Veertien Afrikaanse dagen
versterkten de beste
voornemens om verder te gaan
Een splinternieuwe
auto cadeau als
je ons huis koopt...
^STAD/REGIO
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 8 MAART 1980
PAGINA
NOORDWIJKSE ACTIEVOERDERS WERDEN IN BOVEN-
VOLTA ALS VORSTEN MET SALUUTSCHOTEN VERWELKOMD
en daarom springt juist
Noordwijk bij. „We zullen
ook de aankoop van
leermiddelen wel op ons
moeten nemen", aldus Arno
Bos.
De Noord wijkers hebben
hun ogen goed de kost
gegeven. In Kéra en Kosso
zagen ze zo ongeveer alle
ambachten, ze weten nu ook
hoe de projecten lopen die
door Noordwijk financieel
gesteund worden. Bos: „Ach,
er is nog heel wat nodig: een
onderhoudskrediet voor de
scholen, het graven en
verbeteren van waterputten,
het kopen van
landbouwmachines en
gereedschap. We denken
ook aan het jaarlijks
verstrekken van groenten-
en landbouwzaden. Gerichte
acties moeten er komen,
vinden wij; zoals het planten
van vruchtbomen op het
terrein van de educatieve
centra. Er wordt in de
dorpen wel wat fruit
geoogst, maar zelf heeft de
bevolking daarvan geen
rechtstreeks voordeel. Men
moet het noodgedwongen
verkopen om in ander
onderhoud te voorzien. Er is
aan nog meer dingen
gebrek. In Kéra staat een
hospitaaltje met een
woonhuis, maar voor de
inrichting is geen geld
beschikbaar. Misschien zou
hier het Rode Kruis in het
kader van de actie Boven-
Volta iets kunnen doen",
opperde Arno Bos.
Voor dergelijke zaken
zouden er bijvoorbeeld voor
de scholen gerichte taken
liggen, zo meende het
Noordwijkse comité. Voor
grotere projecten, zoals de
bouw van een gezamenlijke
werkplaats, magazijnen voor
de opslag van voedsel, de
bouw van leraarswoningen
in de dorpen, dachten Bos en
Oosthoek aan operaties in
groter verband. Zo zouden
de bollenstreekgemeenten
een gezamenlijke actie
kunnen voeren. Informeel is
er inmiddels al contact met
raadsleden elders geweest.
Noordwijk blijft er tegenaan
gaan om de Boven-Voltanen
verder te helpen een beetje
uit de misère te komen.
Plannen op langere termijn.
Op 16 augustus wordt weer
een groots opgezette
evenementenmarkt
gehouden, met een
kunstmarkt, oude
ambachten, antiekmarkt,
theater, popfestival,
volksdansen, een braderie,
rad van avontuur, een
poppenkast en nog veel
meer van die aantrekkelijke
zaken. Uiteraard is de
opbrengst geheel bestemd
voor de projecten in Boven-
Volta. Trouwens, niemand
hoeft op die
evenementenmarkt te
wachten; giften kan men het
hele jaar door kwijt op
gironummer 40 60 600, ten
name van Actie Noordwijk
Boven-Volta, Waterkant 19,
Noordwijk. Intussen gaat
men in Boven-Volta zelf
door om hogerop te komen,
men zit er niet bij de pakken
neer tot er weer wat geld is
binnengekomen.
Het Noordwijkse
„werkbezoek is bijzonder
nuttig geweest, niet alleen
voor de Noordwijkers, maar
ook de Voltanen zijn er
gesterkt uit tevoorschijn
gekomen. Voorlopig heeft
het groepje uit de badplaats
veel herinneringen aan die
twee weken te verwerken,
aan de hand van albums vol
foto's, honderden dia's en
erg veel filmmateriaal over
land en volk. De
Nederlanders werden
uitgebreid gefêteerd, onder
andere met maskerdansen,
en Arno Bos voetbalde mee
met het plaatselijk elftal van
Kéra: „op blote voeten
natuurlijk. We hadden ook
nog wat leren voetballen
meegenomen voor de
scholen". Met al die foto's,
films en dia's gaat het actie
comité de streek in om ze
aan zoveel mogelijk mensen
te laten zien en ook om die
streekgenoten warm te
maken voor de belangen
van Boven-Volta. Want het
is meer dan de moeite
waard. Het stel Afrika-
gangers zelf gaat er in elk
geval dubbel zo hard tegen
aan. Ze hebben immers met
eigen ogen gezien waar het
om draait
Nauwelijks vermoeid,
1 maar boordevol
1 indrukken en bezield
[van de beste
i voornemens en plannen
voor een verdere
„Afrikaanse toekomst"
is een stel Noordwijkers
teruggekeerd van een
veertiendaags bezoek
aan het volop armoede
tentoonspreidende
Afrikaanse land Boven-
Volta. Noordwijk
namelijk is erg begaan
met de
leefomstandigheden in
dat warme land. Met
Noordwijks geld worden
i onderwijsprojecten
geholpen in de dorpen
Kéra en Kosso en die
Hollandse steun wordt
wel bijzonder op prijs
.gesteld; dat hebben de
lBoven-Volta-gangers
«Arno Bos, raadslid, Nico
Oosthoek, ambtenaar
van welzijnszorg ter
secretarie, meneer en
mevrouw Duijndam,
Erik Moons en Theo
Hotke duidelijk ervaren.
