voor35.000jarigen
De Korte: „Wij willen
bewijzen dat
Andriessen ten
onrechte is opgestapt
if.
Auto voor duizend gulden concertzaal
jIJJJj'J
coaaao
dNENLAND/BUITENLAND
LEIDSE COURANT
VRIJDAG 29 FEBRUARI 1980 PAGINA 15
JDELE CAESAR EN AFGUNSTIGE A UGUSTUS
HAAG Aan de ijdel-
van Julius Caesar en de
ist van keizer Augustus
en we het te danken dat
lari een kort maandje is
>aan we eens in de vier
een dagje moeten vast
ten, zoals vandaag het
I is. Daardoor lopen er al-
al in ons land zo'n 35.000
Ickeljarigen rond. Eens
vier jaar kunnen zij hun
ardag vieren op de dag
op zij volgens de Burger-
Stand ter wereld zijn ge
in. In de drie tussenlig-
t jaren moeten zij een
s maken tussen 28 februa-
1 maart.
tijd van het oude Rome
men aanvankelijk wat
erom meld met het kalen-
tar. Zo had Romulus, de
\darische stichter van de
bepaald dat het jaar 355
n telde. Hoewel de astro-
ische wetenschap al ge
ruime tijd werd beoefend, was
men er toen nog niet achter
dat de aarde er 365 dagen. 5
uur, 48 minuten en 46 secon
den over deed om haar baan
om de zon te draaien. Het ge
volg was dat kalender en sei
zoenen hopeloos met elkaar in
de knoei raakten en dat de
boeren bijvoorbeeld niet meer
wisten wanneer ze nu eigen
lijk moesten zaaien.
Een tijdlang besloot men tot
een jaar van tien maanden
met beurtelings 29 en 31 da
gen, maar toen klopte er hele
maal niets meer van. De we
reld moest op Caesar wachten
tot het jaar ging bestaan uit
365 dagen en zes uur. Eens in
de vier jaar, zo bepaalde hij,
zou februari een dagje langer
duren. Maar. decreteerde hij
tegelijkertijd. de zevende
maand moest naar hem wor
den genoemd. Omdat deze
maand (juli) volgens de Ro
meinse kalender 30 dagen
duurde gapte hij meteen weer
een dag van de maand februa
ri. Een oneven getal namelijk
bracht geluk. En dat arme fe
bruari moest later weer een
dag inleveren. Dat gebeurde
toen keizer Augustus aan het
bewind kwam en meende dat
er ook naar hem een maand
vernoemd moest worden.
Maar dat deze maand een dag
korter zou duren dan die van
Caeser was voor hem onaan
vaardbaar. Dus ook hij stal
een dag van februari en plak
te deze aan de maand augus
tus.
In den beginne leek het dat
Caesar het aardig bij het goe
de eind had gehad en dat de
nieuwe kalender aardig over
een kwam met de loop der sei
zoenen. Maar, zo weten we nu,
een jaar duurt niet precies
365Vt dagen. Het scheelt elf
minuten per jaar en zo raakte
de kalender weer achterop.
Paus Gregorius XIII bad dat
door. In zijn tijd scheelde het
al tien dagen. Zo kon het ge
beuren dat hij in 1582 tien da
gen van oktober gewoon over
sloeg om de zon in te halen:
op 4 oktober van dat jaar
volgde direct 15 oktober. Om
een dergelijke achterstand
voor de toekomst te voorko
men stelde hij de Gregoriaan
se kalender op. die nu nog
steeds van kracht is. Volgens
deze Gregoriaanse kalender
zijn alleen die eeuwjaren
schrikkeljaren, die door vier
honderd deelbaar zijn. Dat
wil zeggen dat bijvoorbeeld
het komende eeuwjaar 2000
een schrikkeljaar zal zijn. De
daaropvolgende eeuwjaren
(2100. 2200 en 2300) echter
weer niet; die jaren zullen ge
woon 365 dagen tellen.
Het invoeren van die kalen
der heeft overigens nogal wat
voeten in de aarde gehad.
