PE VERSTE VERTEN Schransen in een omgekeerde Chinese wereld Met koude thee en koude rijst kun je teven, maar met koude woorden niet". in het hemelse Chinese rijk wordt door de grijs gemoffelde gastheren buitensporig veel tijd uitgetrokken voor gezamenlijke maaltijden, die onveranderlijk uitlopen op gigantische schranspartijen, rijk besproeid met de inhoud van drie glazen, die naast elk bord gereed staan als een ijzersterk triootje op Duindigt, waar bij voorbaat al een hoofdprijs op is gevallen. Een slimme zet, want zolang kameraden nog muizen, hebben ze te veel smakelijke zaken in de kop om daarnaast ook nog eens te gaan miauwen over op zich redelijke verlangens, die toch niet gehonoreerd zullen worden. „Laat onze gasten voortdurend In de olie zijn", lijkt dan ook een decreet, dat op last van de partijtop is uitgevaardigd en in de praktijk zijn verwoestende uitwerking niet mist. De grote truc is namelijk, dat de glazen, die respectievelijk zijn gevuld met bier, een mierzoete rode wijn en maukau een likeurtje op ammoniakbasis, dacht ik eerst, maar wel degelijk gestookt uit rijstkorrels gelijk communicerende vaten weer vollopen, zodra de zoveelste toast is uitgebracht op de vriendschap tussen de boeren en arbeiders van de Volksrepubliek en Nederland. En omdat ik aan tafel geen Chinees heb getroffen, die niet schaamteloos overliep van de warmste gevoelens voor het kleine, maar oh zo dappere land aan die verre Noordzee, wordt er zo lustig en luidkeels op losgeklonken, dat wat mij betreft dat verhaal over die holle vaten definitief naar het rijk der fabelen kan worden verwezen. Als gast in China hoef Je ook niet te proberen om met voorzichtig nippen nog enigermate ongehavend het toetje te halen, want op de gekste momenten maakt de gastheer ook nog eens een rondgang langs de tafels om persoonlijk zijn dank te betuigen voor je komst naar zijn vredelievend vaderland. Het is de bedoeling, dat je dan je glas met een Innige blik van verstandhouding In één teug tot op de bodem leegt. „Kampee", roepen de aanwezige Chinezen daarop en de gast antwoordt daarop met friendshipof woorden van gelijke nobele strekking. Hij mag natuurlijk ook volstaan met een welgemeend „en dat we ze nog maar lang mogen lusten" of „het klokt nog steeds lekker bij je naar binnen he,' ouwe zuiplap". Want het is namelijk niet de bedoeling, dat men elkaar verstaat: daar hebben de Chinezen in hun contact met buitenlanders al te vaak leergeld mee betaald. Ze zijn al dik tevreden, wanneer het gezelschap via een vakkundige drainage alleen nog In staat is om een onschuldig mei-regentje uit de mond te laten dauwen. Het duurt nog geen kwartier en we zijn al roodborstjes onder mekaar, lustig kwetterend In onze kale volière. Friendshipfriendship", klinkt het allerwegen. En zo mag ik het horen. Er gaat toch maar niks boven het vrijblijvend getjilp van mensen, die het buikje rond hebben. En terwijl de voederbakjes alweer gevuld worden door stralende diensters in popart-kieren overal in de wereld herken je horecapersoneel onmiddellijk aan dit uniform, maar in een land, waar iedereen in hetzelfde Mao-pak loopt, krijgt zo'n dracht opeens iets uitdagend frivools raadpleeg ik opnieuw de menukaart om te zien, welke heerlijkheden ons nu weer te wachten staan. We zijn begonnen met kersentaart, cake van pekingeend, gebakken pinda's, witte kool in chili saus, een kerrieschotel en eieren, die door hun ongemeen lange kooktijd met alle kleuren van de regenboog zijn verrast. Van boven is ons eitje hardrood, alsof ie een boerenzakdoek heeft vóórgebonden, maar halverwege verschiet ie opeens tot chocoladebruin. En als je hem eenmaal op de kop hebt getikt, blijkt hij ook nog te beschikken over een donkergroene binnenvoering. Voor Chinakenners zal het ongetwijfeld een overbodige toevoeging zijn, maar ik stel er niettemin prijs op mede te delen, dat dit alles door onze gastheren beschouwd wordt als het voorafje. Op dat ondergrondje bouwen we vervolgens eensgezind ons culinaire kasteel met wanden van licht gesauteerde vissebuik en krokant gefrituurde garnalen en daarop metselen we kantelen van riviervis in chilisaus