Don Quichotte in
de sportwereld
geeft voorkeur
aan vrij leven
Omwentelir'
dreigt in F
ereklasse I
tafeltennis
Daniel Willems blijft een twijfelaar
SPORT
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 26 JANUARI 1980 PAGII
DRIES VAN WIJHE: „VROEG NAAR BED
EN ETEN WAT DE POT SCHAFT".
HET KERKDORP Een klein gehucht aan een smalle weg in de buurt van
het Veluwse dorp Oosterwolde. Een cafeetje en verder een paar boerderijen,
waarvan de meeste op een terp zijn gebouwd, welke in lang vervlogen tijden
bescherming moest bieden tegen het water van de Zuiderzee. Rondom zijn uit
gestrekte weilanden, die in dit jaargetijde een troosteloze aanblik bieden. Ach
ter een heg gaat een sta-caravan schuil, te bereiken via een dichtgevroren
sloot. Flarden muziek, onmiskenbaar afkomstig van onze nationale popzender
Hilversum 3, verstoren de immense stilte, die in het Kerkdorp heerst. Die
klanken kunnen alleen maar door de transistorradio van schaatser/wielren
ner Dries van Wijhe geproduceerd worden. Maar van onze sportheld is geen
spoor te bekennen, ook niet in de achterliggende slaapruimte, waar een televi
sietoestel ongetwijfeld het enige exemplaar in het Kerkdorp, waar nog
streng volgens de Calvinistische leer wordt geleefd op het testbeeld staat af
gestemd. Van Wijhe blijkt achter de boerderij in een zwaar gevecht met een
sloopauto te zijn verwikkeld.
Dries van Wijhe zoals velen hem kennen: als winnaar over de streep.
Zittend in de caravan praat Dries van Wijhe
een beetje tegen zijn gewoonte in over de se
rieuze zaken in het leven. De wielrenner die in
1973 nationaal kampioen bij de amateurs werd
en de schaatser, die de vorige winter op natuur
ijs onverslaanbaar bleek en ongetwijfeld de Elf
stedentocht had gewonnen, als die zou zijn ver
reden, mag dan wel het imago van een Don
Quichotte in de sportwereld hebben verwor
ven, in werkelijkheid is hij net zoveel mens als
ieder ander.
Dries van Wijhe, inmiddels 33 jaar oud, werkt
niet. Pogingen om een geschikte werkgever te
vinden doet hij niet, maar geen mens zal hem
dat kwalijk kunnen nemen. Parasiteren op de
maatschappij is er immers ook niet bij, want de
WW gaat aan de deur van Dries voorbij. „Maar
je moet niet denken, dat ik een hekel heb aan
werken en lui ben. Als ik een goede baan kon
krijgen, stapte ik er morgen nog in. Maar ik zit
er ook niet op te wachten".
Denk echter niet, dat Dries van Wijhe geld als
een van de onbelangrijkste zaken in het leven
beschouwt. „Zo denk ik er wis en waarachtig
niet over. Ik ben fel op geld en daarbij nog zui
nig ook, soms bij het gierige af. Maar dat moet
ook wel, omdat ik geen vast inkomen heb. Bij
het schaatsen verdien ik soms een paar centen,
maar daar kun je niet van leven. Ik kan rond
komen, omdat ik thuis bij mijn ouders leef. Als
ik een nieuwe broek nodig heb, dan krijg ik die
ook".
De vrijheidsdrang gaat bij Dries van Wijhe
hoog boven het materiële uit. Zijn populariteit
opende de weg naar de meest lucratieve con
tracten, maar hij wees ze achteloos van de
hand, zodra bleek dat hij zijn eigen identiteit
daarvoor aan de kant moest schuiven. „fylet
eerzucht en hebzucht wil ik niets te maken
hebben. Ik ben nog een poosje beroepsrenner
geweest, maar daar ben ik ook niet veel wijzer
van geworden.
