Voor olieboycot leiden
meer wegen naar Pretoria
w£am
n
Het ellendig
bestaan van
buitenlands
corresponden t
Binnenland/ buitenland
Papoea's moeten
iel kans krijgen
p overleving
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 17 NOVEMBER 1979 PAGINA 9
roifler
•J0EL1
gaan nog even te-
naar vorige week
derdagavond, toen
Kamerdebat over
vraag of Nederland
toet zeggen tegen de
fernisering van
VO-kernwapens nog
)p bezig was. Kun-
wij ons het schouw-
•el nog voorstellen?
de voorzittersstoel:
Dolman, uiterst
tannen de hamer
■Jemmend, klaar om
gr'jPen a^s ^et de-
uit de hand zou lo-
Achter de rege-
stafel: zittend mi-
t Willem Schol ten
Defensie met zijn
>nde gelaatsuitdruk-
van „Mij Kan
Gebeurenen
nde achter de mi-
oon onze man van
enlandse Zaken,
ister Chris van der
iuw, de vleesgewor-
mengelmoes van
ndelijkheid, schuch
terheid en a-politiek ge
drag. Gewapend met
die combinatie van heb
belijkheden had hij al
de ganse dag op aan
doenlijke wijze staan
stuntelen, hetgeen zijn
partijgenoten in de
VVD-bankjes knarse
tandend en met lede
ogen hadden aangezien.
Toen gebeurde het. In
de driehonderdzestien
de minuut van het de
bat scoorde Van der
Klaauw zijn eerste doel
punt. De D'66-er Lau-
rens-Jan Brinkhorst,
alom gevreesd vanwege
zijn snijdende interrup
ties, maakte Van der
Klaauw het leven zo
zuur met zijn pleidooien
voor uitstel van de
NA VO-beslissing, dat
de minister ad rem uit
zijn slof Schoot met de
woorden: „De NAVO-
ministerraad is niet een
congres van D'66, dat
een besluit een maand
kan uitstellen"
GEJOEL 2
Een enorm lachsalvo
klonk uit alle hoeken
van de Kamer omhoog,
maar daar bleef het niet
bij. Enkele VVD-ers
waren zo uitgelaten
over de niet meer ver
wachte score van hun
Chris, dat ze van pure
vreugde op hun bankjes
begonnen te tromme
len. Al ras werd hun
handelwijze door ande
re fractiegenoten en
zelfs door sommige
CDA-ers overgenomen.
Dolman hamerde in
middels de kroonluch
ters bijna van het pla
fond, maar dat mocht
nog niet baten. Pas op
zijn woedende uitroep
„Dergelijke methoden
zijn wij hier niet ge
wend!" werd het weer
stil in de zaal. Onder
tussen had Brinkhorst
het tafereel verbouwe
reerd gadegeslagen en
poogde bij het invallen
van de stilte de minister
nog iets terug te zeggen.
Maar dat ging niet door.
Het woord is aan de
minister!", riep Dolman.
Dat betekende echter
nog niet het eind van
het incident. Weliswaar
ging Brinkhorst weer
zitten, maar tegelijker
tijd slofte de socialist
Marcel van Dam naar
de interruptiemicro
foon. „Ik vind, dat u...
begon hij, maar verder
kwam hij niet, want
Dolman, bleek van
woede, sprong nu bij
kans uit zijn vel. „Het
woord is aan de minis
ter en niemand an
ders!!!", daverde het
door de zaal. Muisstil
werd het en pas toen
Dolman, duidelijk ge
schrokken van zijn ei
gen woede-aanval, na
enige seconden witjes
terugviel in zijn rugleu
ning, zette Van der
Klaauw zijn betoog op
bedaarde wijze voort.
GEJOEL 3
Waarom deze luidruch
tige gebeurtenis weer
opgehaald? Welnu, bij
het doorlezen van het
stenografisch verslag
van de betreffende ver
gadering bleek ons deze
week, dat de stenograaf,
die tijdens het incident
dienst had gehad, na de
opmerking van Van der
Klaauw over D'66 tus
sen haakjes de woorden
„Goedkeurend gejoel
ter rechterzijde" had
genoteerd. Bij navraag
bleek dat de betreffen
de stenograaf deze on
gebruikelijke toevoe
ging, die dus in de offi
ciële Handelingen der
Tweede Kamer zou
worden afgedrukt, ge
heel op eigen initiatief
had opgetekend. Hij
verklaarde dit aldus:
„Als ik dat gejoel er in
het verslag niet bij had
gezet, zou het net lijken
of Dolmans woorden
„Dergelijke methoden
zijn wij hier niet ge
wend" op de kwinkslag
van Van der Klaauw
sloegen. Inderdaad zijn
dergelijke toevoegingen
voor Nederlandse be
grippen zeer ongebrui
kelijk, maar in Frank
rijk bijvoorbeeld niet.
