Zwarte Piet Alico en de wonder baarlijke pakjes diefstal si Leiders Europese Gemeenschap ;n spiegel voorgehouden buitensteBinnenhofbuitensteBimenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitenstéBinne buitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinne Politiek Partij Parlement g BINNENLAND LEIDSE COURANT ZATERDAG 24 NOVEMBER 1979 PAGINA 9 AIS 1 )e afgelopen Kamer- 'eek stond voor 90 pro ent in het teken van begroting voor On- erwijs en Wetenschap- en. De week van Pais us. Nou ja, ook wel een eetje van zijn beide taatssecretarissen De ong en Her mes en ook 'tsjepietsje van de linst bekende minister an ons land. de heer 'an Trier, die het We- 'nschapsbeleid bestiert, iaar toch vooral de van Pais. P.A.I.S. edantAverechtsIn digent en Scherpzin- ig. Voor intimi: Ar ie. 'oor anderen: Manne- e Pais of gewoon Pias. e kunt trouwens van rie zeggen wat je wilt. laar praten kan-ie. Als rugman. En al zijn de nderwerpen die hij anroert niet altijd even oei end. toch is het een ist om hem te horen )rmuieren. Hij zal nooit letterlijk oplepe len wat zijn ambtenaren voor hem hebben neer geschreven. De ambte lijke teksten hanteert hij slechts als leidraad voor een eigenhandig (of liever eigenmondig) te spinnen betoog. Daarin strooit hij kwis tig met buitenlandse uitdrukkingen, citaten uit boeken, bizarre zegswijzen en vergelij kingen. En dat allemaal met die vanzelfspreken de air van de super-in tellectueel. Het knapste jongetje van de klas. Je moet het weliswaar ho ren en zien om het ten volle te kunnen proe ven. maar hier volgen toch een paar typerende voorbeeldjes van Pais' bijdragen aan het On derwijsdebat. PAIS 2 De Kamer had de mi nister verweten, dat hij te weinig overleg voert met de Onderwijswe reld. Pais daarop: „Ik hoop niet dat u mij mis verstaat als ik nu even de term „papegaaien circuit" invoer. Daaron der versta ik het vol gende: iemand maakt een opmerking en een ander meent dan origi neel te zijn door die op merking te herhalen. Dat echoot dan als een soort menselijke echo put verder. Eén van die elementen uit dat pape gaaiencircuit is, dat de bewindslieden van On derwijs en Wetenschap pen zo weinig overleg plegen Waarna hij ten stelligste ontkende dat er van gebrek aan over leg met de „achterban" sprake is. Telkens in zijn betoog kwam Pais weer terug op de doelstellingen van het onderwijs. Die lie pen als een rode draad door zijn verhaal. De minister wilde dat ook duidelijk maken, maar hij weigrde om politie ke redeen het woord rood tegebruiken. De VVD-k:ur is blauw, dus hetwerd een blau we drad. En zo kon je Pais rgelmatig horen zeggen „Ik kom nu weer een op m 'n blau we d)ad terug", ge volgd'oor zinnetjes als: „Een an de doelstellin gen Mn ons onderwijs is heiopvoeden tot de- mocrtisch staatsbur- gerscap. Education for demcracy dus". Of: ..Hetgaat in het onder wijs niet in de eerste plas om knappe men sen e maken. Een IQ van 148 is echt geen slecel tot zaligheid". En ils iemand dan rea- geede met zoiets als: „Bgrijp ik nou goed da u zus en zo be- dolt?", antwoordde de be'indsman niet met iderdaadof gewoon- we ,Ja", maar met „(est <?a". PAIS 3 De PvdA-fractie had een alternatieve onder wijsbegroting opgesteld. Uiteraard wees Pais die van de hand. Niet al leen om de inhoud maar ook omdat het PvdA-plan veel te veel geld zou kosten. Pais' voorganger Van Keme- nade bracht daar sput terend tegenin dat dat geld wel te vinden zou zijn, waarna Pais droog jes opmerkte: „De enige bankbiljetten, die in Nederland geldig zijn. dragen de handteke ning van de president der Nederlandsche Bank en niet die van de leider van de oppositie". Nog zo'n fraaie: „Ik kan niet alles doen wat u vraagt. Zelfs de mooiste vrouw kan niet méér geven dan zij heeft, laat staan een minister". Voortvarendheid in het beleid, dat wilde de be