Anneke van den Hoven van Gen deren: uitzonderlijke spetter op de steiger Pannekoeken-record: meer dan tien! „Het was vroeger beslist niet gemakkelijker voor jonge mensen om aan de slag te koHierf Tegenvallend Alma Materkoor met goede solisten STAD/REGIO LEIDSE COURANT WOENSDAG 12 MAART 1980 PAGINA S Mocht ik vorige week, bij het jammerlijk verdwijnen van de Michelin-ster op het restaurant-credit van de immer hooggeprezen rótisserie Oudt Leyden, nog vermelden, dat enige heren studenten het voornemen hadden, het pannenkoek eten-record (tot nog toe acht stuks), te verbeteren, nu moet ik via een ingezonden brief meedelen, dat dit record wel even hoger behoort te liggen. Het is een mondvol; evenals het eten van pannekoeken weinig lucht geeft tot een verantwoorde uiteenzetting. Wij nu, ter redactie, kregen een schrijven onder ogen van een bewoonster van het Leidse Rapenburg, die op allerlei manieren van toeten en blazen weet Zo mag zij, op papier, de Pieter- en Academiewijk allengs beschouwen als een soort troetelkind. Maar in dit geval ging zij in op het pannekoeken eten, in het verleden. „Ik las uw artikel over het pannekoeketen. Best. Maar het was niet juist. De aangekondigde studenten zouden dus negen van die dingen moeten eten om het record van acht te kunnen breken. Larie! Ze zullen mèèr dan negen moeten eten om het record te vestigen. Het jaar weet ik niet precies meer, maar het was zo rond 1943, 1945, toen een pannekoek een broodbon vergde. Nou, Gerrit Betist, heeft toen bij Borgerding, bij Oudt Leyden dus, het record op TIEN pannekoeken gebracht. Gerrit Betist was toen werkzaam op het distributiekantoor, waar met vereende krachten bonnen werden „versierd". Nou, 's avonds belde meneer Borgerding op, „hoe het met hem ging". Hij was toen aan de gaarkeukenhap bezig, dat was iets met rode kool of zo. De zondag daarop moest het gevierd worden met een „feestpannekoek", een maxi-pannekoek, nog veel groter dan die toch al zo grote... Het werden er TIEN, al z'n leven. Volgens mijn zegsvrouw was Gerrit Betist in die bezettingsjaren onverzadigbaar. Een rijsttafel was niet genoeg. Gerrit heeft gevangen gezeten, in de buurt van Kleef, werd te werk gesteld in een keuken, als bofkont. En in z'n vrije tijd was ie bezig met de zijderupsteelt, waarin de Duitsers toekomst zagen voor hun parachute-industrie. Maar na de oorlog werd het droever met Gerrit. „Semoukil" liet hem naar Indonesië komen, maar Gerrit redde het daar niet en raakte aan lager wal, aan de drank ook. Zijn vrouw liep weg (nog steeds volgens mijn schrijvende zegsvrouw) en tenslotte werd een been geamputeerd. Onderdak in een'tehuis. Opvang en afgang. Denderde met een stok door de kamer, van fles tot fles, op het kunstbeen. Gerrit ging verloren. Heel jammerlijk. Ouwe studenten gaan wel meer verloren, maar dat heeft dan weer niets met pannekoeken te maken, hoop ik. Mijn zegsvrouw, gewend aan het schrijven van ingezonden brieven, te pas en te onpas, herinnert zich althans een schrijnende episode uit haar leven: Gerrit Betist, die onbetwist TIEN pannekoeken heeft gegeten, in de jaren '40 '45 (om maar wat samen te vatten). En DAT moet nou maar eens worden verbeterd. Ik moet het aan mevrouw Hendriks van de ster-beroofde rótisserie Oudt Leyden doorgeven. Mevrouw Hendriks Hoort u mij Wilt u die welwillende studenten op hun taak wijzen, alstublieft Gerrit