De vastbeslotenheid om aan niemand ver
antwoording schuldig te zijn, loopt trou
wens als een rode draad door de sportcarriè-
re van Dries van Wijhe heen. „In 1967 wil
den ze mij bij de wereldkampioenschappen
aan de 100 kilometer ploegentijdrit laten
meedoen. Joop Middelink vroeg het mij.
Met een dikke sigaar in de mond zat hij mij
te vertellen, dat ik dit moest doen en dat
weer niet mocht doen. Toen had ik het na
tuurlijk direct al bekeken".
„Na mijn kampioenschap in 1973 wilden ze mij
naar de wereldkampioenschappen in Spanje
sturen. Ik wilde best naar Barcelona, maar aan
de centrale trainingen op Papendal wilde ik
niet mee doen. En dus ging ik niet. Waarom ik
zo ben? Ik weet het niet. Het komt van binnen
uit".
Omdat Dries van Wijhe vierentwintig uur per
dag over vrije tijd beschikt, neemt sport in zijn
leven een belangrijke plaats in. „Als ik het niet
had, klapte ik gegarandeerd in elkaar. In boe
ken heb ik vaak gelezen over grote renners, die
na hun carrière helemaal het spoor bijster raak
ten. Dat ze bijvoorbeeld enorm begonnen te
zuipen. Ik kan dat best begrijpen. Maar nie
mand hoeft bang te zijn, dat ik domme streken
zal uithalen. Misschien dat ik een slimme roker
word, want al ben ik een matig mens, een siga
retje vind ik machtig fijn".
Kampioen
De grootste triomf die Dries van Wijhe als
sportman heeft behaald was ongetwijfeld
het kampioenschap van Nederland op de
weg bij de amateurwielrenners. Hij is nog
altijd trots op zijn rood-wit-blauwe kampi
oenstrui. „Maar", zegt Dries ook, „ik heb op
die junidag in 1973 erg veel geluk gehad.
„Ik ging naar Valkenburg met de gedachte een
paar keer keihard de Cauberg op te gaan, want
ik kan geweldig hard klimmen. Toen ik ten
slotte met nog drie anderen (Gerrie Knete-
mann, Fedor den Hertog en Toine v.d. Bunder)
op voorsprong zat, dacht ik alleen maar aan de
enorme kans om vierde of vijfde te worden. Ik
zat zo kapot als een pier. Maar afzien kan ik ge
weldig en daarom kon de slechtste van de vier
toch winnen".
„In de pers werd ik afgeschilderd als een of an
dere ordinaire boer, die zo uit de klei was ge
trokken. Alles wat ik zei, kwam in de krant te
staan. Dat ik stiekem een koe van mijn vader
had verkocht om zo een racefiets te kunnen ko
pen, dat ik altijd de hengel meenam als ik uit
trainen ging, dat ik op zondag met mijn kampi
oenstrui aan in de kerk zat. Vaak heb ik wel
eens gedacht, wie is er nu gekker, ik of die
journalist die alles maar opschrijft? „Dolle
Dries", de „Keizer van het Kerkdorp", het wa
ren mijn visitekaartjes geworden. De mensen
wilden mij zien en de organisatoren waren best
bereid om mij daar een paar centen extra voor
te betalen. En overal waar ik verscheen zaten
ze me aan te gapen alsof ik een of ander we
reldwonder was. Ik wilde ook best een beetje
gek doen. Als iemand mij om een handtekening
vraagt, zet ik ook altijd „Dolle Dries" neer
Conditie
Populair is Dries van Wijhe echter vooral
de vorige winter geworden, toen hij op na
tuurijs van de ene overwinning naar de an
dere snelde. Alle superlatieven zijn wel ge
bruikt om de heldendaden van Dries van
Wijhe op bevroren wateren te beschrijven.
