Van de regen in de drup, ofwel: je bent je leven niet meer zeker... Het kruitschip ontploft Schoolbegeleidings dienst bij 290 kinderen ingeschakeld HOE EEN MUSEUM AAN Z'N SPULLEN KOMT; ROELOF MUNNEKE GETUIGT ERVAN Frans bezoek aan Rijnland 'a STAD/REGIO LEIDSE COURANT DONDERDAG 6 DECEMBER 1979 PAGINA 5 'Op mijn omwegen door stad en land kóm ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het ndmmer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar' toéstel 18 vragen. Faizabad, inderdaad, daar in het uiterste noordoosten van Afghanistan (je vraagt je op het ogenblik af, na al die „regerings" - bombardementen, of die plaats nog wel bestaat), komen we drs. Roelof J. Munneke en zijn vrouw Mieke weer tegen. Vorige week hadden we deze conservator Islamitisch cultuurgebied en Afrika" van het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden - waar zoals bekend begin volgende maand die grote Noord - Afghaanse bazaar - tentoonstelling wordt geopend - achtergelaten bij het in kaart brengen van de bazaar van Aqcha. Helemaal in de wolken en redelijk droog nog was hij daar, maar er viel meer te doen op die verzamelreis. Uit zijn reisbrieven vandaag weer zo'n episode vol wederwaardigheden. Museumdirecteur prof. dr. Pott moet er, tijdens een stil uurtje, van gesmuld hebben. Wat ons betreft doet het goed te weten, langs welke boeiende wegen musea als het fameuze „Volkenkunde" aan hun authentieke schatten weten le komen. Allicht, dat je staande voor een vitrine of groep al gauw denkt: o, dat hebben ze „gewoon" even ergens gekocht. Roelof Munneke heeft ons de ogen geopend. En een weer dat het was, daar in Faizabad. Niet mooi meer. Er was geen rivier eerst te bekennen, maar al gauw sprong Roelof van steen op steen over een woest stroompje, terwiil om de haverklap met dof geweld rotsblokken van de berghellingen naar beneden rolden: „het landschap is veranderd in een groot grauw geheel en de lemen daken van de huizen zijn vele tinten donkerder geworden. Alles is doordrenkt met water. Overal is het kil, koud". Daar zat Munneke nu, rillend en zich in de val gelokt voelend. In Kunduz, meer naar het westen, was het heel wat beter geweest. Maar Munneke wilde nu eenmaal naar Faizabad, via de weg alleen te bereiken met terreinvoertuigen; reisduur bijna 14 uur. Dan maar met het vliegtuigje van de binnenlandse luchtlijnen. „De vlucht was erg de moeite waard. We vlogen met een Canadese Twin - Otter, op zowat 3000 m. hoogte. Nu en dan lag de aarde diep beneden ons, maar tijdens een belangrijk gedeelte van de vlucht scheerden we op slechts een paar honderd meter over het bergachtige terrein. Het was erg instructief om zo van boven de talloze dorpen en gehuchten te zien liggen. Als je ziet hoe klein ze zijn en hoe afgelegen soms, wordt nog eens extra duidelijk, hoe belangrijk bazaardagen voor een groot deel van de Afghaanse bevolking moeten zijn. Een groot deel van de contacten van de plattelandsbevolking loopt via de bazaar en in de voor vrijwel honderd procent agrarische dorpsgemeenschap moet bovendien bijna elk ambachtsprodukt uit de ..stad" worden betrokken". Na de vrij korte vlucht verliep de landing in Faizabad vlekkeloos. De landingsbaan was een verharde grasmat. Munneke vertelt: „Na een kwartiertje wachten arriveerde een busje met passagiers voor de terugreis. Een soldaat met een geweer op de rug gebaarde ons dat we van het vliegtuig weg moesten gaan, alsof we het toestel op het laatste nippertje nog zouden willen