windsman wel. En om dat te benadrukken haalde hij een oude Franse slapstick-scetch aan van twee heren die door een deur heen wil len, maar uit beleefd heid steeds maar „na u" blijven zeggen, zodat ze er niet doorheen ko men. Pais: „Als men al les op alles laat wach ten, ontstaat er een „Al- phons et Gaston-act". Vragende gezichten in de zaal. gefronste wenkbrauwen bij de stenografen. Pais weer: „Ik bedoel dus zoiets als „na u", zodat men nooit de deur door komt. Nu was er alleen nog geen woord Duits ge sproken. Dat deed Pais ook niet, maar PPR- woordvoerder Henk Walt mans door de in terruptiemicrofoon wél: „Als mijn vrouw straks als ik thuiskom, aan mij vraagt „Was hat er ge- sprochen?", zal ik dan zeggen Schön hat er gesprochen?". Pais: „Zoiets ja. maar u mag echt nog wel wat meer tegen uw vrouw vertel len MEISJES Op het Binnenhol maakt men zich vrijwel wekelijks druk over het stelsel van sociale voor zieningen dat wij in Ne derland kennen en dat doorgaat voor een van de besten (zo niet het allerbeste) ter wereld. In de sociale wetgeving tref je een bonte verza meling regelingen aan die er voor moet zorgen dat je nooit zonder brood op de plank zit. Het is een wirwar van afkortingen waar je aanspraak op kan ma ken: WW. WWV. RWW. ZW. AOW, AWW. WAO, AAW en zovoorts, en als er niets meer op je van toepas sing is, kun je altijd nog een beroep doe op de „Bijstand". Op de een of andere manier schijnt het eten van deze laatstgenoem de vrucht aan de uitke ringsboom toch iets minderwaardigs te heb ben. want er is een zichtbare tendens om categoriën Nederlan ders die normaal ge sproken onder de Bij standswet vallen, over te hevelen naar een van die bijzondere wetten waarvan de afkoringen zich allen kenmerken door een of meer W's. Zon geval deed zich deze week in de Twee de Kamer voor bij een debatje over de uitbrei ding van de AAW, de Algemene Arbeidsonge schiktheidswet, een soort WAO voor zelf standigen. Gehuwde werkende vrouwen, die een zelfstandig beroep uitoefenen of in het be drijf van hun man mee werken, vielen daar nog niet onder en ble ven in geval van ar beidsongeschiktheid dus zonder uitkering, zodat ze een beroep op de Bij standswet moesten doen. Daar komt nu verandering in. Toch hadden de heren Ben Hermsen (CDA) en Ed Nijpels (VVD) nog een categorie vrouwen ontdekt, die in geval van arbeidsongeschikt heid nog steeds buiten de AA W-boot valt en zij vroegen staatssecretaris Lou de Graaf (Sociale Zaken) in een motie deze vrouwen toch als jeblieft ook maar van het predikaat „Bijstand- trekster" te verlossen. Van hen moeten ook netjes AAW-ers worden gemaakt, hoewel ze daar eigenlijk niet in thuis horen. Welke vrouwen ze dan bedoel den? Nou. dat wilde Hermsen wel even om schrijven. Let op: „On- gehuwden die, vaak door omstandigheden gedwongen, afgezien hebben van het ver richten van werkzaam heden buitenshuis en in de plaats daarvan, soms met opoffering van de eigen gezondheid, vaak vele jaren hun beste krachten hebben gewijd aan de verzorging van hun naaste familiele den". Zo'n omschrijving is natuurlijk in de prak tijk absoluut niet te hanteren. Wat maken we daar in de wandel gangen dus vanJawel, gewoon „Hermsen- meisjes". En zo werden ze dan ook gelijk maar gedoopt. Simplisme in de politiek. DICK VAN RIETSCHOTEN ARJEN BROEKHUIZEN trommend zette Sinterklaas ijn kraag nog maar eens op. ét was koud op de boot naar lolland en er waaide een irse wind. Naast hem stond oofdpiet Trappadoelie te lappertanden van de kou. Daar wen ik nooit aan. interklaasje. Kunnen we oortaan niet in de zomer aar Holland komen?", vroeg e opperpiet aan zijn baas. Natuurlijk niet. domme ieterman", antwoordde interklaas. „Zes december is lijn verjaardag, dus wat loeten wij dan in juni in ederland doen. Bovendien (n veel Hollandse kindertjes an met vakantie