Daar worden regelma-,
tig in de Handelingen
van het parlement reac
ties vanuit de zaal of
van andere toehoorders
opgenomen. Je kunt in
de Franse Handelingen
zelfs fijnzinnige zinnet
jes tegenkomen als
„Glimlachende gezich
ten bij de socialisten".
Het joelende muisje had
echter een nog langer
staartje, want deze
week keurde Dick Dol
man de uitdrukking
goedkeurend gejoel" in
het verslag af. Hij vond
dat dit een te gekleurd
waarde-oordeel inhield.
Na overleg met de Ste
nografische Dienst
werd dan ook uiteinde
lijk besloten, in de Han
delingen het objectieve
zinnetje „Rumoer ter
rechterzijde" af te
drukken. Aldus is in
middels geschied.
BEGROTING 1
Het personeelsblad van
het Ministerie van Bin
nenlandse Zaken, ge
tooid met de naam Het
Torentje had deze week
een aardige aflevering.
In woord en beeld gaf
het blad weer wat er
zoal achter de schermen
gebeurt als een minister
in de Tweede Kamer
zijn begroting verde
digt. Een goed idee,
want vrijwel niemand
staat er bij stil hoeveel
werk er door ambtena
ren vóór en tijdens het
optreden van een mi
nister in de Kamer
wordt verzet. Als voor
beeld had de redactie
van Het Torentje (uiter
aard) de begrotingsbe
handeling van Binnen
landse Zaken van een
maand geleden geno
men.
Uit Het Torentje leer
den wij het volgende.
Tijdens de begrotings
behandeling zijn er in
totaal een dikke hon
derd mensen in actie,
die achter de schermen
zorgen dat de bewinds
lieden zo goed mogelijk
hun werk kunnen doen.
Een aantal ambtenaren
verzamelen bij de aan
vang van het debat de
speeches van alle
woordvoerders in de
Kamer. Terwijl Wiegel
en zijn staatssecretaris
Koning rustig achter de
regeringstafel zitten,
worden deze speeches
in vijftigvoud gefotoko
pieerd en naar de ver
schillende afdelingen
op het ministerie ge
bracht, waar men in ijl
tempo een antwoord op
de gestelde vpagen for
muleert.
BEGROTING 2
We citeren even Het
Torentje: „Het is een
sfeertje van intens luis
teren (naar de luidspre
kers die het Kamerge-
beuren weergeven),
koortsachtig schrijven,
dossiers naslaan en
soms van irritatie over
hetgeen de geachte af
gevaardigden naar vo
ren brengen". Nadat de
Kamer heeft gesproken,
komen minister en
staatssecretaris met de
topambtenaren op het
ministerie bijeen om
alle antwoorden door te
nemen. Het is inmiddels
al laat in de avond.
Koffie en broodjes ma
ken langzamerhand
plaats voor alcoholische
dranken. „Geef mij nog
maar een broodje stop
kogel", grapt Wiegel te
gen een langskomende
serveerster. In de auto
naar zijn woonplaats
Amerongen leest Wie
gel alle stukjes proza
die zijn ambtenaren
voor hem hebben ge
creëerd nog even door.
De volgende dag ant
woordt de minister de
Kamer. Recht tegen
over hem, hoog in de
ambtenarenloge zitten
de deskundigen gespan
nen mee te luisteren.
Nadat de Kamer weer
aan het woord is ge
weest, is er nauwelijks
tijd voor nader beraad,
want de minister moet
vrijwel direct daarna
weer antwoorden. Een
regen van meestal met
de hand geschreven
briefjes daalt via de Ka
merbodes op de minis
terstafel neer. Honder
den koppen kotfie,
broodjes en sigaretten
later zit het erop. Het
apparaat liep gesmeerd,
maar het ambtenarenle-
gertje is wel bekaf.
„Grapjes over luie amb
tenaren kan ik echt niet
meer horen", aldus een
redacteur van Het To
rentje.
