Dirk Nauta kanshebber op zege Specerijenrace Arne Lier: verantwoording voor nieuwe generatie topschaaters Leo van Eijck aast op Olympisch goud Bridge per r post k voor jj thuis- zitters I SPORT LEIDSE COURANT ZATERDAG 22 DECEMBER 1979 PAGINA 18 Initiatief E C. van Calcar uit Beekbergen VOLLENHOVE Dirk Nauta, Gerard Dijkstra, Adriaan van Stolk en Dik de Haan nemen deel aan de Specerijenrace tus sen Djakarta en Rotterdam die op 12 maart van het komende jaar van start gaat en eind mei/begin juni eindigt. De Friese zeezeiler Dirk Nauta, die al diverse fraaie prestaties heeft geleverd op het gebied van zeezeilra ces, heeft na lang zoeken een schip en een sponsor gevonden. Het schip is de „Willi- waw", een in Amerika gebouwde tweeton ner,, wiens naam veranderde in „Pinta" toen een Duitser het 12.55 meter lange zeilschip kocht. Deze Duitser heeft de Pinta voor een jaar aan Nauta verhuurd. De naam is inmid dels veranderd in „Prodent" naar de spon sor van Dirk Nauta. Toen de oceaanracer werd gedoopt en te wa ter gelaten bij Jachtwerf Huisman te Vol- lenhove werd nog eens gewezen op de grote staat van dienst die het schip in de vier jaar van zijn bestaan heeft opgebouwd. Insiders verwachten dan ook dat Nauta en zijn vijf bemanningsleden een goede kans maken op een van de ereplaatsen. Als grote concurrent wordt gezien de „Flying Wilma", de voormalige Flyer die door Gerard Dijkstra zal worden gevaren. Nauta's schip mag negen dagen, zeventien uur en twaalf minuten langer doen over de in totaal 22.000 kilometer, omdat de Prodent een stuk kleiner is. Andere bekende Nederlandse jachten die deelnemen zijn de „Spirit of Ramfish" en de „Beachcomb". Van de buitenlandse deelnemende schepen worden vooral de „Gauloise" uit Frankrijk ge vreesd, de „Gipsy Moth V" een Engels schip en de „Batavier" van een Australische deelne mer. Onlangs heeft een deelnemer uit Singapo re zich aangemeld. Het schip dat voor Singapo re in de race komt zou, gezien de gegevens die ervan bekend zijn, ook een belangrijke kans hebber kunnen zijn. De Prodent is een modern belijnd aluminium wedstrijdjacht iets groter dan een zogenaamde twotonner. Het heeft een -flushdeck (zonder kajuit) met een lange kuip. Het voordek is ge heel vrij met een luik voor de zeilberging. De lieren staan allemaal rond de kuip gegroepeerd, waardoor alles gemakkelijk centraal te bedie nen is. Onder het dek ziet het er erg kaal uit om ge wicht te besparen, maar het is functioneel. De acht verstelbare pijpkooien zijn aan stuurboord en aan bakboord midschips opgehangen. De ruimte voor de mast wordt door een zeildoek gordijn gescheiden van de rest van het schip. Hier bevindt zich het pomptoilet. Het schip is uitgerust met een volledige set zei- linstrumenten, een VHF, een kortegolfzender- ontvanger en een richtingzoeker. De zeilgarde- robe voor de race bestaat uit achttien zeilen, waaronder zes spinakers. De tankinhoud bedraagt 90 liter dieselolie en 150 liter water. Er moet ongeveer 250 liter wa ter meegenomen worden in jerrycans. Proviand wordt opgeslagen in plastic containers en om niets aan het toeval over te laten worden nog de nodige vallen en schoten vernieuwd alsmede een stel lieren. Aan de wind kan het schip 99.50 meter zeil voeren. Een vrij groot aantal dankzij de 56 procent ballast van de in totaal 7.8 ton ge wicht. De diepgang bedraagt 2.21 meter. De Prodent zal overigens niet deelnemen aan de poging tijdens de race het wereldrecord tussen de Straat van Soedan en de Straat van Dover te verbeteren. Dat staat op 63 da gen en is in 1860 gevestigd door een Engelse theeclipper. Flying