ich kunnen verwonderen ver het „doodnormale" Met onvoldoende uitrusting betreedt kersverse docent(e) zijn werkterrrein J)E VRIJE SCHOOL: PROFESSOR KIEVIET: „LERAARSCHAP IN NEDERLAND GEMAKKELIJK ONDERSCHAT" Afyo 18 JANUARI 1980 LEIDSE COURANT f-, houtbewerking is het zaak het hout zodanig te le- nnen, dat het werkstuk bij naderende voltooiing ?9oor één verkeerde handeling zal splijten. Een opge- ollenpatroon is er op de vrije school niet bij: ook 3S schaven er op los dat het een lieve lust is. DEN HAAG Wie aan zijn schooltijd terugdenkt her innert zich ongetwijfeld nog wel de lol, de rellen en het rotzooi trappen. Zelfs die vervelende leraar, of mis schien die aardige juffrouw zijn waarschijnlijk nog niet vergeten. Maar wie denkt er nog terug aan het ploe teren op de onregelmatige werkwoorden? Wie weet nog steeds alle Duitse naamvallen of de scheikun dige formules van zuren en basen? Wat was ook alweer de wet van Archimedes? Wie kan er nog vertellen wat het Twaalfjarig Bestand met de Tachtigjarige Oor log te maken had? Er zal waarschijnlijk niemand zijn die nog slapeloze nachten heeft over de juiste bodem gesteldheid van zuidoost Groningen. Toch heeft ie dereen veel van die dingen vroeger erin moeten stam pen. Vaak tegen heug en meug. Om alles na de repe titie of het examen maar weer zo snel mogelijk te vergeten. Voor menigeen was dat de minder prettige kant van de schooltijd. In de euritmie-lessen, die elementair zijn voor de vrije school-pedagogie, worden de geestelijke krachten die in ieder mens leven door middel van bewegingen tot een harmonisch geheel met het lichaam gebracht. prdig is het al niet veel anders ip de middelbare scholen. Op de a van deze bijlage is zelfs sprake onder de scholieren, in er eigenlijk wel leerlingen die met naar school gaan en gemotiveerd leerstof bezig zijn? Zijn er kinderen een bepaalde leeftijd zélf vragen ns wat huiswerk te maken? i waarachtig wel! Wie aan het einde in schooldag aan de poort van een school" zou gaan staan kan dit on- llijk controleren door het recht op lolier af vragen. ar, zo wordt dan vaak opgeworpen, am zegt het al: Vrij. Daar kunnen de gen zeker zo'n beetje alles doen ze zelf zin in hebben en dat vindt ie- ind natuurlijk leuk. Dat heeft zeker i maken met vrije opvoeding en zo... lie schoolpoort zal men echter spoe lt de conclusie komen dat er in elk geen ongeorganiseerde bende wil- wordt losgelaten. Misschien wellicht jj igendeel. g riethoden "die wij op deze school in ijk brengen, zijn gebaseerd op de an- sofie, een filosofie die Rudolf Steiner iet begin van deze eeuw heeft uit- rkt. Wij gaan er van uit dat onderwijs erst opvoeding moet zijn. De leerstof i ook niet het doel, maar middel tot ooiing van de individuele leerling", het woord de heren Drewes en Van van de bestuursraad van De Vrije ol in Den Haag. nis ontwikkelt zich niet alleen via het and, maar ook via het gevoelsleven, roberen hiertussen een brug te slaan, door een brede aanzet wordt gege- tot een harmonische ontwikkeling, oor is een speciale manier van lesge- lodig. Om dit mogelijk te maken is ons zowel vrijheid van richting als lid an inrichting een bestaansvoor- de. Vandaar de naam ..vrjje" school", 'rije school kent twaalf klassen die verbonden zijn met de leeftijd en met de ontwikkelingsfasen van het De onderbouw omvat de klassen 1 8, waarbij klas 7 en 8 vergeleken kun- worden met de zogenaamde „brug- en". De middelbare afdeling, de.bo- öuw, wordt gevormd door klas 9 t/m Daarnaast bestaat er ook nog een erafdeling. )porten heeft vroeger niet met kloppend hart eslokaal verlaten na een zware repeti- Uitspraken als ..Hij heeft dingen ge- 9d die nog nooit zijn uitgelegd", wa- »aak niet van de lucht. Ook het einde het schooljaar is tot op de dag van laag nog steeds voor menige leerling ik wel over?") een spannende tijd. de Vrije School ligt dat allemaal wat lfS: „Bij ons'is doubleren niet moge- omdat we vinden dat je nu eenmaal bepaalde ontwikkelingsfase van het liet op herhaling kunt laten gaan", geven ook geen cijferrapport, omdat ens ons hiervan nauwelijks een stimu- 'de werking uitgaat. Je werkt dan al- het competitie-element in de hand. vrees voor mislukking en de eerzucht «n ermee in huis gehaald", schooljaar wordt afgesloten met een