„Veel mensen denken dat ik enorm sterk
ben, een soort krachtpatser. Maar dat is he
lemaal niet het geval. Op'zwaar ijs ben ik zo
goed, omdat ik een zeer hoog bewegingsrit
me heb. En verder is het natuurlijk een
kwestie van conditie".
„Op de universiteit in Amsterdam bleek mijn
hartslag de laagste die ze ooit hadden gemeten.
Mijn conditie bleek net zo goed als die van een
wereldster. Daar doe ik niets extra's voor. Al
leen maar gezond leven. Niet te laat naar bed,
's morgens een kilometer of dertig op de race
fiets en eten wat de pot schaft".
Het gebeurt slechts zelden, dat Dries van Wijhe
in een slechte bui verkeert. „En zeker niet als
ik een wedstrijd heb verloren, want ik kan heel
goed tegen mijn verlies". Dries van Wijhe heeft
er geen enkele behoefte aan om meer van de
wereld te zien. „Eén dag van huis vind ik lang
zat. Ik voel mij het prettigst als ik 's avonds in
mijn eigen bed kan liggen".
„In Noorwegen kreeg ik de punt van een
schaats onder mijn kin. Ik keek de dood in de
ogen. Een kleine stumper was ik. De angst die
ik toen heb meegemaakt, raak ik nooit meer
kwijt. In iedere massasprint knijpt de angst
mijn keel dicht".
Zondag
De zondag is voor Dries van Wijhe de dag
des heren en dat betekent dus dat er niet
wordt gesport. „Mijn ouders laten mij hele
maal vrij, maar toch sport ik op zondag
niet Ik ga ook keurig naar de kerk. Ik ge
loof in het bestaan van God. De dominee zei
laatst in zijn preek, dat God er over be
schikt wie je levenspartner zal zijn. Toen ik
tegen hem zei dat ik dan achter de kachel
kan blijven zitten, omdat die vrouw toch
vanzelf wel komt begon hij toch wel een
beetje aan zijn woorden te twijfelen".
„Laatst ben ik naar Zwolle geweest om mij te
laten testen voor welk beroep ik het meest ge
schikt ben. Weet je wat er uit de bus kwam?
Meubelmaker. Misschien ga ik het nog wel een
keer leren obk. Zelf zag ik wel wat in elektri
cien, omdat ik hier thuis ook van alles en nog
wat aanleg. Maar bij die test bleek, dat ik er
volkomen ongeschikt voor ben".
Rozegeur en maneschijn, zo ziet Dries van Wij
he zijn leven. „Mijn vader en moeder zijn er
nog. Ik ben gezond en als ik ergens zin in heb,
dan doe ik dat. Je moet leven, zoals je zelf
vindt dat het goed is. Altijd maar vooruit kij
ken is ook niet goed".
STEVEN TEN VEEN
NIEUW BELGISCH WIELERFENOMEEN AL GEZIEN ALS OPVOLGER MERCKX
VORSELAAR „De grote
mannen van het peloton
hebben me al enkele keren
gevraagd mee te helpen een
achtervolging te organiseren
bij ontsnappingen die ge
vaarlijk dreigden te worden.
Dat heeft me bijzonder aan
gesproken". Daniel Willems,
de nieuwe afgod van de Bel
gische wielerliefhebbers,
komt er eerlijk voor uit met
deze ontwikkeling gelukkig
te zijn. Vooral omdat hij be
seft dat het slechts een
handjevol coureurs wordt
toegestaan, een stempel op
het koersverloop te druk
ken. Maar ondanks al zijn
opmerkelijke resultaten in
het seizoen 1979 (waardoor
hij door velen al wordt ge
zien als de opvolger van het
fenomeen Eddy Merckx) is
Daniel Willems een twijfe
laar gebleven. De voormali
ge diamantslijper, die zo
voortreffelijk door Walter
Godefroot, de directeur spor
tief van IJsboerke, wordt be-
legeid, vreest dat hij het de
komendé maanden niet zo
eenvoudig zal krijgen.
