„IK BEN IIAN ERASMUS EN IK VERANDER NIET VAN EIGENAAR' Vijf boeken uit bibliotheek van grote humanist in Leeuwarden terug gevonden L I B R O R V M WARDEN Erasmi, nec dominum": ik van Erasmus en ■rander niet van laar. Ruim vier sen halve eeuw len schreef de al leven beroem- jmanist Erasmus tinnetje in een dat hij zojuist aangeschaft en hij daarna aan persoonlijke itheek toevoeg- i Ie Ie malen moet |y nus dat zinnetje ^*i Erasmi" ge- iven hebben, hij had er een 0 lonte van ge- om deze enke- iorden als eigen- imerk in al zijn en aan te bren- Dank zij die ge- ite is het in de open jaren mo- gebleken in de vjjnciale Biblio- van Friesland, in Leeuwarden •Jstigd is, dit boek er andere uit de itheek van Eras terug te vinden. iie herontdekkin- s het aantal boe- lat ooit aan deze humanist toebe- le en zich thans 'erse Nederland- libliotheken be- binnen enkele meer dan ver- ld... CATAL O. GVS DJBLIOTHECsE P VBLI C/£, guaeft !n llluflritim Frisi jb, Ordinum Academia FRANEKER ANA. Excudcbat UIdcricus Balck, IUuftr. Frif. Ord. Sc corumdcm Acadcmiz Typogr» Ann® 1644* De heer Engels bij zijn bureau in de Provinciale Bibliotheek aan de Boter hoek in Leeuwarden. In zijn handen houdt hij de wiegedruk van Dioscori- des. Op het bureau bevin den zich links (liggend) de uit vijf banden be staande Galenus en rechts (staande) de beide werken van Plutarchus en de Lucianus, alle uit de bibliotheek van Erasmus. Een man die over Erasmus en zijn boeken weet mee te praten is de heer M. H. H. En gels (31), die sinds 1974 als wetenschap pelijk ambtenaar aan de Provinciale Bibliotheek in Leeuwarden verbonden is. ..Als we weten dat de bibliotheek van Erasmus uit 413 boeken heeft bestaan, waarvan er tot voor enkele jaren in geheel West-Europa nog maar ruim 20 exempla ren teruggevonden waren," vertelt hij, „dan is het wel bijzonder dat er in de Pro vinciale Bibliotheek in Leeuwarden vijf boeken teruggevonden zijn. Trouwens, voordat deze vijf ontdekt werden, waren er in Nederland maar vier boeken uit de col lectie van Erasmus bekend". Het is eigenlijk puur toeval geweest, dat de heer Engels de boeken van Erasmus in de Provinciale Bibliotheek van Friesland weer voor de dag heeft kunnen halen. Het eerste boek dat hij in Leeuwarden op het spoor kwam was een farmocologisch handboek van de Griekse legerarts Dios- corides, die in de eerste eeuw na Chr. leef de. Dit boek, dat in de middeleeuwen erg populair was en als het grote voorbeeld voor de latere kruidenboeken diende, was in 1499 voor de eerste maal in druk ver schenen bij de Venetiaan Aldus Manutius. Erasmus kocht dit boek bij deze drukker, bij wie hij overigens al tussen 1507 en 1509 gewoond en gewerkt had, in 1525. Incunabel Met deze „Dioscorides" maakte de heer Engels enkele jaren geleden kennis toen hij bezig was met catalogiseren van alle boeken in de Leeuwarder bibliotheken uit de „wiegetijd" van de boekdrukkunst (ca. 1450-1501), die met losse letters gedrukt waren. Ook de „Dioscorides" vormde zo'n wiegedruk of incunabel en op twee plaat sen in dit boek trof de heer Engels toen aantekeningen aan die in de richting van Erasmus wezen: „Sum Erasmi" en „Sum Erasmi, nec muto dominum". Van de ver rassende afkomst van dit boek, dat de Provinciale Bibliotheek in het midden van de vorige eeuw verkreeg uit het bezit van de voormalige Franeker academie, maakte de PB-medewerker in zijn „Catalogus van incunabelen te Leeuwarden" dan ook met een uitroepteken melding! Die eerste