Jan
Lammers
uit
buigzaam
hout
gesneden
„Met
mijn
nieuwe
wagen
moet
iets
te
bereiken
zijn"
Comitéleden
hebben
geen enkele
bescherming
SPORT
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 29 DECEMBER 1979 PAGINA 12 H™
ZAND VOORT Het lesgebouwtje van 'Rob Slo-
temaker's anti-slipschool' is zo klein, dat zelfs de
spaarzame zonnestralen voor voldoende verlich
ting zorgen. Werner, de 17-jarige baanspuiter,
zorgt voor de thee en de koffie. Hij is het bewijs
van de opmars van Jan Lammers, die er nu als
directeur van de slipschool zelf een jongste be
diende op na houdt. Het tijdperk 'Jantje' lijkt af
gesloten. Als de formule 1-coureur binnentreedt
blijkt deze echter onveranderd. Blonde krullen
en twee lachende blauwe ogen steken scherp af
tegen de overwegend paarse vrijetijdskleding. De
pijpen van zijn spijkerbroek verraden duidelijk
dat de zoom eindelijk moest worden losge
haald. Het gevaar van zijn beroep is nog steeds
niet tot het zenuwstelsel van Jan Lammers door
gedrongen. De 23-jarige Zandvoorter schudt de
spanningen als losse groeven van zijn gelaat. Zijn
eerste contract bij de formule 1 tekende hij zon
der hartkloppingen in het weekeinde dat de
Zweed Ronnie Peterson verongelukte, het tweede
na de dood van vriend en leermeester Rob Slote-
maker. Uit dat laatste vloeide een extra taak
voort voor Lammers: het financieel beheer van de
slipschool in Zandvoort. Zijn met moeite verkre
gen contract bij de racestal ATS vermeldt boven
dien de verplichting voor Jan Lammers een mil
joen gulden op tafel te leggen. Een sponsor is nog
niet gevonden. Slechts een uit zeer buigzaam hout
gesneden persoon lijkt opgewassen tegen zo'n si
tuatie. Het raceseizoen neemt op 13 januari in Ar
gentinië weer een aanvang. In de laatste bocht
van het jaar 1979 even adempauze voor Lammers,
die, uitgerust van een korte skivakantie, weer
voor iedereen tijd heeft.
Jan Lammers tovert zowaar een tweede
kamer te voorschijn in het slipschooltje en
nestelt zich achter een fraai bureau. De
dossierkast puilt uit van het vuurwerk,
„maar dat is vóór oudejaarsavond al op"
verzekert directeur Lammers. En dan
ernstig: „Ik moet het hier wat commercië
ler opzetten, meer sfeer aanbrengen, be
doel ik. Rob Slotemaker was praktisch al
tijd aanwezig en door zijn persoonlijkheid
kon hij zelfs op een mesthoop de sfeer van
de Bahama's oproepen. Dat mis je nu. De
zaken gaan voortreffelijk hoor, maar een
verbouwing (een klap tegen de muur doet
dienst als intercom - red.) en nieuwe verf
kunnen geen kwaad. Dat zijn eigenlijk
mijn enige beleidsbeslissingen als finan
cieel beheerder van deze slipschool. Dat
onderhandelen is wel leuk als je, zoals ik,
jarenlang alles door Rob Slotemaker en
manager Gerard van der Storm hebt laten
regelen".
„Ik probeer zo vaak mogelijk aanwezig te
zijn voor de cursisten. Dank zij Tonny
Zwaanenburg loopt alles op rolletjes wan
neer ik weg ben. De belasting van mijn
nieuwe functie is dus eigenlijk nihil". Een
eventuele verhuizing van het racecircuit
heeft geen gevolgen voor de slipschool. De
vriendschapsbanden van Lammers met
het circuit zijn ook niet zodanig dat de
coureur in zak en as zou zitten als het zou
verdwijnen.
Een dreun tegen de muur klinkt door in
de keuken en er is weer thee. Lammers
vervolgt: „Wat me opvalt is dat ik Rob
Slotemaker steeds meer ga missen. Ik
vraag me constant af of ik de instructeurs
behandel zoals hij dat deed, en ook tijdens
het racen probeer ik hem niet teleur te
stellen. Ik geloof nu dat hij tevreden over
me zou zijn". Angst voor de dood heeft
Lammers nog steeds niet. „Ik weet wat ik
kan en hang niet graag de wildebras uit.
Ik doe graag dingen die anderen niet doen
en door iets te ondernemen waarvoor ik
bang ben, verlies ik die angst. Als ik bang
zou zijn om te verongelukken, zou ik dat
ook eens echt moeten meemaken, maar
dat is nogal definitief".