en bakken e bakkers nog geen peculaas. Zet dat maar uit je oofd. Trappadoelie". reu rig keek de Zwarte Piet aar zijn verkleumde handen, lij begreep wel dat interklaasje gelijk had. De int had altijd gelijk, dat was ïeer dan eens bewezen. Hij raaide zich om en wilde eglopen. Maar toen zag hjj at de Goedheiligman een eetje droevig keek. De ogen an de Sint staarden leeg aar de horizon en, zo wist rappadoelie, de frons op het oor hoofd van de Sint ietekende dat hij diep adacht. Voorzichtig vroeg hij if er soms iets was. „Ach rappadoelie", zei Sinterklaas 'angzaam, „dat begrijpt iemand, er zijn een paar aken waar ik over na wil enken". (OUD lompe/end liep hij van het ek af naar het ruim van het '.hip om te kijken of de ndere zwarte Pieten wei hard enoeg werkten. En omdat hij et zo koud had gekregen. Schiet op jullie, luie Pieten ep Trappadoelie, toen hij zag at alle Pietermannen bij Ikaar zaten te niksen. Waarom doen jullie niets? chiet op, aan de slag. Straks imen we aan in Holland, en an moeten alle cadeautjes gepakt zijn met de namen an de kinderen erop. We ■ijgen het in dat koude lederland nog druk genoeg et het bezorgen van de akjes". Langzaam en één ïor één gingen de Pieten eer aan het werk. Maar ook was iets vreemds aan de 'd, vond Trappadoelie. nders zongen en giechelden e Pieterbazen altijd, nu aren ze stil. „Stop met erken en allemaal hier omen" riep de hoofdpiet ieens. „Ik wil met jullie raten". Wat is er aan de hand, aarom kijken jullie net als interklaas zo bedroefd?" De ongste Piet van alle Pieten, Ie kleine Pedro, besloot het 'oord te voeren. „Kijk chef rappadoelie, wij missen de ode Alico heel erg. De ndere jaren als hij er bij was. was het een vrolijke boel en maakten wij leuke grappen. Nu bent alleen u er nog en u jut ons heel erg op". Trappadoelie keek verschrikt op. Alico was een heel oude Zwarte Piet, die van Sinterklaas niet meer mee mocht naar Nederland omdat hij te oud was geworden, en zo 'n reis voor hem veel te zwaar zou zijn. Hij begreep wel dat de Pieten het vervelend vonden dat de oude Alico niet mee was gegaan. Zelf miste hij hem ook wel een beetje. Zolang als Trappadoelie zich kon herinneren, en zelfs toen hij nog maar een kleuterpiet was, ging Alico mee. Maar ja. Sinterklaas had nu eenmaal besloten. Daar kon niemand wat aan doen. Maar toch besloot de chef-Piet eens te gaan praten met de Sint. Misschien wist hij een oplossing. Op het dek stond Sint-Nicolaas nog steeds te staren. Piet schoot hem aan en vroeg heel resoluut: „Sinterklaasje, de pieterbazen zijn teleurgesteld dat de oude Alico niet mee is gegaan naar de kinderen in Holland. Zij missen hem en de sfeer beneden in ht ruim is niet zo goed. Weet wat ik daar aan kan doen?" angzaam draaide de int zich om en sprak voorzihtig: „Ik weet het Trappadoelit ik mis Alico ook heel erg. Mar ik kon hem niet meenemen, ij voelde zich al lang niet leker en hij werd steeds vakeziek. Oh. oh, wat vind ik het jmmer dat hij er niet bij is. Mar laten wij er niet meer an denken, want daar is de kst van Holland al. We nemen el iets voor Alico mee vanuit lolland. De drukte o, de stoomboot was enorm ten de kust eenmaal in zht kwam. Dit was immers oor de Pieten en natuurlijk vor Sinterklaas het leukste momnt van het jaar. De juichendekinderen, de lachende moders en de snorrende hnamera's. GEZANC Na een kwarërtje voer de stoomboot dthaven van Scheveningenbinnen en barstten de kideren in een luid gezang Ui „Zie ginds komt de stoorboot uit Spanje weer aan" klok het van de kade. De pietn dansten. sprongen en zongen dat het een aard had en iedereen scheen de boot met pakjes in het ruim te vergeten. Het enthousiasme kende nauwelijks grenzen toen de Sint op zijn trouwe schimmel de loopplank afkwam en aan zijn rijtoer'begon. Alle mensen op de kade liepen de Sint en zijn dolle