Gouden feest bij slagersfamilie Gerard Scholten Katwijk veiling De wraak van Sint Jacob vernietigt de Petruskerk I^Td/regio LEIDSE COURANT DONDERDAG 31 JANUARI 1980 PAGINA 5 VAN AANBIEDING GEROOKT SPEK TOT BEPROEFDE KEURPRAKTIJKEN Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen ?ten vve var,daag onze (hreden richten naar assenheim, waar over maandje een bileum op til is. Een :er landwerkjubileum, i aiant zo mag je het wel ïnktoemen, als hanerseheidene generaties en oen bedrijf °P de benen ebben gehouden door ac ink de handen uit de d viouwen te steken. Op eI<ei5 februari is dat het „gejeval met een aëel oidinul' 'erblloofdstraat. is het een eieurslager, vijftig jaar •nteieleden waren de slagers 3 zjog niet zo kwetsbaar en /eelliet verdeeld in allerlei jkeswaliteitscategorieën. Het iet (ras dus gewoon slager g jfierard Scholten. die in 1930 hetjtoen het niet allemaal oelyetpot was - zijn vleselijk jeluk in Sassem ging iproeven. We zullen in de terug moeten om de listone van de Scholtens ikreer eens op te kunnen rakelen. llager Gerard senior mivandaag is het Gerardus die als firmant het tbeenmes hanteert) kwam elijbit Wateringen in het jWestland. waar hij het vak en jeerde in de slagerij van zijn leader. Trouwens nog drie kt broers van Gerard zipekwaamden zich daar als ïeeblager; de oudste van deze eirbroers was in de veertiger ■enjaren zelfs landelijk ooivoorzitter van de Katholieke Waarmee maar va'gezegd wil zijn, dat die van Scholten altijd slagers van het zuiverste water zijn geweest. Dat zijn ze nog J steeds. Gerard senior dan vond in ISassenheim niet zozeer y\ direct zijn bedje gespreid. maar de outillage was er wel al. Hij trok er, in de Hoofdstraat - waar de Scholtens nooit meer vandaan zijn gegaan in de slagerij van een vakgenoot, „ome Dirk" van der Mey. Ome Dirk had het voor gezien gehouden en Gqrardus Scholten legde er de grondslag voor het gouden feest, dat in februari gevierd gaat worden. Bepaald gemakkelijk ging het niet, die eerste jaren in een crisistijd, waarin hard gewerkt moest worden om het slagershoofd boven water te kunnen houden. Gerard hoefde het niet alleen te doen, want zus Cor stond hem de eerste vijf jaren trouw terzijde. Gerar-ds vrouw kon niet in de winkel werkzaam zijn. immers het gezin groeide als kool en dan waren er nog een paar kostgangers ten behoeve van het gezinsbudget. Het is weinig zinvol te vermelden, dat de prijzen toen „heel anders dan nu" lagen. Toch blijft het altijd weer leuk als je leest, dat bijvoorbeeld een ons biefstuk bij vader Gerard Scholten 17 cent kostte. Een pond varkensrollade deed 70 cent, een pond karbonade 60 cent en tien pond gesmolten reuzel bracht een gulden op. Dat is nu om je lippen bij af te likken, nietwaar 9 Trouwens, spek was bij Scholten zowat een pijler waarop een beleid rustte. Elke dinsdagmiddag pakte Scholten senior de fiets en ging, met een mand vol spek voorop, de boer op. Inderdaad, een slager die de boer opging. En zijn speciale aanbieding, toen al, was niet mis: Gerardus verkocht vijf pond gerookt spek voor een hele gulden Daar waren de oorlogsjaren, de donkere dagen met onder andere hun distributieproblemen. Scholten kwam er doorheen; hij bleef redelijk goed in het vlees zitten. Behalve de winkel had Scholten er nog een^moeilijke taak bij: hoofd van de vleesdistributie in Sassenheim. Moedig voorwaarts ging het. na de oorlog, en al gauw kreeg vader Scholten steun van de Zo zagen de drie Gerards er tien