De notaris is
starter op
e Olympische
Winterspelen
consequent,
nuchter en niet
te beïnvloeden'
'Nederlandse
volleybal-
scheidsrechter
IIGE EUROPEAAN MET'FUNCTIE' f VjWWMT
LAKE PLACID ljHI '7r AlVT.
Willem Eise Mulder:
'Kroon op mijnwerk'
Henk Plender heeft
geen problemen
met toegenomen
spanning
J^PORT LEIDSE COURANT ZATERDAG 8 DECEMBER 1979 PAGINA 13
Starter Mulder privé, in Dalfsen.
MMELOORD Niet alleen in de voetbal-
port neemt de verruwing in en rondom de
elden toe, zelfs in het van oorsprong zo
eejustige volleybal zijn excessen geen onbe-
end verschijnsel meer. Weliswaar niet
„Joor het toebrengen van lichamelijk letsel,
laar in woord en gebaar is het „chique"
°"a an de volleybalsport danig aan het slij-
ifn. Henk Plender, één van Neerlands ze-
nen internationale scheidsrechters: „De
flentaliteit is sterk veranderd. Niemand
'il of durft de leiding te accepteren. Kijk
laar op de scholen, of in je directe omge-
ing. De volleybalsport is niet achtergeble-
oifen. Ik heb zelf vijftien jaar gespeeld. Als
"j ons voor een fout werd gefloten, stak
o'g i je hand op om aan te geven, dat je het er
pee eens was. Dat gebaar zie je niet meer.
:s Ie belangen zijn, ook door de sponsoring,
s groot geworden".
e scheidsrechter uit Emmeloord heeft
ien problemen meer met die toegeno-
ir 'en spanning op de tribunes en bij de
'elers. „Als scheidsrechter word ik nu
k el geaccepteerd. Maar dat is anders ge-
eest. De eerste twee jaar dat ik eredivi-
e floot, werd ik door de spelers uitgepro-
eerd. Dat is hun goed recht. Het zijn in-
rnationaal geroutineerde spelers met
'ie je te maken krijgt. Als je als scheids-
ichter die ervaring niet hebt, proberen
/bovendien ontbreekt een consequente
'J^n in de arbitrage. Neem bijvoorbeeld de
erste stap. Daar is momenteel veel om te
°en. De onderhandse opvang van de
teeds moeilijker wordende service wordt
oortdurend verkeerd beoordeeld. Som
fluiten elke bal, die niet rech*
^ooruit gaat, af. In Portugal heb ik dat bij
toernooi om de Europese jeugdtitel
Pjneegemaakt. Maar het zogenaamde dub-
i Delspelen is voor ons moeilijk waarneem
baar. Als de speler de bal met één arm
raakt en hij springt meters opzij, blijft het
een goede bal. Daarom neig ik ernaar om
de eerste stap gewoon goed te keuren. Er
wordt zelfs over gepraat om het uit de ar
bitrage te halen. Voor de spelers en de
toeschouwers gemakkelijker en je fluit de
wedstrijd niet kapot". Een tendens die ook
tijdens de afgelopen Europese kampioen
schappen in Frankrijk zichtbaar werd.
Hoog aangeschreven
Tijdens die EK werd opnieuw beves
tigd dat het Nederlandse scheidsrech-
terskorps internationaal hoog staat
aangeschreven. René Vos uit Gieten,
kandidaat voor de Olympische Spelen
in Moskou, werd door de Oostbloklan
den om zijn voortreffelijke leiding ge
prezen.
Plender, die Vos als zijn coach beschouwt:
„Nederlanders zijn consequent, nuchter
en niet te beïnvloedenvVoor intérnationa-
le wedstrijden spreekt dat laatste erg aan.
In januari floot ik een halve finale voor
de Europa Cup in Istanboel. Van alle kan
ten werd ik gewaarschuwd. De Belgische
ploeg is daar onderdoor gegaan en ook
Deltalloyd schijnt er door de arbitrage te
zijn afgemaakt. Ik kan dat niet beoorde
len, want ik ben er niet geweest. Zelf heb
ik geen problemen gehad. Ook niet met
de Turkse lijnrechters. Geen poging om
me om te kopen, geen intimidatie, niets.
