Zware aanval op Kissinger
wegens rol in sjah-affaire
86%
Westland/Utrecht Hypotheekbank
Pandbriefbiljetten
Pandbriefbiljetten
Spaarpandbiljetten
Ernstige
waarschuwing
van Carter
SPANNING IN VS GROEIT MET DE DAG
lUITENLAND Le'iDSE COURANT donderdag 29 november 1979 pagina 11
Eei
Verkrijgbaar bij: kantoren van Westland/Utrecht Hypotheekbank. Uw assurantieadviseur of makelaar
Leiden, Botermarkt 28/hoek 't Gangetje, 071-13 26 45
van de vrouwelijke bezetters
Amerikaanse ambassade tij
dens een toespraak tot de dagelijks
rond de ambassade samenge
stroomde Iraniërs.
WASHINGTON Behalve wat
gebruikelijke retorica over de
kracht van de Verenigde Staten
waren Carter's opmerkingen voor
de televisie over het algemeen so
ber en helder. Hij maakte, duide
lijk, dat hij zich volledig wil in
zetten voor een vreedzame oplos
sing van de kwestie zonder ande
re mogelijkheden uit te sluiten.
Carter noemde immers de om
standigheden waaronder de gijze
laars worden vastgehouden „on
menselijk en onterend".
Carter waarschuwde Iran voor „ernsti
ge gevolgen" als de Amerikaanse gijze
laars in de ambassade in Teheran iets
wordt aangedaan, en onderstreepte dat
„wij de veiligheid, de eer en de vrijheid
k van Amerikanen in de hele wereld zul-
H len blijven verdedigen". Militaire des-
J kundigen wezen erop dat de 19 Ameri-
J kaanse schepen die rond Iran zijn sa-
mengetrokken de belangrijkste Ameri
kaanse vlootconcentratie sinds de
Tweede Wereldoorlog vormen.
Carter zei ook de volle verantwoorde
lijkheid op zich te nemen voor toela
ting van de sjah in de Verenigde Staten
.om het leven van de man te redden".
Op een vraag over „de tanende mach-
len van de Verenigde Staten" liet Car
er weten, dat zijn land niet de bedoe
ling heeft de wereld te domineren. En
en aanzien van ,aan het adres van de
ijah geuite beschuldigingen zei Carter
:elfs naar geen enkele Iraanse eis te
willen luisteren, zolang de gijzelaars
tiet zijn bevrijd. „We zullen nooit bui
en voor chantage", aldus Carter. Hij
ei voorts geen druk te willen uitoefe-
ten op de sjah om zo snel mogelijk te
'ertrekken. „De beslissing om te ver
strekken is aan de sjah zelf", aldus de
iresident. Het vertrek van de sjah
verd gisteren in de Verenigde Staten
■innen tien dagen verwacht.
Vashington houdt ook vast aan de
'oorgenomen bijeenkomst van de Vei-
igheidsraad op zaterdag. Als de om-
tandheden daartoe aanleiding geven,
kan de raad eventueel ook eerder bij
eenkomen. in welk geval in een forme-
e resolutie Iran verantwoordelijk ge
teld zou kunnen worden voor het
ichenden van het internationaal recht.
5e. regeringswijziging in Iran bevestigt
'Olgens Washington dat de werkelijke
nacht in Iran volledig in handen is
'an de ayatollah Khomeiny en diens
inmlddellijke omgeving. De Iraanse
eken-politici hebben slechts een zeer
malle marge voor eigen actie. Kenne-
ijk is de gisteren afgezette Bani-Sadr,
lie overigens minister van economi-
whe zaken en financiën blijft, te ver
tegaan met zijn toezegging dat hij de
lijeenkomst van de Veiligheidsraad
Al bijwonen. Deze aankondiging werd
terk aangevochten door de bezetters
'an de Amerikaanse ambassade,
'ijn opvolger Qotbzadeh is behalve
ïoofd van de Iraanse radio en televisie
»k lid van de revolutionaire raad. Hij
[eldt als vertegenwoordiger van de
larde lijn. Hij heeft tijdens het sjah-be
vind twintig jaar in het buitenland
'ertoefd, en keerde in het gezelschap
'an Khomeiny naar Iran terug. Sinds-
'ien hebben de Iraanse radio en televi-
|ie zich onder zijn leiding sterk anti-
Amerikaans opgesteld.