jaar geleden uit, bij het 40-jarig feest: pa, zoon en kleinzoon Scholten. De toekomst lijkt verzekerd. groter geworden zoons. Voorspoed nam z'n intrek in het Scholtenbedrijf. Dal ging natuurlijk niet van eigges, maar „goede kwaliteit en goede service" vormden de basis en deden hun werk. Het ging goed met Scholten; modernisering en verbouwingen bleven niet uit. In '60 ging men met z'n tijd mee door de winkel aan te passen, negen jaar later gebeurde dat opnieuw en in oktober'77 werd de zaak zelfs aanzienlijk uitgebreid. Slager Scholten kon bij al z'n drukke werkzaamheden nog tijd vinden om de gemeenschap ook op een andere manier van dienst te zijn. Zo maakte hij zich ruim 25 jaar bijzonder nuttig als bestuurslid (een groot aantal jaren was hij voorzitter) van de Sassemse Katholieke Middenstandsvereniging „Sint Olaf". Ook was hij mede - oprichter, tevens de eerste voorzitter, van de SAMA (geen idee wat dat is, maar een oprechte Sassemer zal het beslist wel weten, neem ik aan). Dan was Gerardus senior nog jarenlang voorzitter van de schaakclub „De Zwarte Pion" en voorts maakte hij maar liefst meer dan veertig jaar deel uit van het doorluchte collectanten - college van de St. Pancratiusparochie. Voor deze laatstgenoemde werkzaamheden kreeg hij de gouden parochiespeld, terwijl zijn plaatselijke activiteiten werden beloond met de eremedaille in goud, behorende bij de Orde van Oranje - Nassau, die.hem op de revers werd gespeld door toenmalig burgemeester baron van Knobelsdorff. Vader Scholten overleed in 1978. Zoon Gerardus. Scholten junior dus. haalde eerst het mulo - diploma en kwam op z'n vijftiende in de zaak. Na eerst zeven jaar medefirmant te zijn geweest, volgde hij z'n vader in 1968 op. Met elkaar alweer 12 jaar jDeleidsvoering. En hoe. Niet alleen, vanwege het beste voorbeeld, goede kwaliteit en dito service - het moest er nog eens bijkomen dat ie dat niet zou doen, die junior - maar ook een zich verder bekwamen in een levendig vak versterkte de soliditeit van slagerij Scholten. Sinds '69 mag Scholten zich om goede redenen bedienen van het uitgekookte predikaat „keurslager", want je hebt slagers te kust en te keur en die moet je uit elkaar kunnen houden. Ik mag nu verklappen, dat jaarlijks op de landelijke keuring in Zeist het „goudkeiir" voor gekookte benevens leverworst wordt behaald. Dat moet een massaal festijn zijn, want er nemen maar eventjes zevenhonderd keurslagers aan deel; dat is een waar keurbataljon. Schollen Gerardus junior verheugt zich in de winkel in de geroutineerde nabijheid van zijn vrouw, maar hij wil ook Kees Overdevest genoemd zien: „Kees geeft al ruim 23 jaar zijn beste krachten aan onze zaak. Dat mag ook weieens in de krant. En dan zijn er nog vier andere trouwe krachten die in de winkel behulpzaam zijn. Dat zijn ook geen groentjes meer, want vorige winter haalden ze alle vier het diploma verkoopkunde en winkelverzorging", aldus Gerard Scholten, die op sommige gebieden het evenbeeld van zijn vader is. Zo geeft hij zijn gewaardeerde krachten aan de Sassemse gemeenschap als voorzitter van de plaatselijke ondernemersvereniging Sassenheim en in de Pancratiuskerk collecteert hij al weer zo'n 17 jaar. Het gouden jubileum hangen de Scholtens niet aan de grote klok; de viering geschiedt in intieme kring van familie en personeel. Ze gaan wel een dagje met z'n allen uit, zodat uw keurslager op 25 februari zijn deur op slot houdt. Katwijk Vorige week on dervonden de aanvoerders