Het moment van Fransje Krol Comencini filmt de maatschappij n een file Intrigerend „Djavol" van Katheater Fraai Realisme van Jan Vegter in galerie Denise Stephan En verder Vitesse in Midas Rockformatie Turbo in de Lindehoeve LEIDSE COURANT VRIJDAG 7 MAART 1980 PAGINA 9 De boerderij van Over- gaauw, een tekening van Jan Vegter. visie van Comenclnl op de maatschappij in een hedendaags beeld gevat. [fdo III: L'lngorgo (16) met Marcello Mastroiannl en Fernando Rey. Regie Luigi Comencini. ue Italiaan Luigi Comencini i heeft zich sinds zijn eerste- '„jjling in 1946 (Bambini in citta) i grote faam verworven maker van films met een sterke sociale inslag. Via re trospectieven is hij de laatste jaren volop geëerd, en dan is het des te merkwaardiger dat die in 1916 geboren regisseur met „L'ingorgo" een nieuwe, zeer moderne film maakt waarin' hij met hele mens dom vangt in één heden daags beeld: Dat van auto's in een file. „L'ingorgo" (Italiaans voor zoiets als „bottleneck") begint als pure komedie met ons al ler troetelkind de auto als gangmaker voor een scenario dat een uitgebreide reeks twee hoofdrolspelers van L'ingorgo Ten (16) De al oudere Dudley Moore vrijersvoeten met de sexbom van de tachtig Bo Derek. Een voortkabbelende ge- (derde week) Spel voor aas- Spannende oor- reprise eerste haa^DO I Spetters (16) Uit- nieuwe film van Verhoeven vooral ge- jongemannen die zich in de motorcross, week) II Die Blechtrom- TRIANON Tess (16) Uit stekende film van Roman Polanski over het onsterfelij ke liefdesverhaal uit het Vic toriaanse Engeland, (zevende week) EUROCINEMA I en II (Alp hen aan den Rijn) Spet ters (16) zie Lido I. EUROCINEMA III (Alphen aan den Rijn) Manhattan (a.l.) De komische visie van personages in diverse stil staande auto's in een file bijeen brengt. Het lijkt iets te worden als „malle gevallen op de weg". Annie Girardot en Fernando Rey als echt paar ruziënd over de sleutels die mevrouw vergeten zou hebben, Patrick Dewaere als een naar zijn vriendin smachtende verliefdeling, Marcello Mastroianni zichzelf spelend als beroemde film ster die ook in die file niet aan zijn roem ontkomt, en Ugo Tognazzi als rijke, zoge naamde socialist die de we reld naar zijn hand wil zet ten. Terwijl tijdens de hele film de auto's tot bewegin gloosheid gedoemd zijn, ont wikkelt Comencini een ter gend knap spelletje met z'n thema. Net op het moment dat je denkt dat uit die stati sche situatie niet veel meer te peuren valt, verandert de toon van lacherig naar schrikwekkend zwartgallig. Een afschuwelijke verkrach ting luidt die ommekeer in en daarna zie je verhoudin gen op een ontluisterende manier op de helling gaan. Mensen blijken profiteurs, angsthazen, egoisten, kortom wolven die uit eikaars ellen de een slaatje slaan. Onge looflijk knap zo'n scenario dat vanuit zo'n „dode" situa tie ruim anderhalf uur veel zeggend kan zijn. En zéér verontrustend. Bert Jansma Woody Allen op de New Yorkse „sien". EUROCINEMA IV (Alphen aan den Rijn) Monty Py thon's live of Brian (12) Ty pisch Engelse satire waarin bepaald niet zachtzinnig met „heilig huisjes" wordt omge sprongen. (tweede week) GREËNWAY-THEATER (Voorschoten) De dief van Bagdad (a.l.); ook Jesus Christ Superstar (a.l.). LEIDEN „Met mijn beeldhouwwer ken wil ik steeds duidelijker zijn, hoe wel het publiek er misschien steeds meer in verstrikt raakt," bekent de 31-ja- rige beeldhouwster Fransje Krol, die ui terlijk steeds eenvoudiger werk levert, dat voor een leek des te moeilijker te doorgronden is. Om de intentie van haar kunst te begrijpen, is het beslist noodza kelijk van de ontwikkeling van Fransje