Ze werden in Boven-
Volta als vorsten
ontvangen: met
saluutschoten uit
kruitgeweren, met zang,
dans en uitgebreide
welkomstoespraken en
spandoeken, waarop
„Leve de samenwerking
met Noordwijk" stond.
Na enkele uren vliegen
'kwamen de
Noordwijkers bij hun
aankomst, ruim twee
weken geleden, terecht
in een Afrikaans gebied
waar aan alles gebrek is,
waar toestanden heersen
die doen denken aan de
Hollandse hongerwinter
van 1944-1945. Even
tevoren waren ze, in
hun witte velletje,
vertrokken uit een in
overvloed badend
Nederland. Groter
contrast was nauwelijks
denkbaar.
Kersverse indrukken. Arno
Bos vertelde ervan: „We
hadden amper grond onder
de voeten, of de armoe
kwam ons al tegemoet. De
huizen langs de weg naar
ons hotel waren erbarmelijk.
Zoiets noemen wij
krottenwijken. Natuurlijk
trekken ook in dit
probleemland velen naar de
steden in de hoop daar een
baantje te vinden. En dat
valt zwaar tegen, want ook
in de stad is geèn werk.
Voedselschaarste en gebrek
aan hout. Hout is de
voornaamste energiebron,
want je hebt het nodig om te
kunnen koken, om in leven
te blijven. In de
binnenlanden wordt zoveel
hout gekapt, dat de bodem
uitdroogt en er bijna niets
meer groeit en de geiten
vreten de rest op", aldus
Arno Bos, zelf deskundige
op het gebied van de
bosbouw.
Het gezelschap reisde er met
de trein en vooral per auto,
door een land dat ongeveer
achtmaal zo groot als
Nederland is. Enkele
verharde wegen, voor de
rest is het „wegennet" er bar
en boos en slecht, met kuilen
„waarin een auto nagenoeg
verdween", vertelden
Oosthoek en Bos, weer terug
bij hun comfortabele
haardsteden. In Boven-Volta
zagen de Noordwijkers
duizenden brommers en
fietsen die het verkeersbeeld
in stad en dorp bepalen. Bos:
„Als voetganger moet je wel
tijdig benen maken, want
alles kart er door elkaar.
Wat dat betreft is het bijna
Nederland. En heet dat het
er was. Bloedheet. En dan
ben je net die halfzachte
winter in Nederland
gewend".
Erg veel heeft de
Noordwijkse afvaardiging
geleerd op het
landbouwkundig
vakopleidingsinstituut in
Bobo Dioulasso van pater
Piet. Witte pater Piet zit al
jaren in Boven-Volta en
iedereen kent hem daar.
Pater Piet (z'n achternaam
schijnt niet bekend te zijn bij
de Noordwijkers) heeft daar
de leiding en met zijn
instituut tracht deze pater
door vakonderwijs en het
opzetten van projecten de
levensomstandigheden van
de bevolking te verbeteren.
„Noordwijk" was er een dag
of vier en het kreeg van
pater Piet een auto ter
beschikking om een excursie
te kunnen maken naar één
van die projecten: een
rijstplantage in een natte
vallei, „vlakbij" Bobo,
tachtig kilometer verderop.
Het ligt in de bedoeling, de
rijst over te planten op
plantages in de omgeving
van de Sahel, het door
honger meest geteisterde
gebied van Afrika. De
Voltaanse regering wil het
project in Bobo uitbreiden
tot ongeveer 1500 ha en ook
elders in het land met
dergelijke projecten
beginnen. Boven-Volta is
één der meest stabiele staten
van het Afrikaanse
continent en de overheden
daar doen alles wat in hun
vermogen ligt om de
bevolking self-supporting te
maken. Daar is wel
buitenlandse hulp bij nodig,
„maar", zo vertelden de
Noordwijkers, „het effect is
absoluut merkbaar. Je kon
aan de op de plantage in
Bobo werkende mensen
zien, dat ze er beter aan toe
waren dan anderen".