(Van onze correspondent
DICK TOET)
WASHINGTON Henry
Kissinger is in grote mate
verantwoordelijk voor de
machtswisseling in Iran.
Dat schreef George W. Ball,
een oudere gezaghebbende
Amerikaanse diplomaat, in
februari van dit jaar in het
weekblad The Economist.
Ball was onder-minister
van buitenlandse zaken
onder de presidenten
Kennedy en Johnson. Bijna
een jaar geleden werd hij
door president Carter
aangesteld als speciale
adviseur in de kwestie-Iran.
Aan de opmerkingen van Ball werd in de
Verenigde Staten nauwelijks aandacht
besteed. De meeste Amerikaanse
commentatoren hadden hun zondebok
allang gevonden. President Carters
zwakke en wijfelende leiding stonden aan
de basis van de omwenteling in Iran.
Vooral van republikeinse zijde werden
vele vingers opgeheven met de boodschap,
dat Amerika zonder een krachtige leider
nog veel meer ellende te wachten stond.
In dat koor zong Kissinger een steeds
luider wordend deuntje mee.
In de loop van het jaar is Kissinger zich
meer en meer gaan ontpoppen als de
schaduwminister van buitenlandse zaken.
Zijn prestige in de Verenigde Staten is
nog steeds opmerkelijk groot. Na de
publikatie van zijn boek „The White
House Years", dat overigens beter „Ik,
Henry Kissinger" had kunnen heten,
vroegen vele politieke waarnemers zich af
of er nog wel een republikeinse
presidentskandidaat zou zijn, die indien
geroepen tot het hoogste ambt met goed
fatsoen Kissinger zou kunnen passeren als
zijn minister van buitenlandse zaken.
Kissinger kon zich zelf weer zonder
problemen opwerpen als de grote
pleitbezorger van de toelating van de sjah
in de Verenigde Staten.
De geheide politicus Kissinger leek na
Vietnam en Watergate opnieuw
ongeschonden uit een crisissituatie,
waarin hij betrokken was, tevoorschijn te
komen. Over de toelating van de sjah die,
ook al was, dat om medische redenen, de
bezetting van de Amerikaanse ambassade
De dagelijkse demonstraties voor de
Amerikaanse ambassade laten
steeds nieuwe afbeeldingen zien van
een oorlogszuchtige Uncle Sam en
een heilige Khomeiny.
Voor het eerst zijn krijgshaftig uitziende demonstranten rond de ambassade uitgerust met sikkels, de Iraanse
symbolen van de dood.
in Teheran tot gevolg had, hield Kissinger
zich aanvankelijk erg rustig. Maar zwijgen
is niet Kissingers sterkste punt en vorige
week vatte hij de draad weer op. Nog wel
in bedekte termen, maar toch duidelijk
genoeg, liet hij weten dat alle ellende toch
echt begonnen was door het feit, dat
Carter er niet in was geslaagd de sjah in
het zadel te houden.
Stap te ver
Kissinger lijkt nu echter duidelijk een
stap te ver te zijn gegaan. De media keren
zich plotseling sterk tegen de man, die
ooit ter onderscheiding van zijn baas
president Nixon „president van de rest
van de wereld" werd genoemd. „The
Boston Globe" schreef dat Kissinger
enorme druk zou hebben uitgeoefend op
Carter om de sjah toe te laten. Kissinger
zou ondermeer hebben gedreigd Carter
volledig verantwoordelijk te zullen stellen
als de zieke sjah buiten de Verenigde
Staten zou overlijden, aldus legde de
krant uit Boston een hoge ambtenaar van
buitenlandse zaken in de mond. En
„Wallstreet Journal" liet weten dat
Kissinger zou hebben gedreigd zich tegen
het tyeede SALT-verdrag te zullen
uitspreken als Carter de sjah niet zou
toelaten.
Het is tekenend voor Kissingers gezag, dat
het Witte Huis zoveel waarde hecht aan
zijn mening over SALT. Tot nu toe heeft
Kissinger SALT slechts van een zeer
voorwaardelijk „ja" voorzien en in ieder
geval tot voor kort meenden Carters
adviseurs, dat een volmondig ja" van de
oud-minister wel eens van
doorslaggevende betekenis zou kunnen
zijn voor het welslagen van het komende
SALT-debat.
