Mokumer
Ron van de Putte
regisseerde
eigen succes
alles mee heeft gezeten:
pe verkeerslichten tussen
Baarn en Vinkeveen
sprongen dus tijdig op
groen en de Ferrari sloeg
jeteen de eerste keer aan,
dan heeft Z.K.H. Prins
rnhard vanmiddag geheel
volgens het draaiboek
officieel de Résidence
nkeveen geopend. Op dat
gedenkwaardige moment
werd Nederland een
)hotel rijker, dat door zijn
unieke conceptie tot in
lengte van jaren als
hoolvoorbeeld zal gelden
van een perfect
horecagebeuren. De
Amsterdamse
interieurarchitect Ed
enendaal tekende voor de
sstig kingsize hotelsuites,
het restaurant Le Canard
Sauvage, de Copper Bar
met open haardvuur en
levende muziek, de
vergaderzalen en het
adembenemend fraaie
zwembad met sauna's,
trimzaal en solarium. De
jan achter dit project is de
imsterdammer Ron van de
Putte, die twintig jaar
geleden nog met bloemen
intte en nu aan het hoofd
staat van een gigantisch
ikenimperium. Hoe hij dat
l gelapt heeft vertelde hij
openhartig.
Tel an de weg af gezien lijkt de Résidence Vinkeveen bedrieglijk veel op een dependance van
e Zaanse Schans.
Stijl, distinctie en raffinement zijn kenmerken van het specialiteitenrestaurant Le Canard Sauvage, waar de gast en
de passant tussen 12 uur 's middags en 11 uur 's avonds een rijke keus kunnen maken uit de keukengeheimen van
chefkok Jaap Mayenburg.
j3-j NKEVEEN Je bent begonnen met een
4Q indachtige studie van zijn carrière. Daar-
d e hield je hem langdurig tegen het licht
zocht je met koppige volharding naar
jgelijke weeffoutjes. Want die moesten
hoe dan ook zijn; dat wist je al, voordat
er aan begon. Het zou immers een
"c7 ooie boel worden, als een doodgewone
jp erveling in deze dichtgesleutelde maat-
mg happij nog de kans krijgt in recordtijd
g in waterdicht zakenimperium op te bou-
en. Nee, daar moet meer achter zitten,
in rijke pa op de achtergrond natuurlijk,
i anders een suikeroom, die na een lu-
atief plantersleven op Java plotseling uit
lucht is komen vallen. En als die ont-
eken dan op zijn minst een beschermen-
of een kruiwagen, waarin hij comforta-
el de Nederlandse Bank is binnengedra-
in.
at oude verhaal namelijk, van de ge-
ochte krantenjongen die miljonair wordt
al jaren geleden van het repertoire ge-
ukljmen. Dat is voltooid verleden tijd, een
ooi brok romantiek, dat thuiè hoort in de
ji iriode, waarvan Charles Dickens zo tref-
ui nd bericht heeft. Toen waren er inder-
tzeaad nog zwervers, die plotseling in een
eer onkere straat een hand op de mouw van
estun rafelige jas voelden en zich een uur la-
on r reeds te goed deden aan de fazant met
it reiselbeeren in het kasteel van eenJand-
iiei rd, die toevallig wèl hun vader bleek te
jn. Maar met zulke verzonnen grappen
ïw< oef je nu niet meer aan te komen: van
als aag de dag moet je meer in huis hebben
'elan wat lompen, een versleten pet en een
idr antenwijk om het fortuin te kunnen ente-
i n.
m die reden blijf je koppig doorzoeken,
tiei raar he enige, wat al dat speurwerk ople-
art is het dóódsimpele levensverhaal van
s en Amsterdammer, die zijn succesverhaal
lat ersoonlijk geregisseerd heeft.
t°< larktkraam
chteraf denk je vertwijfeld: „Wat heeft
aai ie Van de Putte nou eigenlijk meer in huis
acl an Ik? Waarom is het hem wèl gelukt en
biljoenen anderen niet?" Je kunt je wel
oor de kop slaan, maar het blijft voor jou
die miljoenen anderen een repeterende
^raag. Terwijl het voor hem al hoog en
eed een zeker weten is.
let is een kwestie van talent, van voorge-
Bkken veine, een gezinsverpakking lef en
fin authentieke speurneus voor de han-
el. Als je die bagage in je ransel hebt,
Mn je al bijna niet meer verdwalen in de-
bolhof, die indertijd is aangelegd in het
inapark van de wereld,
lit heeft je speurtocht uiteindelijk opgele-
erd: Ron van de Putte, in 1945 geboren
I Irie hoog achter in Amsterdam- West als
oon van marktkoopman Bram van de
Jutte. Specialiteit van de vader: elke werk-
'9 als eerste aan de poort van de Markt
allen in de Jan van Galenstraat verschij-
an om daarmee verzekerd te zijn van het
este fruit.