r.de leraren geschreven getuigschrift, rin genuanceerd wordt ingegaan op de •conlijke ontwikkeling van het kind. riode-onderwijs hoofdvakken worden onderwezen in Mes. Dat houdt in dat gedurende en- weken de eerste twee uren van een POWag worden gewijd aan hetzelfde Na zo'n periode verandert het hoofd- en dan kan de stof voorlopig weer geten" worden. In de praktijk blijkt "methode indringender te werken dan wanneer de aandacht over een aantal ver spreide korte lesuren versnipperd wordt". De hoofdvakken in de bovenbouw zijn: Nederlands, wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie, geschiedenis en kunstgeschiedenis, aardrijkskunde en geo logie en maatschappijleer. Daarnaast kent de Vrije School zogenaamde vaklessen: moderne talen, schilderen, tekenen, hout bewerking, boetseren, handwerken (breien, haken, naaien, borduren, spinnen en weven), kartonnage, boekbinden, to neel, gymnastiek en euritmie (een bewe gingsleer, waarbij de letterklanken van de taal en de tonen van de muziek worden uitgebeeld). Aan alle vakken nemen zowel de jongens als de meisjes deel. „Door ons hele lesrooster loopt de rode draad van een ritmisch verlopende tijds indeling zoals dat ook in de natuur het ge val is: concentratie en ontspanning, opne men en vergeten, denken en doen. Na ver loop van tijd, wanneer hetzelfde periode vak weer aan bod komt, blijkt vaak dat kinderen die eerst met een aspect van het vak moeite hadden, door dit „vergeten" de stof beter verwerkt hebben, waardoor nogal wat problemen zichzelf/hebben op gelost. De herinnering en het opnieuw ont moeten van het bezonkene blijken een vruchtbaar rijpingsproces te zijn". Examens Zij die het zo ver brachten kunnen zich de slapeloze nachten voor het eindexamen ongetwijfeld nog wel herinneren. En ook die mede-scholier die zich alleen met kal merende middelen door het eindexamen dacht te worstelen. Hebben ze daar op de Vrije School ook zo'n last van? „Als afsluiting van de twaalfde klas ont vangt de leerling hier een eindgetuigschrift dat een schets van zijn karakter omvat, aangevuld met een beeld van de werkre- sultaten per vak (18 vakken)", aldus de heer Drewes. „Helaas is dit eindgetuigschrift voor ver dere studie nog niet genoeg ingeburgerd, waardoor wij genoodzaakt zijn voor de leerlingen die dit willen een systeem van proeven af te nemen vanaf de zevende klas. Hiermee kan volgens de ivo-regeling (individueel voortgezet onderwijs) na hel twaalfde schooljaar het mavo-diploma worden uitgereikt". „Voor scholieren die daarvoor de capaci teiten bezitten bestaat dan nog de moge lijkheid een zogenaamde dertiende klas te volgen waarin ze worden voorbereid op het staatsexamen havo, atheneum B of, in een enkel geval, het ongedeeld vwo. Op onze school doet 80 a 90 procent deze dertiende klas". Inspraak Ogenschijnlijk is het met de inspraak niel zo geweldig goed gesteld, want de Haagse Vrije School kent geen leerlingenraad ol leerlingenparlement. „Dat is niet omdat we het niet willen, maar kennelijk is hieraar. vanuit de leerlingen zelf geen behoefte. Volgens ons bestaan deze parlementen op andere scholen slechts bij de gratie van het slechte contact met de leraren. Je ziet ze ook vaak weer snel doodbloeden. Als er bij ons problemen zijn worden die veel al doorgespeeld naar de klasseleraar. Van de eerste tot en met de achtste klas is dit altijd dezelfde persoon. Hij groeit als het ware met de kinderen mee op. Hij geniet dan ook altijd het volste vertrouwen van een klas". „Bovendien is de organisatie van evene menten in ons onderwijs ingebakken. Zo is er elke maand een schoolfeest, een soort happening waarbij de scholieren aan el kaar en aan de andere leraren laten zien wat ze in een maand hebben geleerd. Dit gebeurt door middel van recitatie, toneel, Gevoel voor schoonheid blijkt ook met scheikunde samen te kunnen gaan. Als de lerares („Juffie") een proef demonstreert, kunnen de leerlingen de bewondering opbrengen die bepaalde scheikundige fenomenen toch eigen lijk verdienen. zang en dans. Ook een abstract vak als wiskunde kan via de euritmie visueel wor den uitgebeeld. Zo'n schoolfeest vormt een waar oefenterrein voor het kweken van belangstelling voor de activiteiten en problemen van de medemens". Kritiek Hoogdravend? Mogelijk, maar