Ku Klux Klan steekt kop weer op oudt icolaas WASHINGTON Ze hebben een hekel aan iedereen met een gekleurde huid. ze haten joden, communisten, socialisten en progressieven. ze hebben de pest aan belasting en sociale voorzieningen en in het algemeen zijn ze niet gek op buitenlanders. In hun klerenkast hangt een wit gewaad en een wit hoofddeksel met kijkgaten. In het dagelijkse leven lijken ze vaak verdacht veel op brave burgers. Het zijn leden van de Ku Klux Klan, een in 1866 in de Verenigde Staten opgerichte racistische organisatie, die na een laatse eruptie in de zestiger jaren goeddeels leek ingeslapen. Maar sedert kort groeit het ledental weer, kruisverbrandingen, het rituele handelsmerk van de Klan. vinden weer regelmatig plaats. De „Klan" steekt opnieuw de kop op. Tot 1 oktober van dit jaar had het Amerikaanse ministerie van justitie te maken met 44 misdrijven, waarbij leden van de Ku Klux Klan betrokken waren. Het jaar ervoor waren dat er nog maar acht. Deze maand werd een voorlopig dieptepunt bereikt. In Greensboro (North Carolina) openden „Klansmen" het vuur op een groep van enkele honderden mensen, die tegen de Ku Klux Klan demonstreerden. Vijf demonstranten vonden de dood, acht werden ernstig gewond. De politie arresteerde veertien mannen, Klan-leden, maar enkelen van hen behoren ook tot een neo-nazistische groep, een nieuwe aanwijzing voor het feit dat de „Klan" en neo-nazi's steeds vakqr een illuster verbond aangaan. Ook gezamenlijk gaat het echter nog steeds om kleine aantallen. Volgens de hoogste schattingen zijn er circa tienduizend actieve Klanleden en rond de vijfduizend neo-nazi's. geen betekenende aantallen op een totale- bevolking van boven de 220 miljoen. Nogal wat joodse en zwarte leiders menen dan ook, dat er veel te veel aandacht aan de kleine rechts-extremistische groep wordt besteed. Bij een kruisverbranding enkele weken geleden in Mississippi waren er meer verslaggevers uitgenodigd door de Imperial Wizard William Wilkinson, dan toeschouwers. „Tovenaar" Wilkinson, een 36-jarige elektricien, die in de Amerikaanse media onder andere „vriendelijk" wordt genoemd, is leider van een van de drie grote fracties van de KKK. Hij beweert een nieuwe koers voor zijn club te willen, geen geweld, maar politiek. Desondanks lopen hij en zijn volgelingen voortdurend met een vuurwapen op zak. „Voor zelfbescherming", aldus Wilkinson. Hij heeft zich ook snel van de brute vijfvoudige moord in Greensboro gedistantieerd. „Dat moet een splintergroepje zijn geweest, daar hebben wij niets mee te maken". Wilkinsons nieuwe koers houdt ook in, dat hij er niet meer van uitgaat alle 26 miljoen negers in de Verenigde Staten te kunnen deporteren. Ze mogen blijven, maar op de plaats waar ze volgens hem horen, aan de voeten van de blanken, echte blanken dan wel te verstaan, dus geen joden of linkse rakkers. Gordon Galle, een discipel die gebukt gaat onder de eretitel „Grote Draak van Mississippi" wil nog wel even verduidelijken, dat „een nikker altijd een nikker is geweest en altijd een nikker zal blijven. Ze wisten niet eens hoe ze een toilet moesten gebruiken tot wij het ze leerden. Wij hebben dit land tot een beschaafd land gemaakt en wij zullen het beschaafd houden". Andere koerswijzigingen zijn al niet minder drastisch. Katholieken, vroeger ook op de zwarte Klanlijst, mogen thans lid worden. En lang haar, zij het niet al te lang. is ook geen doorslaggevend beletsel meer voor het lidmaatschap. Rug tegen de muur De „gemoderniseerde" Klan meent dat het blanke ras met de rug tegen de muur staat. En op die plek, met een vuurwapen in de hand, wordt het begrip „zelfverdediging" erg rekbaar, zo is al vele malen gebleken. De