Wilma gaat wel probe ren dit record te breken. Om dat te bereiken zullen er meer dan 190 zee mijlen gemiddeld per dag moeten worden afge legd. De schepen die dat wereldrecord proberen te pakken zullen geen stop maken in Kaapstad. Volgens Dirk Nauta is zijn schip niet'geschikt voor een dergelijke lange periode zonder stop, in verband met de te grote hoeveelheid provi and en water die dan meegenomen zou moeten worden. De stop in Kaapstad werkt overigens niet door in het verloop van de Specerijrace, omdat de aankomst- en vertrektijden bij Kaap stad worden opgenomen. GRONINGEN Arne Lier (33) kon zich als trainer van de Noorse schaats ploeg wel een betere start wensen. Uit gerekend zijn twee beste rijders - Jan Egil Storholt en Kay Arne Stenshjem met - moesten het afgelopen weekeinde tijdens de landenwedstrijd tegen Ne derland in Groningen verstek laten gaan, omdat zij door verschillende pro blemen op achterstand zijn geraakt. De sportleraar uit Oslo wil de verloren confrontatie met Oranje (de afgelopen jaren wonnen de Noren steeds met overmacht) daarom liever niet al te se rieus benaderen. „De ware vorm moet er op 8 en 9 januari zijn, als wij in Bi- slet tegen de Amerikanen en de Russen gaan schaatsen". In april nam Arne Lier nogal verrassend het roer over van Josh Tenmann, die in het Noorse schaatswereldje een onaantast bare positie leek te hebben verworven, maar in zijn streven om Eric Heiden van de schaatstroon te stoten tenslotte zijn on dergang vond. De hegemonie van de Amerikaan was een ware obsessie voor de bijna gepensioneerde sportleraar uit Ha- mar geworden. Voortdurend hield hij de Noorse schaatsers en Europees kampioen Storholt in het bijzonder, voor, dat alleen van een geslaagd seizoen kon worden ge sproken als Eric Heiden bij het wereld kampioenschap zou worden verslagen. Bijna met speels gemak prolongeerde de Amerikaan op het heilige ijs van Bislet echter zijn titel, daarmee de Noren met een enorme kater achterlatend. „Tenmann was niet meer in staat de jon gens te motiveren", aldus Arnè Lier. „Misschien trokken zij al veel te lang met elkaar op. In ieder geval was er geen sprake meer van een gezonde relatie". Vooral Storholt trok zich de vergeefse jacht op Heiden aan. De inmiddels van Oslo naar Trontheim verhuisde winkelier nam met tegenzin de voorbereiding op het Olympische seizoen weer op, om er in juli plotseling helemaal de brui aan te geven. „Hij voelde zich niet meer gemotiveerd, maar die rustperiode heeft hem in feite alleen maar goed gedaan. Want toen Stor holt in september de training hervatte, ge loofde hij er weer helemaal in. En die twee maanden trainingsachterstand haalt hij wel in. Bij de Nieuwjaarswedstrijden verwacht ik weer een ouderwetse Storholt te zien", voorspelt Arne Lier, die overi gens weinig contacten met zijn belangrijk ste vedette heeft. De Europese kampioen zoekt voorlopig zelf zijn weg terug naar de top. Hij strijkt daarvoor zaterdag in In zeil neer, waar tenminste niet zulke Sibe rische omstandigheden als in eigen land heersen (Het vriest momenteel overdag zo'n vijftien graden in Noorwegen). Schaduw Stenshjemmet, die de laatste jaren steeds in de schaduw van Storholt heeft gestaan, kampt met heel andere problemen. De nummer twee van de EK in Deventer kon door een virusont steking aan beide benen slechts een deel van het trainingsprogramma uit voeren, waardoor hij nog nauwelijks aan wedstrijden is toegekomen. De schaatsinterland in Groningen kwam voor hem te vroeg, maar Arne Lier is ervan overtuigd dat ook zijn achter stand geen dramatische vormen heeft aangenomen. „Over een