mm De zelf geplukte „bloem" is het mooiste souvenir EEN STENEN DRIELUIK (3 en slot) Nederlandse schrijvers groeien mee met populariteit van Donald Duck <"0 Hoog uit de torens van zijn kasteel kijkt de koning neer op zijn versteende lusthof. Ooit leefde hij gelukkig op zijn hoge burcht, omringd door bloeiende rozen. Totdat de vijand kwam en alles verwoestte. Door smart overmand, verstijfde de koning en ook wat er van de bloemen restte, veranderde in steen. Zo luidt een oude sage. De mensen in Zuid-Tirol vertellen dat verhaal aan hun kinderen, wanneer die de vraag stellen, waarom de beroemdste berg van de Dolomieten de „Rosengarten" wordt genoemd en waarom de ernaast gelegen Vajolet-spitsen zoveel op een burcht lijken, door de tand des tijds aangeknaagd. Eenmaal hebben dus, volgens de sage, de bergtoppen in bloei gestaan. De bloemen zijn versteend, maar wie goed zoekt, kan ze toch nog vinden. Verscholen in rotsspleten bloeit nog altijd de kristallen schoonheid van de mineralenwereld. Verzamelaars getroosten zich zware inspanning om die „versteende bloemen" te plukken, zoals hun voorgangers vaak met levensgevaar waardevolle ertsen aan de bergwereld trachtten te ontrukken. Het winnen van goud, zilver en meer praktisch bruikbare metalen is in de Alpen ën de Dolomieten grotendeels historie geworden. Maar mineralen en halfedelstenen trekken nu de amateur-„Bergmann" in steeds grotere mate naar de bergen. In drie artikelen geeft een van onze verslaggevers een impressie van dit boeiende bedrijf. Vandaag het derde en dus laatste deel van dit drieluik, waarin de amateur eindelijk aan zijn trekken komt. fcl #1 y- j nd i vie 'n ^ÉiMUND In Gmünd stromen Lieser en Malta te- ikke amen. De Ferienclub Lieser- und Maltatal verwel- omt er zijn gasten met een vruchtenlikeurtje van en i Igen bodem. VVV-folders beloven ook een nevel- 'staa "j klimaat en een grootse natuur in de brede da an?. in van de beide bergriviertjes. Wandelen langs ruisende watervallen en lieflijke almen is hier de d di elangrijkste attractie, al kun je natuurlijk ook in va et miniatuurstadsparkje het bronzen borstbeeld kopian Ferdinand Porsche gaan bekijken, die in isfn imünd zijn eerste sportauto bouwde, ■rani/andelend over het intieme marktplein van dit sic Oostenrijkse Rothenburg" zie ik in een apothe- zij ersetalage een presentatie van de Tiroler Oel- ->ewi teinwerke. Zo'n honderd miljoen jaar oude „Oel- me/iteine" leveren de steenolie, die vanouds in de zij olksgeneeskunde bekend was en die nu door de ipotheker als „Tiroler Steinsalbe" wordt verkocht. i oor welk doel, heb ik niet kunnen ontdekken. mu er plaatse kan de streek-VW me geen echte /fnijnbouw meer tonen. Al eerder vertelde ik over assii e verlaten ijzer-, goud- en kwikmijnen. Directeur aggl [arl Rieger wees me ook nog op de vroegere Ar- st ui enik-winning bij Rennweg, het dorpje waar we zijn va ebied zijn binnengereden. In het Pölladal werd \spe roeger het gevaarlijke arsenicum tot „gifkogels" vai erwerkt. Een permanente tentoonstelling laat men ien, hoe dat gebeurde. teel Vanneer Gmünd feest viert, kun je er nog de oude tinu rolksdrachten bewonderen. Vrouwen in lange ge- verschijnen dan met hun merkwaardige Wie.Goldhauben" op straat. Een hoofdtooi, die doet b ienken aan een omgekeerde gouden kelk. Een na galm van de gouden tijden toen uit de rotsen niet alleen water, maar ook welvaart borrelde. Het Lie- "?aaserdal verkocht zijn bodemschatten naar heel Eu- Bacropa fgu k0mt Europa naar het Lieserdal, dat in JZ1* jet toerisme een nieuwe welvaartsbron heeft aan- jeboord. Vandelen is niet de enige attractie, die Karl Rleg- ,t Jer zijn klanten heeft te bieden. De actieve vakan- ,a( ieganger kan kiezen uit een programma, waarop L ehalve het zelf bakken van een boerenbrood of iet deelnemen aan een mens-erger-ije-niet-toer- ftiooi, ook het zoeken van mineralen staat. De ver leende bloesem van de bergen speelt in heel )ostenrijk een rol bij het amuseren van de gasten. k herinner me van een vroeger