Krol op de hoogte te zijn. En dat is wel licht het grootste probleem waar deze kunstenares mee te kampen heeft, want wie heeft haar voetsporen per slot van rekening van begin tot heden gevolgd? Voordat zij de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag bezocht, wist ze niet precies wat zij wil de. Ook daarna was het nog even mistig in het brein van Fransje Krol. Maar ge leidelijk aan werd zij zekerder en blijkt momenteel haar draai gevonden te heb ben. Voordat een leraar haar wakker schudde, had zij niet kunnen bevroeden, dat zij eens als beeldhouwster naam zou maken. Wie aan een beeldhouwer denkt, haalt zich al gauw en beeld voor de geest van een ro buust manspersoon, liefst met volle-of stop- peltjesbaard, met woeste scheppende blik in de ogen, die met een paar reusachtige han den werkt aan de vormgeving van zijn ar tistieke ideeën. Bij Fransje Krol zijn al die 'kenmerken' op de scheppende blik na ver te zoeken. Haar prestaties zijn er niet minder om, getuige het stipendium (een beurs voor getalenteerde kunstenaars, waardoor hen de mogelijkheid tot experi menteren wordt geboden -red.), dat zij dit jaar voor de tweede maal ontvangt. Met haar werk toont Fransje Krol aan, althans dat beoogt zij, dat alles veranderlijk is, be halve een bepaald moment... Hét moment Op het moment vóórdat iemand een uit spraak doet, waarnaar hij beoordeeld wordt, is die persoon het meest zichzelf, het zuiverst. Het moment voordat iemand een beslissing neemt, dat is waar het bij Fransje Krol om draait. Met haar werk wil zij dan ook kenbaar maken, dat het bijvoorbeeld niet goed is om iemand naar uitspraken of beslissingen te beoordelen, omdat dezelfde persoon even daarna iets anders kan bewe ren, waar hij óók volledig achter staat. In dat geval zou de desbetreffende figuur op nieuw beoordeeld moeten worden, wat in de regel niet gebeurt, omdat immer naar een eerdere uitspraak teruggegrepen wordt. „Iemand is niet het één óf het ander. Hij is het één èn het ander. Nu reageer je zo, de volgende keer weer anders. Zo hoort het ook. Als je open staat, kan je veel dingen horen en begrijpen, maar als je een vaste mening aanhoudt, kan je niets meer horen. Die gedachte probeer ik te verbeelden," al dus Fransje Krol. Die rode .gedachtedraad, die bepalend is voor al het immer abstracte werk van Fransje Krol, manifesteerde zich het eerst middels haar eindexamenwerkstuk, een houten sculptuur voor in een tuin, bestaan de uit twee congruente delen, die op ver schillende manieren tegen elkaar geplaatst kunnen worden. Het werkstuk zat, zeker gezien de dingen, die zij momenteel maakt, nogal ingewikkeld in elkaar. Als de twee componenten tegen elkaar gezet worden, is er een figuur in te herkennen, maar als de componenten worden omgedraaid, veran dert de voorstelling. Het werk is niet op een bepaalde voorstelling te betrappen; al les is veranderlijk. Van het feit, dat dat idee steeds verder uit gewerkt zou worden, was Fransje Krol toen nog niet op de hoogte. Het volgende even eens houten werk lag namelijk in de speel goedsfeer en kon niet direct als kunstwerk worden betiteld. Een poppenhuis, dat be stond uit houten, gescharnierde wanden en dat makkelijk in bijvoorbeeld een parkeer garage of tafel en stoel omgetoverd kon worden. Maar toch was het element van de veranderbare vorm weer aanwezig. Vanaf dat moment werden scharnieren en het werken met staal het middel om de veranderlijkheid der dingen mee aan te ge ven. Maar Fransje Krol wilde steeds duide lijker zijn en daarom verdween het schar nier geleidelijk aan. „Het is natuurlijk een gevoelskwestie, maar zoals ik nu