Maar het tij voor Kissinger lijkt definitief
gekeerd. De Amerikaanse pers is 'vrijwel
unaniem over hem heengevallen. En
George W. Ball kreeg nu wel de volle
aandacht, toen hij afgelopen zondag in een
tv-interview de hele gijzelingsaffaire
ophing aan „de^aanstootgevende druk"
die Kissinger zou hebben uitgeoefend om
toelating van de sjah in de Verenigde
Staten te verkrijgen.
Wapenaankopen
Toch bleef wat Ball in februari j.l. al zei in
feite veel interesaanter: „Nixon en
Kissinger moedigden de sjah aan
buitensporig veel dure, moderne wapens
te kopen. Deze zware last had niet alleen
een financiële aderlating tot gevolg, die
leidde tot beperking van de ontwikkeling
en de daaruit voortvloeiende
werkloosheid en ontevredenheid, maar
voerde de sjah ook tot een
grootheidswaan, die hem afsneed van
iedere contact met de werkelijkheid en
het Iraanse volk", aldus Ball in zijn
toenmalige analyse.
Vanaf 1953, toen de Amerikaanse CIA de
sjah terughielp op de „Pauwentroon", tot
1971 verkochten de Amerikanen voor
slechts 1,2 miljard dollar aan wapens aan
Iran. Alleen echter al onder het bewind
van Nixon werd voor meer dan 20 miljard
dollar gekocht. De belangen van de
Verenigde Staten bij een stabiel Iran zijn
van het begin af aan duidelijk geweest.
Iran levert veel olie, heeft een ruim 2500
km. lange grens met de Sovjet-Unie en
ligt zeer strategisch ten opzichte van het
water dat van groot belang is voor de
Westerse olievoorziening: de Perzische
Golf. Dat de sjah een waar schrikbewind
voerde, dat zijn 30.000 man sterke
geheime politie (SAVAK) de vergelijking
met de meest afschuwelijke
terreurorganisaties uit de geschiedenis
glansrijk kon doorstaan en dat de sjah
onmetelijk rijk was en het gros van zijn
onderdanen straatarm, is nooit een
geheim geweest, ook niet in de Verenigde
Staten. Het trieste beeld werd alleen
opgelicht door zaken als een stijging van
het inkomen per hoofd van de bevolking
van 176 dollar in 1960 tot bijna 2000 dollar
in 1976 (waarbij de inflatie overigens soms
wel 50 procent per jaar bedroeg), een
sterke terugdringing van het
analfabetisme en kille economische
groeicijfers, die op „Japans" niveau lagen.
Maar wat in de Verenigde Staten altijd
het zwaarst heeft gewogen was de vrees
voor het alternatief. Een wankel regiem
in Iran zou in de Amerikaanse visie
onherroepelijk ten prooi vallen aan het
communisme. Meer dan wat ook heeft de
angst voor het communisme de naoorlogse
Amerikaanse buitenlandse politiek
beheerst. De vergroting van de
invloedssfeer van de Sovjet-Unie na de
Tweede Wereldoorlog leidde tot
frustraties, waarin de „communistenjacht"
van McCarthy kon gedijen, de
omwenteling in Cuba in 1959 leidde ertoe
dat illustere dictators als Somoza,
Pinochet en de sjah door veel
Amerikanen worden beschouwd als de
enige waarborg tegen uitbreiding van de
communistische invloedsfeer.
Slechts zeer langzaam begint bij meer en
meer Amerikanen het besef te groeien dat
juist door het meewerken aan het in stand
houden van dergelijke regimes de beste
voedingsbodem voor zeer radicale rukken
naar links wordt gelegd. President Carter
is de eerste Amerikaanse president, die op
dit terrein enige pogingen tot
koerswijziging heeft ondernomen, zij het
tot nu toe met weinig succes. De
frustraties zitten dan ook zo diep, dat in
feite alles wat links staat van senator
George McGovern die in 1972 een
vergeefse poging deed Nixon te verslaan
door veel Amerikanen al aardig dicht
bij het communisme komt.
Economisch gezien blijkt de macht van
regeringen bovendien uiterst beperkt. Zo
heeft de Amerikaanse regering besloten
geen wapens meer te leveren aan Chili.
Maar Amerikaanse banken lenen de
regering-Pinochet inmiddels grote
sommen, waarmee elders gemakkelijk in
de wapenbehoefte kan worden voorzien.
Degenen, die economisch het meest van
de Amerikaanse banden met Iran hebben
geprofiteerd, zijn de grote
oliemaatschappijen en de
wapenfabrikanten. De Amerikaanse
bevolking als geheel is er niet beter van
geworden.