De Polen wonnen met 3-1, maar ik kan
me voorstellen dat teams over hun toeren
raken door het gefluit van de Turkse toe
schouwers. Je oren doen er pijn van. Iede
re keer als de tegenpartij aan de bal is,
fluiten zo'n 3000 mensen zich de lippen
kapot. Verschrikkelijk. Maar omkopen
was er niet bij".
De belasting voor de scheidsrechters
wordt trouwens ieder jaar groter. Het flui
ten van twee wedstrijden per week is
geen uitzondering. Als pure hobbyist heeft
Henk Plender daar zijn bedenkingen te
(Van onze verslaggever)
iLFSEN „Schitterend vind ik het,
één woord geweldig dat ik er bij mag
n. Het is niet alleen een heel grote eer,
beschouw het ook als de kroon op
n werk. Als er iets mis gaat, wordt
je Waterloo en kun je het verder wel
;eten, maar ik heb er alle vertrou-
in dat het goed gaat en daarom heb
er ook veel zin in". Dat is het ant-
rd van Willem Eise Mulder op de
tg wat hij er van vindt dat hij als
ige Europeaan is uitgenodigd om op
Olympische Winterspelen in het Ame-
aanse Lake Placid „in functie" te zijn.
heer Mulder, die in het dagelijkse le-
notaris in Dalfsen is, heeft een niet-
iagse nevenfunctie, 's Winters is hij
vele schaatswedstrijden in en buiten
Ierland te vinden als de man, die bij
i evenementen weliswaar een kleine,
tr daarom niet minder belangrijke
deling moet verrichten: het lossen
het startschot.
i heer Mulder kwam in 1961 in Deventer, waar
destijds kandidaat-notaris was, met het schaat-
IA in aanraking. Tot die tijd had hij zich met het
b|ien bezig gehouden, maar: „Daar raakte ik op
Dui gegeven moment op uitgekeken. Vlakbij mijn
.is was een ijsbaan, waar de Deventer IJsclub net
e Mt wedstrijden was begonnen. Ik ben daar gere
de tjd naar toe gegaan. Kennelijk bleef dat bij het
van de club niet onopgemerkt, want toen
in behoefte aan bestuursleden had, kwamen ze
r k| vragen of ik er voor voelde". De Deventer IJs-
bad niet alleen leden voor het betuur nodig,
,l0(tar ook starters voor de wedstrijden. Toen de
ig £r Mulder werd gevraagd of hij dat wilde doen,
- ,fwoordde hij: "Laat me het maar eens probe-
Het startpistool werd hierna nog vele malen ge
hanteerd. De heer Mulder doet het nu al veertien
jaar. Het bleef niet bij wedstrijden voor de plaatse
lijke ijsvereniging. In 1964 begaf hij zich voor het
eerst op internationaal niveau en fungeerde hij bij
de Europese kampioenschappen in Deventer als
afvlagger. De man, die deze functie vervult, be
vindt zich op een afstand van zestig meter van de
start en hij is er voor om de schaatsers bij een
eventuele valse start te waarschuwen dat ze op
nieuw moeten starten, voor het geval zij het sig
naal van de hoofdstarter niet hebben gehoord.
Voorkeur
Mulder heeft zowel bij dames- als herenkampi
oenschappen als starter gefungeerd. Hij heeft
een duidelijke voorkeur. „Ik doe het liefst de
heren en dan vooral de sprinters, want ik vind
de 500 en 1000 meter de mooiste, meest enerve
rende afstanden; dan is het alles of niets. De
dames zijn soms moeilijk weg te krijgen, dat
gaat met de heren allemaal wat gemakkelij
ker".
Het succes van een schaatser is ten dele afhanke
lijk van zijn start, waarbij de man met het pistool
een niet onbelangrijke rol speelt. Ard Schenk heeft
hierover eens gezegd: „Als ik aan de start door
mijn knieën ga om de juiste houding aan te nemen,
moet bij mij het startschot vallen op het moment
dat ik op het diepste punt ben. Valt het eerder of
later, dan kan me dat op de finish seconden sche
len".