Niet-katholieke landen voel
den er in die tijd niets voor
om een decreet van de paus
van Rome op te volgen. Enge
land en zijn koloniën gingen
pas in 1752 tot de nieuwe tij
drekening over, Duitsland
wachtte tot 1776, Zweden voer
de hem in 1824 in en Rusland
had de communistische
machtsgreep van 1917 nodig
oh, ironie om in de pause
lijke voetsporen te treden.
In onze eigen Republiek leid
de het overigens tot een komi
sche situatie. De Hollandse en
Zeeuwse kooplieden en schip
pers waren er snel bij en al in
1583 sprongen zij meteen
maar van de 15e december op
25e. Niet echter in Groningen
en Friesland die geen bood
schap hadden aan de pauselij
ke ingreep. Gevolg: tot 1701
vierde men in het Noorden
tien dagen later Kerstmis dan
in Amsterdam.
Een schrikkeljaar: het jaar
waarin ongehuwde vrouwen
een man mogen vragen, hetzij
voor een huwelijk, hetzij ten
dans. En dat weer hebben we
van koningin Margaret van
Schotland. In 1288 vond zij dat
er iets gedaan moest worden
voor ongevraagde en dus on
gehuwde meisjes. Zij stelde
een wet op waarin stond dat
de maagden elk schrikkeljaar
het recht kregen om de man
die zij begeerden ten huwelijk
te vragen. Weigerde de uitver
korene, dan kon hij rekenen
op een boete van een pond,
tenzij hij kon aantonen dat
hand en hart al aan een ande
re vrouw toebehoorden. Overi
gens heeft de Engelse majes
teit zelf geen profijt getrok
ken van deze wet. Zij stierf in
ongehuwde staat in 1290. En
1290 was toen nog toevallig
een schrikkeljaar.
I HAAG „Als de WD-ministers het
■beeld van Andriessen hadden gevolgd
iet kabinet was opgestapt, zou de partij-
I van de PvdA dit land in feite verder
>en geregeerd. De wensen van die partij-
1 zouden dan vanzelf zijn gerealiseerd:
I ombuigingen en koopkrachthandha-
voor alle inkomens tot modaal (33.000
jen). In plaats van 3 miljard meer om-
jen om het tekort te verkleinen zou dit
en al het tekort met nog eens ƒ2 miljard
ben vergroot. Bij een kabinetscrisis zou
mmers helemaal niets meer zijn gebeurd
het sociaal-economisch beleid en zou de
beweging zijn 2 procent gewoon hebben
tengehaald. Dat zou funest zijn geweest,
xom zijn de VVD-ministers blijven zit-
Dat is een van de onze voornaamste re
en niet met dit kabinet te breken, en in
komende maanden willen wij bewijzen
Andriessen ten onrechte is opgestapt".
l het woord is dr. Rudolf W. de Korte, des-
i campagneleider van Hans Wiegel, sinds
jaar specialist op sociaal-economisch ter-
van de VVD-fractie en als zodanig woord-
•der en pleitbezorger in de Tweede Kamer
net gaat om ombuigen, bezuinigen en kor-
Bij sommige collega's in het CDA heeft
i specialiteit hem in twee jaar tijd de bij-
h „Rudolf de Korting" opgeleverd.
t pleiten voor bezuinigingen doe ik heus
uit een soort hobbyisme", zegt De Korte,
iets doet me beslist niet het grootste genoe-
Het is heus niet zo dat de VVD er een kick
ialt als er maar genoeg wordt omgebogen,
ir wij een kick uithalen is dat wij nog steeds
gevoel hebben dat de particuliere sector
r ons toedoen niet geheel en al wordt gemi
erd onder invloed van de teruglopende eco-
lische groei. Als wij ons als waakhond van
particuliere sector nog maar enigzins kun-
waarmaken in deze buitengewoon moeilij-
nstandigheden dan halen we daar een kick
Als wij niet meer in het kabinet zouden zit-
wu er van die waakhondfunctie niets meer
Jcht komen. Dat kan je toch wel op conto
I de VVD schrijven".