Trots
„Je racet ook niet alleen, alle belang
hebbenden racen. Je team, je familie en
je manager. Je bent trots op elkaar.
Door die verantwoordelijkheid voor
anderen raak je meer gemotiveerd. Ik
DEN HAAG Gerard Post
begint in 1980 aan zijn laat
ste jaar als lid van het dra-
verijcomité op de Neder
landse koersbanen. In 1981
is de Voorburger 71 jaar en
dat wil zeggen dat hij geen
comitélid meer mag zijn.
„Dat is niet erg. Op het
ogenblik is het echt niet
meer zo'n pretje om lid van
een draverij- of rencomité te
zijn. Niet alleen rond de
voetbalvelden is de agressi
viteit de laatste jaren toege
nomen, ook in de draf- en
rensport weet het publiek
zich niet altijd te gedragen.
Als het niet naar wens ver
loopt, zoekt het publiek het
comité op in de rechterstoel.
Ik ben niet bang, maar soms
denk ik weieens: waar ben
ik mee bezig? Rond de voet
balvelden staan hoge hek
ken die spelers en scheids
rechters nog enige bescher
ming geven. Bij de paarde-
sport is dat er niet bij. Elke
bezoeker kan op het ogen
blik zo maar naar de comi
téleden stappen. Dat er nog
geen ongeluk is gebeurd, is
lij een raadsel'
vind veel geestelijke steun bij mijn
vriendin, en dank zij Gerard van der
Storm, die al drie jaar letterlijk alles
voor me regelt, heb ik nooit besognes
aan mijn hoofd. Zonder manager zou
ik het niet redden. Nu kan ik me volle
dig aan het racen overgeven".
Vijf dreunen later is de theepot nog niet
leeg. Werner, Jans kroonprins, brengt bo
vendien het zesde speculaasje. De praat
grage Jan Lammers laat zich echter niet
uit het veld slaan. „Je moet ook niet bang
zijn om te léven. Niet overhaast teveel
leuke dingen doen, omdat je misschien
minder tijd krijgt dan iemand met een
kantoorbaan. Het is ook niet reëel dat de
vrouw van een coureur haar man vraagt
te stoppen met racen op het moment dat
het echtpaar ligt te zonnen in een tropisch
land en heerlijk wordt bediend. Ze moet
niet bang zijn haar paradijs te verliezen,
maar haar man. Dus moet ze het hem tij
dens een race vragen".
„Ik geloof niet dat ik zou stoppen als mijn
vriendin dat zou verlangen. Er is echter
tijd genoeg om te leven. Door de hoge
kosten van brandstof en materiaal is het
aantal trainingsuren zeer beperkt en kan
ik alles doen wat ik wil".
Op de gevaren na biedt het beroep van
Jan Lammers veel voordeel: vrije tijd en
een grote publieke belangstelling. De ver
diensten zijn ook niet slecht. Naast een
hoge onkostenvergoeding van ATS heeft
Jan Lammers een inkomen via zoge
naamde badge-sponsors. Een coureur zon
der talrijke bedrijfsstiksels op zijn racepak
is ondenkbaar. De slipschool levert hem
ook een goed salaris op. Af en toe verricht
hij officiële openingen of houdt hij lezin
gen voor Veilig Verkeer Nederland. Zijn
eigen public relations verzorgt hij uitste
kend. Hij is de enige coureur die een paar
minuten voor de start van een grand-prix
vanuit zijn wagen, een ware brandbom
met vele honderden liters brandstof,
doodrustig de pers te woord staat. Hij
maakt altijd vreemde grapjes, ook in de
pits. Niet zozeer voor zichzelf, maar om
Jan Lammers was het afgelopen seizoen alleen tijdens de grand-prix van Long
Beach tevreden met de prestaties van zijn oude Shadow DN9. De nieuwe wagen
van ATS ziet hij pas weer terug in Argentinië.
Een wensdroom
van
Jan Lammers is
het deelnemen aa
de beroemde 500
mijlen van
Indianapolis.
Rijk
Jan Lammers: „Ik heb er niet zo'n be
hoefte aan om erg rijk te worden, maar
als ik eenmaal een grand-prix zou win
nen, zou ik voor een Nederlandse spon
sor een goed publiciteitsobject zijn.
Voorlopig ben ik echter al vier jaar een
vertegenwoordiger van een product dat
bijna niet te slijten is. Een slipcursus
brengt duidelijk wat op. Het rende
ment van investeringen in de racerij is
vaag. Een sponsor speelt altijd quitte,
boekt Zelfs meestal winst. Maar dat
laatste is niet uit te rekenen. Ruw ge
schat stopt het Nederlandse bedrijfsle
ven acht miljoen gulden in de racerij
en dat is niet weinig".
