'Consument moet weten water gebeurt' INTENSIEVE VEEHOUDERIJ BLOEIT ALS NOOIT TEVOREN In Nederland bemoeit zich de actiegroep „Lekker Dier" met het wel en wee (vooral het wee) van het dier in de bio-industrie. Sinds kort gebeurt dit ook op wetenschap pelijk niveau. In Wageningen aan de Land bouwhogeschool gaat prof. P. R. Wiepkema zich bezighouden met het bestuderen van de gedragspatronen van de mestdieren in de bio-industrie. Met name gaat hij bekijken waar de grenzen van het dierlijk aanpas singsvermogen worden overschreden. WAGENINGEN Ondanks protest van de zijde van het publiek, dierenbeschermings organisaties, actiegroepen en hier en daar van regeringswe ge. bloeit de intensieve vee houderij als nooit tevoren. Op 29 oktober 1980 zal in Utrecht een gespecialiseerde beurs haar poorten openen, waar de nieuwste hokken en stapelver- blijven voor mestdieren te be wonderen zullen zijn. Er komt een expositieruimte van ruim 15.000 vierkante meter. Vorig jaar kwamen op een soortgelij ke beurs (269 standhouders) ruim 31.000 bezoekers, onder wie 1.500 buitenlanders uit 41 landen. Volgend jaar verwacht men er, gezien de boekingen, nog meer. Er wordt intensief geworven voor verdere ver sterking van deze mestvormen, natuurlijk tot verontwaardiging van de contra's. In haar boek „Beestenmachi nes" dat in Engeland aan leiding vormde tot het instellen van een regeringscommissie ter bestudering van welzijns aspecten in de bio-industrie schrijft Ruth Harrison: „Het vervelende is dat hoe meer mensen in beslag worden ge nomen door commerciële vooruitgang, hoe meer zij hun geweten opzij moeten zetten of In slaap moeten wiegen op donzen gedachten. U zult kun nen zien hoe dat gebeurt in de industriële landbouw". „Hoewel dit alles, zoals vaak wordt gesteld, gebeurt uit naam van de consument (die immers goedkopere produkten verlangt) hebben diezelfde op gefokte produkten ook minder aangename consequenties voor diezelfde consument. Want in feite is de huidige om vang eerst mogelijk geworden door de ontwikkeling van anti biotica", aldus schrijft het Landbouw Economisch Insti tuut in een rapport, waarin de opgestelde prognose van de ontwikkeling voor de bio-indu strie werd gepubliceerd. „Deze antibiotica worden bepaald niet alleen als geneesmiddel toegepast. Of alle toevoegin- Varkens groeien buiten even goed, zo niet beter... gen aan het vlees (middelen tegen worm, enzymen, kopersulfaat, ijzer, vitaminen, arseen, noch om te bevorderen. Het kan best zijn dat er in de veehoude- tranquillizers, pesticiden kleurstoffen ook na de slacht via rij dingen zijn die beter uitvallen dan vroeger, maar er zijn nu ook het voer) bij de consumptie nadelige gevolgen hebben voor de een aantal dingen die heel slecht zijn. Ik heb een biologische mens is onvoldoende onderzocht". Voor 1980 pleit het Instituut achtergrond, daarom zal ik mij uitsluitend bezighouden met de voor dwingende voorschriften en de nodige onderzoeken. Motto waarneembare gedragskanten van de dieren uit de bio-industrie. daarbij is ook: hebben wij het recht dieren te beroven van de al- Dus bijvoorbeeld: hoe reageren ze als ze bepaalde gedragingen, lersimpelste levensgeneugten om op een vlugge manier later uit inherent aan hun wezen, niet of gebrekkig kunnen uitvoeren? hun dode lichamen meer geld te slaan? Hebben wij het recht Ie- Een kip zal normaliter stofbaden (zandbaden) nemen. De precie- vende wezens uitsluitend te behandelen als voedseltransforma- ze functie daarvan weten we niet. We baden zelf niet in stof. Als ties? Wanneer gaan wij spreken van verregaande wreedheid? dieren bepaalde dingen die tot hun normale gedragspatronen behoren niet meer kunnen doen, kan dit vergeleken worden met Bestemd zwakkeling te blijven het niet ™eerhebben van bepaalde organen. Dit laatste mag met Sinds zeer kort heeft de Landbouwhogeschool te Wageningen ^Het is bekend dat kippen vormvaste handelingen hebben; ze een hoogleraar benoemd, prof. Wiepkema, die onder meer een nemen een slaaphouding aan (op stok gaan), ze zoeken een nest onderzoek zal instellen naar de gedragingen van biodieren: kal- om