Sporen met de Noren een ware belevenis Noorse Flamlijn een wereldattractie OSLO Na lang gesproken te hebben naar het hart van de automobilist stellen de Scandinavische landen nu pogingen in het werk, om zowel aan de eigen bevolking als aan vakantiegangers meer treinkaartjes te verkopen. De Finnen handhaafden al jarenlang dermate lage tarieven, dat zij het Europese goedkoopterecord voor zich konden opeisen. Zweden heeft daar een eind aan gemaakt. Er ontstond in dat land een run op de stations, toen een sensationele prijsverlaging van circa vijftig procent wereldnieuws werd. En hoewel de Noren over voldoende oliereserves beschikken om hun auto's nog een eeuw aan de praat te houden, wordt ook daar het „sitteplassbillett" gezien als een bewijs van goed gedrag. Het moet voor de NSB (Norges Stats Baner) niet zo moeilijk zijn, om de automobilist op het goede spoor te brengen. Well^ Europees land kan tussen de rails meer comfort bieden dan Noorwegen? Wie eenmaal achter de panoramische beglazing van een expresstog (expressetrein) in de draaibare en verstelbare fauteuil heeft gezeten, verlangt niet gauw terug naar de tijd, dat de veiligheidsgordel hem nog om de schouders gleed. Hei profiel van dit land brengt met zich mee, dat in meer dan achthonderd tunnels (totaal 2000 kilometer!) het uitzicht verduisterd wordt. Op de Drammenlijn heeft zo'n ondergronds traject de recordlengte van ruim elf kilometer. Deze cijfers illustreren, dat de Noren hun spoorwegnet niet cadeau hebben gekregen. De ingenieurs leverden in de loop der jaren een prestatie, tenminste te vergelijken met de totstandkoming van ons Deltaplan. De meeste Nederlanders die Noorwegen bezoeken (hun aantal is op mars naar 150.000 's jaars) zijn automobilisten. Zij hebben ruim baan in een land, dat het onze tien keer in oppervlakte overtreft, over een goed wegennet beschikt en zelf maar één miljoen voertuigen op de weg brengt. De schaarser en duurder wordende motorbrandstof, een toenemende energiebewustheid en aantrekkelijke alternatieven zouden dit toerisme wel eens een andere bedding kunnen geven. Adembenemend Noorwegen is voor hen die de trein nemen aanzienlijk wisselvalliger dan de automobilist kan vermoeden, als hij meedraait met de haarspeldbochten of op de zoveelste ferry staat te wachten. Het landschap wordt geprojecteerd op een wide screen met de totale lengte van bijna 4500 kilometer, nu eens flitsend, als de hurtigtog (sneltrein) alle remmen losgooit, dan weer in slow-motion, voor de passagiers van het boemeltje. Het sporen met de Noren onttrekt zich aan de vluchtigheid van een treinreis in onze gewesten, met hun beperkte reisduur. Zelfs de lengte afstandstrajecten worden door intercity's zo snel afgelegd, dat geen maaltijden meer op tafel komen in de restauratiewagen en ook de knapzak van zijn functie is ontheven. In Noorwegen moeten de passagiers die bijvoorbeeld van Oslo naar Bodo sporen er echt voor gaan zitten. Vanaf Jernbane Railways Elektrifisert Electrified Skipsrute Coastal route Riksvei Road De belangrijkste spoorwegen van het land, van Kristian- sand in het zuiden tot Bodö in het noorden. Boven laats tgenoemd station zorgen bussen on vliegtuigen voor het transport. De afstand tot het uiterste noorden van Noor wegen bedraagt vandaar nog eens circa 1300 kilometer. Trondheim siert de roemruchte aanduiding „Nordlandbaan" dit in totaal 1282 kilometer lange traject. Het is de garantie voor een adembenemend schouwspel, met als hoogtepunt de overschrijding van de poolcirkel. Bij deze mijlpaal op weg naar het land van de middernachtszon, krijgen alle reizigers een oorkonde. Zij passeren bij Fauske het noordelijkste station van de NSB. Deze halte beklemtoont de onmetelijkheid van dit koninkrijk, voornamelijk wat de lengterichting betreft. Er is nog zoveel noordelijks te ontdekken boven dit station, dat de aansluitende busreis naar Kirkeness (1276 kilometer) nog eens vier dagen in beslag neemtl Het landschap wordt daar zo woest en ledig (dunbevolkt) dat van een verdere spoorverbinding is afgezien. Het is overigens