misschien ook een veelbelovende alternatieve onder wijsvorm. Er zijn echter vast wel enige be zwaren te bedenken, kritisch als we nu eenmaal zijn. Is het niet een beetje een eli taire school? „Dat wordt ons inderdaad wel eens voor de voeten geworpen. Door middel van de ouderbijdrage (een bepaald percentage van het inkomen) weten we dat hier op school kinderen uit alle sociale lagen van de bevolking zitten. Misschien lijken we elitair doordat wij zoveel kunst in ons on derwijs betrekken. Kunst wordt helaas nog vaak gezien als een luxe. Ook de kunst op zichzelf is niet ons doel, maar ook weer een middel tot geestelijke creatieve ont plooiing. Wij proberen zoveel mogelijk praktische zaken op een kunstzinnige ma nier te verwerken. Het beste bewijs dat dit uitstekend lukt zijn de periodeschriften, waarin de leerlingen de behandelde stof vaak met de fraaiste tekeningen uitwer ken". „Een ander verwijt dat we af en toe horen is dat de kinderen met hun parate kennis achter zouden lopen. Vooral in de lagere klassen willen we de kinderen niet over voeren met dorre feiten. Het komt dan ook voor dat ze op een bepaalde leeftijd bij ons kunnen schrijven maar nog niet kun nen lezen, terwijl hun leeftijdgenootjes op andere scholen dit wel al kunnen. Dit is echter maar een momentopname. Een jaartje later kunnen ze het hier ook. Van de andere kant leren de kinderen vanaf de eerste klas al spelenderwijs de moderne talen, wat op andere scholen weer niet het geval is". In een tijd waarin scholen steeds meer de functie hebben gekregen van leveranciers voor het bedrijfsleven van kant-en-klare produkten met prijskaartjes (leerlingen met hun diploma's), is een kennismaking met de vrije school een verademing. Eer bied en bewondering voor de natuur in al haar verschijningsvormen staan hier hoog in het vaandel geschreven. En daardoor ook respect voor de mens die innig met die natuur verbonden is. Als tijdens de scheikundeles proeven wor den gedemonstreerd met twee volkomen kleurloze stoffen die bij samenvoeging de meest prachtige kleuren teweeg brengen, kunnen de leerlingen vol ontzag en verba zing toezien. Men ziet er geen been in om bij bepaalde verschijnselen de hele kosmos te betrek ken. Zo blijkt bij een aantal stijgproeven de stand van de maan aantoonbaar van invloed te zijn. Bij verduisterde maan mis lukt de proef steevast. Het is aan ieders relativerend vermogen om de verzuchting van een vrije-schoolle- raar: „Het is om te janken als je aan je ei gen schooltijd terugdenkt en dan hier ziet hoe het ook kan", op zijn juiste waarde te schatten. Opmerkelijk is in elk geval het meisje dat vertelde: „Toen ik nog op die andere school zat was het normaal dat je je tegen de leraren afzette. Je moest ze letterlijk en figuurlijk op een afstand zien te houden. Toen ik hier kwam moest ik eens voor een toneelstuk geschminkt worden en dat deed de leraar. Ik schrok me een ongeluk toen hij vlak vóór mija gezicht kwam. Nu vind ik dat helemaal niet meer erg. Ik zit nu in de dertiende, wat natuurlijk niet zo leuk is, maar ik vind het toch heel jam mer dat ik aan het eind van het jaar de school moet verlaten". LUUD VAN DEPf HAM LEIDEN Uit zijn leerboeken heeft hij bij tijd en wijle vernomen op welke wijze je leerlingen kunt bereiken, op welke manier je de leerstof voor hen boeiend kunt maken en hoe je de lessen moet opbouwen. Soms heeft hij tij dens de college-uren mogen deelnemen aan het rollen spel „leraar-leerlingetje spelen" en heeft de evaluatie van dit spel hem laten doorschemeren hoe het wél en hoe het niet moet. Als hij geluk heeft gehad, heeft hij tijdens zijn studie enige praktijkervaring kunnen opdoen. Maar dan heb je het echt wel gehad. Wat het nu in werkelijkheid betekent om voor de klas te staan, daar heeft de kersver se leerkracht die een universitaire of mo-opleiding heeft gevolgd, doorgaans weinig kaas van gegeten. „Een psychologisch on derzoek kan deel uitma ken van de selectieproce dure". Een dergelijke zinsnede tref je tegen woordig steeds meer aan in advertenties, waarin sollicitanten worden op geroepen voor een of an dere verantwoordelijke functie. Geleidelijk aan neemt in werkgeverskrin gen de overtuiging toe, dat uit een diploma of bul alléén niet valt af te lezen of