bezoek aan de ip toutmijnen van Hallstatt de roze zoutkristallen, die ze e als souvenir mee naar huis nam. Je kon er zelfs We lozen kopen met tien tot twintig stuks verschillen de Ie mineralen. Want waar zout is te vinden, zitten 7 oi neestal ook andere kristallen verscholen. Gips en f ge mhydriet, maar ook kleurrijker mineralen, zoals m.aj iet groene simoniet, dat zijn naam dankt aan de ropi leroemde Dachtstein-onderzoeker Friedrich Si- j /jyjmony. Wit Jachtstein en Tauern, het zijn magisch klinkende lij voorden voor de schatzoekers, die elke vakantie sche apnieuw onweerstaanbaar naar de bergen worden 'i getrokken. Ook andere gebieden in de Oostenrijk- en Zwitserse Alpen leveren soms rijke buit. folMaar er komt wel heel wat bij kijken, om die buit tuk- binnen te halen. Je kunt natuurlijk naar de Grosz- glockner rijden en in Heiligenblut een hobbywerk plaats opzoeken, waar je voor de civiele prijs van 35 Oostenrijkse schillingen in een uur de kunst van het edelstenen slijpen wordt bijgebracht. Echte edelstenen komen daar nauwelijks aan te pas. maar het oefenmateriaal levert toch aardige sier- steentjes op en de mooiere stukken worden je als ruw materiaal tegen kostprijs geleverd. Nog spannender is het goudwassen. De wildwest verhalen over goudzoekers in de Hohe Tauern, die per jaar vier ton goud uit de wilde bergstromen wisten te halen, zijn weliswaar verklonken. Maar iedere Ijverige toerist kan met veel geduld op zijn minst wat stofgoud en met veel geluk ook een ech te goudkorrel, of een stukje gouderts in zijn was- schotel ontdekken. Ooit moeten er korrels ter grootte van een hazelnoot zijn gevonden! Illegaal goudwassen is in Oostenrijk wettelijk verboden, maar door tachtig schillingen neer te tellen, ben je gerechtigd om naar goud te zoeken en je vondsten ook mee naar huis te nemen. Dat is de prijs voor een jaarlldmaatschap van de „Gold- und Silber- Schurfgemeinschaft Heiligenblut". Een koopje, vergeleken bij de 140 schillingen, die je betaalt voor een geleide excursie goudwassen met pic knick. Van onze aardkorst, die zo'n 16 kilometer dik is. bestaat 95 procent uit stollingsgesteenten. De Ne derlandse bodem is daar niet bij! Zelfs onze rots gronden in Limburg en de Achterhoek bestaan uit sedimenten, al kunnen ook in de kalkafzettingen van Winterswijk en zelfs In de steenbakkersklei al Tussen het harde graniet van de steengroeve bij hotel Pflüglhof kan een zachtgroen glanzende malachiet verborgen zitten. daar leuke kristallen worden gevonden: pyriet, cal- ciet, respectievelijk gips. Wie bij ons een minera- lenverzameling wil aanleggen, moet echter op reis of moet zich met gekochte stukken tevreden willen stellen. Je kunt bij handelaren en op beur zen Mexicaanse geoden kopen, ruwe steenbollen, die als „versteende gasbellen" in afgekoelde lava zijn achtergebleven. Wie ze met een speciale ket tingtang precies in twee helften weet te splijten, ziet hoe zo'n tachtig miljoen jaar geleden tegen de binnenwand van de bol diverse mineralen zijn uit gekristalliseerd. Dat „kraken" van geoden is een belangrijke attractie van Giethoorns museum „De Oude Aarde". Een klein avontuur, inderdaad, maar niet te vergelijken met het zelf zoeken van de ver steende bergbloesem in het hooggebergte. Bij het Pinguin Verlag in Innsbruck is een hele se rie gidsen voor mineralenzoekers verschenen. Ik liet zo'n boekje zien aan Kurt Wochner, toen we zijn zelfgevulde schatkamer boven de Afritzersee bewonderden. „Niet slecht", vond hij. Maar hij had toch ook wel kritiek. „Voor de meeste verzame laars, die met zo'n boekje werken, blijven de fraaie kristallen, die je op de foto's ziet. droombeelden. Vergeet niet, dat een vindplaats die door een ver zamelaar wordt vrijgegeven, meestal al behoorlijk is geplunderd!". Naar de toppen Voor Kurt Wochner bestaan eigenlijk geen vind plaatsen, die je in een boekje kunt vermelden. De hele reeks van bergtoppen, waar je van zijn huls uit tegen aankijkt, is zijn werkterrein en zelfs nog verder. Er