Huub Rothengatter en Arie Luyendijlc,
om een paar te noemen, hebben een goede
sponsor. Jan Lammers vindt het niet ge
past bij de sponsor van collega's aan te
kloppen en deze voor een keuze te plaat
sen. De concurrentie moet eerlijk blijven.
Ook een grotere populariteit van een an
dere rijder stoort hem niet. „Als iemand
op een moment beter of populairder is
dan ik, dan is hij 'the man to beat'. Die
moet je voorbij gaan in een race en dan
heb je prima publiciteit", meent Lammers.
Sponsor of geen sponsor, het contract van
de Duitse fabrikant Günther Schmid, de
eigenaar van de ATS-stal, zit in de bruine
aktentas van de Zandvoortse coureur. De
testritten op het Franse circuit Paul Ri-
card, samen met zijn Zwitserse teamge
noot Marc Surer, waren meer dan bevre
digend. Lammers: „Uit alles bleek de per
fectie die ATS nastreeft. De Shadow noch
de Lotus waarin ik heb gereden, halen het
bij mijn nieuwe wagen. Daar moet wat
mee te bereiken zijn". De bolides worden
2 januari al verscheept naar Buenos Aires,
het team vertrekt drie dagen later. Na een
paar races in de oude wagens van Hans
Stuck kunnen Jan Lammers en de formu
le 2-kampioen Marc Surer al over het
nieuwste model beschikken. ATS heeft
zelf een budget van zeven miljoen gulden,
waaraan zowel Lammers als Surer nog
een miljoen toevoegt. Problemen zoals in
het afgelopen seizoen lijken uitgesloten.
Uit de boot
Toch was Jan Lammers bijna uit de
boot gevallen. „Ik stond al lang boven
aan het verlanglijstje van ATS
waarom weet ik niet maar door
drukte van beide partijen was het con
tact verwaterd. Gerard van der Storm
heeft me er doorheen gesleurd", vertelt
Lammers, die duidelijk erg ingenomen
is met het werk van zijn manager.
„Zonder contract zou ik in 1980 echt
voor mijn brood zijn gaan rijden, zon
der het contact met de formule 1 te ver
liezen natuurlijk".
„Een grote wensdroom van me is het
deelnemen aan de 500 mijlen van India
napolis, maar dat moet nu even wachten.
Ook de 24 uur van Le Mans en de rallye
van Monte Carlo had ik in mijn schaduw-
programma voor 1980 opgenomen".
Het is tijd voor de lunch in het dorp, en
door thee verzwakte gedachten dwalen af
naar een glas bier. „Ik rijd wel", biedt
Lammers aan. „Eigenlijk is het rijden op
de weg verschrikkelijk. Naar Limburg of
Groningen ga ik altijd per trein. Als ik al
leen rijd, ben ik een half verstrooide pro
fessor. Langzaam rijden is funest, .dan 1( ilay
ik niet goed op".
Met één vinger aan het stuur rijdt de foi
mule 1-coureur zijn Opel Manta i
centrum van Zandvoort. De grote ster i pva
de voorruit blijkt een half jaar oud, ma« bek
het zicht is nog redelijk. In een gezellig bt
stamkroeg zet de eigenaar als vanzei fsprenpc
kend twee glazen melk neer voor de gas i&;
ten; daarmee de laatste hoop op
geestverruimends wegnemend.
Lammers rookt noch drinkt en gaat altijl ink
vroeg naar bed. Hij geeft zich echter hartige
stochtelijk over aan sport conditietrai a
ning en racketsporten en spelletjes
„Als iets je interesseert, kun je het ook lende
ren, en snel", verklaart de onvermoeibar aai
Lammers. En nog voor de omeletten
gebracht heeft hij zijn tafelgenoot back a
gammon geleerd. Na drie spellen,
veel glazen melk en thee, is er tijd vi
inmiddels afgekoelde lunch.
Zich niet bewust van tijd of zorgen, lijk
Jan Lammers niet op de man die de best ftd
autocoureur ter wereld wil worden. Lam u
mers: „Je moet je een doel voor ogen stele
len. Clay Regazzoni wil alleen zijn bank e d
saldo opvoeren. Sommige coureurs rijdeien:
achteraan en willen naar het midden. An ei
deren dromen van één grand-prixzege -
Nou, en ik wil graag wereldkampioei^ol
worden. Maar niet ten koste van alles eijtea
niet alleen voor mezelf. Ook voor Rol okl
Slotemaker en voor het team. En is miji/e p
racecarrière voorbij, dan kan ik me heleopei
maal op de slipschool storten. Meer schougv
len beginnen, misschien in het buiten e
land".
