Iet stempeltje B of C voelt 3 leraar zich ak een robot ierruiming van kennis nodig voor voortbestaan i(. DERKSEN: „IN PLAATS VAN BETER WORDT HET ONDERWIJS SLECHTER -1G 18 JANUARI 1980 WIJSBIJLAGE LEIDSE COURANT HAAG Het voortgezet on- js is danig in beweging, isecretaris De Jong (Onder- heeft onlangs te kennen ge- voor alle scholen naar twee eten heterogene brugklas- >p scholengemeenschappen len streven. Dit houdt in het aezegd in dat gedurende ^aar leerlingen van verschil- "aanleg bij eikaar in één klas zitten. Zij krijgen in principe de zelfde basisstof aangeboden, met daarop volgend leerstof die aan hun kunnen is aangepast: de zwakke leerling krijgt herhalings- en de goede extra stof. Blijven zit ten in de eerste klas is er vrijwel niet bij. Enkele scholengemeen schappen werken al met het sys teem van deze brugklassen. Expe rimenten daarmee zijn aan de „ba sis" begonnen: op brugklassen van ongeveer zeventig scholen voor lager beroepsonderwijs en al gemeen voortgezet onderwijs (mavo). Een enkele school, in Wij- chen, heeft een experiment met een brede scholengemeenschap, die een geheel eigen eindexamen regeling kent. In deze „voorbeeld- school" zijn vertegenwoordigd: la ger technisch onderwijs (Ito), la ger huishoudelijk- en nijverheids onderwijs (Ihno), lager econo misch en administratief onderwijs (leao), mavo en havo. De eerste leerlingen komen daar in 1980 van school met een diploma „scholen gemeenschap" op zak. Daarop is geen etiket mavo of lts meer ge plakt, maar achter elk eindexa menvak staat het niveau aangege ven waarop dit is afgelegd. Een geprofileerd diploma heet dit in een dure term. Het niveauverschil van de leerlingen geeft in feite het verschil in tempo aan waarin zij de „eindstreep" hebben gehaald. Deze aandacht voor iedere leerling individueel, het leveren van pres taties naar eigen kunnen, is nu precies wat de staatssecretaris met zijn brede scholengemeen schappen voor ogen heeft. - Technisch onderwijs neemt in de school veel ruimte in beslag. Het ministeriële experiment waarbij de leerlingen worden opgesplitst in groepjes op verschillend niveau, vergt nog grotere lokalen. :hool Voorburg" is een van de emde zeventig scholengemeen- voor lager beroepsonderwijs en ons land. Al twee jaar heeft men tweejarige brugperiode, waar de p van verschillend niveau bij el- klas zitten. In het tweede jaar tlle leerlingen alvast aan de tech- ken", vijf uur per week in het vak techniek. Na de brugperiode i definitieve plaatsing in het derde iran de mavo, leao of lts. Men is zover dat ook in de derde en de as de verschillende leerlingen bij de klas blijven. irde kiezen de mavo'ers een vak- St, bestaande uit zes onderdelen, j'ers gaan een B- of een C-pro- volgen. De B-opleiding is de oude |k)stroom, speciaal bedoeld voor jongens" (en steeds meer meisjes lUprdig) en de C-opleiding is de Zwaardere T-(theorie)stroom, voor ödie bijvoorbeeld een middelbare Jpleiding willen gaan volgen. De kiezen na het derde jaar of zij de winkelpraktijk of kantoorpraktijk chool gaan volgen. De leerlingen ager beroepsonderwijs (lbo) moe- 1 oktober in het vierde leerjaar 'en of zij eindexamen willen doen of op C-niveau. De letters A tot l geven de graad van moeilijkherd lak. De letter D staat voor het hui- o-niveau en gaat een rol spelen ïavo officieel bij de nieuwe eind- igeling wordt betrokken. C zou 3$n kunnen worden met de oude Doorstroming bijvoorbeeld naar ilbare technische school (mts) is als minstens drie eindexamen- C-niveau zijn afgelegd. emel gen hebben dus de mogelijkheid een B-programma (oude praktijk-stroom) te volgen, maar in enkele vakken die hun belangstelling hebben of die zij nodig hebben om een vervolgopleiding te gaan doen kunnen zij het hogere C-niveau bereiken. Na het examen krijgen zij dan een diploma, met achter bepaalde vakken een „C" vermeld die aangeeft dat daarin een andere prestatie is