opblazen. Even later kwamen we in contact met een Deens echtpaar dat vertelde dat ze als gevolg van het slechte weer zes dagen in Faizabad hadden moeten blijven. We hadden bijna weer direct terug willen gaan naar Kunduz. Het begon opnieuw te regenen, de hele dag verder en de hele volgende nacht. En ik had me er nog zo op verheugd een theepottenreparateur, die voor zijn werkplaats bezig was, te kunnen fotograferen, maar die kans was vrijwel meteen verkeken, 's Middags hebben we nog een tochtje door de bazaar gemaakt, maar na korte tijd hebben we ons, verregend, in een theehuis teruggetrokken, waar we ons bij gedroogd". De Munneke's troffen het niet erg daar. Eeri paar uurtjes droog en dan weer die regen toestand. Even hoopten ze, dat de landingsbaan wat zou opdrogen. Want wilden ze terug, moest er wel eerst een vliegtuig komen om hen op te halen. Ze wilden er echter niet op blijven wachten en reserveerden twee plaatsen in de vrachtwagen/bus naar Kunduz. Maar het vooruitzicht van de busrit was allesbehalve aantrekkelijk: „de bus die vandaag uit Kunduz is gearriveerd blijkt namelijk drie dagen nodig te hebben gehad voor het traject van 200 kilometer Daarbij is de weg niet alleen erg slecht, hij is ook allesbehalve ongevaarlijk. Langs de rivier Kokcha rijd je plaatselijk over zeer steile stukken, vlak boven de bruisende rivier. „Optimisten" vertellen er dan nog bij, dat er af en toe een auto naar beneden stort..." Ze zijn toch over de weg gegaan, Roelof en Mieke. Een rit van 's morgens 8 tot 's avonds 11 uur en niet zonder strubbelingen. Met een Russisch terreinvoertuig met vierwielaandrijving. Opeens was daar een salarisconflict tussen de eigenaar van de jeep en de chauffeur. „De laatste weigerde te vertrekken als hij geen hoger loon zou krijgen en daar stonden we dan weer De bus was vertrokken en de jeepchauffeur even later ontslagen. Er was evenwel nog een tweede Russische jeep en daarin kregen we na een aantal vieren en vijven tenslotte een plaatsje: voorin naast de chauffeur. Op zo'n moment blijkt trouwens ook weer de betekenis van de Afghaanse gastvrijheid: er is een jeep uitgevallen, er zijn dus te veel passagiers en na heel wat heen en weer praten blijken de twee buitenlandse gasten dan ineens de beste plaatsen te hebben in het vervangende voertuig dat overigens ook al was volgeboekt". De toestand van de weg was abominabel. Over een groot deel van de weg waren 30 cm diepe wielsporen uitgebaggerd en men kwam vaak slechts stapvoets vooruit. Soms moesten alle passagiers uitstappen (als zelfs de vierwielaandrijving de wagen in de steek liet) en een stukje lopen om de jeep lichter te maken; „alleen wij mochten blijven zitten en die voorkeursbehandeling hebben we ons maar laten aanleunen. Een pikant detail bij deze trip was nog, dat de kleur van de thee, die je in kleine dorpen langs de rivier geserveerd kreeg, afhankelijk bleek te zijn van de kleur van het water in de rivier; deze keer was onze thee in plaats van bruin transparant beigebruin en ondoorzichtig. Of de thee in deze samenstelling ook nog slaapverwekkend is weet ik niet, maar in elk geval hadden we geen moeite om in te slapen toen we tenslotte om half twaalf in Kunduz in ons hotelbed vielen..." Uitgerust stootte Roelof Munneke de volgende ochtend in de bazaar op een verkoper van in kleurendruk uitgevoerde amuletten. Ongemerkt registreerde hij met een mini - recorder een belangrijk deel van de tekst die ter aanprijzing van de „waar" werd uitgesproken; zegenende