bergen. Op gezag van een lid
van de Russische geheime
dienst vermeldde de Pravda-
verslaggever dat de rebellen
goed georganiseerd zijn en
goed gebruik maken van ca
mouflagemogelijkheden in de
bergen.
Hij schreef ook dat „de gewo
ne Afghaanse boeren nu pas
de waarheid omtrent de rebel
len en hun buitenlandse on
dersteuners beginnen te be
grijpen". „De Sovjet-militairen
kennen deze waarheid. Zij we
ten zeer goed dat zij dit buur
land zijn binnengetrokken op
verzoek van de Afghaanse re
gering, met het enige doel net
bevriende Afghaanse volk te
verdedigen", aldus de militaire
correspondent.
Westelijke diplomaten en lei
ders van het Afghaans verzet
berichtten intussen gisteren
dat in de omgeving van de Af
ghaanse hoofdstad Kaboel de
Afghaanse guerrillastrijders
hun aanvallen zouden hebben
verhevigen. Volgens de Engel
se zondagskrant Sunday Times
gaan zowel de Russische in
lichtingendienst KGB als het
islamitisch verzet in Afhanis-
tan er van uit dat de strijd om
Afghanistan in Kaboel beslist
zal worden. De onlusten daar
eind februari hebben aan on
geveer 500 mensen het leven
gekost er zijn 12.000 tot 15.000
arrestaties verricht, aldus het
blad.
HAMBURG De vier uur
die de Franse president Gis-
card d'Estaing en de West-
duitse bondskanselier Hel
mut Schmidt gisteren heb
ben besteed aan „informele"
besprekingen, zijn met grote
geheimhouding omgeven ge
weest. Zowel Schmidt als
Giscard weigerde bij het
verlaten van Schmidts wo
ning in Hamburg commen
taar te geven.
Giscard beperkte zich tot: „het
onderhoud was bijzonder nut
tig voor mij ter voorbereiding
op de komende gedachtenwis-
seling in Europa en op het
wereldtoneel".
Ondanks dit stilzwijgen is men
er in Hamburg algemeen van
overtuigd dat de twee staats
lieden voornamelijk bezig zijn
geweest een oplossing te zoe
ken voor de ernstige crisis die
de Europese Gemeenschap be
dreigt als gevolg van Londens
bijdrage aan de Europese be
groting en het Franse voorne
men om niets toe te geven op
de komende Europese raad,
over twee weken in Brussel.
Helmut Schmidt heeft op 28
maart, drie dagen voor de Eu
ropese raad, nog een ontmoe
ting met de Britse premier
Margaret Thatcher. Men zou
dus kunnen denken dat het in
formeel samenzijn van
Schmidt en Giscard ten doel
heeft gehad een compromis
formule op te stellen, die de
bondskanselier aan de vijzeren
dame" zal voorleggen ten ein
de in Brussel het ergste te
voorkomen.
De twee staatslieden gaven
wel te kennen dat ze ook nog
wederzijdse „reisimpressies"
hebben uitgewisseld, na het
bezoek dat Giscard onlangs
aan het Arabisch schiereiland
en aan Jordanië heeft ge
bracht en na het recente ver
blijf van Schmidt in de Vere
nigde Staten, waar hij met
president Carter heeft gespro
ken.
LONDEN On
geveer 200 jonge
lieden, „Skin
heads" of „Kaal
koppen" ge
noemd, hebben za
terdagmorgen
vroeg slag gele
verd in het metro
station Neasden
in Noordwest
Londen en daar
bij zware schade
aangericht. De
„Skinheads" wor
den zo genoemd
omdat zij nage
noeg al het hoofd-
haard afscheren.
De jongelui, de
jongste was 12
jaar, hadden een
depot opengebro
ken en daar voor
werpen als ha
mers en schoppen
uitgehaald waar
mee zij begonnen
elkaar te bewer
ken.
Toen een trein
stopte werd die
ook aangevallen.
Machinist Mi
chael Copeman
werd aan het
hoofd gewond
toen iemand een
hamer door een
raam van zijn ca
bine naar binnen
gooide. In totaal
werden 40 perso
nen, onder wie ze
ven treinpassa-
giers en de rest
„Skinheads", ge
wond.
„De kaalkoppen
gedroegen zich
als wilde beesten,
zei iemand van de
gemeentelijke
vervoersdienst.
Het verkeer op
het station Neas
den is een uur ge
staakt geweest
De schade door de
vandalen aange
richt wordt ge
schat op 1 a 2 dui
zend pond.
De politie heeft 15
herriemakers
gearresteerd.
„Skinheads"
vindt men overal
in Engeland maar
voornamelijk in
de grotere steden,
in de eerste plaats
in Londen. Zij
gaan gekleed in
het leer en dragen
hoge laarzen.
Vaak vallen zij
gekleurde immi
granten aan, of
andere groepen
blanke jongelui.
Als zij in treinen
actief zijn gaat
daar vaak het in
terieur in stuk
ken en flarden.
'Ook vechten zij
vaak onder el
kaar en in veel
gevallen krijgen
ook voorbijgan
gers een haal of
een slag mee. Zij
zijn ook betrok
ken bij ongere
geldheden in
voetbalstadions.
PARIJS- Naar schatting 7.000 ton zware olie
uit de verleden week voor de Bretonse kust
in tweeën gebroken tanker Tanio heeft het
afgelopen weekeinde 70 tot 80 kilometer van
de befaamde roze granieten kust van Bre-
tagne bevuild. Met man en macht probeert
men de kust schoon te houden.
De olie is echter zo kleverig, dat zelfs de meest
geperfectioneerde pompen het niet kunnen op
zuigen. Het schoonmaken moet daarom bijna
geheel met de hand gebeuren. In Bretagne
vreest men, dat de ramp de komende dagen
nog groter zal worden door de verwachte voor
jaarsspringvloed.
De schipbreuk van de Tanio treft Bretagne pre
cies twee jaar na de ramp van de Amoco Cadiz,
waarvan de financiële en economische gevol
gen nog sterk voelbaar zijn. De processen over
deze grootste olievervuilingsranr.p tot dusver
zullen zich nog minstens drie jaar voortslepen.
In de afgelopen 13 jaar werd de Bretonse kust
door zes schipbreuken van olietankers getrof
fen zodat de bevolking, die grotendeels van vis
vangst, oester- en mosselkwekerij en uiteraard
van het toerisme leeft, er wanhopig van wordt