„Pas als ik de Dauphiné Libé-
ré heb gereden, weet ik pre
cies wat mijn mogelijkheden
zijn. Dan ga ik voor het eerst
rijden in het hooggebergte. Als
ik op de cols kan meekomen,
is mijn wielertoekomst waar
schijnlijk verzekerd. Ik pas er
echter voor me aan voorspel
lingen te buiten te gaan. Neem
bijvoorbeeld een renner als
Gerrie Knetemann. Die blinkt
Daniel Willems: „Ik ga elke avond om negen uur naar
bed".
altijd uit in de tijdrit van Pa-
rijs-Nice wanneer de Turbie
moet worden beklommen. In
de Tour de France komt hij er
evenwel niet aan te pas. En
toch is hij een uitstekend cou
reur. Ik stel me daarom liever
wat voorzichtig op".
De bescheiden 24-jarige Belgi
sche kopman, die Didi Thurau
heeft verdrongen, betreurt het
herhaaldelijk dat de strijd om
de Regenboogtrui in Valken
burg zo slecht voor hem is ge
ëindigd. In de slotfase is hij na
een tumultueuze eindsprint,
waaruit Jan Raas zegevierend
tevoorschijn is gekomen, hard
.met het wegdek in aanraking
gekomen. „Als ik wereldkam
pioen zou zijn geworden, had
ik meer zelfvertrouwen gehad.
Dan zou er nu in de top onge
twijfeld een plaatsje voor me
zijn ingeruimd. Nu moet ik het
echter allemaal maar weer be
wijzen".
Roem
Daniel Willems beseft, dat
roem en tragiek dicht bij el
kaar liggen. Ook in de Ron
de van Zwitserland heeft hij
ervaren, dat een val aan alle
prachtige illussies een einde
kan maken. Opgejaagd door
zijn geweldige eerzucht
heeft hij in de tijdens deze
meerdaagse wedstrijd ge
plande tijdrit zoveel risico's
genomen, dat het wel mis
móest gaan. Na uit de bocht
te zijn gevlogen, dwong een
sleutelbeenbreuk hem tot
opgeven. Zeer tot ongenoe
gen van al zijn supporters,
die amper kunnen wachten
op het moment waarop hun
Daniel aan de absolute top
verschijnt. Hij ervaart dat
overigens niet als een last
„Welnee, ik besef wat die
mensen willen. Dat is eigenlijk
zelfs een stimulans voor mij.
Mede daarom heb ik na afloop
van het seizoen ook maar twee
weken rust genomen. Ik ben
daarna elke dag één uur in de
bossen gaan lopen. En die zes
tig minuten staan gelijk aan
drie uur trainen op de weg.
Toch ben ik nu al nerveus
wanneer ik aan de nieuwe
reeks koersen denk. Pas als ik
het gevoel heb dat ik weer
goed kan meekomen, zal ik
wat rustiger worden". Het lijkt
nauwelijks aan twijfel onder
hevig, dat de Kempenaar zijn
forse neus weer in de koersen-
linies van het internationale
peloton zal laten bewonderen.
Nog altijd leeft hij als een
monnik. Hij heeft geen be
hoefte om uit te gaan en be
schouwt het kijken naar tele
visieprogramma's als een uit
stekende vorm van amuse
ment. „Ik ga voorts elke
avond om negen uur naar bed.
Dat is een vaste gewoonte.