Het Noordwijkse
„thuisfront" bleef attent, ook
tijdens het Afrikaanse
bezoek van zijn
vertegenwoordigers. Zo
kwam er in Bobo een
„brandbrief" uit Noordwijk
binnen („hé", zei Arno Bos,
„hé, kijk eens wat we daar
hebben!") met een soort
noodkreet: de school in Kéra
was klaar, maar men had er
geen leermiddelen. De
Noordwijkers zijn toen linea
recta boodschappen gaan
doen in Bobo, met de
portemonnee in de hand en
ze kochten (weer met
Noordwijks geld) in Boven-
Volta zelf een paar dozen
schriften, pennen en andere
schoolbenodigdheden. Kijk,
perfecte ontwikkelingshulp,
recht op de mensen af. Als
het overal zo zou kunnen
gaan, was er geen vuiltje aan
de lucht. Een prima
Noordwijks voorbeeld, moet
ik zeggen.
Arno Bos genoot er nog van
na: „Toen wij naar Kéra
gingen, hebben we die zaken
meteen meegenomen en nog
wat groente en fruit erbij
voor de gastheer en de
gastvrouw, bij wie we
zouden logeren. Dan hadden
die tenminste ook een keer
wat anders dan die eeuwige
rijst en die grauwe
griesmeelachtige pap die ze
„to" noemen". Alles betaald
uit eigen zak. Vliegreis en
verblijf waren voor eigen
rekening van het stelletje
geestdriftige Noordwijkers.
Het bezoek aan Boven-Volta
heeft de Noordwijkse
ontwikkelingshulp geen
cent, laat staan een stuiver,
gekost.
Ook de Amerikanen zijn
actief onder de Voltaanse
bevolking. Van hen komt
voor een belangrijk deel de
bijdrage aan de
voedselvoorziening: veel rijst
voor de kindertjes op school.
Uitstekend werk, maar die
Amerikaanse organisaties
willen het ook wel weten.
Arno Bos: „Overal tref je
borden aan met de
mededeling, dat dit of dat
project met Amerikaanse
hulp tot stand is gekomen".
Nico Oosthoek: „Nou, voor
ons hoeft dat niet zo.
Nederland onthoudt zich
gelukkig van dergelijke
manifestaties". En Theo
Hotke, van de Stichting
Nederlandse Vrijwilligers
(SNV), was het daar
helemaal mee eens. Het
SNV overigens, had een
VW-busje en een
terreinwagen ter
beschikking van de
Noordwijkers gesteld.
Arno Bos heeft het allemaal
goed geobserveerd en hij
registreerde, dat „Afrikanen
sterk zijn in praten en
organiseren". „Alle mannen
in Kéra werden aan ons
voorgesteld en gaVen ons de
hand. Daarna ging het
handje geven door met nota
bene de vrouwen. Dat was
heel wat, want hoogst
ongebruikelijk. Maar het
viel toch wel in goede
aarde", volgens Bos, „want
toen we later in Kosso
kwamen, werd ons gevraagd
of we ook daar de vrouwen
wilden begroeten. Bijna
ongehoord, zoiets. Onbewust
leverden we dus een
bijdrage tot een stukje
Afrikaanse emancipatie..."
Overigens doen de vrouwen
in Boven-Volta het zwaarste
werk. Water putten,
bijvoorbeeld; in een
vochtarme tijd water halen
tot vijf of zeven kilometer
ver. Met de kruik op het
hoofd en vaak met een kind
op de nek. Vijftien liter
water. Loop daar maar eens
mee, van Noordwijk tot De
Zilk.
Hoe dan ook, de
Noordwijkse bezoekers
kregen de indruk, dat de
Voltaanse vrouwen actiever
zijn dan de mannen. Naar
het malen van graan of zo,
steekt geen kerel een pink
uit. De mannen maken zich
niet zo gauw dpjk. Het zijn
in hoofdzaak landbouwers
die praten en wachten op
het natte seizoen, want dan
pas is er voor hen werk aan
de winkel. Overigens, vaklui
als timmerlieden en andere
ambachtsmensen zijn wel
aan de slag. Ook van de
eetgewoonten kregen de
Noordwijkers een aardige
indruk. Volgens het
patriarchale patroon eet de
man eerst, daarna komen de
vrouw en de kinderen aan
de beurt. In de steden zijn de
vrouwen zelfstandiger,
vooral zij die een opleiding
hebben genoten.