Het Iran van de sjah is vaak „satelliet van
de Verenigde Staten" en ook wel de
„51ste staat van de Verenigde Staten"
genoemd. Toch is het beeld van de sjah als
„marionet van de Verenigde Staten" een
fabeltje. De sjah heeft veel en veel meer
van de Verenigde Staten geprofiteerd dan
andersom. Hij ging zijn eigen weg in
onderhandelingen met de Russen, aan wie
hij ondermeer grote hoeveelheden
aardgas leverde, en het was de sjah die in
1973 een belangrijke kracht was achter de
revolutionaire opdrijving van de
olieprijzen.
Het is niet vreemd, dat naast Kissinger de
belangrijkste pleitbezorger voor het
verlenen van asyl aan de sjah de directeur
van een van de grootste Amerikaanse
banken was. David Rockefeller, president
van de Chase Manhattan Bank, is „de
bankier" van de sjah en Kissinger is
adviseur van dezelfde bank. Vandaar dat
in de Amerikaanse pers dan ook openlijk
gesproken wordt over de
„Kissinger-Connection".
Inmiddels mag president Carter zich voor
het eerst in zijn presidentschap verheugen
in de bijna unanieme steun van de
Amerikaanse bevolking. De Amerikanen
hebben tot nu toe een opmerkelijke
zelfbeheersing aan de dag gelegd. Op
enkele kleine incidenten na zijn vóór de
gijzeling demonstrerende Iraanse
studenten tot nu toe alleen tegemoet
getreden met verbale en op spandoeken
geschreven kreten met boze gezichten en
gebalde vuisten. De Amerikaanse
emigratiedienst heeft inmiddels de
papieren van ruim 15.000 van de naar
schatting 50.000 Iraanse studenten in de
Verenigde Staten bekeken. Van bijna 1800
bleken de papieren niet in orde, maar er
zijn er tot nu toe slechts drie uitgewezen.
Toch heeft gisteren minister van justitie
Civiletti een beroep op zijn landgenoten
moeten doen geen wraak te nemen op in
de VS verblijvende Iraniërs.
Toch lijkt de spanning onder de
Amerikanen groter te worden. In steeds
meer krantenverslagen uit alle delen van
het land klinken meer militante
opmerkingen door. Ook in de
krantencommentaren zelf worden de
steeds meer overspannen klinkende
beweringen van de ayatollah Khomeiny
en zijn volgelingen scherper beantwoord.
De druk om krachtige tegenmaatregelen
groeit met de dag. Toegegeven wordt, dat
men zich de geweldige haat tegen de sjah
onvoldoende heeft gerealiseerd. Maar
steeds duidelijker wordt ook het gevoelen,
dat Iran de bereidheid van het merendeel
van de Amerikanen om krachtig van zich
af te bijten ernstig onderschat. Veel
waarnemers menen, dat president Carter
op dit moment overweldigende steun zou
krijgen bij zware tegenacties.
Drie populaire duivels in het Iran van
vandaag: Begin, Sadat en Carter.
Nieuwe Rentes!
Pandbriefbiljetten, looptijd 2 jaar.
De rente is ongewijzigd: 8'/% (effectief
rendement 8.75%). In coupures van
f 1.000,- en f 10.000,-. Aan toonder.
Groeit in een vaste looptijd van 2 jaar
naar f 1183,- en f 11.830,-. Rente ingaande
de le of 16e van de maand.
Pandbriefbiljetten, looptijd 5 jaar.
De rente is verhoogd van 9%% naar 97l%
(effectief rendement 9.75%). In coupures
van f 1.000,- en f 10.000,-. Aan toonder.
Groeit in 5 jaar naar resp. f 1592,- en
f 15.920,-. Na twee jaar reeds inwissel
baar tegen rente-aanpassing. Rente
ingaande de le of 16e van de maand.
9Spaarpandbiljetter
van 9.6% naar 9.89
van 5 jaar naar f
Het huidige aank(
Spaarpandbiljetten, looptijd 5 jaar. De rente is verhoogd
van 9.6% naar 9.8%.Groeit in een vaste looptijd
van 5 jaar naar f 1.000,-, resp. f 5.000,-. Aan toonder.
Het huidige aankoopbedrag is f 625,- resp. f 3125,-
(door afronding op f 5,- resp. f 25,-
naar beneden wordt het effec
tief rendement 9.86%). Dagelijks
rente.