we deropstanding van de Klan wordt door velen gezien als een uitwas van de conservatieve stemming, die sedert het begin van de zeven tiger jaren veld wint. Het is ook een reactie op de groei van kleine linkse groeperingen in de Verenigde Staten (de anti-Klanmars in Greensboro was georganiseerd door een maoïstische groep) en op het feit, dat federale en lokale overheden de laatste jaren eindelijk serieuze pogingen doen de achterstand van minderheidsgroepen versneld in te lopen. Zo worden bedrijven verplicht een bepaald aantal leden van minderheidsgroepen in dienst te nemen, scholen worden gedwongen dezelfde lijn te volgen. Desondanks gaan de vorderingen nog maar met kleine stapjes. Een recente triomf was de verkiezing van de eerste zwarte burgemeester van Birmingham (Alabama), een stad die in de zestiger jaren een centrum was van anti-zwarte gevoelens en waar ds. Martin Luther King ooit na een mars in de cel belandde. Het gemiddelde inkomen in de zwarte Amerikaanse gemeenschap is thans 57 procent van het gemiddelde „blanke" inko men. Dat was in 1963 nog 53 procent. Ameri ka telt nu 170 zwarte burgemeesters tegen 48 in 1970. Bijna driekwart van de zwarte leerlin gen maakt de highschool af. In 1960 was dat nog maar 42 procent. Blank houden Ook in de denkbeelden, die blanken over hun zwarte landgenoten hebben, komt langzaam wat verandering. Bij een recente enquête bleek toch nog bijna de helft (49 procent) van de blanke ondervraagden te menen, dat zwar te mensen minder ambitie hebben (in 1967 was dat 70 procent). Nog 25 procent meent, dat „negers" minder intelligent zijn (was 46 procent in 1967) en 15 procent acht hun zwar te medeburgers domweg „inferieur" (29 pro cent in 1967). Bij zulke nog altijd opmerkelijke percentages valt een groep van om en nabij de vijftienduizend lieden, die Amerika „blank willen houden" in feite nog wel mee. Maar de meeste leiders van minderheidsgroe peringen vinden dat alleen al het simpele be staan van Ku Klux Klan en neo-nazi's uiterma te verontrustend is. Zij vrezen bovendien voor toenemende confrontaties tussen ultra-linkse en extreem-rechtse groeperingen, en omdat de gemiddelde Amerikaan uiteindelijk toch nog wat meer het land heeft aan uiterst links zullen groepen als de Ku Klux Klan en de neo nazi's daar flink van kunnen profiteren. DICK TOET 1ARI Bari, de hoofdstad van Apulië, ad een plaats gekregen in het nog ram ma van onze zwerftocht door 1e hak van de Italiaanse laars, omdat ien soort van personele unie de stad verbindt met Nederland. Het verbindingsteken wordt gevormd door Bari's stadspatroon St.-Nicolaas, jtevens onze Goedheiligman, die de Nederlanders ten onrechte uit Spanje laten komen. Zijn gebeente rust in de crypte onder het hoofdaltaar van de speciaal voor dit doel gebouwde lasiliek, een zwaar, massief gebouw in ormandische stijl, zoals de nazaten 1er Noormannen er meerdere hebben ïagelaten in dit deel van Zuid-Italië, i Voor de grafkerk van de patroon der '.eelieden en vissers hadden de Baresi teen betere plaats kunnen uitzoeken 1an hier, op tweehonderd meter uit de fust van de Adriatische Zee. Aangezien de siestatijd nog niet verstreken is, besluiten we de auto in de schaduw van 't Dominicanerklooster op de Piazza :_JSan Nicola achter te laten en eerst een 'andeling te maken door het kasbah-achtige oude stadsgedeelte van Bari. Terwijl we uitstappen op het lege, tog zomerhete plein, duikt uit het niets 'Q#een politie-agent op in een smetteloos n wit uniform. ,U bent vreemdelingen? Hoe lang a" denkt U weg te blijven? Ik heb nog 25 fninuten dienst. Zo lang kan ik op Uw auto letten. Laat U er niets in achter van enige waarde. Steek Uw papieren bij U. Neem Uw tas en