werk, is het naar mijn idee goed. Als ik iets ge maakt heb, ben ik er helemaal vol van, maar mischien vindt iemand anders het wel koek," aldus Fransje Krol, die wel de gelijk beseft hoe moeilijk het is die zozeer eigen gedachte aan het kunstminnende pu bliek duidelijk te maken. Juist omdat zij er zelf zo lang over heeft gedaan voor ze erachter kwam naar welke kant haar inte resse zich nou eigenlijk manifesteerde. Een leraar op de academie voor beeldende kunsten zag het allemaal wel. Hij, Jan van Goethem, is het uiteindelijk geweest, die haar heeft gestimuleerd door haar simpel weg op stage naar het Stedelijk Museum in Amsterdam te sturen. Daar werd Fransje- Krol langzamerhand wakker geschud en kwam tot de ontdekking, dat kunst haar aansprak en dat ruimtelijke vormgeving, waar zij op afstudeerde, niet haar eindbe stemming zou zijn. Een van de laatste werken van Fransje Krol behelst een ijzeren cirkel en een vier kant, die naast elkaar aan een spijker in de muur hangen. De cirkel en het vierkant ondergaan en verandering (verschuiven om de spijker), bij het vierkant is de verande ring duidelijk zichtbaar en bij de cirkel is dat juist niet het geval, terwijl er wel dege lijk hetzelfde mee gebeurt. Wat in de toekomst van Fransje Krol ver wacht kan worden, kan niemend met ze kerheid zeggen. De rode draad in haar werk dringt steeds verder door. Het uiter lijke simplisme en de diepere gedachte ma nifesteren zich duidelijker. Werkte zij vroe ger voornamelijk met hout en momenteel met ijzer, wellicht gaat Fransje Krol ooit nog eens tot ander materiaal over. Daarbij houdt de beeldhouwster zich bezig -zij het nog niet openbaar- met schilderen en schrijven... WIM BUNSCHOTEN Fransje Krol met het pop penhuis. (16) Een fascinerende het Duitsland van de Tweede gezien door de dwergje Oscar. iaaJÈH^tste week) .„liïTUDlO La ]una (16) Re- Bernardo Bertolucci wat te ver in zijn verfil- een moeder-zoon (vierde week) ALPHEN AAN DEN RIJN In het Alphense jonge rencentrum Midas is zater dag een concert van de pop formatie Vitesse. De groep staat niet voor de eerste maal in Alphen, maar wel voor de eerste keer in de huidige vorm. Vitesse is van vijf man naar een driemansformatie „ge krompen": drummer Herman van Boeyen (die vele jaren geleden samen met Herman Brood Vitesse oprichtte), gi tarist Jan van der Mey en bassist Peter van Straten. De groep wordt de beste „live performer" van Nederland genoemd. Reeds vier langs peelplaten heeft Vitesse van de persen laten rollen. De groep brengt in hoofdzaak korte snelle roek-songs. Het optreden begint om negen uur. VOORSCHOTEN De Ne derlandse roek-formatie Turbo treedt morgenavond op in 'De Lindehoeve' in Voorschoten. Deze hard-rock formatie be staat uit gitarist Jos Jaspers, bassist Charles Schutters, zanger en gitarist Leen Bar bier en drummer Eugène Arts. De groep staat op dit moment op de hitlijsten met de single 'Snow Girl'. LEIDEN De Voorburgse tekenleraar en kunstenaar Jan Vegter beeldt zijn om geving op realistische wij ze af, maar voegt daar mid dels zijn eigen stijl nog een extra dimensie aan toe. Ga lerie Denise Stephan aan de Bakkersteeg 18 in Lei den exposeert tot en met 12 april tekeningen van Jan Vegter. Het uitgangspunt van Jan Vegter is de tekening, maar omdat hij daaraan vetkrijt, pastel en oostindische inkt toevoegt ligt het meer voor de hand om van gemengde technieken te spreken. Jan Vegter maakt meestal bijzonder voorzichtig gebruik van kleur in zijn werk. Veel van zijn stadsgezichten zijn nagenoeg kleurloos, met uit zondering van het werk „Mokum", een Amsterdams stadsbeeld uit de vijftiger ja ren (met blauwe trams) met de Munttoren dat vrij uitbun dig gekleurd is. Het moderne Franse stadje Pinon bijvoor beeld is door Vegter in strak ke zwarte lijnen vereeuwigd, met als enige dissonant een in fel rood uitgevoerde naam op een winkelpui. Vegter laat zich vaak inspireren door het Franse landschap, zoals ook blijkt uit werken als „Coul- niers le Sec", „Place du Theatre", „Sluisje bij Lan- gres" en „Ognon". Op de expositie zijn ook een aantal in tekening gebrachte jeugdherinneringen van Jan Vegter te zien. Dat is bijvoor beeld de jongen die uit een zolderraam over de stad uit kijkt en drie jongens op straat op 15 mei 1940 (capitu latie van Nederland in de Tweede Wereldoorlog) die met gemengde gevoelens een Duitse soldaat op de motor zien passeren. De meeste realistische kun stenaars laten bij voorkeur het daglicht hun onderwer pen belichten. Jan Vegter laat zien dat hij ook s'nachts met het potlood uit de voeten kan in bijvoorbeeld het erg fraaie werk „Salzbergen 0.24 uur", waarop hij een ouder wetse nachttrein op een stati onnetje afbeeldt. De contou ren van de zwarte stoomtrein in de duistere nacht, slechts verlicht door een paar schijn werpers zijn door Vegter voortreffelijk weergegeven. De expositie in Galerie Deni se Stephan is op vrijdag, za terdag en zondag van 14 tot 18 uur geopend. De galerie kan op andere dagen en tij den worden bezocht na tele fonische afspraak, telefoon 132319. LEIDEN „Djavol" van het Katheater dat vana vond speelt in het LAK is gebaseerd op de roman „De meester en Margerita" van de Rus Bulgakov. Het stuk is geheel mimisch; de wei nige woorden die erin ge sproken worden zijn (nep?) Russisch en worden niet gebruikt om hun bete kenis, maar om de klank en de sfeer die ze met zich meebrengen. Het stuk bestaat uit drie ver haallagen. Het eerste is het verhaal van de schrijver die gecensureerd wordt, en van zijn verdere'lotgevallen. Het tweede bestaat uit de inhoud van de gecensureerde roman, en het derde is het verhaal van Margerita, de vrouw van de schrijver. Deze drie ver halen lopen door elkaar heen, maar zijn door de toe schouwer moeiteloos te on derscheiden. Dit is de ver dienste van het Katheater dat in zijn strakke vormge ving de overgangen goed weet aan te geven. De groep maakt daarbij gebruik van licht- en dekorwisselingen. Vooral het gebruik van het dekor is vernuftig, men buit de verschillende mogelijkhe den die het dekor biedt hele maal uit. Bijzonder knap is het voorts, dat slechts vijf spelers alle in het stuk voor komende personages, en dat zijn er nog al wat, gestalte weten te geven. Achter de schermen wordt druk ver kleed en omgeschminkt, maar van die drukte is op het toneel niets te merken. Het spel verloopt soepel en niet gehaast, maar met de juiste spanning. Degene die van tevoren het programma heeft doorgele zen, zal vele verwijzingen in het stuk herkennen. Boeiend is echter ook het programma niet te lezen, waardoor men tot een geheel eigen interpre tatie kan komen. Deze zal in grote lijnen aansluiten bij wat de „wetende" toeschou wer heeft gezien, maar op details verschillen. Dat is het boeiende van mime: omdat er geen tekst is die de toeschou wer precies vertelt hoe hij het stuk moet zien, ziet ieder het op een andere manier. Zo kan men het personage Dja vol op verschillende manie ren beschouwen; als een medestander in de strijd te gen de censuur, of als iemand die graag verwarring zaait. „Djavol" boeit en zet ook een beetje aan het denken. Jacqueline Mahieu Het concert begint om negen uur. De toegangsprijs be draagt vier gulden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 9