paar weken is hij weer helemaal terug", aldus de Noorse coach. Arne Lier heeft van de Noorse Schaats bond voorlopig een contract voor één jaar gekregen, maar het ziet er naar uit dat hij als de ideale man wordt beschouwd om een nieuwe generatie topschaatsers naar voren te brengen. Geen gemakkelijke op gave, omdat het talent ook in dit Scandi navische land niet voor het grijpen ligt. „Schaatsen is niet de populairste sport. De jeugd heeft meer belangstelling voor voet bal, ijshockey en skiën. In de jongere leef tijdsgroepen is Geir Nyland zo'n beetje de enige die straks voor de nodige aanvulling kan zorgen. Want wij moeten er natuur lijk rekening mee houden dat schaatsers als Storholt en Stenshjemmet toch een keer stoppen. Voor dit Olympische sei zoen kunnen zij nog wel de nodige moti vatie opbrengen, maar hoe het daarna zal zijn, weet ik nog niet". Josh Tenmann(foto), die jarenlang de Noorse schaatsploeg onder zijn hoede had, moest de leiding over die equipe overgeven aan Arne Lier. MOEILIJKE START VOOR NIEUWE TRAINER NOORSE KERNPLOEG Arne Lier zette afgelopen weekeinde voor de tweede keer voet op Nederlandse bo dem. In 1968 kwam hij als actief schaatser naar Nederland om deel te nemen aan de interland in Deventer. Zijn trainer heette toen Josh Tenmann, met wie echter geen speciale band is ontstaan. Ook niet nadat Lier zelf als trainer op de banen ver scheen. Eerst van de schaatsclub in Oslo en vanaf 1970 van de Noorse jeugdploeg. Veel contacten zijn er ook niet geweest sinds hij het roer van de schaatsprofessor uit Hamar heeft overgenomen. „In mei heb ik een gesprek met hem gehad, maar daarna heb ik hem niet meer gezien. Waarom ook? Ik volg mijn eigen weg en die ziet er nu eenmaal anders uit dan die van Tenmann. Er is nu veel intensiever en veel gevarieerder getraind. En afgelo pen zomer is er meer aandacht dan ooit aan de conditionele voorbereiding be steed". Maar ook Arne Lier staat, net zoals Josh Tenmann, dit seizoen voor de uitdaging om Eric Heiden te verslaan. De naam van de Amerikaan rolt de bedachtzame coach echter slechts zelden over de lippen. De frustraties die de wereldkampioen het af gelopen seizoen zijn Noorse concurrenten heeft bezorgd, moeten naar de achter grond worden geschoven. Lang kan het verstoppertje spelen echter niet duren, omdat Storholt en Stenshjemmet op 8 en 9 januari al weqr met Eric Heiden worden geconfronteerd. De overwinning van Hil- bert van der Duim in Groningen bezorgt de Noren echter geen centje pijn. STEVEN TEN VEEN Dit soort tonelen hoopt een invalide sportman niet mee te maken. Ook voor hem geldt: in het rechte spoor blijven om aanspraak te kunnen maken op een medaille. „Propaganda maken voor invaliden- sport" Veenendaal, is er voor de rol stoelbasketballers geen vuiltje meer aan de lucht. Zij doen mee. Leo van Eijck: „Ik ben blij dat we van de partij kun nen zijn. Basketbal is, dacht ik, de meest spectaculaire sport. Zoiets trekt het publiek aan. Normaal hebben we weinig toeschouwers. Invalidesport is nog steeds niet zo bekend. Nu zijn we in eigen land in staat propaganda te maken". Leo van Eijck is met zijn vie renveertig jaren de nestor van het nationale basketbal. Behal ve twee wereldkampioen schappen en een tweede plaats in de Golden Cup van dit jaar, een officieus wereldkampioen schap, werd hij met zijn club Antilope uit Leersum diverse malen Westeuropees kam pioen. In 1974 werd hij sport man van het jaar. Opzet Leo van Eijck: „Het gaat tussen de Verenigde Staten, Israel, Frankrijk en Neder land. Deze ploegen komen in de voorronden op de Paraly mpics niet tegen elkaar