hoegenaamd geen belemme ring meer van de winterse vorstperiode. De prijzen van de meeste produkten vertoon den een lichte daling. Van het hoofdprodukt waspeen be droeg de weekaanvoer bijna 800 ton. Ruim de helft - 441 ton - kreeg een exportbestem ming. West-Duitsland was de grootste afnemer met 227 torw gevolgd door België met 175 ton en het Ver. Koninkrijk met 33 ton. Het restant ging I naar Frankrijk. De prijsvorming voor de was peen was vooral in het begin van de week matig te noemen. De middenprijs voor sorte ringsklasse AI liep in de loop van de week op van 46 naar 59 cent per kg. Klasse Bl kreeg in het begin van de week een ge voelige prijsval te verwerken Maandag en dinsdag was de middenprijs 61 cent per kg. Donderdag herstelde de prijs zich tot 82 cent per kg en vrij dag werd een middenprijs be taald van 96 cent per kg. Ver der wordt in dit jaargetijde nog iedere dinsdag een specia le schorseneren-veiling gehou den. Hoewel het seizoen reeds vergevorderd is, bedroeg de aanvoer nog bijna 10 ton. De middenprijs voor dit produkt. dat overigens in Nederland vrij onbekend is als groente, bedroeg 1,21 per kg met een uitschieter naar 1,50. De winterpeen noteert prijzen va riërend van 33-47 cent per kg. Voor goede kwaliteit uien werd 36-52 cent per kg be taald. De hoogste notering wordt betaald voor de grofste sortering. Een vrij constante aanvoer van boerenkool no teert prijzen van 30-60 ceni per kg al naar gelang van kwaliteit. De winterse kool soorten liggen zwak in de markt. Voor groene- en rode kool werd tot 35 cent per kg betaald. Avanti naar finales jeugdacht - kampen HAZERSWOUDE Tijdens de finales van de nationale jeugdachtkampen is de Ha- zerswoudse tafeltennisvereni ging Avanti met acht perso nen vertegenwoordigd. Op zondag 10 februari, wan neer de eindstrijden in Vee- nendaal plaatsvinden, zijn Mo nique Kooter en Gudy van Griethuizen bij de junioren van de partij. Ada Verheul plaatste zich bij de aspiranten bij de laatste acht. Ellen Bak ker speelt bij de pupillen en haar zusje José bij de welpen. Alje Kamphuis doet bij de jon gens-junioren een gooi naar de ereplaats en Robert de Groot bij de aspiranten. Gerard Bak ker, net als de meisjes Ellen en José kind van trainer-coach Gerard Bakker uit Leiden, moet de eer hoog houden bij de jongens-welpen. verzoeken aan koning Willem I en aan Staten om de O.L. Vrouwekerk in luister te herstellen werd het pastoor Van niet duidelijk hoe dat verzoek nu beoor- zou worden. Zijn opvolger liet er geen gras groeien in een brief van 5 mei 1819 aan de van het departement van R.K. Eredienst: ,,lk eergisteren in de zorg dezer gemeente e'n dat. indien men nog veertien dagen zoo met slopen van de kerk dat dan onherstelbaar is. die als men er een dak op lag. nog wel duizend jaren konde De chef van het departement geeft de nieu- weinig hoop. Hij schrijft, dat er niet is om de kerk in handen te krijgen, dat het met het belang der R.C. of met dat schatkist zoude stroken". De afscheiding van in 1830 haalt helemaal een streep door slui- plannen. pastoor van de Bonifatiusstalie bleef echter uil- naar een nieuwe kerkruimte. In 1831 wordt logement ..de Gouden leeuw" aan de Brees- te koop aangeboden tegenwoordig de winkel Witleveen). Op 2 januari 1832 wordt dat pand „voor en ten behoeve van de Roomsch Gemeentens, behoorende. zoo tot de de Sint Joris-steeg als tot de Rooms Catho- kerk op de Haarlemmerstraat te Ley den, ge- ,.de Zon Een geplande fusie