Ook in mijn tijd als liefhebber
heb ik daarop geen uitzonde
ring gemaakt. Mijn vrouw is
daaraan helemaal gewend".
lllllllllllllllllllllllUllllilllllllllllimilllllllllllll
ERELIJST
De erelijst van Daniel Willems
in 1979 telt de volgende op
merkelijke resultaten: tweede
in het eindklassement van de
Routa del Sol; vijfde In het
eindklassement van Parijs-
Nice; achtste in Mllaan-San
Remo; eerste in de Brabantse
Pijl; derde in de Ronde van
Vlaanderen; zesde in Gent-We-
velgem; dertiende in de Waal
se Pijl; eerste in de tijdrit en
het eindklassement van de
Ronde van België; derde in
Luik-Bastenaken-Luik; eerste
in de Omloop van het Leyedal;
eerste in de Henninger Turm;
zesde in het kampioenschap
van Zürich; eerste in de vier
daagse van Duinkerken en eer
ste in de Scheldeprijs. Daar
naast won hij ook nog een
handvol kermiskoersen.
Het hardnekkig volhouden
van die opvallende regelmaat
is trouwens al eerder tot uiting
gekomen. Ook tijdens de
Olympische Spelen van Mün-
chen (1972) heeft hij laten
merken, zich alles te willen en
te kunnen ontzeggen. Op mo
menten dat zijn kamergenoten
nog eens een gezellig wande
lingetje gingen maken, bleef
Willems op zijn kamer. Wie
zijn erelijst bekijkt, kan thans
gemakkelijk constateren dat
zijn opvatting over de manier
waarop topsport moet worden
bedreven, beloond is. Toch is
Daniel Willems nog niet tevre
den.
Klassieker
„Het komende seizoen wil
ik een echte klassieker win
nen. Een topper, zoals bij
voorbeeld de Ronde van
Vlaanderen. Ik kan me wel
voor de kop slaan, dat ik
ben blijven zitten toen Raas
er vandoor ging. En ook in
Luik-Bastenaken-Luik heb
ik grote fouten gemaakt. Ik
had moeten demarreren toen
Thurau verzwakte. Maar ja,
als het mislukt, dan ben je
natuurlijk meteen het zwar
te schaap. Toch zijn er takti-
sche fouten geweest. Ik heb
er veel van geleerd en zal
proberen die niet meer te
maken".
Het staat vast dat hij inder
daad alle kansen krijgt te de
monstreren, zich de nodige er
varing versneld te hebben ei
gengemaakt. Uitgezonderd in
de Tour en de Giro zal hij in
bijna alle internationale koer
sen van enige allure aan de
start verschijnen. „Ik deel
mijn seizoen in drie fasen in.
Eerst de voorjaarsklassiekers,
waarvan ik er toch wel dol
graag één wil winnen. Daarna
richt ik me op de Dauphiné
Libéré, teneinde mijn klim
merskwaliteiten te ontdekken
en vervolgens zal ik serieus
pogen tot de kanshebbers te
behoren voor het wereldkam
pioenschap".
PETER VAN PUTTEN
Alkmaarse herstkampioen wil met schcQ
toekomst van topteams zekerstellen
ALKMAAR De omwenteling in de ereklasse va s
onale tafeltenniscompetitie is meer dan een incidejsf
sis van een grote dosis kwaliteit stootte 't Hooge H
vorig jaar Tempo Team van de troon en kroonde zijh<
herfstkampioen. Ook in de voorjaarscompetitie zafcl
maarse trio een flinke stem in het kapittel hebjd
Het is bepaald geen utopie om te denken, dat 't Hcfie
de jarenlange hegemonie van Tempo Team zal o\pg
De sponsor van de Amsterdamse tafeltennisvereniirt
zijn steurt na elf jaar in, waardoor de voedingsbo]y
toppers is weggeslagen en er een reële kans op l$e
ontstaan. Ziedaar de gevaarlijke keerzijde van sponj
Een kat in het nauw maakt rare sprongen. Een geid
betrekking heeft op het Amsterdamse drietal Berfr;
Helm, René Heyne en Han Gootzen. Om het brcF:
plank veilig te stellen, zal dit trio het hoofdstedelijik
staat van paraatheid hebben gebracht. Opnieuw eenft
kan wellicht een magische aantrekkingskracht hl i
kandidaat-sponsors. Zo niet, dan is de koek op in A( d
en zullen de drie tafeltennissers naar een andere
dienen uit te kijken.