een ei in te leggen, ze spreiden de vleugels. Dit zijn erfelijk veren, varkens, kippen en alles wat bestemd is zwakkeling te blij- bepaalde gedragingen, vergelijkbaar met organen die een be ven door de ongehoord slechte en ongezonde omstandigheden paalde functie hebben. In de bio-industrie leeft het pluimvee in waarin het dier moet opgroeien teneinde zijn voedsel zo snel mo- kooien, waarin het die handelingen niet kan uitvoeren. Het gaat gelijk om te zetten in vlees. Prof. P. R. Wiepkema studeerde in mjj erom na te gaan in hoeverre dieren zijn gedupeerd door het Groningen biologie. Daarna ontwikkelde hij zich als etholoog en moeten nalaten van een bepaald gedrag. Als etholoog (gedrags- physioloog. Een rustig man die er eens voor zal gaan zitten om te kundige op biologische basis) bestaan er mogelijkheden om dit bestuderen „hoe dieren zijn als zij bepaalde gedragingen niet gedrag te meten", kunnen uitvoeren", zoals hij het noemt. „Persoonlijk ben ik niet gelukkig met de intensieve veehouderij". zegt de professor in zijn ruime kamer in het nieuwe gebouw „Zo- Gevaarlijke levensinstelling" diak" van de Landbouwhogeschool. „Maar bij een wetenschap- pelijk onderzoek in Wageningen kan men zijn persoonlijke ge- De brandende vraag is: hoe krijgt de wetenschapsman vat op de voelens niet als leidraad nemen. Ik zit hier niet om te bestrijden gevoelens van een kip, een varken of een kalf? „Je hoett er niet Een koorts- carbonaatje Bij de varkensfokkerij is de kli maatbeheersing van groot be lang. In de donkere betonnen hokken, waar nooit een licht straal door de hermetisch ge sloten deuren binnenkomt, heerst een temperatuur van omstreeks 18 graden. Doordat Kippen hebben van nature een lange periode van ongestoorde rust nodig. Hebben wij het recht dieren te beroven lang over te praten dat dieren elkaar bij de intensieve veehoude rij beschadigen doordat ze te dicht op elkaar leven", zegt de nieuwe hoogleraar. „Een voor de hand liggende mogelijkheid is dat mestdieren allemaal doorlopend te kampen hebben met slaaptekort. Kippen hebben van nature behoefte aan lange peri oden van ongestoorde rust. Dit is èèn van mijn programmapun ten voor nader onderzoek. Hoe is het met de slaap gesteld, een belangrijk herstelproces voor alle organen van de dieren? Aan welke gedragsafwijking moeten we nu het zwaarst tillen? Je kunt dit „meten" door een dier dat een bepaald gedrag niet uitvoert (kan uitvoeren) dit gedrag te laten inhalen. Het haalt meer in naarmate het meer te kort komt". „Wanneer een mens (en dus ook een dier) te weinig slaap krijgt, ontstaat agressiviteit, toenemende irritatie. Dit aspect is in de li teratuur over dit onderwerp nog nauwelijks bekeken. Als we wil ier) begrijpen wat een dier overkomt, mogen we niet denken dat het alleen maar overdag leeft... Dit geldt voor alle biodieren. Hieraan geen aandacht besteden zou ik een voor de mens ge vaarlijke levensinstelling willen noemen. Het is een slordig om gaan met levend materiaal. Dit is niet overeenkomstig de mense lijke waardigheid. Als je massaal nonchalant met dierenlevens omspringt, ben je ook in staat slordig om te gaan met andere mi lieu-bedreigende zaken. De mens moet zich van zijn handelwijze bewust zijn. Hij moet zich realiseren waar hij mee bezig is. Wan neer men massaal niet meer weet wat men veroorzaakt, dus ei genlijk niet meer let op wat men teweeg brengt, is dit een ont menselijking. ledereen moet weten wat de gevolgen van zijn da den in het milieu zijn. En de consument moet weten wat er ge beurt. De consument én de boer!". „Goede boeren denken ook aan hun dieren. Wanneer je als boer echter alleen op winst uit bent, dan ben je als landman niet de gene, die je feitelijk had moeten zijn... Ik heb behoefte aan het verzamelen van wetenschappelijke gegevens met betrekking tot het ontbreken van mogelijkheden tot gedrag. Een dier mag mis schien bepaalde dingen nalaten, maar de vraag is, welke leiden het meest tot schade aan zijn welzijn? Deze gegevens moeten dan naar de boer toe vertaald worden". „Hoe komt u aan die gegevens?" „Door zoals ik al zei, een dier een