geleverd. Ook andersom is het mogelijk dat een the oretisch gerichte jongen of meisje (C-ni veau) in enkele vakken examen doet op B- niveau. In praktijk betekent een en ander dat bij een eigen examenreglement een leerling op mavo-niveau het leao-vak ma- chineschrijven kan kiezen en een Its-leer- ling wiskunde op mavo- (lees: C voor mavo-3 en D voor mavo-4) niveau kan doen. De eindexamens op C- en D-niveau omvatten een aantal schoolonderzoeken Vooral bij de beroepsgerichte vakken op het lager beroepsonderwijs (lbo) is het beoordelen op niveaus erg moeilijk. plus het landelijk centraal schriftelijk exa men. Voor het B-programma werken de leerlingen alleen een aantal schoolonder zoeken af, dat door de scholen zelf wordt samengesteld. Op papier is deze nieuwe opzet van het voortgezet onderwijs met enige inspanning wel te begrijpen. De scholen die zich bij het ministerie van onderwijs hebben aan gemeld als proeftuinen, zijn al enige tijd met man en macht bezig met het ontwik kelen van eigen lesprogramma's. Voor elk vak wordt op verschillend niveau lesstof geproduceerd. De scholen wisselen de programma's dan onderling uit-. De doorsnee bestaande lesboeken zijn nog niet zover dat zij lesjes aanbieden op B- of C-niveau. De adjunct-directeur van de Vlietschool in het lbo-avo scholenge meenschappen-project, de heer Snijders: „We zitten nu met zeventig scholenge meenschappen in het project, maar een gerichte begeleiding en coördinatie „van bovenaf" ontbreekt helaas. Met name het bepalen van niveaus voor de beroepsge richte vakken, die in de derde en vierde klas worden gegeven, is een moeilijke zaak. Daarover zijn ellenlange discussies in onderwijskringen aan de gang. Hoe kun je bijvoorbeeld een gevijld werkstuk van een leerling beoordelen op A-, B- of C-ni veau? Sommige vooruitstrevende uit gevers van schoolboeken liepen hier al op vooruit en bieden boeken met een basis- les, met daarop volgend vragen op de drie niveaus. A staat dan voor de zeer elemen taire vragen, waarvan de leerlingen de ant woorden zo uit de tekst kunnen overne men. B is ongeveer hetzelfde, maar er wordt al iets meer inzicht gevraagd en C tot slot toetst of de leerling werkelijk in zicht heeft in de tekst en de samenhang goed begrijpt. Ook over de berekening van de eindexamencijfers zijn vele discus sies gaande. Volgens de regels zou je bij voorbeeld kunnen zeggen dat een vijf op B-niveau omgerekend kan worden in een acht voor het lagere A-niveau. Dit gesjoe mel is naar mijn mening een gevaarlijke zaak. Cijfers moeten worden hard ge maakt met prestaties", aldus de heer Snij ders. De scholen voor lbo en avo wachten met smart op goede richtlijnen van het ministe rie, maar zitten ondertussen niet stil. De zeventig scholen die in het project zitten maken elk op een bepaald niveau pro gramma's voor de verschillende vakken. Onderling worden zij dan uitgewisseld, be keken en getest. Verder zijn er tweehon derd lagere technische scholen in Gelder land die de koppen bij elkaar hebben ge stoken. Zij werken al enkele jaren met A-, B- en C-niveaus en zijn, ook bij gebrek aan aanwijzingen van het ministerie, zelf begonnen met het maken van lesprogram ma's. Zij hebben nu een compleet C-pro- gramma klaarliggen. Het ministerie komt daar, ironisch genoeg, binnenkort achter aan met richlijnen voor eigen C-program- ma's. De heer Snijders vertelt verder in zijn werkkamer, met een indrukwekkende kas- tenwand vol onderwijsprogramma's, les schema's, rapporten en discussienota's:,, We zitten te springen om die richtlijnen. Zoals het er nu uitziet is er niemand ge baat met stempels A, B en C op een diplo ma. Niemand weet nog precies waar die letters voor staan, de leerling niet, het be drijfsleven en ook het vervolgonderwijs niet. Een ander groot nadeel is dat er niet genoeg ruimte is om te kunnen lesgeven in een vak op verschillende niveaus. Het ministerie heeft aan