VVD ZIET ZICHZELF ALS WAAKHOND
VAN HET BEDRIJFSLEVEN
De Korte: „Aan
drie miljard valt
niet te tornen"
ndengeknars
Korte wil niet ontkennen dat er in de VVD-
tiekamer met regelmaat van de klok tan
geknars te beluisteren is. Met name het „ei-
tinnig optreden" van de CDA-regering-
tner is veel VVD-ers een doorn in het oog.
voel mezelf ook wel eens grandioos beetge-
len door het CDA. Als ze plotseling keihar-
luidelijke afspraken laten vallen en niet na-
len. Ik behoor ook wel een beetje tot dege-
in onze fractie die z'n zakken vol hebben
het samenwerken met het CDA, maar te-
zeg ik altijd: politiek is een zaak van
lurend afwegen. Je hebt niet alleen met
litieke frustraties te maken maar ook'met
het feit dat je een klus te doen hebt, waar wel
wat aan vast zit. Het schip verlaten op dit mo
ment in het zicht van het aflopen van de loon-
pauze, dan moet je wel weten wat je doet! Je
moet je ook verantwoorden voor je daden. En
ik zie ook dat er weliswaar met zeer veel moei
te, toch wel het nodige tot stand komt".
De Korte bestrijdt dat de VVD alleen maar zou
mogen slikken en hoegenaamd niets van haar
wensen gerealiseerd zou zien. „Bestek '81 bete
kent in 1979 ombuigen van 3 a ƒ3.5 miljard.
In 1980 eveneens 3 3,5 miljard. En in 1981
nog eens 3 miljard. Dat is allemaal al op de
rails gezet. Aan het einde heb je de 10 miljard
van Bestek. Daar komt nu nog eens ƒ3 miljard
bij, waarvan ook nog 2 miljard doorloopt naar
volgend jaar: 13 2 is 15 miljard, en door bij
stelling van de groeivoet van de economie moet
er volgend jaar nog eens voor een tot twee mil
jard extra worden omgebogen. Daarmee kom ie
in totaal dus in de buurt van de 16 miljard
rekent De Korte voor.
„Nu wil ik echt die zestien miljard gulden niet
voor me opeisen, maar zonder ons was dit niet
gebeurd. Deze bijstellingen, die absoluut nodig
zijn omdat de groei is teruggelopen, hadden dan
niet plaatsgevonden. Anders hadden CDA en
PvdA er voor gestaan en was hier niets van te
recht gekomen. We weten toch allemaal hoe de
PvdA-partijraad er over denkt. Dan zou het
particuliere bedrijfsleven verder terug zijn ge
gaan en dat bedrijfsleven draagt nog altijd ons
stelsel van collectieve voorzieningen. Daarom
blijven wij ons zien als de waakhond voor het
handhaven van een voldoende groot stuk parti
culier bedrijfsleven in de Nederlandse econo-
Harde eis
In dat kader moet ook de harde eis worden ge
zien die tal van VVD-kopstukken aan het
voortbestaan van het kabinet Van Agt hebben
verbonden: geen cent meer van die 3 miljard
nieuwe ombuigingen af, of wij geven de pijp
aan Maarten. „Aan de drie miljard gulden (plus
nog eens een miljard extra dat gemoeid is met
het dichten van gaten die het CDA in Be
stek '81 heeft geslagen met behulp van de oppo
sitie, en eventuele belastingmaatregelen waar
toe nog wordt besloten) valt niet meer te tornen
als bedrag. Interne verschuivingen blijven na
tuurlijk mogelijk, maar dan moet daar wel
steeds dekking voor aangegeven worden", ver
duidelijkt De Korte. „Als we dat bedrag niet
binnen drie maanden blijken te halen dan trek
ken we aan de noodrem. Dan moet er extra
worden omgebogen. Gebeurt dat niet dan
breekt de VVD met dit kabinet".