Donderslag
Voor insiders kwam het bericht niet als een dom
heldere hemel. Het overlijden van de directeur v:
zendbureau en de komst van een driemanschap mej
kleiner tafeltennishart gaven reeds een somber
Niet ten onrechte, want afgelopen week werd het nl
reldkundig gemaakt. Na jarenlang aan de nation;
hebben gestaan, was het voor de directeuren v<
Team commercieel niet aantrekkelijk genoeg meerl
gaan met sponsoring.
In Alkmaar heeft men geen boodschap aan de sor«
sterdam. Daar staat 't Hooge Huys aan de poort vai
ces, dat waarschijnlijk wordt vergroot door de pro)
Amsterdam. Voor de Alkmaarse sponsor bestaan ge
digingsverschijnselen. Integendeel, de publiciteit bej
niet alleen meer tot de regio, want de herfsttitel efl
mee gepaard gaande deelneming aan het Europese
nisgebeuren geeft nu ook landelijke, ja zelfs inteij
bekendheid.
Ofschoon er nog geen moment is gedacht aan b
draaien van de geldkraan, zou het niet onverstandi
de Alkmaarse tafeltennisclub om de bij Tempo Tear
situatie voor ogen te houden. Het is in Alkmaar mt
de verbeelding, sprekende prestaties nog pais en v
een enkele beslissing van de sponsor maakt het ve
sen roem en anonimiteit minimaal.
Stapje terug
Dat besef leeft ook in Alkmaar. „Mocht de sponso/
len, dan moeten wij een stap terug doen, want V;
Kenyon en Taylor kunnen we niet op kosten van i
ging aan ons binden", aldus voorzitter Cor Brasse;
wezigheid van 't Hooge Huys in de top van het na
feitennis is dan weliswaar kunstmatig tot stand
maar heeft bij de Alkmaarse club niet de allerhoog
Terwijl het sponsorgeld bij Tempo Team jarenlang I*
teerd in de eerste teams, wordt in Alkmaar druk gei1
het opzetten van een tafeltennisschool. Het trio Vf®
Taylor en Kenyon dient zich derhalve met minim^1
len te handhaven. Geen coach dus tijdens een we'
ook een masseur staat niet ter beschikking. „War
van de spelers zich blesseert, gaat hij maar naar zij#
ter. Die verwijst hem wel naar een fysiotherapeii
Hooge Huys in de persoon van Cor Brasser. P
Een benadering, die op milde wijze wordt aangevoir
Van Slobbe die in zijn periode bij Tempo Team eeir
beleid niet gewend was. „Een coach en een masseij1
langrijk. Zoals een oefentrip voor de aanvang van
titie. Vooral nu we op Europees niveau mee gaan r
Via bemiddeling van zijn sponsor heeft de AlkmaaiR
ging reeds de beschikking gekregen over een zeer
plex, maar de ambiance kan nog zo goed zijn, del'
tellen. Via de tennisschool hoopt 't Hooge Huys op P
talent en heeft daarbij Hazerswoude als voorbeeld. ,P
overal tref je Vriesekoopjes aan. Voor toptafeltenrf1
spelers worden aangetrokken, want in een regio vip
presentatief team", merkt Brasser op.
In het district Noord Holland Noorderkwartier, staf'
ste herenteam van 't Hooge Huys op eenzame hooP
zijn wij van grote waarde voor deze regio", vino
„Het ledenbestand in de afdeling is bijna verdubb«e
niet zeggen, dat dat alleen maar onze verdienste isf
successen oefenenen wel aantrekkingskracht uit,'
mensen zich gaan interesseren voor de sport".
ERIl'
6
Nico van Slobbe is een aanpak zonder arts"
seur niet gewend.