DICK
VAN RIETSCHOTEN
st-irian „koos" tien jaar
;leden voor indonesie
IRSFOORT/DEN HAAG „De grootste nood van de
bea's is nog altijd hun nationale nood. Ons eerste doel is
om het in leven houden van deze mensen. We helpen
waar het nodig is. Het is dit jaar al een paar maal ge-
leven, dat er in West-Irian 150.000 Papoea's minder zijn
(de Indonesische tellingen aangeven. Ze verdwijnen ge-
n. We moeten de Papoea's daarom snel overlevingskan-
bieden, want anders zijn ze er straks niet meer", aldus
fctaris N. Padding van de stichting „Hulp aan Papoea's
lood" (HPN).
l stichting herdenkt vandaag met een (protest-) mani-
itie in het Utrechtse Jaarbeurscongrescentrum, dat de
tnigde Naties tien jaar geleden akkoord gingen met de
bitieve aansluiting van de voormalige Nederlandse ko-
t West-Nieuw Guinea, het land van de Papoea's, bij In-
te.
st jaar werd een in 1962 afgesproken volksraadpleging ge
len. De Papoea's zouden mogen beslissen over het al dan
aansluiten van hun eiland bij Indonesië. Door chantage en
aping heeft Indonesië die stemming, de zogenaamde „Daad
Vrije Keuze", zo weten te beïnvloeden, dat unaniem werd
zen vóór aansluiting. Rapporten en berichten over de hele
van zaken werden door de VN terzijde geschoven. West-
l later Irian Jaya genoemd, werd een deel van de republiek
hesië.
Papoea's is in 1969 een vreselijk, een fataal onrecht aange-
i Als je de manier ziet, waarop we hen in de steek lieten,
1 we allerlei beloften hebben gedaan en echte ontwikke-
(mlp hebben gegeven. Nederland heeft de Paoea's gewoon
jegeven aan Indonesië", aldus de heer Padding,
joel van zijn stichting is, zoals gezegd, op de eerste plaats
n leven houden van de Papoea's. Dit gebeurt door het ge-
fan medische hulp aan de bevolking van West-Irian, de op-
van weeskinderen, de zorg voor gevangenen en hun gezin-
In het oplossen van allerlei actuele noden. Daarnaast hoopt
PN te bereiken, dat Nederland zich weer voor het probleem
Ie Papoea's gaat interesseren. „Want", zo zegt de heer Pad-
„Nederland heeft ten aanzien van de Papoea's een soort
na. Men laat de zaak liever sluimeren. Vandaar, dat de pro-
itiek, in tegenstelling tot die van de Zuid-Molukken, bij
Nederlandse jongeren onbekend is"
manifestatie van vandaag is onder meer de president van
jorlopige Regering van West-Papoea, Jacob Prai, aanwezig,
ilang was hij de leider van het verzet van de Papoea's, tot-
ij op de oostelijke helft van het eiland, het onafhankelijke
a New-Guinea, in de gevangenis belandde. Daarna kon hij
neer naar zijn land terug. Indonesië vroeg zijn uitlevering,
Prai vond, nadat hij in Nederland geen politiek asiel had
igen, onderdak in Zweden.
Hoewel weer
man Hans de
Jong zegt dat
een echte win
ter nog niet in
aantocht is,
heeft het op
veel plaatsen
vannacht toch
al gevroren.
Weliswaar niet
zo hard als in
Noorwegen
(zo'n 30 gra
den) maar
toch genoeg
om over ver
schillende ka
nalen al een
vliesdun laag
je ijs te leg
gen. Mensen
gaan gewoon
lijk niet over
één nacht ijs,
maar deze
eend heeft
meer niet no
dig. Overigens
is op deze
foto ook nog
een ander her
fstig beeld te
zien: mist.
Derhalve op
gepast, zo
waarschuwt
het KNMI.