Een starter moet evenwel steeds twee rijders in de
gaten houden, die op verschillende ogen/blikken op
hun „dieptepunt" kunnen zitten. Ongewild kan de
starter dus invloed uitoefenen op de schaatsers,
maar als hij dat zou willen, kan het ook heel be
wust gebeuren. „Ik zou bij een valse start bijvoor
beeld een oogje toe kunnen doen om hem zo aan
een snellere tijd te helpen. Natuurlijk doe ik dat
niet. Ik probeer gewoon mijn werk goed te doen.
Verder doet het mij totaal niets of iemand wel of
geen succes heeft. Als ik het startschot heb gelost,
Henk Plender geconcentreerd de verrichtingen van
de teams van Starlift en Deltalloyd AMVJ volgend.
gen. „Met de wedstrijden op zaterdag heb
ik geen enkele moeite. De problemen lig
gen bij de doordeweekse wedstrijden. Je
krijgt nauwelijks de tijd om je daarop voor
te bereiden, want je hebt je eigen werk
eerst te doen. Daarna haast-je-rep-je naar
huis. Soms ontbreekt de tijd voor een fat
soenlijke maaltijd. Dan spring je in de
auto, omdat om half negen gefloten moet
worden. Ik weet van mezelf, dat ik min
der fluit in wedstrijden die op doorde
weekse dagen worden gespeeld. Ook mijn
collega's hebben diezelfde ervaring".
Verlof
Bij de nationale sectie arbitrage is deze
problematiek nog niet aan de orde ge
weest. Plender: „We hebben dat ook
nog niet aangekaart. Binnenkort moe
ten we toch maar eens om de tafel
gaan zitten. Misschien kunnen we een
halve dag verlof op kosten van de bond
cunemen als er doordeweeks wordt ge-
Die belasting van de arbiters geldt niet al
leen voor de eredivisie. De volleybalsport
de NeVoBo is met zo'n 140.000 leden
één van de grootste zaalsportbonden
heeft de laatste jaren een grote vlucht ge
nomen. Vooral de aanwas bij de allerjong
sten brengt het probleem van een tekort
aan scheidsrechters nijpend aan het licht.
Plender: „Juist op dat niveau is de arbi
trage het allerbelangrijkst. Hoe hoger je
fluit, hoe minder problemen je relatief
hebt. Je vindt bijna niemand meer, die de
kleintjes wil fluiten. De meeste districten
hebben de clubs verplicht om per team
ook een scheidsrechter te leveren. Uit de
nood geboren lijkt het een goede zaak.
Maar van het aantal dat daardoor de cur
sus volgt, doet de helft het met tegenzin.
Dat levert veel verloop op. En dan schiet
je er niet zoveel mee op".
Een ontwikkeling die de geboren optimist
Plender zorgen baart. Evenals het voorne
men om het aantal eredivisieclubs van
twaalf tot acht of zes terug te brengen.
Een soort superliga dus. „Ik geloof niet
dat die suggestie ook werkelijk zal worden
overgenomen. Ik vind het ook geen goede
gedachte. De volleybalsport, althans de
topsport, zou uit de regio verdwijnen. En
juist daar leeft het volleybal. Alleen als
AMVJ en Starlift tegen elkaar spelen,
trekken de toeschouwers in de kapitaal
krachtige randstad er op af, anders zie je
in Den Haag of Amsterdam geen kip op
de tribune. In de provincie zijn de wed
strijden van bijvoorbeeld Lycurgus (Gro
ningen), Orion (Doetinchem), Sutherland
(Maastricht) of Prins DVC uit Dokkum de
zalen uitverkocht. Daar wordt nog echt
spektakel geleverd. En voor een scheids
rechter is er niets fijners denkbaar dan in
die ambiance te mogen fluiten".
HENK WAGEMAN
strepen in het ijs aanbrengen. Toch heb ik het daar
nog het best naar mijn zin gehad. De sfeer was er
heel fijn en ongedwongen".