tijdlang te beletten een be paalde handelwijze uit te voeren. Wanneer hij dit ontbrekend ge drag later inhaalt, gaat het blijkbaar om een sterk gemis. Wan neer wordt ingehaald wat ontbrak, zou ik het gedrag dat blijk baar niet gemist kan worden „kritisch gedrag" willen noemen. We hebben bij onze research ook te maken met zogenaamd „stereotiep gedrag". Wanneer dit abnormaal vaak wordt her haald, kan het beschreven worden als „conflictgedrag". Daarvan kunnen we aannemen dat het de uiting is van een gestoord dier". van „Verruwing" „We gaan hier in Wageningen m je doen en dat moet je niet dot de natie. Maar we kunnen wel onderzoek doen naar andere huisvestingssituaties en naar de eisen kijken die een dier aan zijn omgeving stelt. Elke diersoort is een aanpassing op een heel eigen leefwereld, waargenomen door hun speci fieke zintuigen. De leefwereld van een uil ziet er anders uit dan die van een hond. De eco loog noemt dit de „nis", de Umwelt van elke diersoort. Daarop zijn de zintuigen dan ook haarfijn afgestemd. Een vleeseter heeft totaal andere bèhoeften dan een herkauwer. Als etholoog proberen we de dieren weer een natuurlijke plaats te geven. Als we door gaan op de manier waarmee we nu bezig zijn, ontstaat er een verruwing in extreme mate. We moeten met elkaar intensief en creatief aan het werk". t zover dat we zeggen: dit moet i. We zijn niet het geweten van de dieren weinig frisse lucht krijgen en dag en nacht boven I eigen opeengehoopte mest staan, wordt de atmosfeer vooral het buiten warm is, om te snijden, zodat veel varkens aan Ic aandoeningen lijden. Dat ze daarbij voortdurend koorts heb, is niet denkbeeldig. Prof. Wiepkema haalt een aspect naar voren dat in de toekomst van betekenis is. „Het kan zijn dat de energie bruikt wordt om deze hokken heet te stoken te duur zullen ons die luxe wel eens niet meer kunnen zijn trouwens goede aanwijzingen dat varkens zo niet beter groeien. Ze liggen dan op een dikke een natuurlijke ventilatie. Hierdoor lopen ze nlngen op, terwijl ze bovendien minder onder stress staan, beengebreken komen onder zulke omstandigheden weinig „De doodstrijd", zegt dr. G. van der Putten van het Veeteeltkundig onderzoek „Schoonoord" te Zeist, die de gang van het mestvarken vele malen beschreven heeft, zelden langdurig en pijnlijk. Het dier is dan zeer de lichaamstemperatuur stijgt soms tot 42 a 43 klopt met een frequentie tot 300 slagen per minuut en het heeft het benauwd. In deze toestand beginnen de spieren zaam te verstijven, de bewegingen worden moeilijk en P'iJI c Het beest haalt dan gillend adem. Tenslotte verstijven ««*«-■ ademhalingsspieren waardoor het varken sterft. Het hele r kan vijf minuten duren, maar ook een uur" jijmy FRAIx 1 <7 mm UB de allersimpelste levensgeneugten om op een vlugge manier later uit hun dode lichamen meer geld te slaan? Elektrische prikkelaars „De laatste levensfase van een mestvarken (bijna een ceutisch produkt), dat onder meer met behulp van kopersul zijn slachtgewicht bereikte, dat veelal longontsteking heeft, S een afgebeten staart en andere wonden, nauwelijks op zijn kan staan, ontdaan is van hoektanden, de beren pernerveus door de stress: die laatste fase het slachthuis". (Uit „Leed eten" van Albert de bio-industrie"). „Het mestvarken heeft doorgebracht in een uitermate prikkelarme schemerige tot kere omgeving; plotseling wordt het beest de stal moet het in vol daglicht een schuine helling oplopen, bruik wordt gemaakt van elektrische prikkelaars. Door dit ontstaan grote en heftige, zowel psychische, als fysieke gen. Ongeveer 70.000 dieren per jaar kunnen de overgang niet verdragen en sterven op weg naar de slachtpl >1 (1 procent van de mestvarkens). Bovendien ondergaat procent van de varkens door alle emoties een zo sterk de stofwisseling, dat de gestoorde fysiologie merkbaar een veranderende vleeskwaliteit. De varkens die het de hoeveelheid van nieuwe indrukken niet overleven, zijn slachtoffer van een snelle hartverlamming, maar sterven- zaam aan de gevolgen van stress". „Gillend ademhalen"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 20