en torens van schelpdieren. Terwijl ik zuchtend die wondermooie compositie voltooi mijn stokvoerlng kan op dit moment moeilijk meer verbeterd worden, zelfs niet door de beste dirigenten. Sorry, meneer Von Karajan wordt er door één van de Chinezen op de kop van een microfoon getikt en v aandacht gevraagd voor de gastheer. Bi) het middagbanket bleek dit de burgemeester te zijn, maar tijdens de avondmaaltijd laat de gastheer zich aandienen als een hoge ambtenaar van het ministerie van cultuur. Omdat hij hetzelfde grijze pak van vanmiddag draagt en ook dezelfde glimlach naadloos tussen zijn mondhoeken heeft gelegd, denk ik, dat ik enkele uren geleden al naar hem heb geluisterd. En daarom begrijp ik ook niks van die snelle functiewisseling. Ik zoek daar aanvankelijk nog partijpolitieke motieven achter, totdat ik toevallig hoor, dat het hier om twee totaal verschillende mensen gaat. Daar moet je in China verrekt goed mee uitkijken: voordat je het weet, begroet je vrienden van gisteren, die je op dat moment voor het eerst ziet. Banketspeech Er was trouwens niks op tegen geweest, als de burgemeester ook vanavond de honneurs zou hebben waargenomen, want uit de Engelse vertaling blijkt, dat er letterlijk hetzelfde gezegd wordt als vanmiddag. Er is dus gewoon indertijd één banketspeech gemaakt en die wordt nu alweer jaren tijdens officiële maaltijden afgedraaid. Het begint met een warm welkom namens de 900 miljoen boeren, burgers en Het de warmete gevoelen» voor elkaar wordt er flink op loa geklonken. buitenlui van de Volksrepubliek aan het adres van de gasten. Daarna pauzeert de spreker om de tolk zijn huiswerk te overhoren. Vervolgens is er gelegenheid tot spontaan applaus. Tijdens één banket begon één der gasten, een gepensioneerde off-shore expert uit Texas al gelijk te klappen, toen de gastheer zijn eerste zinnen nauwelijks had uitgesproken. Die wilde de rest gewoon even te vlug af zijn. Maar later gaf hij zelf toe, dat hij dat niet kon maken. Hij had nota bene tegen iedereen nog lopen te verkondigen, dat hij geen woord Chinees verstond. Hij had dus geen enkele reden om te applaudisseren. Bijval behoort de gast te bewaren voor de momenten, waarop de vertaler heeft uitgelegd, hoezeer de gastheer het land bewondert, dat zovele nobele zonen naar deze zaal heeft afgevaardigd. In de meeste gevallen worden ook nog enge in het oog springende deugden van het desbetreffende volk opgesomd. Daar kan in nuances wel verschil in zitten, maar solidariteit, friendship en wederzijds begrip voor eikaars strijd voor vrede en gerechtigheid behoren toch duidelijk tot de vaste bestanddelen. Als er Nederlanders onder het gehoor zijn wordt daaraan toegevoegd, dat de Deltawerken voor de gastheer het bewijs vormen, dat de Nederlanders ernst maken met hun streven naar vrede. Een zinnige toevoeging, dunkt mij, want in zo'n situatie kan hij zijn gasten niet gaan prijzen vanwege het feit, dat ze de Eiffeltoren in nauwelijks drie jaar hebben gebouwd. Verpieterde fazant Die tweespraak gaat zo nog wel een half uur door en gedurende die periode zit je maar tegen je verpieterde fazant en die Pekingeend met kippevel aan te kijken. Want tijdens de speeches gaat wel degelijk de stelling van Toon Hermans op, dat de gasten wel aan het banket zitten, maar er beslist niet aan mogen komen. Maak nu niet de fout om te denken: Wat zonde van al dat kostelijke voedsel", want niet voor niets is er een Chinese spreuk in omloop, die zegt: „Met koude thee en koude rijst kun je leven, maar met koude woorden niet". Er is er weliswaar ook nog één, die luidt: Drie glazen wijn maken aan honderd twisten een einde", maar niemand van ons heeft de geringste behoefte om welke vete ook uit te vechten. We hebben ons behaaglijk genesteld in de motregen van de Internationale friendship en likken de woorden van de spreker gulzig op. Straks bij de zoete rijst met rode bonen en het gesorteerde varkensvlees volgt nog het dankwoord namens onze groep en dat betekent opnieuw drie kwartier intens genieten. Ik wil net een knapperige vlerk van mijn Pekingeend

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 18