Dat dit wereldkampioenschap het fijnste toernooi
tot nu toe is geweest, impliceert niet dat de heer
Mulder de baan in Grenoble ook de fijnste vindt
om te werken. „Ik heb, dacht ik, niet alle banen
gehad, maar die in Heerenveen vind ik erg prettig.
Na een toernooi wil je wel eens uitblazen en in een
prettige sfeer iets gezelligs zoeken. Dat is in Hee
renveen heel goed mnogelijk en daarom vind ik
het fijn om daar te werken. Je kunt daar ook heel
goed tot rust komen. De baan in Lake Placid, waar
deze winter de Olympische nummers worden gere
den, heb ik nog niet gezien".
Goed idee
Starter Mulder in actie, op de ijsbaan.
kijk ik er ook helemaal niet meer naar hoe de rij
ders het er af brengen. Dan maak ik een praatje
met deze of gene of ik loop, tijdens de tien kilome
ter bijvoorbeeld, de baan een keer rond".
Een schaatstoernooi vereist voor een starter weinig
voorbereiding, maar toch is de heer Mulder er,
vóór het zo ver is, een hele tijd mee bezig. „Een
week van tevoren heb ik al de zenuwen. Het is erg
belangrijk werk en je wilt het graag goed doen.
Een starter, die frank en vrij het ijs op stapt, deugt
volgens mij niet. Daar komt nog bij, dat de rijders
niet alleen elkaar, maar soms ook de starter achter
hen proberen te intimideren. Daar moet je tegen
kunnen. Maar het is een hele opgave om een toer
nooi goed te schieten".
Inschieten
Voordat de wedstrijden beginnen, heeft Mulder
ook geen contact met de deelnemers. „Ik ben
niet zo geïnteresseerd in persoonlijk contact.
Bovendien vind ik het niet juist, want de
schaatsers zijn vlak voor de wedstrijd altijd
erg gespannen. Wat ik wel doe, is vrijdaga
vonds inschieten met de liefhebbers, die met
mij het starten willen oefenen".
De heer Mulder heeft, behalve de Olympische Spe
len, alle belangrijke toernooien geschoten. Men zou
kunnen veronderstellen dat de heel grote wedstrij
den, zoals bijvoorbeeld de wereldkampioenschap
pen, zijn voorkeur hebben. Maar dat blijkt beslist
niet het geval te zijn. „Voor mij zijn alle toernooien
even belangrijk. Ik wil beslist geen onderscheid
maken, want dan ben je volgens mij verkeerd be
zig. Voor mij zijn de wedstrijden om de IJsselcup
even belangrijk als de wereldkampioenschappen".
„Mijn fijnste toernooi waren de wereldkampioen
schappen voor junioren in Grenoble, ondanks de
slechte organisatie. Wij moesten bijvoorbeeld zelf
met een potje Oostindische inkt de start- en finish-
In het verleden is wel eens de suggestie gedaan,
onder anderen door Ard Schenk, de strijd om
de wereldtitel niet in één toernooi te laten be
slissen, maar over een aantal wedstrijden op
verschillende banen, een soort Grand Prix-sy-
steem.
De heer Mulder is daar wel een voorstander van.
„Ik vind het een goed idee. Het is een juister sy
steem, want het geeft een veel beter overzicht. Als
een schaatser met het huidige systeem ten val
komt, is het toernooi voor hem afgelopen. Dat
hoeft bij het Grand Prix-systeem niet het geval te
zijn. Een serie wedstrijden vind ik beter dan de
huidige wereldkampioenschappen, die veel meer
momentopnamen zijn. Men heeft wel een poging
gedaan door een wereldbeker in te stellen, maar
daar is het bij gebleven".
Hij vindt het niet juist dat een schaatser, die aan de
juniorenkampioenschappen deelneemt, ook nog
eens bij de senioren kan uitkomen. „Ik vind dat je
een ieder in zijn eigen groep moet laten, óf het één
óf het ander dus. Zo vind ik ook dat de pur sang-
sprinters niet in een wedstrijd voor allroundere
thuishoren. Iedereen moet naar mijn mening zijn
eigen toernooi hebben: junioren, sprinters en seni
oren".