Betist is hen voorlopig te gulzig af geweest. Laatstelijk van fles tot fles. EEN TIMMERVROUWINDEBOUW TUSSEN EEN STEL VETTE KERELS Dat was nou nog ereis een spetter Het vloog er alle kanten vanaf, daar boven op die steiger in de nieuwbouwhal van Monty's toppoppende Muziek Parade aan de Van der Valk Boumanweg op het randje van Leiderdorp. Daar stond, alsof er niets aan de hand was, Anneke van Genderen een elektrisch aangedreven slijpsteen te bedienen die ze vinnig op een stalen kozijn beproefde. Een roterende slijpmachine als een vuurwapen. Je moest er oppassen. Venijnig uurwerk. De vonken ipatten alle kanten uit. Iemand wilde zomaar eronder door. „Ik ga eronder door, hoor", riep die iemand, alsof ie dat z'n hele leven al voorzien had. „Ik zou maar niet onder die balk doorlopen, want die zit los. En als je dat ding op je blote kanis krijgt, ben je uitgeteld; al heb je er nog zo veel haar op. Ik heb je gewaarschuwd knaap, dus gilde Anneke van Genderen nog. De knaap liep in het geweld zonder te aarzelen verder en de balk bleef teleurstellend halsstarrig en geklemd op z'n plaats zitten. Anneke trok een wat vies gezicht en haar tong stak de man na. Het onheil was niet geschied. Met de sigaret losjes hangend in de linker mondhoek sleep ze vurig verder. Een oorverdovende slijpstenen riedel op een metaalhard oppervlak. Een vlijmend, razend lied van de arbeid. Dan moet je flink schreeuwen, wil je je verstaanbaar maken. Slijpende Anneke. So what Slijtende bruine ribcordbroek om het achterwerk, waarop een hamer rustte. Een hamer in de ochtend. Een timmervrouw in de bouw, een vermomde charmante aanwezigheid tussen vette kerels. Een doortastend en doorgewinterd persoontje, dat een klein clubje van drie metselaars, een opperman en drie timmerlieden („en nog twee man in de. werkplaats in Leiden") vrouwelijk aanvult, zonder ze al te erg te zijn. Zo is Anneke van Genderen, 24 jaar gevorderd, één van de zeer schaarse vrouwen in de vaderlandse, gekritiseerde, bouw. In Amsterdam ja, daar zijn er nog een paar, en over het hele land verspreid misschien een stuk of vijftien, die voornamelijk werkzaam zijn in de „kleine bouw"; huisjes opknappen en dergelijke zaken meer. „Eigenlijk heet ik Van den Hoven van Genderen, maar de meesten vinden dat veel te lang. Ik zelf ook trouwens, en daarom hou ik het maar op Van Genderen". Een dubbele naam die niet erg thuis lijkt in de rauwe bouwvakken. De herkomst van die „dure" familienaam kan Anneke geen enkele fluit schelen. Achter haar verleden heeft ze een komma-punt gezet. Het kan dus een vervolg hebben. Ze werd in de Gelderse Achterhoek geboren, bleef daar twee weken, scheepte zich in en trok vervolgens onbewust als baby in ouderlijk gezelschap naar Indonesië en sindsdien liet ze zowat overal haar sporen achter, daarbij de indruk vestigend dat ze zonder vaste woon- of verblijfplaats was. Vrijgevochten figuur Ach, dat laat ze aan mijn beleefdheid over. Ze woont nu in Leiden, bouwvakster Van Genderen; maar daar blijft het dan ook bij. Morgen kan ze wellicht in het nest van een koekoek zitten. Of hokken met een kleurige fazant. Maar broeden is er niet bij. Als ze maar aan de slag kan blijven. Zou ze fantastisch vinden. Dat van die bouw heeft ze eigenlijk altijd al gewild. Als kleintje bereids. Met hout werken vooral. Maar vroeger zat dat er voor een meisje echt niet in. „Toen ik