derhalve, de bovenzaal van het logement groter dan kerkzolder in de Jorissteeg, ideaal was het al- Men had overigens heel andere plannen Al op 6 januari werd aan het gemeentebe de vraag gesteld of het mogelijk zou zijn om het open terrein achter het logement een stuk in bezit te krijgen voor de bouw van een aan de Langebrug. het stadsbestuur zat met g een beetje in de maag, want nog een ka- kerk in het hart van de stad. zou de pro- wel eens tegen de haren kunnen strijken, al sputterde het stadsbestuur wat tegen, in mocht de kerk gebouwd worden. Anno 1836 de kerk ingewijd en onder de patronage ge- van de oude stadspatroon: Sint Petrus. Er in die periode meer kerken (de Harte en de Mon Père aan de Haarlemmerstraat) en de parochies want de staties zijn in bij het herstel van de bisschoppelijke Hiërar- verheven in 1857 opnieuw krijgt Leiden drie parochies. De valt, ondanks de oudste rechten, om hulpkerk van de Petrus te worden. Gezien de kerkelijke situatie is dat niet verwon derlijk. De Petruskerk is dekenale kerk en je kunt de deken van Leiden toch geen loopjongen maken van de buurgemeente aan het Steenschuur De drie parochiekerken fungeren lot in de twintig ste eeuw. De Mon Père wordt dan verplaatst naar de Herensingel en de Petruskerk brandt op 25 juli 1933 af. Die brand wordt wel „de wraak van Sint Jacob" genoemd. 25 juli is namelijk de feestdag van Jaco bus de Meerdere, de oude patroon van de kapel aan het Steqnschuur. Na die brand biedt de Lodewijkskerk gastvrijheid aan de Petrusparochianen, zoals ze dat in de Eerste Wereldoorlog had gedaan aan Belgische vluchte lingen en na de tweede wereldoorlog zou doen aan de studentenecclesia. Door de uitbreiding van de stad wordt de Petruskerk buiten de oude stadssin- gelgrens gebouwd en is de stad nog maar één paro chiekerk rijk: de Hartebrug. Het zou eigenlijk voor de hand gelegen hebben, dat men de binnenstad na de consecratie van de Petruskerk in 1936 een tweede parochie had gegeven in de vorm van een Lodewijksparochie. Dat „verzuim" werd eerst in 1954 goedgemaakt. Uitgaande van een bestaande situatie, waarbij men nog niet kon overzien, dat de binnenstad zou ont volken en in de jaren een ver voortschrijdende ontkerstening zou inzetten, besloot men het kerk gebouw te restaureren en te vergroten. In samen werking met de Rijksdienst voor Monumentenzorg ontwikkelde het architectenbureau Van oerle en Schrama een plan, dat waarschijnlijk tegenwoordig niet meer zou worden goedgekeurd, omdat veel van de specifieke sfeer van het kerkinterieur ver dween. Daarmee wil niet gesuggereerd worden, dat er niet veel goede dingen zijn verricht. De bui tengevel werd ontdaan van de pleisterlaag, zodat de oorspronkelijke gothische raamomlijsting weer in het zicht kwam. De voorgevel werd gerestau reerd; in de negentiende eeuw aangebrachte min der passende raamkozijnen werden vervangen; het pleister-, en schilderwerk binnen de kerkruimte werd opgeknapt; de zoldering boven het ingang sportaal werd weggenomen, waardoor het zicht vrij kwam op het daar aanwezige gothische gewelf. De toegang naar de galerij werd verplaatst waarom is nog steeds een vraagteken want door de huidige opgang moest de aparte ruimte voor de familie van de pastoor verdwijnen. De herstelwerkzaamheden brachten ook met zich mee, dat er een nieuwe vloer moest worden gelegd halfzuil werd tot een hele. de twee zijzuilen tot driekwart zuilen aangevuld. Omwille van die doorbraak moest de preekstoel één travee