(Van onze parlementaire redactie)
HAAG Politiek Den Haag, zoals
leet, is deze week tijdens de behande-
van de begroting van Buitenlandse Za«
geconfronteerd met een merkwaardige
elling. Al in eerste termijn kwam de
•woordvoerder Jan Nico Scholten met
liotie, waarin de regering, zij het in zeer
jge bewoordingen, verzocht werd eenzij-
ten olie-embargo in te stellen tegen
/ELiJKS^Afrika. Het antwoord van minister
030-76qier Klaauw was duidelijk. De regering
aanaiieni zo»n maatregel niet bereid, tenzij de
mensenLe EG-landen mee willen doen. En aan-
nu a* ze*cer k dat deze staten daar
ivoor voelen, kwam het antwoord van
indsman neer op een simpel „neen",
engt de parlementaire gewoonte brengt
ich mee dat de indiener van een motie
weer stelt tegen een weigering van een
en ter deze uit te voeren. En dat geldt des te
lering, wanneer dat een afgevaardigde van een
ltjQlNQ ngsfractie betreft, die mag rekenen op
r uw Qoésoepelheid van de woordvoerder van het
gen hyp it. Scholten, de indiener van de motie,
i./AMun bleef doodstil zitten in zijn bankje en
rtvendt ^an ^er Klaauw het van harte met
ens was. En veel vreemder was nog, dat
in cont»qPosit'e 00^ verstek liet gaan. PvdA-
4DERAAIvoerder Relus ter Beek, anders altijd ge-
i in het Mop elke tegenstelling tussen regering en
aan de lof VVD, leek plotseling elke interesse in
'wwlot*0* erruPliern'crof°on verloren te hebben. En
jltnaar'ias ^es te êekker, daar de socialisten zelf
itvrcrkeriHi motie op tafel hadden gelegd, waarin
Massars. fde werd gevraagd, maar dan zonder een
zoals toegestaan door het CDA, tot 1 juni
l"**2343 toeschouwer op de tribune kwam dit
01711-1# ministtr zulke ijzersterke troeven op ta-
}d gelegd, dat de Kamer niet anders kon
dan een eerbiedig stilzwijgen te bewaren. Nu
was het inderdaad niet niks wat Van der
Klaauw had gezegd. „Een slag in de lucht", zo
had hij de moties van Scholten en Ter Beek ge
noemd. De bewindsman had niet de minste be
hoefte, zo liet hij uitkomen, aan opdrachten van
de Kamer, die zijns inziens 'neerkwamen op het
proberen van iets wat tevoren tot mislukken
was gedoemd. Daarin had hij niet geheel onge
lijk. Iedereen weet immers dat Zuid-Afrika be
paald niet afhankelijk is van Nederland wat be
treft zijn olievoorziening. Op de vrije markt is
genoeg te koop en de Nederlandse regering is
niet bij machte dat te voorkomen, al is deze
markt genoemd naar Rotterdam.
dreigement
De minister liet het niet bij een weigering. Hij
kwam ook met een dreigement op de proppen.
Mocht de Kamer het in haar hoofd halen vol
gende week voor de motie-Ter Beek te stem
men, dan is de regering tot haar spijt niet be
reid het ontwerp voor de zogeheten Sanctiewet
te verdedigen. In de nadere Memorie van Ant
woord aan de Eerste Kamer, die nu, drie jaar
na de Tweede Kamer, over het concept moet
beslissen, zeggen Van der Klaauw en de zijnen
dat zij alleen economische strafmaatregelen te
gen een land willen treffen, als tenminste de
rest van de EG tot hetzelfde bereid is. Het aan
nemen van de motie van de PvdA, wat alleen
kan met steun van een (deel van een) rege
ringsfractie, zou dit voorbehoud wat de Kamer
betreft overboord gooien. Dus moest de Kamer,
dat wil zeggen het CDA, want de VVD zit op
dezelfde lijn als haar BZ-minister, het zelf maar
weten....
Daarbij gokte Van der Klaauw op de officieel
niet bekende verdeeldheid in het CDA. Een
groot deel van de christen-democraten zit na
melijk op zijn lijn (en die van de VVD) en die
„dissidenten,, zouden er, aldus de minister, wel
borg voor staan dat de harde lijn van de rege
ring geaccepteerd werd. Dit althans tot 1 juni
1980, welke datum door Scholten genoemd was
als uiterste voor het voltooien van het polsen
van de andere EG-landen voor een olie-embar
go. Zo op het oog een prima gok dus, want
Scholten hield zich verder rustig, geblokkeerd
als hij verondersteld werd te zijn door zijn ei
gen fractiegenoten. Onder dezen bevinden zich
bovendien niet de eersten de besten, namelijk
de fractiebestuursleden Lubbers (voorzitter),
Eversdijk en Dien Cornelissen. Hans de Boer
was de enige fractiebestuurder (ondervoorzit
ter), die Scholten steunde.
eensgezind
Victorie dus volgende week, wanneer er over
de moties gestemd wordt, voor Van der
Klaauw? Dat valt echter nog te bezien, zoals
donderdag duidelijk werd in een radio-uitzen
ding van de AVRO. Daarin toonden Scholten
en Ter Beek zich volkomen eensgezind wat be
treft hun verlangen dat de Sanctiewet in zijn
huidige gedaante door de senaat zou komen.