vondst, al gedaan in 1976, be tekende voor de heer Engels het begin van een maandenlange speurtocht naar ande re boeken van Erasmus, die zich eventueel nog in de Provinciale Bibliotheek te Leeu 0AXDVS& Via zijn drukkersmerk een anker met dolfijn liet Aldus Manutius in de eer ste uitgave van de Moralia van Plutar- chus weten, dat dit boek in het Grieks LlJSt ITI6t tltGIS uit zijn drukkerij afkomstig was. Op dezelfde pagina, maar dan onderaan, schreef Erasmus zijn eigendomsmerk „Sum Erasmi" (Ik ben van Erasmus). Daar tussenin drukte Erasmus in een Grieks distichon, een tweeregelig lof dicht, zijn bewondering uit voor deze Ve- netiaanse drukker: „Zeven wijzen wer den eens in Griekenland geboren, nu is onder ons de Romein Aldus als achtste opgestaan". mus sinds enkele jaren als zijn woonplaats had gekozen. Tussen de grote geleerde en de jonge edelman is een nauw contact en een diepe vriendschap ontstaan. Jan Laski was een vurig bewonderaar van Erasmus, niet in de laatste plaats om diens grote kennis en voortreffelijke schrijfkunst. Maar anderzijds heeft Jan Laski ook een diepe indruk op Erasmus gemaakt, die daarvan in een van zijn brie ven getuigt: „Ik, een grijsaard, leerde van een jongeling wat een jongeling veeleer van mij zou moeten leren: nuchterheid, be scheidenheid, matigheid in de taal en rechtschapenheid". De nauwe relatie tussen de grijsaard en de jongeling kon ook ontstaan, doordat de niet onbemiddelde Laski in Bazel een ka mer in Erasmus' woning huurde (en daar voor een stevige huurprijs betaalde). Maar hij ging nog verder: „Uit bewondering voor de grote geleerde, denk ik. voerde Laski met eigen middelen ook de huishouding van Erasmus, die vaak in geldzorgen zat", weet de heer Engels te vertellen. Uit finan ciële overwegingen besloten beide man nen in 1525 zelfs dat Laski de bibliotheek van Erasmus zou kopen op voorwaarde, dat deze laatste tot aan zijn dood de be schikking er over zou mogen houden. warden zouden kunnen bevinden. Dat soms intensieve speurwerk is niet zonder resultaten gebleven en heeft nu geleid tot de verrassende vondst van Lucianus, ge drukt in 1503, twee boeken die door Plu tarchus geschreven werden en in respec tievelijk 1509 en 1519 van de drukpersen rolden en de in 1525 in druk verschenen werken van de grootste geneesheer uit de Griekse Oudheid, Galenus. Dit laatste boek bestaat uit vijf delen en is, evenals de andere boeken, sedert de zeventiende eeuw in het bezit van de oude bibliotheek van de Franeker academie geweest. Catalogi telblad van da oudste gedrukte catalogus van de Franeker academiebiblio- lDeze catalogus uit 1644 zette de heer Engels op het spoor van drie boeken uit lus' bibliotheek, die 2ich nog in de Provinciale Bibliotheek bleken te bevinden. Dat speurwerk van de heer Engels hield onder meer het intensief doornemen van de oude gedrukte catalogi van de Frane ker universiteitsbibliotheek in. En terwijl in de latere geen enkele vingerwijzing in de richting van Erasmus meer te vinden is, bleek in de oudste gedrukte catalogus die uit 1644 bij twee titelbeschrijvingen de naam van Erasmus voor te komen: „cum manu Erasmi" en „cum notis manu Erasmi". Toen de heer Engels de beide ti tels ter hand nam, wachtte hem nóg een verrassing. Hoewel de titelbeschrijving dit niet zou doen vermoeden, bleken onder de „Libri philosphi" twee verschillende werken van Plutarchus uit Erasmus' biblio theek tezamen beschreven te zijn. En, zoals de vermelding „cum (notis) manu