Ijn zoon Ron is er trouwens ook vroeg bij
maakt er tijdens zijn weinig hoopvolle
schooljaren een fanatieke sport van om
Aap, Noot en Mies plus Hoogezand, Sap-
pemeer en Zuidbroek links te laten ligggen
en alleen datgene te doen, wat in zijn ei
gen marktkraam van pas komt.
„Ik spijbelde me wezenloos", herinnert hij
zich met veel smaak, „en ik had daar zelfs
een aparte, verfijnde techniek voor ontwik
keld. Tegen de tijd, dat de lessen weer be
gonnen, kroop ik weg tussen de sinaasap-
pelkisten. En daar bleef ik, totdat het de
moeite niet meer was om naar school te
gaan. Als er nou maar geen klant opdook,
die bezorgd tegen pa riep: „Marktkoop
man, d'r liggen twee benen onder je
kraam", kon ik mooi weer de hele middag
handel verkopen. En pa was de volgende
morgen wel weer zo aardig om een briefje
mee te geven, waarin stond, dat zijn zoon
plotseling verhoging had gekregen en het
bed moest houden".
Openlucht-toko
Hoe oud zal ie geweest zijn, toen hij naast
de kraam van zijn vader zijn eigen open
lucht-toko begon? Zeven misschien, hoog
uit acht. Het waren niet meer dan twee
kisten met daarop een schraag vol fruit,
dat hij met een stem als een windhoos in
de karbiezen van het winkelend publiek
smoesde.
Na een voltooide studie aan de lagere
school vond hij het overigens de hoogste
tijd om voor zichzelf te beginnen. Hij
schafte zich een gemotoriseerde driewieler
aan, die hij vollaadde met dozen aard
beien. Aan het hoofd van zijn lentekonink
jes maakte hij daarna zijn blijde intocht in
Amsterdam-West, de buurt, waar hij gebo
ren en getogen was. In feite speelde hij
dus een gewonnen thuiswedstrijd.
„Nou wilde er wel eens een doosje tussen
zitten", bekent hij trouwhartig, „dat zijn
beste tijd alweer enige dagen achter de
rug had. Als mevrouw dan thuis de aard
beien in het vergiet deed en zag, dat in de
onderste regionen het bederf al krachtig
om zich heen had gegrepen, kwam ze ge
lijk weer naar beneden om bij me verhaal
te halen. Op zulke momenten riep ik tegen
de jongen, met wie ik de handel deed:
„Vol gas, John". Want gelukkig is Amster
dam een grote stad. En voordat je weer
terugkomt in zo'n grote wijk is de bui al
weer gezakt".
Concurrent
Toen hij net achttien was had hij zijn eer
ste ton schoon verdiend. Hij was inmiddels
al van het fruit overgestapt op de bloe
men, die voortaan de tolk zouden zijn van
zijn zakeninstinct. Twee jaar eerder had hij
Ria ontmoet en met haar heeft hij sinds
dien privé zijn bloemetjes binnen- en bui-
tengezet.
„Het is de kunst", legt hij tevergeefs uit,
„om altijd net wat eerder te zijn dan je
concurrent. Dat is met aardbeien zo, maar
dat gaat ook op voor alle andere soorten
handel. Je moet voortdurend willen knok
ken om de eerste te zijn, die aan de bak
komt".
Als Van de Putte zijn zaken in Amsterdam
piekfijn voor elkaar heeft, verlegt hij zijn
werkterrein naar Duitsland. Want hij be
hoort nu eenmaal tot de avonturiers, die
het verderop net even spannender vinden
dan dichtbij.
In Wuppertal baart hij gelijk onbehoorlijk
opzien in zijn Volendammerpak, want een
koopman in een dergelijke folkloristische
outfit hebben de Ruhrgangers nog nimmer
waargenomen.
Het resultaat van deze vermomming is in
elk geval, dat Van de Putte bij elk spie
rinkje, dat hij uitgooit gegarandeerd kan
jers van kabeljauwen aan de haak slaat.
Dat houdt hij precies vijf jaar vol. Inmid
dels heeft hij dan drie florerende bloemen-
zaken plus een solide partij appelen voor
de grote nadorst op de bank.
„Je kunt nog steeds verdienen, wat je wilt.
Ook in een vallende markt kun je een best
stuk brood verdienen. Als je d'r maar kei
hard tegenaan gaat. Gelukkig houd ik van
werken onder hoogspanning. Sterker nog:
ik vind een rustig moment niet om door
heen te komen. Daarom gun ik mezelf
waarschijnlijk ook geen tijd voor hobby's.