een merkwaardig verschijnsel, dat de treinreiziger in Noorwegen bijna automatisch ook in de bus stapt en voet aan boord zet op de veerboten. Overal waar de trein er geen gat meer in ziet en de rails zich niet vertakken, staan de bussen klaar. De drie variaties van het openbaar vervoer vormen een gesloten circuit, met perfect getimede verbindingen. Rondreisbiljetten maken het overbodig opnieuw aan te schuiven voor de plaatskaartenloketten. Dank zij de opzienbarende verbrokkeling van Noorwegen vormt dit netwerk van verbindingen op zichzelf al een toeristische attractie. De schepper heeft er van afgezien een duidelijke scheiding tot stand te brengen tussen water en land. Vandaar die ruim 3000 spoorwegbruggen met een gezamenlijke lengte van 350 kilometer, de tweehonderd veerdiensten, tienduizenden eilanden, de diepe insnijdingen van fjorden met hun beboste flanken en een uiterst grillige kustlijn, in totaal 20.000 kilometer. Majestueus Toeristen die in Zwitserland de fameuze spoorwegtrajecten in het hooggebergte bereden hebben, verwachten in Noorwegen is bezaaid met houten stationnetjes die een huiselijke indruk maken en uitstekend in het landschap passen. Noorwegen geen uitzicht op besneeuwde vierduizenders. Terecht. De hoogste top van de Goldhoppigen reikt tot 2469 meter. Maar tussen Bergen en Oslo waagt de trein zich tussen gletsjers en pieken, tot op het toch vrij duizelingwekkend niveau van 4270 feet (meer dan 1300 meter). Daar ontvouwt zich een arctische wildernis, ruiger en majestueuzer dan men te zien krijgt in de Alpen, waar geen enkele treinverbinding tot boven de boomgrens reikt. In Noorwegen is dat wel het geval, omdat die grens is gefixeerd op slechts 800 meter. De Bergen-spoorlijn dankt mede aan dit verschijnsel de vermaardheid als een meesterwerk van spoorwegingenieurs, dat het woeste natuurgeweld trotseert. Zich moeizaam in evenwicht houdende sneeuwschuttingen, de houten tunnels en andere constructies vormen bovendien een lustwaranda voor de liefhebbers van industriële archeologie. Alsof dat niet genoeg is daalt bij Myrdal een vertakking af naar het niveau van de Sognefjord, waarbij hellingpercentages van 1 tot 18 voorkomen. Deze Flambaan heeft kort (20 kilometer) maar krachtig een ereplaats voor zich opgeëist op de ranglijst van wereldberoemde „treintjes", waarop onder meer de Zwitserse Jungfraubahn en het Rigi- tandradspoortje voorkomen. Het is duidelijk, de vakantieganger die zijn onafhankelijkheid en individualiteit niet uitsluitend ontleent aan het besturen van de eigen auto, kan in Noorwegen een keus maken uit veel banen. Het reizen per trein geeft hem direct weer nieuwe energie. De jernbanestasjons verlenen toegang tot een wereld vol avontuur en romantiek, die men al verloren waande, maar die nu weer ontdekt wordt onder meer door honderden jonge mensen met hun interrail-pas in de rugzak. Zij hebben ook in Noorwegen een nieuwe „treinbeweging" in het leven geroepen. Overnachting is mogelijk op 1300 kampeerterreinen en in een groot aantal „hytter", eenvoudige, houten slaaphuisjes. Dit reispatroon leidt veel gemakkelijker tot een zekere verbroedering, het wat op de achtergrond geraakte ideaal in de wereld van het toerisme. De Noren zelf nemen veelvuldig de trein. Het 125-jarig bestaan van de NSB (in 1854 werd de eerste verbinding tussen Oslo en Eidsvoll in gebruik genomen) werd dit jaar gevierd met een speciaal tarief. Voor 300 kronen kon men op een retourbiljet heel Noorwegen doorkruisen. De verwachting is, dat 250.000 inwoners en vreemdelingen van dit aanbod zullen profiteren. Nederlanders komen hier tot de ontdekking, hoe schamel onze NS zich presenteert, in vergelijking met de NS(B) van de Noren. Comfort en service Dit spruit gedeeltelijk voort uit de noodzaak voor meer comfort te zorgen naarmate grotere afstanden overbrugd moeten worden. Zelfs als men bovendien in aanmerking neemt, dat goede treinverbindingen in een dunbevolkt land met deze structuur een levensvoorwaarde zijn, is de service nog boven alle lof verheven. Onze landgenoten trekken meestal de