Erasmi" al zegt, zowel in de boeken van Plutarchus als in de Lucianus bleken handschriftelijke aantekeningen van Eras mus voor te komen. „Op sommige plaat sen in deze boeken kun je zien dat Eras mus ze intensief heeft bestudeerd," aldus PB-medewerker Engels. Na het raadplegen van de oude catalogi van de Franeker universiteitsbibliotheek was de speurtocht van de heer Engels naar de boeken uit de bibliotheek van Erasmus nog niet voltooid. De heer Engels besloot namelijk om alle boeken die vóór 1536 het sterfjaar van Erasmus ge drukt waren en in de oudste Franeker ca talogus voorkomen, stuk voor stuk ter hand te nemen. Vele tientallen oude boe ken, die zich nu in de Provinciale Biblio theek bevinden, moest hij op deze wijze bladzijde na bladzijde doornemen. Maar ook hier wierpen de werkzaamheden hun vruchten af want op deze wijze kwam het vijfde boek uit Erasmus' bibliotheek, de vijfdelige Galenus, aan het licht. In dit boek kan dan wel niet het eigendomsmerk „Sum Erasmi" teruggevonden worden, maar in het eerste deel komen in de mar ge wel met de hand geschreven aanteke ningen voor, waarvan het voor de heer En gels zonneklaar is dat zij in het begin van de zestiende eeuw hier door Erasmus zelf zijn neergeschreven. Dat we thans nog weten dat de bibliotheek van Erasmus uit meer dan 400 boeken heeft bestaan, danken we aan een Poolse edelman, Jan Laski, die ook wel als Jo hannes a Lasco werd aangesproken. Eras mus, toen al 55 (of 58) jaar oud, kwam in 1524 met de toen 25-j«arige edelman in contact door tussenkomst van een oudere broer van Jan, Hieronymus a Lasco. Dat gebeurde in Bazel, de Zwitserse stad waar Hieronymus Pools gezant was en die Eras- Hoogleraren —1 Av. O KK S AVÏ-H CTKROL) A. S V Mi AI ÜKKTO UVRF.RO-AL»! W F FF K'.IK.W DELINIAT.V Th N K PE IT Til T A E YrIYAAS. .W.YI'A A'IZEI Toen Erasmus elf jaar later dus in 1536 in Bazel overleed na nog van 1530 tot 1535 in Freiburg te hebben gewoond, werd de bibliotheek rond Kerstmis van dat jaar op verzoek van Laski naar de Poolse stad Krakau gezonden. In verband met het transport, dat per schip geschiedde, werd de bibliotheek van Erasmus geïnventari seerd en (gelukkig) is de lijst van verzon den boeken bewaard gebleven. In deze lijst komen, hoewel vaak summier aange duid, 413 titels voor, waaronder ook die welke nu in de Provinciale Bibliotheek van Friesland werden teruggevonden. Bazel en Krakau zijn trouwens enkele van de weini ge plaatsen waar zich voor zover be kend in bibliotheken boeken uit de col lectie van Erasmus bevinden. „Laski's overgang naar het protestantisme heeft in sterke mate het verdere lot van Erasmus' bibliotheek bepaald en voor de verspreiding ervan over West-Europa zorg gedragen", aldus de heer Engels, die van de herontdekking van deze „Erasmiana in de Franeker academiebibliotheek" dit jaar gewag maakte in de 59ste uitgave van De Vrije Vries, het jaarboek van het Fries Ge nootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde en de Fryske Akademy. Nadat hij Polen op religieuze gronden de rug moest toekeren, ging Jan Laski namelijk een zwervend bestaan leiden dat hem niet alleen in België, Denemarken en Engeland bracht, maar ook in Duitse plaatsen als Frankfurt am Main en vooral Em- den. In 1526 beeldde Albrecht Dürer een schrijvende Erasmus op een kopergravure af. Uit deze afbeelding blijkt wel dat Erasmus en zijn boeken onafscheidelijk waren... Bij de bestudering van de Erasmus-litera- tuur is het de heer