fototoestel mee houd ze dicht tegen U aan. Cap ito?" Geen drie minuten later lopen we door een steegje waar amper een kleine auto doorheen kan. Een wijdbeens in de deur van zijn negotie staande groentehandelaar fluistert ons in het voorbijgaan toe: ,,Pas op Uw spullen. Houd Uw fototoestel met twee handen vast". We worden voor een derde maal gewaarschuwd in een espresso-bar en een vierde keer in een tabakswinkel. Door de steeg knettert een zware Kawasaki, bemand door tweè jongelui met valhelmen, gevolgd door een Vespa. Het is duidelijk waar de waarschuwingen op sloegen: op de scippatoride gemotoriseerde tasjesdieven waarvan, naar we achteraf horen, in dit middeleeuwse gedeelte van Bari nogal wat toeristen de dupe worden. Dievengilde De werkloosheid in Zuid-ltalië is groot, de armoe onder de bevolking bitter. Beeld van Sint-Nicolaas in de naar hem genoemde basiliek in Bari. behoudens voor de kleine categorie bevoorrechten die in weelde leeft. Schept dit alleen al een voedingsbodem voor het ontstaan van een dievengilde, later zouden we begrijpen dat het ook verband houdt met een Barinese karaktertrek die al heel oud moet zijn. Wat wil men ook anders in een stad, waarvan de patroonheilige zelf afkomstig is van diefstal? De pater Dominicaan, die speciaal voor ons de kerk ontsluit, smeert ons voor 1500 lire een boekje aan over de geschiedenis van Sint-Nicolaas' komst naar Bari. Het boekje is gedistilleerd uit een verslag, dat ene aartsdiaken Joannes in 1088 heeft opgetekend voor de toenmalige bisschop Ursus. Sinds 350 na Christus was bisschop Nicolaas begraven geweest in de Lycische stad Myra, tegenwoordig Zuid-Turkije. Hij stond er in hoog aanzien om zijn royale giften en zijn goede daden. Myra viel in 1087 in Turkse moslimhanden en de Baresi veronderstelden, dat San Nicola wel liever in een christelijk land begraven zou willen liggen. Ze besloten het gebeente van de toen al zeer beroemde en alom geeerde volksheilige en kindervriend van Myra weg te halen. Hun gedachte was niet nieuw. Een paar eeuwen eerder was de verering van relieken of wat daarvoor doorgaat, vanuit het Oosten de Kerk binnengedrongen, ledereen spande zich in, stukken gebeente of gebruiksvoorwerpen van zo hoog mogelijk geplaatste heiligen in zijn bezit te krijgen. Er is in die dagen heel wat lijkschennis gepleegd om een schedel, een vingerkoot of een teen van de Heilige Die-of-Die te bemachtigen. Er is wel eens gezegd, dat alle splinters van het Heilig Kruis, die als relieken worden vereerd, bij elkaar een heel bos zouden opleveren. Kruisvaarders waren erg goed in het overbrengen van relieken, zoals de kooplui in de landen van herkomst meesters waren irj het opsporen en versjacheren ervan. Meesterstuk Een meesterstuk was uitgehaald door de Venetianen, die in 828 het gebeente van Sint-Marcus, de evangelist, uit het Egyptische Alexandrië hadden ontvoerd. De Baresi, even grote zeévaarders als de Venetianen maar minder gewiekst in het zaken doen, hadden gehoord dat de onderdanen van de Doge ook uit waren op het gebeente van San Nicola. Ditmaal zouden zij hun te slim af zijn. Zeven en veertig zeelieden, die met drie schepen Apulische tarwe naar Antiochië hadden gebracht, probeerden op de terugweg eerst het geraamte van de vrijgevige bisschop te kopen voor 300 goudstukken. De christenen van Myra, die van de Turkse overheersers hun godsdienst vrij mochten beoefenen, waren zeer verontwaardigd en weigerden. Daarop hebben de Baresi 's nachts gewoon de graftombe opengebroken, hun mede-christenen beroofd van hun geliefde heilige en de botten aan boord gebracht van hun schepen. Ze hoefden ze niet eens te verstoppen in een vat met gezouten varkensvlees, zoals de Venetianen met het gebeente van Sint-Marcus hadden gedaan. Groot feest De 9e mei van het jaar 1088 was het groot feest in Bari. In feestelijke processie werd het stoffelijk overschot van San Nicola naar de kathedraal gebracht, maar niemand vond dat een geschikte rustplaats voor de grote heilige. Daarom werd de kist met het gebeente op een ossewagen geladen en door de stad gevoerd. Op de plek waar de ossen bleven stilstaan en dat gebeurde zonder enige twijfel op bevel van St.