Ter Beek liet er later geen twijfel over bestaan
dat hij er tijdens het BZ-debat van af had ge
zien zijn eigen motie en die van Scholten te
vuur en te zwaard te verdedigen „om de Sanc
tiewet niet in gevaar te brengen".
Het geheim daarbij is dat het voorbehoud van
de regering wat deze wet betreft (medewerking
van de andere EG-landen) nergens in de wet
stekst voorkomt Ter Beek legt dit zo uit, dat na
het aanvaarden van het ontwerp door de Se
naat, het parlement deze regering of een vol
gende kan dwingen EENZIJDIG economische
strafmaatregelen tegen een land (lees:Zuid-Af-
rika) te treffen. Een beroep van de regering op
de Memorie van Antwoord zou nergens op
slaan, omdat zo'n mededeling geen rechtskracht
zou hebben, in tegenstelling tot een Memorie
van Toelichting, waarin de bedoeling van een
wet wel rechtsgeldig kan worden uitgelegd. Jan
Nico Scholten liet zich over deze kijk op de
zaak niet uit, maar zijn gelaatsuitdrukking
sprak boekdelen. Ook hij vindt de Sanctiewet
op dit moment blijkbaar belangrijker dan het
uitvoeren door de regering van zijn motie.
niet slim
Deze visie volgend komt het erop neer, dat de
regering toch niet zo slim is als zij lijkt. Onder
regering moet dan niet in de eerste plaats mi
nister Van der Klaauw worden verstaan. Hij
zou namelijk helemaal niet zo'n tegenstander
zijn van economische sancties tegen Zuid-Afri
ka, mits deze effectief zijn. Daarbij valt te den
ken aan een verbod voor het bedrijfsleven tot
investeren, waardoor dat land wel degelijk ge
troffen zou worden. Het gaat méér om minister
Van Aardenne (Economische Zaken), die steeds
een verklaard tegenstander (en vertrager) van
de Sanctiewet is geweest. omdat deze naar zijn
mening schadelijk zou zijn voor het Nederland
se bedrijfsleven. Slaagt de vermeende opzet van
Scholten en Ter Beek, dan komt niet de rege
ring (en de VVD en de CDA-dissidenten) maar
de Kamer als overwinnaar uit de strijd, al zal
het dan lijken of het omgekeerde het geval is.
Naar Pretoria, de hoofdstad van de Zuidafri-
kaanse republiek, leiden wellicht meer wegen
dan één.
RIK IN T HOUT
(Van onze correspondent
MARC DE KONINCK)
BRUSSEL/DEN HAAG Een overvloed van
nieuws en informatie beheerst het moderne le
ven, en ook de manier waarop de media zelf
(krant, radio, televisie) te werk gaan, staat
sinds kort volop in de belangstelling. Program
ma's als de „Alles is anders-show" van Aad
van den Heuvel brengen regelmatig allerlei as
pecten van de journalistiek voor het voetlicht.
Als daarvan bij de kijkers onverhoopt de in
druk zou achterblijven, dat journalisten over
het algemeen toch maar een interessant, mis
schien zelf spannend of romantisch bestaan
hebben, zullen ze van die mening genezen zijn
na lezing van „Noem het heimwee", een politie
ke roman van de Brusselse correspondent van
NRC-Handelsblad, Sietze van der Zee.
„Noem het heimwee" is een beschrijving van een paar da-
gen uit het leven van een Nederlands dagbladcorrespon
dent in Bonn, ene Stroomberg. „Uit het leven" is te-veel
gezegd, want de man heeft geen dragelijk bestaan. Hij
ploetert door een poel van verlatenheid, ergernis en teleur
stelling, veroorzaakt door de onmogelijkheid om zijn func
tie op ook maar enigszins toereikende wijze te vervullen.