Engels gebleken, dat rond 1554 flink wat boeken uit Erasmus' bibliotheek zich in Emden bevonden. Meerdere boeken waren daar door de voor zijn vrienden nog steeds vrijgevige Laski geschonken (en misschien ook wel verkocht) aan een gereformeerde vluchte ling die in Emden een toevlucht had ge zocht: de uit de zuidelijke Nederlanden af komstige Gerard Montaigne. Deze huma nistisch gezinde man, die bij Jan Laski een bevoorrechte positie genoot, was ook niet vrij van geldzorgen en heeft daarom boe ken uit de collectie van Erasmus te koop aangeboden. Via-via, waarbij onder meer de naam van Regnerus Praedinius, de rechter van de Sint-Maartensschool in Groningen genoemd kan worden, is zo vermoedt de heer Engels een deel van Erasmus' boeken in handen van Franeker hoogleraren gekomen, die deze exempla ren of schonken of vermaakten aan de universiteitsbibliotheek. Maar we zullen dan al weer enkele decen nia verder zijn. Immers, in zijn „Catalogus van incunabelen te Leeuwarden" vermeldt de heer Engels in 1977: „De Provinciale Bibliotheek werd op 1 oktober 1852 ge opend. Zij had toen vrijwel de gehele oude bibliotheek van de voormalige Franeker academie overgenomen. Bijna de helft van de incunabelen van de PB is dan ook af komstig uit Franeker. De basis van de bi bliotheek der Franeker hogeschool vorm den de rond 1580 geconfisqueerde boeke rijen van de Friese kloosters. In hoofdzaak dankte de academiebibliotheek haar be staan aan de milde bijdragen van particu lieren. Zo besloten de professoren in 1623. dat ieder van hen terstond een werk zou schenken; dit werd ook aan nieuwe ambt genoten bij hun intrede opgelegd. Belang rijk uitgebreid we'd de bibliotheek met de door schenking of aankoop verworven bi bliotheken van professoren". Een sterke aanwijzing in die richting, en misschien ook wel de bevestiging van de vermoedens van wetenschappelijk ambte naar Engels, geeft bijvoorbeeld de „Dios corides" in de Provinciale Bibliotheek van Friesland, die het is al eerder gezegd in 1499 door Aldus Manutius in Venetië gedrukt en in 1525 door Erasmus bij hem besteld werd. De laatste particuliere eige naar van deze editio princeps of eerste druk van Dioscorides' „De materia medi- ca" is zo leert een andere aantekening Menelaus Winsemius geweest, die tus sen 1616 en zijn sterfjaar 1636 hoogleraar anatomie en kruidenkunde aan de Frane ker academie was. Deze Winsemius is er in geslaagd een „Dioscorides" in handen te krijgen waarin tweemaal het eigen domsmerk van Erasmus voorkomt. Winse mius heeft dit boek aan de academiebibliotheek nagelaten of ver kocht want het wordt reeds in de oudste gedrukte catalogus (1644) genoemd, ter wijl in een latere catalogus 1656 zelfs als herkomst wordt vermeld: „Ex li- bris Menelai Winsemii". De naam van Winsemius komen we niet alleen bij de handschriftelijke aantekenin gen in de Dioscorides tegen, maar ook in de eveneens bij Aldus Manutius gedrukte Lucianus. Naast Winsemius vinden we in dit boek ook de naam van Andreas Roor- da, die van 1611 tot 1621 hoogleraar aan de Franeker hogeschool was. daarna rent meester-generaal van 's-lands domeinen in Het Bildt werd en in 1626 in de Grote of Jacobijnerkerk te Leeuwarden begraven werd. De heer Engels veronderstelt, dat Winsemius het Dioscorides- en het Lucia- nus-exemplaar uit Erasmus' bibliotheek gelijktijdig in handen kreeg en het laatste satirische werk aan zijn collega Roorda geschonken heeft. Deze laatste schonk het boek bij zijn vertrek