de ene kant „ja" gezegd tegen het project, maar bepaalt aan de andere kant dat er vrijwel geen nieuwe scholen kunnen worden gebouwd of bestaande gebouwen uitgebreid. Vooral bij het lbo, waar veel praktijklokalen nodig SCHOLEN GEMEENSCHAPPEN VOOR MAVO EN LAGER BEROEPSONDERWIJS ZETTEN ONDERWIJS DANIG IN BEWEGING zijn, is men gebaat met extra ruimte. Door de te kleine lokalen komt het er in de praktijk op neer dat een leraar toch strikt klassikaal moet gaan lesgeven en aan groepswerk niet toekomt. Een van de be zwaren van de leraren tegen het lesgeven in niveaus is voorts dat zij het gevoel heb ben geen lesgever meer te zijn, maar een soort robot die zorgt voor kant en klare lespakketjes, voor iedere leerling „op maat geschreven", en die kijkt hoe het loopt. Het ouderwetse contact tussen leer ling en leraar kan daardoor afnemen", al dus adjunct-directeur Snijders. Gezond Hij gaat verder: „Maar mijns inziens moet je de voordelen van deze vernieuwing in het onderwijs niet uitvlakken. Hoewel je natuurlijk nooit alle docenten voor hon derd procent achter een dergelijk project kunt scharen, zijn de meesten toch erg enthousiast. Uit eigen beweging maken zij bijvoorbeeld buiten het project om al les- programmaatjes voor volgend schooljaar. Zij vinden dat een boek alleen niet toerei kend kan zijn. Een ander voordeel van het werken in niveaus is dat we langzamer hand afstappen van een negatieve selectie van leerlingen, zoals dat in het huidige on derwijs meestal gebeurt. Dat is een selec tie die je toepast door de leerlingen een moeilijk leerboek voor te schotelen. Wie het niet kan bijbenen valt automatisch af en moet naar een andere school. Met die grotere aandacht voor de individuele leer ling wordt geprobeerd deze selectie te on dervangen. Het zal nog wel even duren voordat een en ander goed in de praktijk wordt gebracht. Maar het onderwijs is in elk geval in beweging en dat is een gezon de zaak", aldus de heer Snijders. MARILOU DEN OUTER l „Een volk dat geen kennis vergaat. Ik vrees dat we langza- nd die kant opgaan". Deze re voorspelling komt uit de 'an dr. Steven Derksen (64), tot kort leraar geschiedenis en 'happijleer aan de pedagogi- cademie te Meppel en docent nie aan de gemeentelijke HBS ille. Vorig jaar promoveerde hij i8el op een proefschrift over de iak tot vredesopvoeding. In die atie „Leren om te overleven" voor de Derde Wereld is her- voerde hij een pleidooi voor voeding tot een grotere psychi- n politieke volwassenheid. „Ge- e huidige onderwijssituatie zal t streven weinig terechtkomen, its van beter wordt het onder- echter", zo constateert de heer !n nu. de hele linie zie je een nivellerings- Wat vroeger de HBS was is nu eetje de universiteit. De vroegere thans de HAVO. En zo kun je doorgaan. Dat is triest, omdat de moder ne mens juist meer in plaats van minder kennis dient te bezitten. Indien de mens greep wil krijgen op de steeds ingewikkel der wordende samenleving is kennis no dig. Aangezien dat niet het geval is, ziet het er voor ons land somber uit", aldus dr. Derksen. Als leraar heeft hij de vernieuwingsgolf in het onderwijs met zorg gadegeslagen. In de loop der jaren is het verwerven van kennis naar de achtergrond gedrongen ten voordele van vakken als didactiek. Academies De kern van het probleem ligt bij de pe dagogische academies. In het verleden werden deze opleidingsinstituten bevolkt door jongelui met een HBS of MULO-op- leiding. Thans is de HAVO de verplichte vooropleiding. De HAVO biedt evenwel een veel minder breed pakket dan de vroegere HBS. Op de pedagogische aca demies zelf is het verwerven van kennis naar de achtergrond gedrongen. „Aan de inhoud van de vakken wordt nauwelijks aandacht geschonken", zegt dr. Derksen. „Velen achten kennis niet meer belangrijk. Natuurlijk, vroeger viel het accent te veel op kennisverwerving. Daarop is nu een reactie gekomen. Ik ge loof echter