opschui ven in de richting van het Steenschuur. Aan de andere kant van het priesterkoor moest de uit 1850 daterende doopkapel wijken voor een veelhoekige Mariakapel. Op 12 januari 1856 kon de eerste steen voor die uitbreiding gelegd worden: Mater Virgo CLara, saCeLLo hoC Dotate (de Ro meinse jaartallen M,D,L,V, en I geven opgeteld het jaartal 1956 aan; de tekst betekent: „Aan de zuive re Moedermaagd wordt deze kapel geschonken"). In die steen is een oorkonde gemetseld. De vergro te kerk werd op 18 juni 1957 door de inmiddels tot eerste bisschop van het bisdom Rotterdam be noemde oud-deken-pastoor van de Lodewijkskerk, M. A. Jansen, ingewijd. Door de eeuwen heen zijn kerken vergroot, ver fraaid en aangepast aan de eisen van veranderde tijden. Die veranderingen werden gewoonlijk uit gevoerd volgens de „stijl van de dag". Over het al gemeen streefde men toch naar een harmonische aansluiting. De uitbreiding van de Lodewijkskerk ligt nog niet ver genoeg in de geschiedenis terug om een juist oordeel te kunnen vellen over de har monie van oud en nieuw. Persoonlijk vind ik de verruimingen uit de vijftiger jaren een verarming voor de kerksfeer van Giudici. De harmonie is verbrokkeld ten gunste van ten opzichte van el kaar niet logisch aansluitende belendende kapel len. In 1961 kocht het kerkbestuur de Jacobstorèn voor een symbolisch bedrag van de gemeente Leiden aan om er naar de mode uit die jaren een slagklok met voorslag in op te hangen. Naar het voorbeeld van het zestiende eeuwse carillon kre gen de klokken de namen uit de lakenindustrie. Het is met die klokken vergaan als met de lake nindustrie zelf: er is weinig meer van over, al zal er gerestaureerd gaan worden. Gerestaureerd is ook in 1978 het viertal wijzerplaten. Tegenwoordig geeft de Lodewijkskerk de tijd weer aan per slagk lok. Zonder twijfel heeft de oude kapel een bewogen geschiedenis meegemaakt, nauw verbonden met het reilen en zeilen in Leiden. In alle dreigende breekperioden van zijn bestaan kon men een nutti ge tweede gebruik aan de ruimte geven. Het is te hopen, dat wat er in de toekomst ook moge gebeu ren. altijd weer iemand zal zijn, die wijst op de ka rakteristieke schoonheid van die kapelkerk van den Heiligen Lodewijk. Luchtfoto gemaakt voor brand de Petruskerk verwoestte op 25 juli 1933. Links de Petrus kerk, midden de Lodewijkskerk en rechts boven de Hooglandse kerk. (foto: KLM Aero- carto) in de kerk en op het priesterkoor. Daar werden de drie hoge houten al taart reden (menige oud-misdie naar heeft nog de herinnering aan wijd uitsteken de treepunten, waar gegarandeerd blauwe schenen het gevolg van waren) vervangen door vier min der hoge, natuurstenen treden. De communiebank werd gemarmerd (zonde van het eikehout), even als de oude orgelkas (zonde, zie boven). De pijpen uit die kas werden overgebracht naar een nieuw orgel op de zangerstribune, die was opgetrokken in de nieuwe ruimte, rechts vanuit de kerk naast het priesterkoor; formeel de Lodewijkskapel genaamd, maar in de volksmond beter bekend als „het kille aquarium". Voor die uitbreiding werd het achter huis van de vroegere pastorie afgebroken De toen vrijkomende antieke trap en de schouw uit de ach terkamer werden ten geschenke gegeven aan het Elisabeth Gasthuishof. Ter verbinding van de Lodewijkskapel met de kerk werden twee muurvlakken tussen de halfzui- len uitgebroken tot aan de kroonlijst. De middelste

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 5