Ex-minister Andriessen kreeg op dit punt, naar
zijn zeggen, onvoldoende garanties om langer
de verantwoordelijkheid te dragen. Volgens
Rudolf de Korte zat de ex-bewindsman hier
mee fout. „Er was geen reden meer voor An
driessen om weg te gaan. Ik begrijp zijn vertrek
ook niet helemaal", zegt De Korte. „Vorig jaar
zomer was er veel meer aanleiding voor hem
om op te stappen. Toen werd een begroting in
elkaar getimmerd die absoluut niet strookte
met Bestek'81. Er zou geen lastenstijging meer
optreden, maar in feite kwam er een verhoging
uit van de overheidsuitgaven met anderhalf a
twee miljard. Toen had Andriessen zijn porte
feuille in de waagschaal moeten stellen. In dat
kader hebben we gevraagd om een miljard ex
tra ombuigingen. Als we dat toen hadden ge
kregen, zouden er nu minder ombuigingen no
dig zijn geweest en waren we nu niet zover ge
komen. Als Andriessen thans zegt dat hij moet
aftreden omdat het beleid dat nu wordt uitge
stippeld te grote risiko's inhoudt voor de toe
komst en te weinig ruimte biedt voor nieuwe
tegenvallers, dan had hij dat met veel meer re
den de afgelopen zomer kunnen, misschien wel
moeten zeggen", aldus De Korte.
Tegemoet gekomen
Een andere reden voor de VVD om nu niet met
het kabinet te breken is volgens hem dat aan
Andriessens bezwaren goeddeels tegemoet is
gekomen. „Toen op die bewuste maandag het
voorlopige besluit van het kabinet bij ons op ta
fel kwam, behoorde ik met veel anderen in
mijn fractie tot diegenen die zeiden: dit kunnen
we niet voor onze verantwoording nemen. Wij
moeten nu met het kabinet breken. Direct
daarop schreef Andriessen ook zijn ontslagbrief
en tegelijk begonnen de pogingen om hem mid
dels een nadere invulling van het kabinetsbesl
uit toch te bewegen aan te blijven", vertelt De
Korte. „Andriessen wilde inderdaad akkoord
gaan met de drie miljard gulden, als die dan
maar hard gemaakt zou worden door een tekort
van 6 procent (f 18 miljard) als uiterste grens
aan te houden, zodat de moeilijkheden niet
naar de toekomst zouden worden verschoven.
Nou, dat is in feite gebeurd. En als er extra
'maatregelen genomen worden, komt daar een
aparte dekking voor. Alleen aan zijn wens van
een tweejarige loonmaatregel is niet tegemoet
gekomen. Welnu, van zo'n twee jaar durende
ingreep zijn wij nooit een voorstander geweest.
Zo'n gedachte staat buiten de maatschappelijke
ontwikkeling. En als je dan ziet dat Andriessen
verder in feite zijn zin gekregen heeft, dan kan
je als VVD toch niet anders concluderen dat je
met dit kabinet door moet gaan? Wij hadden
ook beslist verwacht dat Andriessen met deze
nadere invulling wel akkoord zou gaan en bin
nen het kabinet zou blijven".
Het verwijt dat de VVD-ministers om een soort
opportunisme op het pluche zijn blijven zitten
wijst De Korte van de hand: „Dat heeft daar
niets mee te maken. Het oningevulde besluit
van die maandag was voor ons ook onaan
vaardbaar. Het ingevulde van woensdag niet
meer. Wij zullen bewijzen dat we gelijk hadden
en dat Andriessen ten onrechte is opgestapt!"
