mirm
>E VJzRSTE
rouwen staat
i China ter
iscussie voor
sdere bemoeial
fret Binnenhof
IZERCHU HOUDT OPEN
BIS IN ZIJN
^IDERGRONDS PALEIS
jINKANG Van alle gidsen, die
3rb]jn pad in China hebben
ëffend vanaf het moment, dat
in de haven van Kanton het
adijs der arbeiders betrad tot
mitHn het afscheid, duizenden
lometers noordwaarts in
linkang staat Chen Ai Goo mij
j enige nog haarscherp voor de
lest. De rest is in mijn
k airinnering alweer verdampt tot
lorain grijze vlek, waarin ik
huwelijks nog de vlechten van
'wij'rouw Chi herken. Toch heeft ze
Sjanghai twee dagen met een
asiede vlag voor me uit gedribbeld,
,Ms>f ze het tegemoetkomend
irkeer voor mijn komst wilde
-aarschuwen.
ït
'■te^Sarzel nu trouwens en vraag me af, of die
phten niet vast hebben gezeten aan het
stieljzende, marsepeinroze hoofd van'Yn Tse Fang,
t slq in de Vriendschapswinkel van Peking met de
net iitourloze glimlach der berustenden mijn
jdgang in de grabbelton van decadente
vaart op de voet volgde. In dit warenhuis voor
partijkader en geaccrediteerde
;terló'omaten 's de hoorn des overvloeds, die Mao
oel<J9 geleden aan zijn volk in het vooruitzicht
jlde, reeds grondig leeggeschud. Dit in
genstelling tot de overige winkels in de
pjifdstad, waar de voorraden nog steeds
iaD lomsti9 l'Jken te zijn van een Leger des
Jrjlsinzameling voor slachtoffers van een
vjersnoodramp. En als er op een dag opeens
®.r "ih wat begeerlijks tussen zit sandalen, die nu
[is niet van plastic zijn, of horloges van een.
ns gehoord formaat, die de indruk wekken, dat in
binnenwerk een kabouter persoonlijk de
i kers voortduwt vormen zich acuut rijen van
'9- phtenden vóór de ingang.
jFriendshipstore is echter nu reeds een winkel
Sinkel, waar alles te koop is. Hoeden en Mao-
len uiteraard, maar ook beeldschone
itten, whisky's van de Schotse Hooglanden,
jjte 'guide acupunctuursets. boerinnenfietsen,
jaai^9°edkope sieraden, kleurentelevisies en alle
H#ere consumptiegoederen, die het verderfelijk
hufer'a''sme aan l°Per,de band ophoest.
i verlofpasje heeft.
artverscheurend
o gii
ndt u dat nou niet sneu?", informeer ik bij
eeirouw Yn, „u komt hier bijna dagelijks met
ir dejwe busladingen toeristen, maar kopen is er
ir u nooit bij",
entozendt mij onmiddellijk één van haar
et m tverscheurende lachjes en zegt óp slepende,
lijk lerende toon: ,,Het geluk van een mens ligt niet
eriot borgen in aardse goederen",
zou permissie vond ik het op dat moment een
Vkant terzijde. Maar met de beste wil van de
eld kan ik me nu toch niet meer herinneren of
iu die vlechten droeg of juffrouw Po dan wel
rouw Chi.
Ai Goo daarentegeh was van meet af aan zo
""ngend aanwezig,
w0° >e hem onmogelijk
het hoofd kon zien
luwelijks waren we
weg naar de Grote
ur of hij kwam al in
NDE Hij tikte mijn
irman een
raardig gerezen
uwenarts in ruste uit
ferley Hills op de
ouder en riep.
end op een lege
ilaats verderop i
ipè: „Sil, you sit
ans me sit next to
Voordat zijn
zoek was ingewilligd
ion hij al aan de
erikaan te sjorren
duwde hij hem als
y i baanveger vóór
i uit. Intens tevreden
hij daarna naast
V zitten.
ijk kwam zijn eerste
I. ag: „Bent u
y// rouwd sil?". Ik
,^rkte, want zolang zijn
^=%ere zuster niet i
buurt was, had het
lers geen zin om er
leugentje voor
en bestwil tegenaan
)ooien.
nderen?", peilde hij
der.
die kon ik uit
irraad leveren.
preciseerde Ik
spoelde dat getal in
mondholte. „Twee
deren", zei hij, „dat
teer verstandig, sil.
ee is genoeg. Een
gen en een
•sie?".
iel e
De indrukwekkende
Ta Hung Meng (de
Grote Rode Poort) is
de deur, die leidt
naar het
ondergrondse paleis
van keizer Chu. Het
gebouw staat
uiteraard op een
heuvel en dat
betekent voor de
pelgrims du9
automatisch weer de
zoveelste klim van
die middag.