een jaar of dertien was, had ik schaapherder willen worden en dat ging natuurlijk ook al niet. Met hout omgaan deed ik op een gegeven ogenblik als een soort arbeidstherapie. Ik móest het gewoon. Ik heb een tijd gewerkt op de houtafdeling, in de prefabricage, van de toen nog bloeiende Verenigde Houthandel in Leiden. Die werd tenslotte opgedoekt. Was niet meer rendabel, sinds ik er werkte, ben ik bang. Negen maanden moest ik wachten voordat ik aan de beurt was voor een omscholing. Kun ie nagaan. Daarna kon ik terecht bij de firma Eshuis b.v. in Leiden, waar ik me ontwikkelde als een timmerfiguur. Hoewel, het is er weinig timmeren. Het is meer de boel afwerken, slopen, gaten hakken. Het blijft aanpoten". „Niet zo leuk feitelijk", vindt Anneke van Genderen, want het echte deugdelijke timmeren doet ze veel liever. „Nu heb ik er soms kleine klusjes tussendoor, bij mensen thuis kozijnen inzetten en van dat soort dingen, zie je". Het potentiële schaapherderinnetje heeft meer voor de ruigere wolfsvacht gekozen. Maar als vrouw hou je altijd wel iets van het lam over, ook al hanteer je de moker tegen een bakstenen muur,die om moet. Enfin, het werd voor Anneke het hout en ze klom vorig jaar doelbewust en onwankelbaar de steiger op. Raar voor die toekijkende, weinig fijnbesnaarde kerels, in het begin. „Voor mij was het niet zo gek en het wende al gauw, hoor". „Wordt er nou nogal eens stevig gevloekt, Anneke, daar op die stellage Het is maar een vraag. „Och ja, ze weten er wel weg mee, die jongens. Maar dat is vrij normaal, vind ik. Af en toe is het raak, nou en dan zing ik vanzelf de tweede stem min of meer melodieus mee. Geef me nu nog maar een bakkie koffie, dan ga ik weer verder. Die sigaretten zijn overigens oud; dat pakje geeft nog een hele ouwe prijs aan". „Dat maakt geen bliksem uit", sputtert onze gastheer vanaf z'n bureau gul terug: „ik heb trouwens dé gloeiende gloeiende pee aan sigaretten en m'n clientèle moet maar zien wat ze ermee doet. Ik voor mij hoogstpersoonlijk rook namelijk niet. Wie er een dropje wil, zegt het Vreemd, maar je kunt je nauwelijks voorstellen, dat Anneke van Genderen ook al beton in haar leventje heeft gestort. Hele plensen beton; „maar ik had wel spierpijn. Verschrikkelijk gewoon". Beton in je leven, evenwel, maakt hard. Ze ziet geen enkele reden om zich uit de constructieve bouwvakken terug te trekken. En waarom zou ze! „Als je nou eens zou gaan trouwen, Anneke, zou je er toch zeker mee ophouden, niet Anneke van den Hoven van Genderen lacht snel, lichtelijk voorbereid, en helpt dat probleem bijgevolg meteen uit de wereld: „Dat is al een keer gebeurd, dus daar heb ik geen last meer van". koppen te slaan; dat ze het kan bolwerken. Ook buiten de bouw. „Maar, weet je, het liefst zou ik toch eens in de specifieke meubeltoestanden terecht willen komen. Maar fijn meubelwerk is erg moeilijk te vinden, vandaag de dag. Voorlopig zal ik wel op de steiger blijven; als een soort vreemdgeplaatst unicum". En wat zou Anneke er dan van denken, eens haar koperen feest „steigerwerk" te kunnen vieren Om van het zilveren maar te zwijgen. „Zou u daar mee zitten dan Nou, ik niet hoor. En de eerste tijd leef ik me wel uit in woninkjes, als ik de kans krijg". - De Ferdinand Povel op zijn veen kaxofoon. orps- Aaf' Povel en Van Rooyen in jazzcafé VOORSCHOTEN De te- oorsaxofonist Ferdinand Po- vel