ARJEN BROEKHUIZEN
RIJS Voor ongeveer
zend gulden kan de auto-
bilist na de komende Firato
augustus zijn auto in een
certzaal veranderen. Al-
ns, dat zegt de Amerikaan-
fabrikant van geluidsappa-
jur, Bose, die voor het con-
tzaaleffect apparatuur ont-
tkelde die is aangepast aan
akoestische eigenschappen
i de auto en de electrische
'htbron van 12 Volt. Tij-
een demonstratie gisteren
Z^Parijs, werd hiervan een
roefje gegeven, in grote
Ieinere auto's, stilstaand
ijdend. Hoewel Bose voor-
tigheidshalve niet spreekt
Hi-Fi in de auto, is de na-
trouwe weergave, on-
motor- en ander ver
waai, op opmerkelijk ni-
lu gebracht.
apparatuur van Bose, die
niet in de handel is, be-
t uit een versterker, die op
normale autoradio met of
ider cassetterecorder kan
'en aangesloten en vier,
iL3rt van elkaar te regelen
JJdsprekers van signaal voor-
,_jf. De luidsprekers zijn bo-
Opdien afzonderlijk instel-
j vkr, om de reflectie van het
nnuid zo groot mogelijk te
,e,taflen maken. De platte
De Bose-luidsprekers op de hoedenplank zijn naar alle kanten in te stellen, maar
moeten wel vakkundig worden ingebouwd.
vorm van de luidsprekers
maakt montage mogelijk uiter
aard op de hoedenplank en in
de twee voorportieren.
De versterker, die een vermo
gen kan leveren van vier keer
25 Watt, heeft geen volume
knop; het geluid moet worden
gedoseerd met de volumeknop
van de autoradio, die men al
heeft. Wel kan met de Bose-
versterker het gewenste ver
mogen naar smaak worden
verdeeld over de luidsprekers
die voor en achter paarsgewijs
moeten worden gemonteerd.
Op deze wijze kan de automo
bilist zich meer of minder door
geluid laten omringen.
Opmerkelijk is de impedantie
van de Bose-luidsprekers, die
slechts 0,45 Ohm bedraagt;
deze impedantie is zo laag ge
houden, om met de 12 Volts
accu toch een uitgangsvermo
gen van totaal 100 Watt te be
reiken. Ter vergelijking: een
tot dusver gebruikelijke luid
spreker heeft een impedantie
van 4 of 8 Ohm en levert in de
auto maximaal 1 Watt en
doorgaans minder.
Omdat van het beschikbare
vermogen slechts een klein ge
deelte wordt gebruikt, is de
vervorming heel klein. Het
grote vermogen is mede ver
antwoordelijk voor een opval
lend goede weergave van
vooral klassieke muziek, om
dat hierin de grootste dyna
miek voorkomt, dat zijn de
verschillen tussen harde en
zachte passages.
Door de geringe afmetingen
van het interieur van de auto
is de weergave van lage frequ
enties technisch onmogelijk;
Bose heeft de versterking zo
danig geconstrueerd, dat de
weergave van de nog hoorbare
lage tonen in elk geval wordt
gesuggereerd.
Hoewel de Bose-apparatuur
uiteraard in stillere auto's het
best tot zijn recht komt, is ook
in meer gangbare kleinere au
to's de geluidsverbetering in
vergelijking met de huidige
apparatuur nog opvallend,
zoals gisteren is aangetoond.
Toch houdt de fabrikant er re
kening mee, dat vooral kopers
van grote en duurdere auto's
geinteresseerd zullen zijn. Ver
wacht wordt, dat Europa voor
lopig niet meer dan 10.000 van
deze versterkers zal afnemen.
In verhouding tot andere ap
paratuur voor muziekweerga
ve in de auto, maar in heel be
scheiden aantal. Ook de prijs,
die naar verwacht wordt, rond
de duizend gulden zal liggen,
speelt hierin een rol.
Een dansje in een
ver verleden
„Nu komt er een Engelse wals voor de ouderen", sprak de
balleider opgewekt en hij blies krachtdadig op zijn fluitje.
Vier paren, die hun dromen al lang geleden hadden
ingeruild voor safe berusting met rente op rente,
schuifelden naar de kleine dansvloer, die met
speksteenpoeder enigszins glad was gemaakt.