conclusie, dat de Noorse tweede klas het De Flamtijn kruipt omhoog langs de berghellingen. Rechts de autoweg, die in 18S5 is aangelegd om materieel voor de> Bergen-Oslo-spoorweg naar boven te brengen. De doorgaans bescheiden Noren hebben hun „Flamsbana" uitgeroepen tot het meest spectaculaire spoorwegtraject van Europa. Daar schuilt niet eens zo veel overdrijving in. Nergens elders waagt een gewone trein (zonder tandraderen dus) zich aan de uitdaging, om 865 meter hoogteverschil te overbruggen op een afstand van 20 kilometer. De Flamlijn wringt zich in duizend bochten tussen Myrdal (een gehucht aan de spoorweg Bergen-Oslo) en een lieflijke vallei, bespoeld door de Aulandfjord. Zowel het daar gelegen dorpje Flam als een rivier van die naam, hebben het treintje ten doop gehouden. Afgeladen met toeristen uit alle werelddelen waagt dit boemeltje zich aan duizelingwekkende afdalingen en beklimmingen, met hellingspercentages tot 18 procent. Het kost respectievelijk 53 en 45 minuten om deze krachttoer te volbrengen. Soms lijkt het spoorbaantje op een slang, die pogingen doet zich in de eigen staart te bijten. De rails vlechten zich spiraalsgewijs aan de berghellingen en in een keertunnel kruipt de trein over vijf haarspeldbochten om een niveauverschil van 300 meter te overwinnen. De passagiers krijgen het heen en weer, als zij via een geluidsinstallatie aangemoedigd worden om naar gindse waterval te kijken, die indrukwekkende gletsjer en het Madurodam- autoweggetje dat zich in 21 bochten slingert om het hooggelegen Myrdalsberget te kunnen bereiken. Laatstgenoemde verbinding is in 1895-1896 aangelegd om ma teriaaltransporten mogelijk te maken voor de aanleg van de Bergen- Oslo-spoorlijn. De panorama's zijn overweldigend. Zoals het een toeristentrein betaamt geeft het Flamlijntje de passagiers meermalen gelegenheid om uit te Duizenden toeristen laten zich, zoals deze Japanner, fo tograferen bij de indrukwekkende watervallen langs de Flamspoorlijn. De trein stopt meermalen om de passa giers gelegenheid te geven dergelijke opnamen te ma ken. stappen. Deze verdringen zich in de stuifregen van reusachtige watervallen zoals die van Vibmesnosi en Rjoendefoss. Japanse echtparen, Australiërs en hun opwinding beteugelende Engelsen laten de camera's klikken en snorren temidden van een grote verwildering. Sneeuwhekken, grauw van ouderdom, houten tunnels en door het gebergte voerende spelonken zorgen voor een imponerende couleur locale. Er worden 20 tunnels gepasseerd, één op elke kilometer. De afdaling duurt nog langer dan de klim omhoog, omdat dan de uiterste voorzichtigheid betracht moet worden. Het treintje is voorzien van vijf gescheiden remsystemen. Het traject voert de passagiers van een woeste bergwildernis met eeuwige sneeuw naar het zachte klimaat aan de Aurlandfjord, een zijtak van Noorwegens beroemde Sognefjord, de grootste van het land. De boomgaarden hangen hier 's zomers vol fruit en in de Flam worden forellen gevangen. Een toeristische excursie Noorwegen in een notedop" geniet grote vermaardheid. Vanuit Voss voert een bus de deelnemers langs prachtige meren en bergformaties naar de vervaarlijke Stalheimskloof met 13 haarspeldbochten, watervallen, woeste beken en hellingen tot boven de 20 graden. In Gudvangen wacht de veerboot. Over de nauwe Naerofjord met boerderijen en dorpjes, als vastgelijmd op de flanken van het gebergte, stoomt de ferry naar Flam, waar de spectaculaire treinreis bergopwaarts begint. In Myrdal stapt men over op de Oslo-Bergenlijn, die het gezelschap via de 5 kilometer lange Gravholstunnel terugbrengt naar Voss. Dit gesloten circuit toont vrijwel alle aspecten van het landschap in Noorwegen, binnen het tijdsbestek van een uur of drie. comfort van de Nederlandse eerste overtreft. De treinen hebben hier iets intiems, met hun leeslampjes, sluimerrollen, tapijten, vaak reguleerbare (lig)stoelen, gangspiegels en restauratierijtuigen met het interieur van een gezellige bistro. De Norsk Spisevognselskap zorgt voor spijs en drank, óók met wagentjes, die helaas koffie