„Twee meisjes", bekende ik schroomvol.
Zijn gezicht bewolkte op slag. Hij legde een hand
op mijn arm en zei hoofdschuddend: „Wat jammer
nou voor u, sil"
Omdat ik niet begreep, welke rampspoed
verborgen ligt in het bezit van twee fraaie,
huwbare dochters vroeg ik hem om nadere uitleg.
„De partij ziet dat graag", zei hij, „de partij wil dat
er in elk gezin niet meer dan twee kinderen zijn. En
de ideale samenstelling is één jongen en één
meisje".
Ik stelde hem nu dus duidelijk teleur, maar
gelukkig leed zijn nieuwsgierigheid er nauwelijks
onder.
„Heeft u een fiets?", vroeg hij na een
inventarisatie. Ook die had ik voor hem. Om wat
terug te doen gooide hij er gelijk zijn eigen fiets
tegenaan. Een heel mooie ook nog, van 180 Yuan.
Wat toch altijd nog om en nabij de 270 gulden is.
En aangezien kopen op afbetaling er in China niet
bij is, moet deze aanschaf opmerkelijk genoemd
worden voor iemand, die krap 140 Yuan per
maand verdient.
„Getrouwd?", vroeg ik even later, want misschien
lag daar de oplossing.
Hij schudde zijn hoofd. „Ik ben pas 25", bekende
hij, „en de partij ziet graag, dat jongens trouwen
als ze 28 zijn. Voor vrouwen is dat 25 jaar".
„En als je nu toevallig eerder een meisje ontmoet,
van wie je gaat houden?", vroeg ik, „dat kan toch.
Een jongen van pakweg 22 jaar heeft zijn ogen
toch niet in zijn zak"
„Dan vraag ik haar, of ze bereid is om te
wachten", besliste hij volmondig, „mensen kunnen
het huwelijk beter aan, als ze elkaar wat langer
kennen. Ook de partij staat achter dat standpunt.
We zijn nu al met 900 miljoen mensen in dit land.
En binnenkort zullen het er één miljard zijn. Voor
de toekomst van China is het daarom
noodzakelijk, dat wij jongeren geduld hebben. Wij
hebben tijd genoeg om gelukkig te worden".
Eerlijk gezegd verwacht ik als westerling zo'n
antwoord niet van een 25-jarige, maar Chen zit
met zijn visie op huwelijk en geluk wel haarscherp
op één lijn met de partijopvatting. Trouwen is in
het moderne China al lang geen zaak meer tussen
twee mensen, maar staat ter discussie voor iedere
bemoeial. En daar heeft het land nou eens geen
gebrek aan. De partij is alomtegenwoordig en
heeft zelfs in de twijfelaar het laatste woord. De
bevolkingsgroei bedraagt 1,2 procent per jaar en
dat vinden Hua en zijn Mandarijnen nog altijd te
gortig. Vandaar, dat zij met massale campagnes
nu proberen om het Chinese volk te winnen voor
de gedachte van rigoureuze geboortebeperking
Wie daartoe bereid is en zijn lusten op de
waakvlam zet, kan rekenen op een bonus.
Gezinnen met één kind krijgen een toeslag, maar
als er daarna één dreumes bij komt vervalt deze
premie automatisch. Kostwinners met drie of meer
kinderen betalen een symbolische boete en
worden voortaan gekort op hun maandinkomen.