pietermannen achterna, maar de boot met pakjes bleef onbewaakt achter... En toen gebeurde er iets, wat de grootste ramp van het jaar had kunnen worden. Terwijl iedereen in het vissersdorp Scheveningen bij de feestelijke intocht van Sint- Nicolaas betrokken was, kwam er bij de stoomboot in de haven een grote, zware vrachtwagen aangereden. De wagen stopte en er stapten vier gemene mannen uit. Uit de achterbak haalden zij kruiwagens en liepen daar de loopplank van de stoomboot mee op en... kwamen naar buiten met de wagens vol pakjes!! Het waren dieven! Die schurken wilden alle pakjes van alle kinderen stelen en er was niemand die dat kon verhinderen. Niemand?? De vier mannen met de vrachtwagen waren al lang weg en de hele boot was al leeggeroofd, toen de stoet met Sinterklaas voorop weer naar de haven terugkeerde. Er was weer genoeg gejuicht en de Pieten moesten weer aan de slag. Alle pakjes moesten van de boot, die konden daar niet blijven liggen. Maar wat schrok die arme Trappadoelie toen hij in het ruim van het schip kwam en zag dat alle pakjes waren verdwenen. Helemaal wanhopig en hard huilend liep hij naar Sinterklaas en vertelde het hem. Dit zou het grootste flopfeest aller tijden worden. „Hoe moet ik dat aan de kinderen vertellen", klaagde Sinterklaas. „Het hele jaar hebben zij erop gerekend en nu krijgen zij niets. En het is te laat om nieuwe cadeautjes uit Spanje te laten komen. Oh, oh, oh, Pieterman, wat is dit erg. Hoe heb je de boot alleen kunnen laten, je weet toch dat dieven elke kans grijpen om zich te verrijken. Dit vergeef ik je nooit. Was die oude Alico maar meegegaan, dan was dit nooit gebeurd. Terwijl Sinterklaas en alle zwarte Pieten met elkaar gingen praten hoe ze dit probleem het beste op zouden kunnen lossen, waren de boeven al een eind op weg naar hun schuilplaats. „Dat hebben we mooi gedaan hè. Janus", zei één van de boeven tegen zijn maat. „Ja, die kinderen hebben toch genoeg speelgoed, die zullen het heus niet erg vinden dat wij dat gepikt hebben. En nu verkopen wij alles aan speelgoedhandelaren en gaan wij er eens lekker van op vakantie", zei Janus. Tinus, een andere man die had meegeholpen de cadeaus te ■pikken zei dat ze op moesten schieten met de pakjes verstoppen. „Voor je het weet. is de politie ons op het spoor", bromde Tinus. De mannen zwegen en reden in hun vrachtwagen vol pakjes naar de schuilplaats. Eenmaal aangekomen gingen de mannen aan de slag. Ze waren zo druk bezig, dat ze niet eens merkten, dat er uit een kist die in de hoek van de verstopplaats stond, een donkere man glipte. Net toen de donkere man de deur van de schuilplaats open wilde doen, zag Janus hem. „Hé, wat is dat, kom hier joh", en hij stormde op de man af. Maar de donkere man was zo watervlug dat hij aan de grijpgrage handen van de boef Janus kon ontsnappen. Wie was die man. en waar holde hij zo hard naar toe? Ook een boef. of was het de redder van het Sinterklaasfeest, die de pakjes bij de Sint terug kon bezorgen ONBEKEND De man holde en holde en keek wanhopig om zich heen. Waar was hij? De stad waar hij doorheen liep kwam hem heel onbekend voor. Wat keken de mensen bovendien raar naar hem. Nog nooit een zwarte Piet gezien zeker, dacht hij. Waar kon hij nu toch snel de politie vinden. Net toen hij buiten adem was zag hij een politiebureau en snelde er naar toe. Hij vertelde de man wie hij was en wat hij had gezien. Maar. helaas, de agenten geloofden hem niet. „Ha, ha. ha,... zwarte Piet Alico? Kom een beetje, we kunnen allemaal wel zo'n gek pakje aantrekken. En bovendien is Sinterklaas in Scheveningen aangekomen, en hier ben je in Amsterdam", zei de agent tegen Alico. Oude Alico? Maar die was toch thuis gebleven, denken de slimme lezertjes onder jullie. Nee hoor, mispoes. Alico was stiekem zonder dat iemand het wist