de gegadigde opge wassen zal zijn tegen zijn toekomstige taak. In de wereld der schoolmees ters daarentegen schijnt men er zeker van te zijn, dat de universiteiten en instituten die studenten opleiden tot cultuurover dragers, vakbekwame lie den afleveren. Een diplo ma en een bewijs van goed gedrag zijn hier veelal voldoende om de schoolpoorten voor een nieuwbakken docent te openen. Geen leerstof handelaar F. K. Kieviet, hoogleraar in de onderwijskunde aan de Leidse universiteit, denkt er evenwel anders over. Volgens hem garan deren dergelijke bewijzen hoogstens, dat de per soon in kwestie als „les boer" kan fungeren, om dat hij over een behoorlij ke wetenschappelijke ,,vak"kennis beschikt. Of hij kan functioneren als opvoeder en begeleider van opgroeiende jonge ren, is duister. „Dit heeft ten dele te maken met de opzet van de opleidin gen", zegt de professor ietwat verontwaardigd. „Vakken als methodiek (van welke methode maak je gebruik) en vak didactiek (hoe onderwijs je de leerlingen) nemen hier nog steeds een on dergeschikte plaats in. Daar komt nog bij, dat deze vakken worden ge doceerd door mensen die zich op dit terrein niet hebben gespecialiseerd. Wij kennen in Nederland geen opleiding van vakdi dactici". Een andere doorn in het oog van deze hoogleraar is, dat aan de persoonlijkheids vorming van de toekom stige docent nauwelijks of geen aandacht wordt besteed. „En wil je als le raar goed functioneren, dan moet je toch bijvoor beeld over enige zelfken nis beschikken". Praktijkervaring Sleutelen aan de theore tische invulling van de opleidingen zet volgens Kieviet echter niet vol doende zoden aan de dijk. „Want alleen de les situatie van alledag kan de aankomende leer kracht een juist beeld ge- 'ven van wat hem te wachten staat en daarom moet hij ervaring opdoen in het onderwijsveld". Naar zijn idee gebeurt dit ook wel, maar onvol doende. „De onderwijs wereld is namelijk niet zo happig op stagiaires. Ten eerste, omdat veel lera ren vinden dat ze hun pu pillen tekort doen, wan neer een stagiaire hun lessen overneemt. Zij kunnen immers zelf ter nauwernood het leerpro gramma bijbenen. Ten tweede, omdat ze die be geleiding geheel of ten dele belangeloos moeten geven. Dat laatste vindt de professor overigens een vreemde zaak. want „voor wat, hoort wat". Onevenwichtig Zoals de zaken er nu voor staan, kan Kieviet niet anders constateren dan dat het leraarschap in Nederland wordt on derschat. Met als gevolg dat de spiksplinternieuwe docent zijn werkterrein betreedt met een one venwichtige de ene hand draagt hij een loodzware koffer met vakkennis en in de ande re een vederlichte plunje- zak met kennis over de methodische opbouw van een les en de didactische benadering van zijn pu pillen. „En daardoor komt het nogal eens voor, dat jonge leraren afhaken. Dit werkt des tructief, zowel voor de desbetreffende persoon als voor de leerlingen". Deze teleurstellingen kunnen naar zijn idee voor een deel worden voorkomen, wanneer de procedure die men volgt bij het aanstellen van on derwijzend personeel, wordt uitgebreid. Met bij voorbeeld een psycholo gische test, voor zover daarmee tenminste de persoonlijkheidskenmer ken te meten zijn. „Maar", voegt hij hier on middellijk aan toe. „daar mee kun je als school bestuur niet volstaan. Je zult ook andere middelen moeten aangrijpen, wil je een beter zicht krijgen op de bekwaamheid van de persoon, die je in huis haalt". Geschikte middelen zijn volgens Kieviet interviews door verschillende men sen van de school, vra genlijsten met persoonlij ke gegevens, referenties en observaties van de manier waarop de sollici tant met leerlingen een gesprek voert. „Verder is het van belang dat een schoolbestuur van te vo ren een profiel maakt van de persoon, die het wil binnenhalen én dat de sollicitant zo veel moge lijk informatie over de school inwint. Dan komt de juiste persoon op de juiste plaats en hoeft de nieuweling zijn energie niet verkeerd te gebrui ken. omdat zijn ideeën haaks staan op die van de school". LUDUINA SALTERS Professor Kievit: „Om de debuterende leerkracht teleurstellingen te be sparen, moet in de benoemingsprocedure een verscheidenheid van mid delen worden toegepast".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 27