Scholing is een belangrijke
zaak, zowel voor mannen als
vrouwen. In de dorpsscholen
wordt tussen jongens en
meisjes al geen onderscheid
meer gemaakt; een
symptoom van steeds meer
gelijkstelling. Onderwijs aan
de Voltanen wordt bekostigd
door de regering. Echter de
bouw van scholen, het
aanschaffen van de
leermiddelen en dergelijke
komt voor rekening van de
bevolking. In de praktijk
kan dat vanzlfsprekend niet
Noordwijkse gasten In Boven-Volta, tijdens een bezoek aan de schooljeugd van Kéra. Van links naar
fechts: mevrouw Duyndam (lekker weggezakt), Nico Oosthoek. Theo Hotke en Arno Bos.
JERAAKTZEAAN
DE STRAATSTENEN NOG NIET KWIJT
Een huis, een dak boven
je hoofd; het is in onze
dagen een
merkwaardige zaak.
Amsterdam kent ruim
vijftigduizend
geregistreerde
woningzoekenden. Het
zijn zelfs urgente
gevallen. Het leed is
daar zo schrijnend, dat
er een straatoorlog om is
uitgebroken. Aan de
andere kant staan
huizen te koop. Steeds
meer; en het bordje Te
Koop is vaak een vast
onderdeel van een
voortuintje geworden.
Ze staan er maanden,
een half jaar of veel
langer. De prijzen
zakken: van
drieëneenhalve ton naar
drie ton, van
tweehonderdvijftig
duizend gulden naar
even tweehonderd
duizend, Niet zelden zijn
de mensen die zo'n huis
kwijtwillen de wanhoop
nabij, zeker als er al een
ander huis inmiddels is
gekocht. In veel
gevallen moet je
constateren, dat je een
huis aan de straatstenen
nog niet kwijt raakt.
Daar doet zich dan het
verschijnsel van de
koppelverkoop voor. Niet
alleen komen luxe
accessoires bij de prijs „all
in": „moderne"
keukenapparatuur
bijvoorbeeld, of hele
loerbedekking, lappen
vitrage en gordijnen. Men is
als verkoper bereid de
allerlaatste voorzieningen
die voor veel geld aan het te
verkopen huis waren
aangebracht „om niet"
tegelijk mee van de hand te
doen. Alles in de hoop, dat
er kopers gretig op afkomen.
Maar ook dat schijnt in veel
gevallen niet te helpen. Het
is om wanhopig van te
worden.
Je kunt natuurlijk de gekste
dingen verzinnen om van
dat kostbare zware blok aan
je been verlost te worden. Je
1 je i
•Je
dienstmaagd, je os en je ezel
bij de prijs van je „riant
gelegen en vorstelijke
woning" inbegrepen kunnen
laten zijn. Maar zelfs een
dergelijk uiterste
hulpmiddel vermag niet te
verlokken. De huizenmarkt
maakt een miserabele
indruk en je kunt beter
blijven zitten waar je zit en
je niet verroeren. Maar niet
altijd gaat dat. Er zijn volop
mensen die wegens
omstandigheden per se
moeten verkassen en hoe
dan ook van dat
achterblijvend onroerend
eigendom verlost wensen te
worden.
Dan maak je toch wel
vreemde dingen mee. Dat
van die vrouw en
dienstmaagd en zo is
natuurlijk maar nonsens,
maar wat die meneer in
Koudekerk aan den Rijn,
ten einde raad, per
advertentie voorstelde, geeft
toch te denken. Hij wil z'n
huis daar van de hand doen
en de annonce doet het
volgende voorstel:
„Een splinternieuwe auto
voor de koper of zijn vrouw,
waarde 11.995 (de auto
dan), staat klaar in de garage
van onze fijne split-level
woning (aan de
huppeldepuplaan) in
Koudekerk aan den Rijn.
Het huis is aan de royale
kani, een een rustig en
plezierig dorp (zwembad en*
tennisbanen, scholen en
winkels op loopafstand), in
goede staat van onderhoud,
tuin op het zuiden". M'n
liefje, wat wil je nog meer
Er was een kijkuurtje en
welkome belangstellenden
konden dan zowel het huis
als de auto komen
bewonderen en ook de
makelaar hield zitting
temidden van al die
heerlijkheden. Vraagprijs
265.000 gulden? Bijna te geef.
En dan die auto nog erbij
inbegrepen. Het is nog niet
zover, dat een auto te koop
wordt aangeboden, waarbij
ie het huis gratis en op de
koop toe krijgt.
Een huis te koop, met auto.