zinsneden die werden geuit als een formulier werd opgevouwen. „Het was echter wel duidelijk, dat ik er niet in zou slagen zelf een exemplaar van dit amulet te bemachtigen. Ik moest het via een vriend zien te doen. Iets verderop was een tweede amuletverkoper bezig die bovendien een zalf verkocht die gebaseerd zou zijn op slangevet en die lijders aan tal van kwalen zou kunnen genezen (om de pretenties kracht bij te zetten hebben deze genezers steeds, in een kistje, naast een levende reuzenslang een afgestroopte slangehuid bij zich). Enfin, via de vriend kreeg ik in totaal drie amuletformulieren te pakken en bovendien nog een flesje met slangevet. Erg benieuwd wat een analysering in Nederland zal opleveren Oneerbiedig gezegd doet net flesje slangevet mij het meest denken aan ingedikte ranja.." Hoe dan ook, met deze aanwinsten is weer een deel van de bazaartentoonstelling een stukje dichter bij de verwerkelijking gekomen. Roelof Munneke versaagde niet en trok met de eigen auto verder; naar Pakistan ditmaal. Je kon er op een parkeerplaats slapen, of in riante bungalow op een zeer hoog punt. Daar, in die „luxe", scoorden de Munneke's de goedkoopste overnachting van deze reis: een gulden en een kwartje, met z'n tweeën. „De thee, de volgende ochtend, was daarentegen nogal prijzig: een rijksdaalder. Maar de opbrengst daarvan werd dan ook geacht te vloeien in de zak van de plaatselijke „political agent", de chawkidar. We hebben de prijs zelf maar gehalveerd en als toegift daarop 's mans familie een lift verschaft naar de eerstvolgende plaats". „Ons bezoek aan het gebied van Noord - Af- ghaans thee huis; je kunt je er ook nog een beetje warmen ala je doorweekt bent. Swat, in het noorden van Pakistan, was erg waardevol. Qua natuurschoon is het al een bezoek waard, hoewel erg roekeloos wordt omgesprongen met de bomen die vroeger de hele vallei bedekten en waarvan nu nog slechts een fractie over is. Officieel mag er niet gekapt worden, maar 's nachts gaat men aan de slag en worden de stammen weggehaald, normaal langs de controlepunten die door het bosbeheer zijn ingesteld om illegale transporten tegen te gaan. Jawel. De controleurs krijgen gewoon hun aandeel in de winst- Maar goed, we hebben er ook voor de collectie gewerkt en een hockeystick - achtige stok verworven waarmee mais wordt gedorst. De stok wordt daarbij gehanteerd als een soort vlegel, een werk van 14 mannen tegelijk, in twee rijen gegroepeerd, vergezeld van een soort gezang ter ondersteuning van de zware arbeid Het gezang hebben we geregistreerd en de bewegingen vastgelegd met de motor - camera". Munneke stak ook de Swat - rivier over „door middel van een stuk of acht opgeblazen geitehuiden die als drijvers fungeerden, met daar bovenop een houten raamwerk waarop de passagiers een plaatsje konden zoeken en waaraan twee roeispanen ter besturing waren bevestigd. Ik kende dit alleen van oude foto's; nooit verwacht er ooit nog zelf getuige van te zijn Toen in één ruk door naar Lahore, de Indiase kant uit, over een weg waarop een deel van de buschauffeurs werkelijk „als idioten rijdt. Als we nu, op dit moment, nog iemand op de weg tegenkomen die rare fratsen uithaalt, schelden we hem zelfs nog uit voor Pakistani Het inhalen vooral gebeurt op een totaal onverantwoorde manier. Als iemand wil inhalen, dóet hij dat, ook als het niet kan. In het laatste geval worden dan de koplampen ingeschakeld en dat betekent zoveel als: maak dat je weg komt want ik rij door. Het komt