dat het kind met het badwater wordt weggegooid. Verruiming van kennis is nodig voor ons voortbestaan". Hij zegt het erg vreemd te vinden dat juist in progressieve kringen (waartoe hij zich zelf ook rekent) de onderwijsvernieuwing krachtig wordt gestimuleerd. Dr. Derksen: „Zonder kennis kun je de maatschappij niet veranderen. Wanneer je manipulatie wil voorkomen zal de ge wone man weerbaar moeten zijn. Ik be grijp dan ook niet dat de anti-kennis-hou ding het meest aangetroffen wordt bij progressieve partijen. De kinderen uit de sociaal zwakkere milieus worden hiervan de dupe". De situatie in het onderwijs hangt samen met de veranderde gedachten over op voeding. „Men durft geen eisen meer te stellen", constateert de heer Derksen. „Opvoeders zijn bang voor negatieve re acties. Leerlingen hebben echter altijd ge baald van leren. Er is niets nieuws onder de zon. Toch zul je eisen moeten stellen. ■De vrijheid die we onze jongeren geven om met een minimum aan kennis te vol staan, leidt er toe dat men straks de boot niet meer gaande kan houden. We kwe ken een generatie onverschillige mensen, die gemakkelijk te porren zijn voor totali taire stellingen". Voetbal Dr. Derksen verbaast zich er over dat met name de politici nauwelijks oog hebben voor de geschetste ontwikkeling. „Als het met het vaderlandse voetbal slecht gaat schreeuwt iedereen moord en brand. Maar aan een veel belangrijker zaak als de achteruitgang van het onderwijs wordt geen aandacht geschonken. Toch zullen die tekorten in het onderwijs overal voel baar worden. Niet alleen in het econo misch leven, maar ook in het hele maat schappelijke, culturele en politieke leven". De ontwikkeling in het onderwijs is mede een reden geweest om een punt achter zijn loopbaan te zetten. „De laatste jaren zijn niet de plezierigste geweest", zo geeft hij toe. „Er werd onnoemelijk veel tijd verspild aan discussies over weinig essen tiële dingen, terwijl de kern van de zaak altijd werd ontweken". Cultuurdrager Daarnaast ergert hij zich aan de houding van veel oud-collega's. „Het onderwij zersambt devalueert", is de mening van dr. Derksen. „Een, onderwijzer is niet al leen iemand die kennis overdraagt, maar ook een cultuurdrager. Dat is verleden tijd. Neem het taalgebruik in sommige on derwijsbladen. Laatst was er een protest bijeenkomst tegen het onderwijsbeleid. Daarbij werden spandoeken meegedra gen met platvloerse opschriften. Nou vraag ik je: waar gaan we naar toe. Is dat de manier waarop je actie voert? Voor mij is dat een vorm van geestelijke armoe. Als voorbeeld ben je nergens meer". Vraatzucht Verbaasd heeft hij zich over opmerkingen van enkele parlementariërs, zoals het Tweede Kamerlid Konings (PvdA), die het onderwijs in ons land te intellectualistisch zei te vinden. „Dat is hetzelfde als wan neer je zegt dat de mensen in Bangladesj zich te buiten gaan aan vraatzucht", aldus dr. Derksen. die tevens van oordeel is dat het onderwijs zo langzamerhand een speelbal is geworden van allerlei maat schappelijke en politieke stromingen, „ledereen meent zich een oordeel over het onderwijs te kunnen permitteren. Vakbondsbestuurders, werkgevers, politi ci, noem maar op. Deskundigheid telt blijkbaar nauwelijks meer mee", betoogt de heer Derksen. Toch zijn er ook tekenen die hem moed geven. Hij heeft over deze problematiek reeds in diverse bladen gepubliceerd en de reacties daarop geven aan dat velen zijn zorg delen. Ook onderwijsinspecteurs hebben laten weten dat ze helemaal ach ter zijn kritiek staan. Dr. Derksen: „Ik hoop van ganser harte dat de mensen wakker worden geschud. Dat ze zien wat er in het onderwijs aan de hand is. Ik wil niet terug naar het schoolse systeem van vroeger, maar we zijn nu veel te ver naar de andere kant doorge slagen. We moeten weer een zeker even wicht zien te vinden". KEES VAN OOSTEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 25