uit Frane ker aan de universiteitsbibliotheek of zo meent de heer Engels heeft het bij zijn dood aan haar vermaakt. Nierstenen Zowel de Dioscorides (met in dezelfde band ook het werk van Nicander, dat in twee leerdichten uit de tweede eeuw vóór Christus middelen tegen beten van giftige dieren en de vergiften en hun tegengiften behandelt) als de Galenus is een werk op geneeskundig terrein en vertelt ook iets over de persoon van Erasmus. Elke ency clopedie vermeldt immers dat de in Rot terdam geboren Erasmus. die later de naam Desiderius aannam, met een zwakke gezondheid sukkelde. „Hij had last van nierstenen", aldus de heer Engels, „en uit zijn zwakke gezondheid zal zijn belangstel ling voor de werken van Discorides en Ga lenus ook wel te verklaren zijn". De Griek se geneesheer Galenus uit Pergamon, die tussen 103 en 201 na Christus leefde, wordt samen met Hippocrates (460-377 vóór Christus) wel de „vader der genees kunde" genoemd. De herontdekking van de Lucianus mag ook opvallend genoemd worden omdat Erasmus samen met Thomas More dialo gen van deze grote Griekse satiricus in het Latijn vertaalde. Maar bovendien wordt Erasmus ook wel „de tweede Lucianus" genoemd. De heer Engels wijst er in dit verband op dat die vertalingen, waarin van een hoge waardering van de vriendschap en de ontmaskering van bedrog op gods dienstig terrein sprake is, in 1506 bij de Parijse drukker Joost Badius verschenen en dat drie jaar later Erasmus' beroemd ste werk „De lof der zotheid" hem grote faam bezorgde. Ook noemde prof. J. Hui- zinga „De lof der zotheid" al een werk dat „in de geest een herleving van Lucianus" is. Andere boeken In een van de andere Nederlandse biblio theken bevindt zich ook een Erasmanium van de zojuist genoemde Galenus, name lijk diens Therapeutica in de Leidse univer siteitsbibliotheek. Twee boeken uit Eras mus' bibliotheek bevinden zich binnen de gemeentegrenzen van Den Haag, te weten een Plato in de Koninklijke Bibliotheek en een Plotinus in de bibliotheek van het mu seum Meermanno-Westreenianum. Het laatste werk werd ruim veertig jaar gele den al achterhaald, evenals de Aulus Gelli- us uit Erasmus' bibliotheek in de gemeen tebibliotheek van Rotterdam, de stad waar de grote geleerde in 1469 of 1467 voort kwam uit een ook voor die tijd onwettige verbintenis tussen een priester Gerard en een zekere Margaretha. Wetenschappelijk PB-ambtenaar Engels acht het niet uitgesloten dat in de voor ons liggende jaren ook op andere plaatsen in Nederland en daarbuiten nog meer let terkundige. historische en medische wer ken uit de bibliotheek van Erasmus terug gevonden zullen worden. Temeer daar dé oud-bibliothecaris van de Rotterdamse gemeentebibliotheek, E. van Gulik, een studie over de bibliotheek van Erasmus in voorbereiding heeft. In die studie zal uiteraard ook aandacht worden besteed aan de verzendlijst die in 1536 werd opgemaakt toen de bibliotheek van Erasmus vanuit Bazel naar Jan Laski in het Poolse Krakau werd gezonden. Als die lijst in de studie van Van Gulik volledi ger gepubliceerd wordt, dus niet alleen met de titels maar ook met auteursnamen en de plaats en het jaar van uitgifte, kan straks gemakkelijker nagetrokken worden of zich in andere bibliotheken ook Eras- mania bevinden, meent de heer Engels. Waarmee het eigen, intensieve onderzoek van de medewerkers in deze bibliotheken iets gemakkelijker gemaakt zal worden. HENK DE HAAN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 21