en trompetist Ack Van Rooyen treden zaterdag 15 jnaart op in het Voorscho- tense Jazzcafé. Hun optre den begint om negen uur en vindt plaats in 'Het Wapen van Voorschoten' aan de voorstraat in Voorschoten. jRerdinand Povel en Ack Van Rooyen traden in het verleden op met jazzgiganten als Slide Hampton en Kenny Klarke. De laatste tijd verblijven zij joeer in het buitenland dan in jNederland. Op dit daarom bij zondere concert in Voorscho ten worden zij muzikaal ge steund door pianist Nico Bun- nink, bassist Viktor Kaihatu on drummer John Engels. Wat jjun reputatie betreft staan deze muzikanten garant voor een avond met aantrekkelijke en afwisselende avond jazzmu- Z'ek. De toegangsprijs voor dit concert bedraagt 5 gulden. Uittredende hoofd commies L.G. de Koning: WASSENAAR „Als jongen van zeventien jaar was het in het begin van de jaren dertig erg moeilijk om aan de slag te komen. Ik heb dan ook jaren als vrijwilliger (volontair heette dat toen) op de gemeentesecretarieën van Zoetermeer en Nootdorp gewerkt. Salaris was er toen niet bij. Je kreeg een opleiding tenslotte! Soms een kleine gratificatie als waardering, maar daar is dan ook alles mee gezegd". Aan het woord is de heer L.G. de Koning, die nu al weer een kleine 28 jaar op het gemeentehuis van Wassenaar werkt en per 1 mei vervroegd uittreedt via de VUT-regeling. Parkeren aan banden aan Wassenaarse Slag Het is de vele hondenbezitters in Wassenaar niet ge makkelijker gemaakt, nu voor het hele plein bij de Was senaarse Slag een parkeerverbod geld. „De mensen mogen hoogstens nog iemand afzetten. Voor de rest zetten ze hun wagen maar op het parkeerterrein verder op", aldus agent N.W. Markwat, die voor het komende jaar de leiding heeft gekregen van de strandpolitie. Eni ge tijd geleden heeft men een paaltje neergezet, dat er stevig genoeg uitziet om de meeste automobilisten er van te weerhouden op de gedeeltelijk op de stoep te parkeren. De 63-jarige heer de Koning heeft de gemeentesecretarie van vele kanten kunnen bekij ken in de zeven gemeenten, waar hij in zijn bijna 47 jaar als ambtenaar heeft gewerkt Zo heeft hij zich in zijn loop baan beziggehouden met fi nanciën, onderwijs, belastin gen en personeelszaken. In het najaar van 1933, geen makke lijke jaren voor Nederland, be gon hij als volontair in Zoeter meer, waarna hij wederom als volontair een goed jaar iri Nootdorp heeft gewerkt. Tot aan de oorlog was hij adjunct commies in Veur, waar zijn vader in die tijd als wethouder voor de R.K.S.P. in het college zat Onderduiken Na een woelige oorlogsperiode in Beuningen (Gelderland), waarin hij nog negen maanden bij zijn ouders in Leidschen- dam heeft moeten onderdui ken, heeft hij tot 1948 in Don gen (Noord-Brabant) gewerkt. Na een aantal jaren in Mon ster, al wat dichter in de buurt, als hoofd-commies op de gemeentesecretarie te heb ben gewerkt, begon hij aan zijn laatste gemeente, Wasse naar. Nu na al die jaren in Wassenaar vindt hij het mooi geweest. „Hopelijk heb ik nu de tijd om mij wat meer aan mijn hobby's te wijden. Ik mag rne graag met belastingzaken bezighouden, hoewel ik ook graag aan handenarbeid doe zoals houtsnijwerk. Verder wat schaken en klaverjassen. Vermoedelijk zal de R.K. Bond van Ouderen in mijn woonplaats ook wel wat tijd in beslag nemen, dus vervelen *<51 ik mij niet zo gauw" LEIDEN Het Alma Ma terkoor gaf onder leiding van