„Muziek maestro, please", beval de balleider en even later
struikelde een herfstige melodie uit de geluidsversterker,
die het zaaltje vakkundig aanplempte met krassende
weemoed. Een man bij de bar snoot aandachtig zijn neus
en keek ondertussen naar de maatgevende dames met een
gretigheid, die tenminste de aanwezigheid van Anna
Pavlova deed vermoeden.
Daarna boog hij zich in mijn richting en zei: „Vroeger hè.
Dat was nog eens andere koek." Hij trok daarbij een
gezicht, alsof niemand hem meer iets behoefde te vertellen
over aards geluk.
Inmiddels had ik vastgesteld, dat hij de vasthoudendheid
had van een visser op snoek. Telkens hengelde hij met
grote gretigheid uit zijn herinnering een mooie moot van het
verleden op en daarna schonk het hem intense voldoening
om zijn vangst met mij te bespreken. Het dansje der
ouderen deed de maat van zijn visserslatijn duidelijk
overlopen. Hij struikelde overeind en ging vóór mijn tafeltje
staan.
„Weet u meneer, hoe zoiets vroeger ging?", vroeg hij en
zonder mijn antwoord af te weachten vervolgde hij: „In mijn
tijd ik heb het nou over de jaren twintig was er bij
ons in het dorp zegge en schrijve één gelegenheid, waar je
kon leren dansen. Dat was de roomskatholieke
voetbewegingscursus, die elke zondag na het lof gegeven
werd in hotel Rademaker. Wij, de roomskatholieke
jongeren van het dorp dus, kregen daar onze eerste pasjes
uitgemeten door zo'n zweverige figuur, die geheel uit
meeldraden en stampers was opgebouwd. Als hij nou
geleefd had, zou hij waarschijnlijk welzijnswerker zijn
geweest.
Ik herinner me, dat we op die avonden altijd losse witte
manchetten droegen, die onder het dansen over je handen
gleden. Dat vond het vrouwvolk reusachtig sjiek staan. Ik
weet ook, dat Rademaker een dochter had, die redelijk
gelukt was. Ze was ook de eerste in het dorp, die zich in de
stad had laten permanenten. Dat was ongehoord: zoiets
wufts hadden we nog nooit waargenomen. „Die dochter
van Rademaker", zei mijn vader hoofdschuddend, „kun je
beter links laten liggen. Dat is een wereldse vrouw". Hij
ging ook naar de leiding van de voetbewegingscursus om
bij hen zijn waarneming te deponeren. Een paar weken
later werd ze vanwege haar ontoelaatbaar wulps karakter
van de cursus verwijderd. Kort daarna is ze ingetreden bij
de nonnen van Onder de Bogen in Maastricht. Ik bedoel
maar. En ik kan me niet herinneren, dat vader bij die
gelegenheid iets heeft gezegd."
De dames op de vloer waren ondertussen uitgezwierd en
werden door de heren in triomf naar hun plaatsen bij de
muur teruggebracht.
„Tijd voor een rustige tango", riep de balleider en dat was
wederom niet aan dovemansoren gezegd. Vijf dames
veerden op en sleurden hun partner naar het wak tussen de
pilaren.
„Elke zondag", vervolgde de man begerig, „kwam de vader
van één der leden kijken, of er niets onoirbaars geschiedde.
Zo heette dat toen nog. Tegenwoordig zijn daar andere
woorden voor, waar je meer houvast aan hebt. Want ik
zweer je, dat ik niet eens wist, wat je moest ondernemen
om iets onoirbaars te doen. Ik dacht, dat het iets te maken
had met de jenever, die hij achterover sloeg. Want dat was
niet misselijk.
Hoe die man het voor elkaar kreeg is nog steeds een
raadsel voor me, maar terwijl hij achter mekaar zat bij te
tanken, zag hij toch wel degelijk kans om ons met zijn
kleine giereoogjes in de gaten te houden.
Want weet je, wat het aantrekkelijke van die avondjes was?
Dat zal ik je vertellen. Dat waren niet de walsjes en de
tango's. Die konden ons gestolen worden. Nee, het ging,
om wat er daarna gebeurde. Ik sloop bijvoorbeeld na vijf,
zes dansjes met Nel van der Winkel naar buiten. Een
gedurfde driekwartsmaat bracht ons tot vlak bij de deur.