leveren waar de Brazilianen niet rijk van zullen worden. Onze NS brengt het er wat de koffie betreft zeker niet slechter af. Langs houten stationnetjes met soms (zelfs in Oslo) een wat gammel houten plankier zoeken de treinen hun weg, door bossen en weiden: er trekken meren voorbij en dalkommen vol donkerblauw water. Veel meer dan in Nederland ontstaat een geloop in gangen en corridors op de wat langere afstanden. In elke trein staat een eenvoudige karaf met water, dat uit papieren bekertjes genuttigd kan worden. De kans op een vertraging is groter dan in Nederland. De locomotieven zijn uitgerust met speciale schijnwerpers, claxons en een soort vangbekken, om zich te wapenen tegen overstekend wild. Elanden en rendieren zijn verantwoordelijk voor één van de grootste verkeersproblemen in het land. Vooral dit jaar heeft de „elandenplaag" ernstige vormen aangenomen. Deze dieren maken spoor- en autowegen onveilig en dringen niet zelden door tot in het centrum van steden als Oslo. De NSB richt ware slachtingen aan onder dit wild, hoeveel schrikdraden en wildhekken ook zijn aangebracht. Het treinpersoneel moet herhaaldelijk ernstig gewonde dieren met een vuurwapen het genadeschot geven. Bij de gevaarlijkste zones staan langs de spoorlijn geleidehekken met knipperbollen en wordt snelheid verminderd, maar telkenjare keert de NSB toch grote sommen geld uit aan de eigenaren van deze verkeersslachtoffers. Zeven belangrijke spoorwegtrajecten met veel aftakkingen, elektrische en dieseltreinen, een enkel stoomlocomotiefje, ze zijn er niet alleen voor de vier miljoen Noren. Talloze vakantiegangers komen er achter, dat het in de stationsrestauratie gekochte bakje met warm eten gerust in de trein meegenomen en verorberd mag worden. Zij leren tussen de rails de variaties van smörbröd kennen en luisteren op menige route naar een stewardess, die via de omroepinstallatie het kijken naar links of naar rechts in overweging geeft. Veilig, vlug. Voordelig ook? Van per trein reizende gezinnen betaalt alleen de hoofdpersoon éénmaal de volle prijs, de partner (echtgenote) en kinderen Busdiensten voeren de pas sagiers over soms eindeloze afstanden en door een grim mig landschap naar hun be stemming. De meeste chauf feurs spreken alleen maar Noors. Zij fun geren tevens als krantebezor gers, postbodes en pakjesdra gers in de geï soleerde ge westen. Een af stand Fauske- Kirkeness bij de Russische grens (1300 kilometer) wordt over brugd in vier dagen. Deze rit via Narvik, Sorkjosen en Lakselv kost 472 kronen. tot 25 jaar mogen voor de helft van dit bedrag mee. evenals kinderen van 4 tot 16 jaar. De kleintjes daaronder reizen gratis. Deze reductie geldt als tenminste een reis van 150 km wordt gemaakt. In het algemeen worden de tarieven berekend per kilometer en spoort men relatief goedkoper, naarmate de afstand groter wordt. Voor de meeste exprestreinen is reservering verplicht, evenals voor enkele sneltreinen. Een voorbeeld van de prijzen op bekende trajecten: Oslo- Bergen, 492 kilometer, 191 kronen. Norlandbaan Trondheim-Bodo, 729 km, 240 kronen en Oslo-Bodo, 1282 km. 340 kronen. Vooral de lange trajecten lonen. Boven de 600 kilometer gaat dat doortikken. Zo komt 500 kilometer in de tweede klas op 194 kronen, maar 1000 op slechts 290, en 2000 kilometer op 470 kronen. Rondreisbiljetten Wie plannen heeft om Noorwegen per bus-trein- boot te gaan verkennen doet er evenwel verstandig aan, om te informeren naar goedkope rondreisbiljetten. Meerdere touroperators hebben ze in de aanbieding. Norske Turist Service en Scanialux bijvoorbeeld bieden ze aan tegen een totaalbedrag dat 25 procent onder de „losse prijs" blijft. Omdat het arrangement uitsluitend betrekking heeft op het vervoer, kan de reisduur variëren van een tot vier weken. Het Noors Verkeersbureau in Amsterdam, Postbus 19914, 1000 GX. telefoon 020-222545, verschaft alle Inlichtingen over trein- en busdiensten, varen en vliegen, alsmede het georganiseerde aanbod van de reisorganisatoren In ons land.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 21