zijn ook in Nederland wel zulke fanatie ke zoekers, die in elke vakantie naar de bergen trekken, vrouw en kinderen in een pension of berghut parkeren en als bergbeklimmer uitgerust de spleten opzoeken, waar je de schatkamer kunt binnendringen. Voor zoiets moet je wel 's morgens om drie uur je bed uit, om nog vóór donker terug te zijn. En eer thuis je vitrine begint uit te puilen van de fraaie „Schaustucke" gaan er wel een paar jaartjes voorbij! Voor dergelijke avonturen in het hooggebergte bood mijn verkenningstocht geen ruimte. Maar toch, terwijl de avond viel over de houten speel goeddorpjes en de klaterende watervallen van het Maltada en we zaten uit te rusten aan de rand van de steengroeve bij hotel Pflüglhof, voelde ik een intense vreugde bezit van me nemen. Een geheim zinnige bloem lag in mijn hand. Een wit brokje steen en daarin gebed een zachtgroen glanzend plekje malachiet. Afgeslagen van een aan het dag licht tredende ader in een hard brok graniet, uit de stapel die de steenhouwers verzameld hadden. Heel prozaïsch dus. Maar toch: dit zelfgeplukte kleinood uit de versteende bloementuin van de bergen was het mooiste souvenir, dat ik van deze inspectietocht mee naar huis had kunnen nemen. Mooier dan welke topper ook, die ik in Kurt Woch- ners schatkamer had kunnen kopen. ADRIAAN BUTER ver- j HAARLEM „De helft fan het aantal kinderen op Donald Duck is labonneerd, leest de jekstverhalen niet. ^'jMaar als je de overige zich !*nderen neemt die ze wèl lezen, dan kom je loch nog op een aantal 250.000. Zo'n groot lezerspubliek be- 'eikt een Nederlandse schrijver van jeugdboe ken op een andere ma nier zelden. Hoewel we ook vertaald werk op- némen, hebben we al- lijd met grote regel- We-maat werk van Neder- ca-landers gepubliceerd: naar zo schreef in 1963 Miep Diekmann voor ons „Merijn bij de lorre- draaiers" en ook ande re Nederlandse auteurs van naam hebben voor ons geschreven. Bij voorbeeld Paul Biegel Jaag (Kleine kapitein) en1 Guus Kuijer, van wie „Papa is een hond" eerst in Donald Duck verscheen en later bij Querido als boek. Ook debutanten kunnen we ten kans geven, ge makkelijker dan uit gevers van boeken dat kunnen doen, hoewel we dit jaar zijn begon nen ook zelf boeken uit geven. En om het helemaal Nederlands te maken: de Schiedam- Daan Jippes schrijft en tekent veel van de nieuwe Donald Duck-strips, niet van de Amerikaanse te onder scheiden; de strip Wolf je is van de Hagenaar Dick Matena en Douwe Dabbert is van Piet Wijn en Thom Roep". Aldus Cees de Groot, •fdredacteur van de het DER VNU J.uniorgroep, ver antwoordelijk voor on der meer de weekbla den Donald Duck (opl. 460.000) en Bobo (opl. 80.000) voor de jongere lezertjes. De Groot: „Voor beide bladen geldt, dat we in de eer ste plaats amusement willen bieden, waarin we jeugdliteratuur ver pakken. Ook al staan we wat inhoud betreft misschien dichter bij Kluitman dan bij een voortreffelijke uitgever als Leopold, toch hou den we, ook wat het amusement betreft, vast aan kwaliteit". Kwaliteit wordt in hoge mate bereikt in een blad als Bobo. be stemd voor kinderen van vier tot zeven jaar, met auteurs als Annie M. G. Schmidt, Simone Schell, Co Loerakker en gerenommeerde te kenaars als The Tjong Khing en Fiel van der Veen. De Groot: „Van Simone en Co hebben we dit jaar de vervolg verhalen gebundeld tot boeken. Een geslaagd experiment, waar we mee doorgaan. Vroeger gaven we de dure kleu renlitho's, behorende bij in ons blad gepubli ceerde verhalen voor niks of bijna voor niks weg aan de uitgever, bij wie de desbetreffen de schrijver zat. Daarna hebben we geprobeerd om met een grote uit gever tot samenwer king te komen. Maar toen bleek, dat die uit gever voor ons begrip wat langzaam reageer de, zijn we zelf maar gaan uitgeven. Ja, sommigen hebben er kritiek op, dat we die boeken het etiket Bobo-boek meegeven. Misschien klinkt het in derdaad wat goedkoop. Misschien. Toch wil ik daarmee doorgaan, omdat ik wil dat de le zer uiteindelijk door krijgt