Tot de vliegende brigade van propagandisten van
geboortebeperking behoren dan ook niet alleen
artsen, maar ook buurtcomitè's, fabrieksraden,
communes en produktieteams. Stuk voor stuk
sturen zij hun verspieders op pad om het
vruchtbare deel van de bevolking tot matiging aan
te sporen. In elke wijk worden ook bijeenkomsten
belegd, waar op democratische wijze beslist
wordt, welke buurvrouw aan de beurt is om in het
komende kalenderjaar een kind te krijgen. Als dat
agendapunt is afgewerkt, gaat de plaatselijke
partijfunctionaris over tot het uitdelen van de
voorbehoedsmiddelen
Op die manier is men er bijvoorbeeld In de drukke
Kwang Ai-min wijk van Paking in geslaagd om de
geboortespiraal terug te schroeven tot 300
geboorten per jaar op een totale bevolking van
47.000 mensen.
Laat Chen zo n inbreuk op zijn privacy nu zonder
protest over zijn kant gaan? Ik leg hem dat
probleem voor en krijg per omgaand het
antwoord
„De partij doet dit allemaal voor het welzijn van
ons volk", meent hij, „privé opvattingen zijn voor
de oplossing van zulke immense problemen niet
op hun plaats. Als iedereen maar doet en laat, wat
ie wil, zit China binnen de kortste keren in de
chaos. Geen mens kan ontkennen, dat we op de
goede weg zijn. Maar zonder planning lukt het de
partij nooit om zijn doel te bereiken. Ik zou graag
eens in andere landen rondkijken. Ik heb er veel
over gelezen en ook televisie-uitzendingen hebben
me nieuwsgierig gemaakt. Maar ik begrijp best,
dat het nu nog niet mogelijk is. Je gaat niet op
Zodra de bus de Gewijde Straat is ingedraaid, die geflankeerd wordt door 24 marmeren opvarenden van
Noachs Ark, raakt Chen spontaan in vervoering.
Vanaf de centrale parkeerplaats in het dal tussen Drakenberg en Tijgergrot begint de pelgrims
tocht, trap op trap af, naar de Hades, waar keizer Chu open huis houdt.
reis, als je niet eerst in eigen huis orde op zaken
hebt gesteld"
Eigen tuintje
Chen Ai Goo heeft inmiddels wel over het mysterie
van de liefde nagedacht. Een eigen huis aan de
rand van de stad en een tuintje, waar hij zijn
groenten zou kunnen verbouwen, zijn
tegenwoordig regelmatig terugkerende zetstukken
in het decor van zijn dromen. Ook gebeurt het
herhaaldelijk, dat hij wakker wordt en zich
herinnert, dat hij zoéven nog met zijn zoon op de
schouders langs de kooien wandelde in de
dierentuin van Peking. Hij bedoelt er maar mee te
zeggen, dat niets menselijks hem vreemd is tijdens
zijn nachtrust.
Als de treinstewardess de thee opnieuw heeft
bijgeschonken, stelt Chen zich wijdbeens op in het
gangpad van de coupé en kondigt een lied aan.
„Een liefdeslied", zegt hij er schaterend bij, „het
gaat over het eeuwige verlangen". Hij rekt zijn
gedrongen lichaam en spert de mond open, die
een gebit huisvest, dat kennelijk indertijd op de
groei is aangeschaft.
En Chen zingt:
Wanneer de maan hoog aan de hemel staat,
En de wolken verdwenen zijn,
Wacht ik vergeefs op jou,
maar jij komt niet"
Chen schept een mondje adem en vervolgt:
,,Wees niet bevreesd, mijn geliefde.
Als je werkelijk van me houdt,
Dan wacht je op me.
Want komen zal Ik eens"
Zijn voordracht voor één heer wordt beloond met
een langdurig applaus, dat het bonken der wielen
secondenlang royaal overstemt.
„Nou u", zegt hij gebiedend wijzend in mijn
richting, „u zingt nu een lied".
Ik aarzel aanvankelijk tussen „Een potje met vet"
en „Waar de blanke top der duinen", maar diep
gelukkig op het laatste moment uit mijn schamele
liederenschat „Daar waren twee koningskinderen"
op. Als ik het couplet vertaald heb, is Chen
zichtbaar ontroerd. Hij begrijpt nu, dat er op het
punt van de liefde niet alleen in China een hoop
wordt afgetobd.