regelmatig voor, dat de tegenligger op zo'n voorstel niet voldoende snel reageert en dan staat er de volgende dag weer een klein berichtje in de „Pakistan Times". Met name het aantal buswrakken langs de weg was opvallend. Bij het linkshoudende verkeer is de plaats in een bus die nog het meest safe is links midden of achterin.." Roelof Munneke heeft dit Pakistaanse geweld overleefd. Anders had hij geen reisbrieven meer kunnen schrijven. We houden nog even vol en zijn benieuwd, wat hij ons de volgende keer - op weg naar de tentoonstelling, uiteindelijk - te vertellen heeft. LEIDEN In totaal zestien vertegenwoordigers van Franse bladen, radio en tele visie hebben in de afgelopen weken een bezoek gebracht aan het hoogheemraadschap van Rijnland. Zij lieten zich voorlichten over de gevol gen van zoutlozingen in de Rijn voor de vezilting van het oppervlaktewater in westelijk Nederland. Door daartoe door het hoog heemraadschap uitgenodigde tuinbouwexperts werd de ver- zilting van het Rijnwater in woord en beeld aangetoond Bij zoutgevoelige gewassen kan de schade in kwaliteit en kwantiteit aanzienlijk zijn. En kele groepen bezochten behal ve het Rijnlandshuis ook het centraal laboratorium van het hoogheemraadschap, een boe zemgemaal van Rijnland en een zuiveringsinrichting, ter wijl voorts eveneens bezoeken werden gebracht aan het proefstation voor de boomk wekerijen in Boskoop. Brand verwoest restaurant 'De Zwaan' KATWIJK Een brand heeft vanmorgen voor 300.000 gulden schade aange richt in het restaurant 'De Zwaan' aan de Boulevard te Katwijk. Persoonlijke onge lukken hebben zich niet voorgedaan. De brand is ver moedelijk ontstaan door kortsluiting in de keuken. De brand werd vanmorgen om kwart over zes ontdekt door personeelslid in het beneden gedeelte van het resaturant De schade is voornamelijk toe gebracht door de grote rook ontwikkeling. De rook tastte ondermeer het opgeslagen voedsel voor de kerstdagen aan. De Katwijkse brandweer was om acht uur de brand meester. Bij de brand liet een Ierse setter het leven. De hond werd door de rook bedwelmd. ADVERTENTIE TIP VAN HET REISBURO Ter: Met het verglijden van de achttiende eeuw verliep ook het getij voor de ka tholieken in de Republiek der Verenig de Provinciën. Men werd toleranter en de magistraten minder veeleisend. Zo kon het gebeuren, dat de nu verwoeste Rosaliakerk in Rotterdam in het laatste kwart van de achttiende eeuw als kerk "j gebouwd kon worden op de plek waar woordien in drie panden de gelijknami ge schuilkerk had gestaan. Formeel was het een schuilkerk, want vanaf de straat was het gebouw niet als kerk herkenbaar. Om ons daar een voorstel- n ^në van te maken, mag ik wijzen op de Doopsgezinde kerk aan de Pieterskerk- straat. Vanaf de straat is het een statig huis, maar qua uiterlijk beslist geen kerk. Doopsgezinden vielen namelijk ook onder het schuilkerkgebod. In 1795 is de Republiek in Franse han- D'6 den, het oude regentenbewind omver worpen en de leuze Vrijheid, gelijk- 'id, broederschap maatstaf voor de nieuwe orde. De tweederangs positie van de katholieken is voltooid verleden ;lei( tijd. Voortaan kunnen ook zij hun ube kerkgebouwen aan de opanbare weg timmeren. Een voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld de Willibrorduskerk (de Duif) aan de Prinsengracht. Spoedig tullen er meer volgen in de Bataafse Republiek. In 1796 wordt de staatskerk afgeschaft en in de staatsregeling wordt opgeno men, dat alle Hervormde kerken in handen van