dat Bobo als blad kwaliteit heeft. Dat lijkt me een kwestie van tijd. Want ik weet ook wel, dat Bobo lange tijd bestond uit een mager stripverhaal. Maar dat is de laatste drie jaar omgebouwd tot een kwaliteitsblad, met zo veel mogelijk Neder lands werk". Debuut Zowel in Bobo als in Donald Duck wordt on bekende schrijvers de gelegenheid gegeven hun debuut te maken. De Groot: „Een boek is meteen zo iets éénma ligs; een uitgever kijkt wel drie keer uit, voor hij met een debutant begint. Hoewel wij na tuurlijk ook voorzichtig moeten zijn, kunnen we wat gemakkelijker han delen. Als een verhaal, al dan niet met vervolg delen wat minder goed uitpakt, dan is er niet meteen een ramp ge beurd". Hoewel de afdeling marketing van de VNU Cees de Groot voor zichtig kan toespreken als zijn activiteiten tot verlies aanleiding zou den kunnen geven, heeft deze hoofdredac teur alle gelegenheid eigen ideeën te ontwik kelen. „We gaan volstrekt on wetenschappelijk te werk en in feite hebben we als enige maatstaf de herinnering aan wat we vroeger zelf leuk vonden. Mijn persoon lijke mening en smaak vind je vooral terug in Donald Duck; in Bobo die van Marcella Pley- sier, de vaste redactri ce van dit blad, die een belangrijke stem in het kapittel heeft. Onze smaken ontlopen el kaar niet zo veel. Ik ben van mening dat het kwalijk zou zijn, als je je bladen volstopt met alleen maar maat schappij-kritische kin derverhalen. Aan de andere kant zou ik het even kwalijk vinden, als je ze helemaal niet pu bliceerde". „Van de mening van kinderen trekken we ons maar heel gedeel telijk wat aan. Aan de redactie van Donald Duck worden per jaar 15.000 tot 20.000 brie ven geschreven,dat Cees de Groot. zijn er bijna vijftig per dag, met de meest te genover gestelde me ningen. Dat is één. Een rol speelt ook mee, dat kinderen altijd moeite hebben met een nieuw verhaal of een nieuwe figuur. Hun eerste reac tie is meestal negatief, maar als ze eraan zijn gewend, willen ze dat nieuwe niet meer mis sen". Donald Veel lezers van Donald Duck is het niet ont gaan, dat de laatste tijd veel herdrukken wor den gepubliceerd. Ge brek aan goed, nieuw materiaal? Cees de Groot: „Nee, dat niet. Het is wel waar. dat de eerste Duck-tekenaar. de Amerikaan Carl Barks, de geestigste en beste Duck-tekenaar was. Maar Barks hield ermee op, toen hij In 1966 werd gepensio neerd. Daarna kwam een aantal minder goe de Donald Duck-verha- len, te herkennen aan een andere snavel van Donald, vergeleken bij die van Barks. En toen kwam Daan". Daan Jippes is een ver haal apart. Een Schie dammer, die voor zijn -plezier Donald Duck verhalen tekende en schreef en er op een dag mee naar de re dactie In Haarlem stap te. „En of het niks was. soms". De verzamelde Donald- verantwoordelijken vonden het heel wat en vroegen Jippes om meer. Met het ge volg dat een derde Do nald Duck in de bladen werd opgenomen, bijna niet van die van Barks te onderscheiden. De Groot: „Dat we sommi ge Duck-verhalen op nieuw plaatsen heeft een andere reden. We zijn nu dertig jaar ver der en het lezerspu bliek Is een aantal ge neraties opgeschoven. Sommige van die oude verhalen vinden we zo goed, dat we ze voor de nieuwste generatie graag herhalen. Maar ik geef toe, dat oudere le zers ze zich gemakke lijk kunnen herinneren. Overigens ook wel een bewijs, dót ze goed wa ren". Nederlands De Groot sluit niet uit, dat Donald Duck en Bobo voor honderd procent Nederlands worden. „We werken nu al samen met Dene marken en over èen poosje zullen we wel helemaal autonoom worden. Al zitten we vast aan afspraken en reglementen. De verha len die we zelf maken, mogen niet geweldda dig zijn en bestaande karakters mogen niet veranderen". Zo groeien Nederland se schrijvers en teke naars mee, al lag de basis in Amerika. Tot de Amerikaanse eend een Nederlandse kwa ker is geworden, omge ven door werk van Ne derlanders. Tot tevre denheid van het Neder landse kind. FRITS BROMBERG

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 23