uit. Wij zijn ingedeeld bij Cana da, Mexico, Denemarken, Brazilië en Ierland. Het moet mogelijk zijn om eer ste in de poule te worden. Pak je de gouden medaille, dan maak je veel propagan da. En dat is onze opzet". „De -Spelen van 1980 beteke nen voor mij meer dan alleen maar op die medaille jagen. We moeten propaganda ma ken. Er zijn nog steeds veel ge handicapten die niet aan sport doen. Om diverse redenen. Er bestaat nog drempelvrees. Dat is echt niet nodig. Ik ben zelf een „eentje". Dat wil zeggen dat ik mijn benen helemaal niet gebruiken kan. Een twee tje is minder gehandicapt en een drietje nog minder. In to taal mag een team elf punten hebben. Sommigen zijn bang dat ze uit de stoel worden ge reden. Dat valt heus wel mee. Ik heb nog nooit een zware blessure aan de sport overge houden". BENNEKOM Op 22-jarige leeftijd verliet Leo van Eijck zijn geboorteland In donesië om in Nederland een nieuwe toekomst op te bouwen. Tien weken na zijn vertrek sloeg het noodlot toe. Na een operatie was hij gedoemd zijn verdere leven van een rolstoel gebruik te maken. Leo van Eijck, ge hard door een moeilijke jeugd, knokte terug. Hij werd één van Nederlands beste rolstoelatleten. Op la tere leeftijd legde hij zich toe op rolstoelbasketbal, werd aanvoerder van de na tionale ploeg en maakte we reldkampioenschappen en Olympische Spelen mee. De Paralympics in Arnhem moeten het hoogtepunt van zijn carrière worden. Nog nooit veroverde de inmid dels 44-jarige sportman Olympisch goud. „Het zit er ditmaal in", zegt de man die de komende Paralympics be schouwt als het einde van zijn lange sportloopbaan. „Ik ben op Lombok geboren", vertelt Leo van Eijck. „Op dertienjarige leeftijd was ik wees. Mijn jeugd heb ik in een weeshuis doorgebracht: een harde, maar leerzame periode. Op Java kreeg ik een goede baan bij een grote tandpastafa- briek. Toen mij de mogelijk heid werd geboden naar Ne derland te gaan, was ik van plan voor dezelfde maatschap pij te gaan werken. Maar zo ver is het nooit gekomen". „Ik sleepte al een poosje met mijn been, vandaar dat ik in Holland naar de dokter ben gegaan. Ik ben in Indonesië een paar maal met mijn motor gevallen en moest een operatie ondergaan. Men vermoedde een beschadiging aan de rug wervelkolom. Men is gaan snijden en ik raakte verlamd. Dat was in 1958. Pas anderhalf jaar later vertelden de dokto ren dat ik nooit meer zou kun nen lopen. Die tijd is de moei lijkste periode van mijn leven geweest. Ik wist dat ik een on zekere toekomst tegemoet ging" „Van echt revalideren was nauwelijks sprake. Je moest een gegeven moment een keuze maken. Je moest je gaan specialiseren. Ik heb toen voor basketbal geko zen. In 1972 kwam de zaak pas goed van de grond. Er werd veel meer getraind en de begeleiding werd steeds beter. Daarvoor moest je bij na alles zelf regelen. Twee jaar later werden we tweede op de Spelen van Heidel- berg. Vier jaar daarna wer den we vierde in Toronto". „Olympisch goud heeft er dus nog nooit ingezeten, maar we reldkampioen werden we wel. Tweemaal zelfs: in 1977 en 1978. Dit jaar waren we er niet bij vanwege de kwestie Zuid- Afrika. In tegenstelling tot an dere takken van sport zijn de basketballers geïntegreerd in de KNBB. De bond was tegen deelneming van Zuid-Afrika. Daarom zijn wij dit jaar niet naar Stoke Mandeville ge gaan". Nu de Tweede Kamer zich heeft uitgesproken tegen deel neming van Zuid-Afrika aan de Paralympics in Arnhem en (Van onze sportredactie) DEN HAAG Bridgeliefhebbers, die om één andere reden aan huis zijn gekluisterd, hoeven toch him wekelijks spelletje niet te missen. Sinds