het plaatselijk bestuur moeten komen en dat binnen zes maanden na afkondiging van de rege ling bepaald moet worden welk kerk genootschap de meeste leden heeft, zo dat de grootste kerk aan die groepe ring, een kleinere aan een kleinere groepering etc. kan worden toebedeeld. Inderdaad worden er in die periode enige kerken aan katholieken terugge geven, maar ook toen wist men hoe makkelijk het is om ambtelijke molens erg traag te laten draaien. Wanneer in 1801 een nieuwe staatsregeling kracht van wet krijgt, wordt de status quo ge normaliseerd en blijft het grootste deel van de middeleeuwse kerken nog in protestantse handen. Wanneer de op 5 juni 1806 door Napo leon tot koning van Holland gebombar deerde Lodewijk Napoleon nog geen jaar in ons land is, ontploft in Leiden het kruitschip op 12 januari 1807. Een schip, dat tot 's middags twaalf uur aan de Kwaak heeft gelegen, is in de loop van de middag de stad ingevaren en heeft afgemeerd aan het Steenschuur. Het is Koppermaandag en dat is een soort Bankholiday voor de arbeiders. Vergelijk het 3 oktober als u wilt. „Ze kere feesttijd voor den ambagtsman, bij welke gelegenheid zich dan vele in den drank te buiten gaan", lezen we in een beschrijving van de gebeurtenissen. De twee schippersknechts hebben een neu tje extra ingenomen in een horecabe- drijfje aan de Raamsteeg. Een beetje wankel op de benen zijn ze aan boord teruggekeerd, hebben vuur gemaakt om daarna een verkeerde lont te ont steken. Een ooggetuige vertelt, „dat hij eerst een schitterend licht gewaar werd; een seconde daarna zag hij eene witte wolk.nauwelijks zag hij zulks of hij hoorde een doffe slag, vergezeld van dreuning". De Leydsche Courant weet op 15 januari te melden, dat „een- slags de Hemel als in vollen vlam stond en gelijktijdig van zulk een verbazen- den slag wierd gevolgd, dat men niet alleen in Den Haag en Delft, maar ook te Gouda. Zwammerdam. Rotterdam, ja zelfs te Amsterdam, omtrent 10 uurerj (reizen) in de rondte den slag heeft ge hoord en in het denkbeeld was, dat er eene Aardbeeving was geschied". Grote delen van de stad lagen in puin en in veel huizen brak brand uit, „welke in weerwil van alle betoonde werkzaam heid niet voor den volgenden ogtend om 6 uuren geheel en al was geblust, zijnde het weêr allerongunstigst en de wind vrij sterk". De klap zorgde er voor, dat het grachtwater met grote kracht over de in ruïne veranderde huizen werd gegooid, waardoor waar schijnlijk veel brandhaarden in één klap werden gesmoord. Een heel stadsstuk tussen Zonneveld straat, Nieuwsteeg, Doezastraat, Raam steeg, Garenmarkl en de achtererven van huizen aan de Breestraat was weg gevaagd. Iemand schreef in zijn dag boek: Wonderlijk was het met de to ren van de zaaihal, want van ondere en in de ronte was alles stuk en lag omver, maar de tooren was blijve staan Nog dezelfde avond om tien uur kwam de koning persoonlijk kijken wat er ge beurd was. Hij stelde architect Jan Giu- dici aan tot directeur-generaal van het getroffen gebied, die daarbij werd be last „met het opnemen der schade, het maken van bestekken voor en de aan besteding van de nodige herstellingen Deze taak werd uitgevoerd in samen werking met de onafhankelijk van deze opdracht aangestelde plaatselijke commissie, die door de gemeenteraad en de koninklijke commissaris werd gevormd. Daarnaast werd alle mogelij ke hulp toegezegd. Ambachtslieden uit omliggende plaatsen gaan naar Leiden om „op ordre van Zijne Majesteit" de werkbazen te helpen. Noodzakelijk