Louis van Wijngaarden en met medewerking van en kele solisten gisteravond een concert in de Stadsge hoorzaal. Vokale solisten waren Esther Hillinga (so praan), Willemke van Claer- berghen (alt), Chris van Woerkom (tenor) en John Vierkens (bariton). Instru mentale bijstand verleenden Leo van Doeselaar (orgel) en Han Kapaan (hobo). Op het programma stonden Die sieben Worte des Erlösers am Kreuz van Haydn en Sta- bat Mater van Schubert. De Sieben Worte bleken een nog al blijmoedige weergave van de zeven woorden. Het werk is niet dramatisch te noemen. Dat gaf meteen ook moeilijk heden voor het koor dat met veel dynamiekwerking de ont brekende felheid trachtte te bereiken. Een ongelijke maar boeiende strijd tussen wil en mogelijkheden. Tekort schoot het koor op een ander punt: er werd niet zui ver en te ongedisciplineerd ge zongen. Dat ze veel beter kon den, toonden ze na de pauze met Stabat Mater. Wellicht is er in de repetities meer aan dacht aan dit laatste werk be steed dan aan de Worte. De solisten leverden goed werk. Esther Hillinga was niet zo bij stem als we van haar ge wend zijn; ze bleef vooral in de lagere regionen, niet haar sterkste punt, steken. Willem ke van Claerberghen zong een uitstekende partij. Haar stre lende, innige stem behield zijn frisheid en warmte tot het laatst. Chris van Woerkoms te nor was gloedvol en van een „meedogenloze" helderheid. John Vierkens zong in Stabat Mater een prachtige aria; hij leek hem op het lijf geschre ven. Zijn interpretatie was he laas wat bleek. In Stabat Mater hield het koor zich trouw en ingetogen aan Van Wijngaardens aanwijzin gen. Er werd ook aanmerke lijk zuiverder gezongen. Ook waren de inzetten minder cha otisch dan in het werk voor de pauze. Het aanzwellen en af nemen van volume was zelfs uitstekend te noemen. Het was een heel wat hoopgevender eind van dit concert dan we verwacht hadden. Van Wijn gaarden moet misschien de teugels strakker aantrekken. Een groot koor moet stevig in de hand gehouden worden. VK Open sterre- kijkdag in heel Nederland UTRECHT In Wassenaar. Leiden en Leidschendam staan 21 maart voor de 4e keer telescopen opgesteld om iedereen in de gelegen heid te stellen gratis eens een kijkje te nemen op Jupi ter, Venus, Mars of Satur- nus. Deze landelijke Sterre- kijkdag is een initiatief van de Utrechtse Stichting "De Koepel", een overkoepelen de landelijke organisatie van vakastronomische insti tuten, volkssterrewachten en tientallen amateurs. Informatie hierover kan men 030-311360. Adressen in deze regio: Wasse naar Parkeerterrein DieT rentuin, inl. bij P.Louwman tel. 01751-78656 's avonds en 070-200604 overdag. Leiden Oude Sterrewacht.Sterre- wachtlaan, inl. bij N. de Kort tel. 071-148333, tst. 5837. Leid schendam Van 't Veurscol- lege, inl. bij W. Ahn, Bredero- de 167, Leidschendam. Vrienden voor kerk gezocht ALPHEN AAN DEN RIJN De 'Kring Vrienden van de Oudshoornse kerk' zoekt mede-vrienden die met name financieel willen meehelpen aan de restauratie van de Oudshoornse kerk in Alp hen. Voor het lidmaatschap ont vangt men onder meer het kwartaalblad 'Kroniek' waarin de rijke geschiedenis van de kerk wordt beschreven en eveneens de restauratie op de voet wordt gevolgd. Informatie is te verkrijgen bij de heer C.M. Bakker, Boter bloem weg 51 in Alphen, tel. 31720-44115.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 5