kort kan het „kaartspel onder de kaartspelen" worden beoefen via de post. „Twee klaveren", postzegel erop, kaart op de bik,! en wachten maar op het bied 8d van de „tafelgenoten". Het initiatief voor deze primeur weresl genomen door de oud-captain van h<tu Nederlands bridgeteam, de heer C. v ^el Calcar uit Beekbergen. Tijdens een verblijf in het ziekenhuis kreeg hij spelletjes bridge toegestuurd door Neerlands bridgekenner bij uitstek, I Filarski uit Deil. Dat beviel uitstekei en er ging een lampje bij hem brand waarom geen bridge per post voor mensen, die noodgedwongen thuis moeten zitten? „Het systeem is eenvoudig", zegt Vai n Calcar. „Er worden vier spelers bij za elkaar gebracht, die elkaar niet kenn Ze krijgen een aantal spellen toegestu en kunnen hun bod op een kaart invullen. Die kaart rouleert. Het blij beperkt tot het bieden. Spelen zou te^( lang gaan duren". Om di goede Landelijk Bridge Contact in het leve geroepen. Van Calcar is voorzitter en zijn vrouw beheert het secretariaat. Verder ziten in het bestuur: H. Filan R. Balkenende uit Amsterdam en A. Thijssen uit Apeldoorn. „We zijn begonnen met een proefcircuit", zegt Van Calcar. „Het iets geheel nieuws en we wilden eers graag weten wat de reacties zouden zj Dat experiment verliep zonder problemen. Enthousiaste reacties en reden genoeg om door te gaan". Boekje Personen die zich aanmelden krijg een boekje toegestuurd met zestien spelletjes. In dat boekje staan de kaarten die de speler „in zijn ham heeft". „De spelletjes zijn op uitgedokterd door de heer Balkenende", licht Van Calcar toe 'j „Een hele opgave. Allereerst moet voor gezorgd worden dat iedereen ongeveer even vaak aan bod komt, want alleen maar passen is WI natuurlijk niet leuk. Verder dient I ?T spel toch wel inhoud te hebben". Het afwerken van de boekjes duurt en twee maanden. Na afloop van de geh biedprocedure zendt de stichting aan deelnemers de volledige kaartverdelingen van de zestien spel. voorzien van' commentaar door de he Filarski. Voorts krijgen de deelnemer éen gemiddelde score per spel. Deze ij,0 datumscores worden bereikt door de ye! medewerking van de bridgeclubs HOI^ uit Amsterdam en BCO uit Utrecht d an de spelletjes naspelen. De deelnemers kunnen daaruit zelf opmaken hoe zij er afgebracht hebben. Mevrouw Van Calcar: „De behoefte contact blijkt groot. Sommige mensen, J,- die opbellen, hangen uren aan de lijn. graag willen ze met iemand praten. Anderen vinden het geweldig dat ze toch hun favoriete kaartspel kunnen spelen. Er was zelfs een vrouw die onJjj'( een goede bridgepartner en een goede e vriend vroeg". «on Dirk Nauta voor het schip waarmee hij in de Specerijenrac We een goed figuur wil slaan. Specialiseren „Na die Spelen in Israel werd de zaak professioneler. Ik heb de hele opbouwperio- de meegemaakt. Ik moest op alles zelf doen. In 1960 kwam ik als burger in het militaire revalidatiecentrum Aarden- burg terecht. Als therapie stond sport op het programma. Dat lag me wel, want- ik had daarvoor altijd aan sport ge daan. In dat revalidatiecen trum is mijn sportcarrière be gonnen". „Ik ben een allrounder. Ik deed van alles: atletiek, tafel tennis, basketbal. In het begin ook nog knotswerpen. Ik ben zelfs nog Nederlands kam pioen geweest, in 1961. Mijn eerste Olympische Spelen wa ren in 1968. Daarvoor had ik al meegedaan aan de wereld kampioenschappen in Stoke Mandeville. In die tijd was de kring van gehandicapte sport lui nog erg klein. Ik werd dan ook op diverse onderdelen in gezet: tafeltennis, atletiek en basketbal".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 18