Chen geeft me twee handen tegelijk en zegt: „De
liefde, sil, de liefde is het mooiste, wat er is"
Twee stations en enige honderden monotone
kilometers verder is Chen alweer van gedachten
veranderd en zijn de Graven van de Ming-keizers
opeens het mooiste, wat China te bieden heeft.
Zodra de bus de Gewijde Straat is ingedraaid, die
geflankeerd wordt door 24 marmeren opvarenden
van Noachs Ark, raakt hij spontaan in vervoering
en prijst hij de Mingdynastie opnieuw regelrecht
het graf in.
Dertien keizers resideren hier in het smalle dal
tussen de Drakenheuvel en de Tijgergrot in
onderaardse paleizen, waarvan er tot nog toe
slechts twee aan het dodenrijk zijn ontfutseld.
Eén daarvan is Ting Ling, waar Chu-l-chun, de
13de heerser in de Mingperiode alweer 377 jaar In
een ruime behuizing de jongste dag verbeidt. Chu,
die als tienjarige de troon besteeg (wat voor een
vorst van die leeftijd evengoed een hele klim moet
zijn geweest), regeerde 48 jaar over het Hemelse
Rijk en werd daarna met zijn hele hebben en
houwen gouden potten, pannen en concubines
onder de aarde besteld in een privé Hades. De
bouw daarvan was al begonnen, toen hij amper 22
jaar was. Chu, die het hiernamaals kennelijk al
vroeg zag zitten gooide er uit de staatskas 7.8
miljoen ons zilver tegenaan om er van verzekerd te
zijn, dat het hem na de laatste snik aan niets zou
ontbreken.
Het moet hem worden nagegeven, dat hij niet
krenterig te werk is gegaan. Chu liet bijvoorbeeld
marmeren deuren hakken, die elk vier ton wogen
en marmeren altaren ontwerpen, waaraan de
goden na zijn dood hun sermoenen voor de
overledenen konden houden.
Eeuwige rust
Tot 1956 hebben Chu en zijn ontslapen
familieleden het dodenrijk alleen gehad. Maar
daarna was het ook voorgoed gedaan met hun
eeuwige rust. Archeologen namen in dat jaar bezit
van het dal en daalden al wroetend af naar de
hartkamers van de Mingdynastie. Nadat de
marmeren deuren geopend waren, ontdekten ze,
wat ze al vreesden: de keizer was dood.
Sindsdien mogen ook toeristen zich met eigen
ogen van dat feit overtuigen. Met busladingen
tegelijk worden ze vanuit Peking naar de centrale
parkeerplaats gebracht en daar begint dan de
pelgrimstocht, trap op trap af, naar de plaats waar
keizer Chu open huis houdt.
Het zal wel weer aan die eenvormige Mao-pakken
liggen, waarin de meeste bezoekers rondlopen. Zij
zorgen natuurlijk voor dat vervreemdend
shockeffect, waardoor de indruk gewekt wordt dat
je bij de ingang van een mijnschacht staat, waar
de kompels elkaar voortdurend aflossen.
Honderden verdwijnen ondergronds, honderden
worden op hetzelfde moment door de aarde
teruggespuwd. Op de smalle trap is het dringen
geblazen en kunnen alleen ellebogen tienden van
seconden afknabbelen van ieders Individuele op
en afgang.
Het eindresultaat blijft in alle gevallen hetzelfde: Je
schuifelt door drie kale hallen met doodkisten,
maakt daarna rechtsomkeert en begint aan je
moeizame terugtocht naar de levenden.
Op de parkeerplaats poetsen chauffeurs nog
steeds de modderspatten van morgen van hun
bussen. En verderop onder de bomen heeft een
vader de inhoud van zijn knapzak leeggeschud op
een picknicktafel. De Hoge Veluwe op een erkende
christelijke feestdag.
Chen Ai Goo zit al in de bus en staart met gesloten
ogen in zijn ziel.
Nog 1095 nachtjes slapen en dan zal ook hij zijn
bruid mogen binnenleiden in zijn eigen
tweekamerpaleisje in een buitenwijk van Peking
Wat de partij beslist is altijd welgedaan
LEO THURING