toch met de stoomboot naar Holland gegaan, als verstekeling in een grote, oude kist. Natuurlijk wisten ook de boeven niet dat Alico in die kist zat en hadden hem gelijk maar meegepikt. Zodoende wist de oude Piet de plaats te vinden waar de misdadigers de gestolen cadeautjes hadden opgeborgen. Na lang praten kon Alico de norse oom agent overtuigen om dan ten minste even te gaan kijken. Uiteindelijk gaf de politieagent toe. En wat schrok de agent toen hij bij het pakhuis aankwam waar de dieven de pakjes van de kinderen hadden opgeslagen. Het was echt waar wat de oude Alico had verteld. Vlug alarmeerde de agent een paar collega's en wachtte op assistentie. Met loeiende sirenes kwamen de blauwe overvalbussen van de Amsterdamse politie aangescheurd. Vijftien agenten met witte helmen belegerden het pakhuis en de boeven waren omsingeld. „Kom er maar uit, met de handen omhoog, jullie zijn helemaal omsingeld. Zwarte Piet Alico heeft jullie schuilplaats ontdekt, pakjesdieven!klonk het door een luidspreker. Daar kwamen ze aangedruppeld. stuk voor stuk. Ja, ja. wat hadden ze nu een spijt, eenmaal met de handboeien om. De oude Alico danste en zong van plezier. Hij kon maar moeilijk wachten het goede nieuws aan de Sint te vertellen, wat een feest zou dat worden. En daar had Alico ook gelijk in. Want toen de Sint hoorde dat Alico de pakjes weer terug had bezorgd, pinkte de Goedheiligman een traan van vreugde weg. Niet alleen omdat de pakjes weer terug waren, maar ook omdat Alico er weer bij was. „Alico", sprak de Sint plechtig, jij hebt deze verjaardag tot de mooiste van mijn leven gemaakt. Zonder jou was ik al verdrietig, zonder de pakjes waren alle kinderen teleurgesteld geweest. Door slim handelen is alles echter weer opgelost, dit gaan we vieren. En het spijt me. dat ik besloten had je niet mee te nemen naar Holland. Je hebt bewezen dat je nooit te oud bent om Sinterklaas te vieren". Tekst: AP VAN DER MEULEN Tekening: LEO HENNY )EN HAAG Zo langzamerhand ijkt het erop of dc Europese Gemeen- chap in plaats van een samenwer- tingsverband een club is geworden an politici, die niets liever doen dan echtend met elkaar over straat rollen, laggy Thatcher, de IJzeren Maagd 'an het Verenigd Koninkrijk, dreigt lomenteel zelfs met de „lege stoel" niet meer deelnemen aan overleg), als an haar financiële eisen niet wordt oldaan. Het betoog van de Britse pre- lier is gebaseerd op de stelling, dat aar land te veel lasten heeft van de Gemeenschap en te weinig lusten, laarbij wijst ze vooral op de land ouwuitgaven, die veel te hoog zouden ijn en waar Groot-Brittannië naar aar smaak weinig belang bij heeft. 'e partnerlanden geven mrs. Thatcher iet geheel ongelijk. Haar land zou inder- aad teveel betalen (of te weinig ontvan- I en) en de kosten van de landbouw zou- en de pan uit gerezen zijn. Maar hoe dat i erbeterd moet worden, daarover is men allerminst eens. Het ene voorstel na et andere wordt gelanceerd, waarbij de uteurs, onder wie bijvoorbeeld de Neder- andse parlementariërs Dankert en Voort aan, steevast pretenderen dat alleen op iun manier de „crisis" bezworen kan 'orden. Daarmee wekken ze de indruk, 'at alle moeilijkheden terug te voeren zijn n jP onvolkomenheden in de spelregels van 'u is deze zienswijze niet van vandaag of DRIE WIJZE MANNEN WILLEN VERBETERING gisteren. Bijna een jaar geleden kwan de Europese Raad, de hoogste instantie lan de Gemeenschap, bestaande uit de lege ringsleiders van de negen lidstaten, to. ie- zelfde conclusie. Een college van Crie Wijzen moest gaan bekijken hoe de ver- king van de mechanismen en proceojres van de Gemeenschapsinstellingen vrbe- terd kon worden. Het drietal werd jere- cruteerd uit Nederland (Barend Biesieu- vel), Engeland (Edmund Dell) en Fnnk- rijk (Robert Maijolin). Hun rapport i! in middels klaar, maar