ma teriaal wordt door andere steden gele verd en men eet brood, dat in Den Haag wordt gebakken. Voorlopig wordt honderdduizend gulden uit de Rijkskas ter beschikking gesteld voor het her stel. Men besluit om een collecte door het hele land te houden. Een wat pessi mistisch schrijver vraagt echter „welke uitslag kan die hebben in een Land dat reeds zoo veele Jaar en zucht onder den last van een vernielend Oorlog, en dat van handel en welvaard beroofd is?". De Koning belooft ook nieuwbouw voor het verwoeste stadsdeel. Hij keek daarbij verder dan het moment van die tijd. Het denkbeeld moet toen bij hem opgekomen zijn om hier één van zijn grootse plannen op bouwkundig gebied te kunnen verwezenlijken. LEIDEN Pedagogen, een psycholoog en schoolmaatschappelijk werksters van de schoo ladviesdienst Leiden hebben het afgelopen jaar 290 schoolgaande kinderen onderzocht en begeleid nadat hiervoor vanuit de school en door ouders was verzocht. In 101 gevallen werd gead viseerd om het kind op een school voor buiten gewoon onderwijs te plaatsen. In 18 gevallen is dit advies van de schoolbegeleidings niet opgevolgd. De meeste onderzoeken hadden plaats in het gebouw van de schooladvies dienst of op de school en 22 kinderen werden op advies van de schoolad viesdienst onderzocht op het orthopedagogisch in stituut van de Rijksuni versiteit. Dit is te lezen in het jaarver slag 1978-79 van de Schoolad viesdienst Leiden. In het ka der van deze pedagogische en psychologische aktiviteiten van de dienst werden uit alle wijken in Leiden en Oegst- geest 201 jongens onderzocht en 89 meisjes. Hiervan kwa men 67 kinderen van de kleu terschool, 172 van de eerste drie klassen van de lagere school, 42 van de klassen 4, 5 en 6 en 9 kinderen die het bui tengewoon onderwijs volgden. In 101 gevallen werd de schoo ladviesdienst ingeschakeld vanwege leermoeilijkheden. In slechts 32 gevallen werd ad vies gevraagd in verband met gedragsmoeilijkheden. De grootste aanmelder van 'pro bleemgevallen' was de school. Zij schakelde in 181 gevallen de hulp van de dienst in. In 18 gevallen deden dit de ouders of de ouders samen met de school. Voor 113 kinderen werd een uitgebreid pedago gisch/psychologisch en didac tisch onderzoek gehouden. In 65 gevallen kregen de leer krachten didactische adviezen en 52 ouders werd verzocht contacht op te nemen met het Medisch Opvoedkundig Bu reau, Bureau voor Maatschap pelijk werk en de Rijksuniver siteit in Leiden. Van de 101 kinderen die geadviseerd wer den het buitengewoon onder wijs te volgen werd in 47 ge vallen de LOM-school (school voor leer- en opvoedingsmoe- lijkheden) geadviseerd, voor 12 de ZMDK (voor zeer moei lijk opvoedbare kinderen), 13 de MLK (voor moeilijk leren de kinderen), 6 kinderen de LBS ,'Leidse buitenschool voor ziekelijke kinderen) en 23 werden geadviseerd naar de P.I. (school verbonden aan het Pedagogisch Instituut) te gaan. De verwijzing naar het buiten gewoon onderwijs geschiedde steeds op grond van de over weging dat de opvang van het kind te hoge eisen stelde aan het gewoon lager onderwijs. Behalve deze verwijzingsad viezen werden ook kinderen begeleid. Dit om een inzicht te krijgen in de opvoedingssitua tie thuis, de relatie ouder/leer kracht of een combinatie van beide Om aan te sluiten op de eigenlijke vragen en behoeften van het kind, hadden deze contacten veelal tot doel de opvoeding door ouders en leerkracht op elkaar af te stemmen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 5