En als die man een ogenblikje zijn aandacht verslapte,
gingen wij tweeën stijlvol één, twee, drie, één, twee, drie de
gang op.
Nel woonde in een dorp verderop en ik bracht haar altijd
met de tram naar huis. Die tram reed langs het huis van
mijn grootouders en ik wist, dat oma elke zondagavond
vóór het raam zat te haken en ondertussen de trams in de
gaten hield. Er was in die tijd nog geen televisie, begrijp je.
En die zondagavonden duurden toen al even lang als
tegenwoordig. Nou was het een doodgoed mens, maar dat
van Nel mocht ze onder geen beding weten. Want haar
vader was timmerman en die was niet van onze stand. En
dat was de conducteur ook bekend. Als wij het huis van
opa en oma naderden zei hij dan ook: „Passagiers onder
de zestien gelieven nu in dekking te gaan". Plat op mijn
buik reed ik dan door de gevarenzone. En daarom zag oma
uitsluitend jonge meiden en ongevaarlijke oudere heren
voorbijgaan.
Later, toen ik al hoog en breed met Nel getrouwd was en
vier kinderen had, wilde ik nog wel eens op de vloer van de
tram gaan liggen. Want zoiets verleer je nooit.
De hele manoeuvre was trouwens zinloos, want als ik van
de dansles thuis kwam, stond mijn vader steevast in de
gang klaar om te horen, waar ik nou weer met Nel van der
Winkel had uitgehangen. Ik begreep daar geen bal van.
„Die man moet een magisch oog hebben", dacht ik. Want
wist ik veel, dat die vader aan de bar verdomd goed zag,
dat ik met Nel wegschoof. Hij schreef dan prompt een
briefje en deed het bij ons thuis in de bus. „Uw zoon is
heden tijdens de voetbewegingscursus ruim drie kwartier
vóór het einde vertrokken met mejuffrouw N. van der
Winkel." De gluiperd. Ja, als je zo'n mededeling in je bus
vindt, is het vrij eenvoudig om een alziend oog te hebben.
In de verte riep de balleider: „Tijd voor een spelletje. Alle
heren leggen hun handen op de schouders van hun dame."
„U zult Nel niet kennen", zei de man, „en daarom kunt u
ook niet weten dat het een vrouw uit duizenden is. Alleen
van dansen heeft ze geen kaas gegeten. We waren zeker al
drie jaar met elkaar, toen ze op een avond opeens zei:
„Piet", zei ze, „de eerste keer dat je met me walste keek je
me aan en zei je: „Oh juffrouw, wat danst u licht en
soepel."
Op dat moment, meneer, wist ze al, dat ik helemaal weg
van d'r was. Want als er één geen hout van dansen kon
was het Nel wel.
Gek eigenlijk, maar pas op mijn zilveren bruiloft is me dat
opgevallen. Als bruidspaar moesten we de dans openen en
vanaf het begin heeft ze alsmaar op mijn schoenen getrapt.
Maar dat stoorde me nauwelijks, want ik ben toch nooit
een danstype geweest.
Hij keek me langdurig aan en ik zag, dat er een angelieke
glans op zijn appelwangen lag.
„Vroeger", mompelde hij verzaligd, „mijn God, die tijd
komt nooit meer terug."
Geen autonomie
voor Andalusië
SEVILLA De Spaanse
provincie Andalusië krijgt
voorlopig geen autonomie,
zo heeft men in Sevilla ver
nomen.
Al is de uitslag van de volks
stemming nog niet compleet,
vast staat dat de 280.000 kie
zers in de streek Almeria in
meerderheid tegen de autono
mie voorstellen hebben ge
stemd. Tevoren was afgespro
ken dat in elk van de acht de
len waaruit Andalusië bestaat
een uitslag van boven de 50
pet. nodig was om het autono-
mieplan aanvaard te krijgen.