-Nicolaas, vertellen ze in Bari werd een nieuwe kerk gebouwd, de basiliek van San Nicola. Rondkijkend in de crypte ontdekten we, dat de zuilen rond het graf onderling verschillen. De reden daarvoor is dat ze gewoon zijn weggehaald uit andere bouwwerken van vroegere oorsprong. Als dieven ooit op zoek zouden gaan naar een patroonheilige, zou St.- Nicolaas een zinvolle keus zijn. Uit alle landen rond de Middellandse Zee stroomden en stromen de pelgrims naar Bari. Tot in onze dagen nemen ze uit de souvenirstalletjes flesjes mee met een kleurloos vocht, dat uit het gebeente van St.-Nicolaas heet te zijn gedrupt, de zogenaamde manna", die geneeskrachtig tegen vele ziekten zou zijn. Spaanse toevoeging St.-Nicolaas' naam verspreidde zich vanaf zijn begrafenis in Bari over heel Europa. Mogelijk door Venetiaanse kooplieden, die over de Brennerpas naar Vlaanderen trokken, drong die faam ook door tot de Lage Landen. Dat gebeurde door mondelinge overlevering die de mogelijkheid van onjuistheden in zich droeg. Zo valt het te verklaren, dat St.-Nicolaas door Hollanders met hun Spanje-complex werd gesitueerd in Spanje. Dat het aspect van de vrijgevigheid van de Sint bij de Hollanders het meest tot de verbeelding sprak, laat zich begrijpen. Ze hebben hem toen ook maar voorzien van een Moorse knecht in een Spaans pagepakje, zoals rijke Spanjaarden er op na plachten te houden. Amsterdam benoemde hem tot stadspatroon. Rusland tot nationale patroonheilige. St.-Nicolaas is naamgever geworden van allen, die voornamen dragen als Klaas. Klazina, Niek, Colette, Claus enzovoort, of achternamen als Claessen, Claes, Nicholson, Nicolas, Colsen, Collins, Kol lee e.d. Beeld Onze Dominicaan heeft ons uitgenodigd, terug te komen op 9 mei. Elk jaar is er op die dag groot feest in Bari. Het beeld van St.-Nicolaas, overigens pas vervaardigd in de 17e eeuw, wordt dan in plechtige processie door de stad gedragen. Het bijna manshoge beeld stelt een zegenende bisschop in rijk bestikt ornaat voor, met in zijn linkerhand een gouden bisschopsstaf. Hij klemt een boek tegen zijn arm, waarop drie gouden ballen. Ze stellen de drie buidels met gouden munten voor, die de goede Sint door het raam van een arme edelman naar binnen zou hebben geworpen als bruidsschat voor diens drie dochters, wie daardoor een leven als publieke vrouwen bespaard bleef. Zo'n worp was nog eens iets anders dan een handvol pepernoten. De processie eindigt aan het strand, waar het beeld van San Nicola in een roeiboot wordt gezet en vervolgens naar een buitengaats liggende, rijkelijk gepavoiseerde vissersboot wordt geroeid. Daar wordt St.-Nicolaas voor de rest van de dag op een troon gezet, het gezicht naar de stad gekeerd. Onze pater veronderstelde, dat St.- Nicolaas het wel fijn zou vinden om de muffe kaarslucht uit de basiliek een dag te kunnen ruilen tegen de frisse zeewind. Maar nu aan het uiteinde van de haven een petrochemisch bedrijf is opgericht, is de zeewind daar ook niet meer wat hij eens geweest is. PIET TUMMERS Oude Florentijnse prent van Sint-Nicolaas die drie door een wrede waard vermoorde jongelieden ten leven wekt, terwijl de moordenaar toekijkt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 19