mag niet eerder vor- den gepubliceerd dan volgende weec in Dublin, waar de Europese chefs deze ceer bijeenkomen voor hun halfjaarlijkse ver gadering. SPIEGEL Er is echter al iets uitgelekt en wel dat de Wijzen zich niet tot een analyse van de reglementen hebben beperkt. Zij hebben het aangedurfd hun opdrachtgevers een spiegel voor te houden. Het zou groten deels hun schuld zijn, dat de Gemeen schap op haar achterwerk ligt. De rege ringen van de Negen hebben het zo druk gehad met al hun onderlinge geharrewar dat zij afgedaald zijn van de eens zo plech tig afgesproken weg naar de echte een wording van Europa. De wijze heren her inneren eraan dat de Gemeenschapsge dachte alleen blijft bestaan, als er op het hoogste niveau de wil is tot samenwer king en deze tot uiting komt in het formu leren van gezamenlijke voornemens. Daarmee zou de Europese Commissie, het dtgelijks bestuur van de Gemeenschap, fuadamentele veranderingen kunnen uit werken, in overeenstemming met de re- dei, waarom de EG ooit werd opgericht, nanelijk de wens samen te streven naar eei in alle opzichten betere samenleving. SOLIDARITEIT Maar in plaats van hindernissen op die weg op te ruimen heeft men de laatste ja ren zelfs nieuwe opgeworpen. De wijze mannen denken daarbij vooral aan het egoïsme op het gebied van energie. Sinds deze grondstof eind 1973 in prijs omhoog schoot en er voor sommige landen af en toe zelfs een tekort dreigde (Nederland); lijkt het motto te zijn: ieder voor zich en God voor ons allen. Elke poging te komen tot een waarlijk Gemeenschappelijk Ener giebeleid heeft op jammerlijke wijze schipbreuk geleden. Groot-Brittannië bij voorbeeld roept keer op keer dat de part ners niets te maken hebben met zijn Noordzee-olie. Het belang van dit conflict wordt, pas goed duidelijk, als men beseft dat de hedendaagse economie volledig af hankelijk is van het ononderbroken en in voldoende mate arriveren van olie en gas. De Wijzen hebben het niet alleen gelaten bij kritiek. Zij komen ook al gaan ze daarmee ver buiten hun boekje, met voor stellen voor verbetering. Wat energie be treft pleiten zij vurig voor solidariteit. Als een land om wat voor reden dan ook in moeilijkheden komt (denk aan een em bargo van de OPEC), dan móeten de an deren te hulp komen. Verder dienen be sparing en het ontwikkelen van alterna tieve bronnen (wind, zon enz.) een zaak van de Gemeenschap te zijn in plaats van de lidstaten afzonderlijk. Dat laatste brengt wel met zich mee dat men bereid moet zijn de schatkist van de Gemeen schap voller te maken dan nu gebeurt. Maar daar bovenuit stijgt volgens de wijze drie nog het belang van het in stand hou den van wat er al is bereikt: het vrije ver keer van industrie- en landbouwproduc ten, van diensten, kapitaal en werkne mers. De Negen doen er, aldus het drie manschap, goed aan straks in Dublin eens achterom te kijken en te beseffen dat het gezamenlijke streven in het verleden de Gemeenschap heeft gemaakt tot een blok, dat meetelt in de wereld. Dat niet in de laatste plaats, omdat de lidstaten zelfs nog verder zijn gegaan dan werd beoogd in de oprichtingsverdragen, namelijk het in vele gevallen op elkaar afstemmen van het buitenlands beleid. Aan het betoog van de Drie Wijzen kan nog worden toe gevoegd dat de Gemeenschap ook voor de indiduele burger een kostelijk goed is. Niet alleen vanwege de materiële voorde len, maar ook en vooral omdat nu de man of de vrouw in de straat een rechtsbe scherming geniet, waarvan men vroeger niet durfde dromen. Zie bijvoorbeeld het feit, dat een staat (Ierland) na een klacht van één vrouw (uit Cork), nu gedwongen is zijn wetgeving zodanig te veranderen, dat niet langer alleen de rijken een vast gelopen huwelijk ontbonden kunnen krij gen RIK IN T HOUT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 9