Hobby's zijn aardig voor mensen, die tijd
over hebben. Maar ik kom alleen maar tijd
tekort. Man, d'r is zo'n hoop te koop in de
wereld, dat ik voorlopig nog niet uitgestu
deerd ben".
Geinige huisjes
Wanneer men daarna met de deur in huis valt, ontdekt men pas, dat achter de knusse, Hollandse gevels
een luxueuze oase schuil gaat.
En die nadorst laat bij Ron van de Putte
nooit lang op zich wachten. Terug in Ne
derland raakt hij bij toeval verzeild in een
bungalowpark in Noordwijkerhout. „Geini
ge huisjes", heeft hij al gauw gezien. En
daarom koopt hij er vast vier, want een
huisje is immers nooit weg.
Prompt krijgt hij daarna pas goed de
smaak te pakken en voordat hij het zelf
goed en wel in de gaten heeft, is hij ook
de eigenaar van drie huizen in Amsterdam.
„Dat zit blijkbaar in je", veronderstelt hij,
„je vangt wat op en je gaat er op af. Dat is
een instinct, waar je mee geboren bent.
Als ik vijftien jaar geleden met een kar vol
bloemen de wijk inging, wist ik ook pre
cies, waar ik moest zijn om de beste prijs
te krijgen. Je ziet het of je ziet het niet.
Daar is nog steeds geen school voor".
Als hij toch zijn eigen succes in zaken pro
beert te inventariseren, geeft hij allereerst
het volle crediet aan zijn snelheid van han
delen.
„Ik ben een puntje precies. Op het ziekelij
ke af. Het moet bij mij allemaal kloppen. Ik
rust niet, voordat ik alles op een rij heb
staan. Van mezelf vind ik beslist, dat ik
daarbij op zeker speel. Maar voor anderen
kan het soms lijken op een goochelact. De
grap is alleen, dat Ik toevallig de truc
ken".
Van de Putte in zaken dus. Kapitale zaken.
Maar nog steeds een koopman met een
bloemrijke vocabulaire. Hij hoort, ziet en
beslist. Komt, koopt en verkoopt: huizen,
flats, kantoorgebouwen, recreatrie-objec-
ten. Variërend van de oude burcht van de
Rijkspostspaarbank in Amsterdam tot aan
het Palace Hotel in Noordwijk.
„Op een dag hoor ik, dat een nog niet vol
tooid motel in Vinkeveen te koop stond.
Op zo'n moment zit ik al in de wagen,
want wie het eerst komt, maalt nog steeds
het best".
Als hij het complex ziet, krijgt hij gelijk een
instant visioen: daar valt iets heel moois
van te maken; te gek voor woorden eigen
lijk. En als Van de Putte zoiets denkt, ge
beurt het ook meteen. Zoals het ook ge
beurt met de recreatieparken, die hij mo
menteel realiseert in het Drentse Norg
(met 100 uitgekiende zomerhuizen), in het
Groningse Oldenkerk (met 80 stuks) en
aan het Groetmeer In het Noordhollandse
Kolhoorn, dat straks een watersportcen
trum zonder weerga rijker zal zijn.
Duidelijk dus een man met eeuwige
geeuwhonger. Goed in het pak, schoenen
gepoetst, auto in de glanslak. Ron van de
Putte, een man, die met appelen begon en
bijtijds gouden eieren voor zijn geld koos.
Sudderen
Hij kijkt je aan met röntgenogen, die
dwars door je heen in je zieltje kijken. Hij
wikt en beslist in bliksemende seconden,
wat voor vlees hij in de kuip heeft: signant,
medium of well-done. Als hij trek in je
heeft, merk je het gelijk. Als het beter is,
dat je nog even blijft sudderen achter een
klontje Croma, is Van de Putte alweer op
weg naar dé volgende.
Zijn pad naar de top heeft hij persoonlijk
geplaveid met de steengoede ideeën, die
anderen achteloos over het hoofd zagen.
Een kamerbrede mond, waarin zijn hart
soms verdrinkt. Een fantasie, die veelvul
dig op hol slaat, maar steeds weer tijdig
door hem wordt ingehaald.
Twintig jaar geleden liep hij met aardbeien
door de Amsterdamse Van Speyckstraat.
Ook toen was hij er al voor duizend pro
cent zeker van, dat lentekoninkjes zijn
voorbestemd om in de zomer van het le
ven het rijk alleen te hebben.
LEO THURING
FOTO*: MILAN KONVALINKA
Het
begon allemaal
met
aardbeien...