Veel sportlieden veranderen door
of door juist gebrek aan succes. Jan Lam i:
mers blijft zichzelf.
tteec
M"
HERMAN JANSE1ÏZC
1L
AGRESSIVITEIT OP
NEDERLANDSE
DRAF-EN RENBANEN
Bij de draf- en rensport komt een hoop
geld om de hoek kijken. De leden van het
draverij- of rencomité nemen beslissingen
over het wel of niet diskwalificeren van
paarden. Als ze dat in de ogen van het pu
bliek niet goed doen, heb je de poppen aan
het dansen. Zo nu en dan sneuvelen er
wat ruiten bij de rechterstoel. Maar de
laatste twee jaren is er een groepje bezoe
kers dat duidelijk agressie in de strijd wil
werpen. Zo moest afgelopen zomer op
Duindigt een stel eigenaren voor de jury
leden in de bres springen voordat een
twintigtal politieagenten uitkomst kon
brengen. Rond de Nederlandse koersba-
volgde daarna een handjevol inciden-
sport is volgens mij echt geen sprake
agressie. Er zijn in ons land zo'n 350 r
tings. Zo nu en dan gebeurt er weieen
Zo nu en dan
sneuvelen er
ruiten bij de
rechterstoel op
Duindigt
(bovenste
kleerscheuren afkwam. In hun rapportén
aan de Stichting Nederlandse Draf- en
Rensport vroegen de leden van draverij-
comités regelmatig om bescherming. Maar
tot op heden is er nog niets gebeurd. Met
angst in hun benen nemen de comitéleden
soms beslissingen.
Gerard Post: „Omdat er steeds meer geld
omgaat bij de totalisator, zijn de belangen
van de gokker op de banen ook groter ge
worden. Het publiek staat nu erg snel
klaar met kritiek op de comités. Als lid
van een draverij- of rencomité moet je
feitelijk m elke koers een examen doen
tegenover eigenaar, trainer, jockey, pi-
keur en vooral het publiek. Het i
vroeger was er ook kritiek. Ook toen wa
ren er mensen die hun ontevredenheid
over een beslissing van een comité niet
onder stoelen of banken wilden steken.
Maar die werden dan voor een tijd van de
baan geweerd".
Duizenden guldens
„Tegenwoordig gebeurt dat niet meer.
Iedereen kan maar rustig zijn gang
gaan. Het is dat het een stuk van je le
ven is geworden. Voor het geld hoef ik
het heus niet te doen. Al gaan er dui-
zenden guldens in de paardesport
kleine reisvergoeding. Daarom, het is
mijn laatste jaar en ik zit er niet mee
dat ik moet stoppen".
Op de Nederlandse voetbalvelden zijn bij
wedstrijden vele politieagenten op de
been. De koersbanen moeten het doen
met enkele mensen van een Amsterdamse
bewakingsdienst, die echter geen enkele
bevoegdheid hebben en dus niets kunnen
doen. Ze zijn zelfs niet in staat om de le
den van de comités de nodige bescher
ming te geven. Cees Berg, perschef van de
Stichting Nederlandse Draf- en Rensport
verschillende draverijcomités
Uiig*. I.u en uau gcucuu Cl wcicc.
wat. Maar dat mag tegenover hetgeen ei
op de voetbalvelden gebeurt natuurlij!
geen enkele naam hebben. Het is op onz
banen steeds maar een klein groepje da
de kachel probeert aan te maken
comitéleden. Die mensen zijn bij c
wel bekend. Hoe je comitéleden een bete
re bescherming moet geven, weet ik niet
In het buitenland is het niet anders op di
koersbanen. Al zijn daar de omstandighe
den wel anders. In Frankrijk loopt
veel politie op de banen rond, evenals
Duitsland. Maar ook daar doen zich in
denten voor".
Op de draversbanen van Nootdorp, Duin
digt, Alkmaar, Hilversum, Wolvega ei
Groningen is geen enkele politieagent tl
vinden tijdens koersdagen. Cees BergjQI
„Vroeger was er op Duindigt een politie
agent. Toen die man met pensoen gin(,c.1
was dat ook over. Er is een groot tekot 'ei1
aan politiemensen. Met de politie val °Pe
Wassenaar hebben we een goede afspraal
dat er binnen niet al te lange tijd bij inci
denten een korps van agenten klaar staat
Dat werkte onlangs op Duindigt goed
Maar alles bij elkaar is er echt geen pa rei'
niek. Ik geloof echt niet dat er sprake i e c
van een toename van agressie bij het pu
bliek op de Nederlandse draf- en renba
natuurlijk ook ingrijpen bij inciden
ijl/