Een feitelijk heel kleurrijk leven, vol cocktailparty's, be
langrijke mensen en nieuwsgevoelige gebeurtenissen,
wordt daardoor tot een grauw decor. Stroomberg, een
veertiger, is een cynische baas geworden door de ontelbare
persconferenties, waar „eigenlijk niks inzit", door de onop
houdelijke pogingen van glibberige figuren om hem te be
ïnvloeden, door de wezenloze ideeën, waarmee de redactie
in Nederland hem opzadelt, en door de onwil van alle
Duitsers om mee te werken aan zijn speurtochten naar de
waarheid omtrent de nog altijd hoogst actuele Tweede We
reldoorlog. In het allesoverheersende gevoel van tekort
schieten is er de niet aflatende druk om kopij te produce
ren, die hij natuurlijk ook nog in verkrachte vorm in zijn
krant terugvindt
De typering van dit kommervol bestaan, waarin Stroom-
bergs vrouw haar murw gebeukte gevoelens alleen bij de
echtgenotes van de Nederlandse collega's kwijt kan, ge
schiedt binnen een vluchtige documentatie van het Duits
land van 1972. In dat jaar hadden de arrestaties plaats van
o.a. Andreas Baader en Ulrike Meinhof en overviel een
Palestijns commando de Israëlische sportploeg in het olym
pische dorp in München.
Deze en andere gebeurtenissen worden in het boek doorlo
pend bediscussieerd, waarbij het onvermogen van de Ne
derlandse journalisten om zich al los te maken van de oor
logsgeschiedenis telkens de doorslag geeft. Stroomberg er
gert zich wezenloos aan „60 miljoen Duitsers, die een spook
(de Baader Meinhofgroep) najagen", en zeker als de alcohol
weer eens toeslaat, zijn de „Nazischweinen" en „Gestapo-
hordes" niet van de lucht.
Op die manier blijft de auteur ook buiten de verdenking
enig begrip voor de huidige Duitse generatie op te brengen,
wanneer hij zijn lezer toch een aantal historische nuance
ringen voorhoudt. Dat gebeurt ondermeer bij ontmoetin
gen met een ex-Hitlerofficier, thans generaal in het Oost-
duitse leger, en met „Heimatvertriebene" uit Oost-Pruisen.
Een beoordeling van „Noem het heimwee" (de titel ver
wijst naar de eenzaamheid van Stroombergs buitenpost) zal
afhankelijk zijn van de verwachting, waarmee de lezer er
aan begint. Sietze van der Zee vóór zijn huidige functie
correspondent in Bonn heeft het nogal overbodige risico
gelopen die verwachting te hoog te spannen. De aandui
ding „politieke roman" is nu eenmaal een belofte van for
maat en de auteur is duidelijk geen romanschrijver.
De hoofd- en bijfiguren zijn vooral doorgeefluik gebleven
van de situatiebeschrijvingen en van het gedachtenlezen
van één en dezelfde (auto-)biograaf. Daarom blijft ook
Stroomberg nogal karikaturaal. Alleen in de laatste bladzij
den is er sprake van een aandoenlijke climax, die dan ook
best wat meer voorlopers had mogen hebben.
De tekening van het Duitsland in het begin van de zeven
tiger jaren (met bijvoorbeeld een betoging van neo-fascisti-
sche jongeren) is niet altijd even indringend, al voert de
held vinnige oorlogen op de Autobahn met dikke Merce-
dessen en is het fiasco van een gekostumeerd bal op de Ne
derlandse ambassade in Bonn ronduit kostelijk. Wat flink
aankomt is ook Stroombergs bezoek aan het naargeestige
Oost-Berlijn, waar in een afgelegen café drie arbeiders hun
Heilstaat met het grofste verbale geschut aan flarden
schieten. Als de Nederlander terugkeert in het vrije West-
Berlijn, heeft daar in de stationshal juist een politierazzia
op de daar bivakkerende gastarbeiders plaats...
Maar echt aan zijn trekken komt pas de krantenlezer, die
een indruk wil krijgen van de chaos en droefenis die schuil
kunnen gaan achter het opgewekte „Van onze correspon
dent". Waarbij tenslotte mag worden aangetekend, dat er
ook buitenlandse correspondenten bestaan, die een drage
lijk leven leiden. Stroombergs ellende hoe realistisch
ook wil zich in de praktijk wel eens in mildere doses
aandienen.
"Noem het heimwee", door Sietze van der Zee, Sij-
thoff b.v. Alphen aan de Rijn, prijs:22,50.