Joop Masselink hoopt
eens de schatkist
van Napoleon
te vinden
uu
id(
en
jnerikaans
Jquadron maakt
5 jaardeel uit
an Nederlandse
"jchtstrijdkrachten
TAAK VAN HET 32STE SQUADRON
ik d<
roma
i niel
ind il
in wa
»ek
Rechts: Majoor Steven
Kleid met de fotografe van
de voorlichtingssectie, Ka
ren Chronister, een van de
NIEKE
4TUATIE OP
'iDESTERBERG
au"e£STERDERG Zo'n
t de2?duizend Amerikanen,
boe"0®"» vrouwen en
deren, herdenken op
ils b?da9 16 november de dag
at heflr°P twintig F-86 Sabres,
nen het 512de Fighter Day
■jnqejjadron vormend (dat korte
sode 'a,er werd omgedoopt in
en 32ste Tactical Fighter
en uadron), vijfentwintig jaar
lt eden voor het eerst onder
hoellerlands commando
'qev<J,men* Tevoren, op 1
rember 1954, hadden grote
lujqtichtvliegtuigen personeel
j. materieel vanaf de
me»0'80 basis Manston naar
msdjwestelijke helf* van het
He*9ve,d Soesterberg
lis v^r9®v,°9en dat *nadio
in w^rember de naam „Kamp
ite. ruw Amsterdam" kreeg.
161 °lds die gedenkwaardige dag
>00r j destijds een heel officieel
isedeakter droe9- 'n tegenstelling
_iet de sobere feestviering die
niet!'n 1979 °P het Pr09rafr»
ecle[iat, zijn honderden vliegers
(S laf Soesterberg opgestegen
en aler na een paar uur weer ,e
q6Iden. Duizenden kinderen
ji in het kamp Nieuw
nm isterdam naar school
aan en ontelbare moeders
ucc jonge gezinnen hebben er
d le kampwinkel hun inkopen
K jaan. De meesten van hen
na een jaar of twee, drie
'b he^en enke,Q keer vier, naar
20rT States teruggekeerd, weer
.otie ervaring in hun leven rijker
af met de namen en adressen
e dr veel goede vrienden in hun
boekje. Misschien om weer
en v ers te dienen in dezelfde of
dee( >en andere functie, maar
gens onder dezelfde
standigheden als in
Ierland,
e l°or Steven Kleid, hoofd
i de „Public Affaires
sion", te vergelijken met
e Public Relations Officer,
veel samen werkt met zijn
ega, de luchtmachtkapitein
Castenmiller van „de
hriTf ere he'ft" van de basis,
over die omstandigheden
sndif
dro'1
ider
I. H<
heel wat vertellen. Zelf is hij
ruim een jaar in ons land
werkzaam op een post die hem
zo goed bevalt dat hij geen
drie jaar, maar graag vier jaar
wil blijven. Dat is dan nog niets
vergeleken met een figuur als
staf-sergeant L. Thomas die
hier al ruim acht jaar zit of met
de 43-jarige onder-officier
Ernie Allen van de juridische
dienst. Die spant met een
kleine tien jaar de kroon.
Zelfverzekerd zegt Ernie Allen,
dat hij wel tot 1980 kan blijven
zitten. „Ze kunnen moeilijk
iemand anders op deze post
krijgen". Ernie zit overigens,
zoals zovelen van zijn
collega's, „gebeiteld" in
Soesterberg.
De vrouwen
Hoe de Amerikanen in ons
land leven krijgt men het best
te horen van de vrouwen.
Daarvoor kan men naar een
van de vele dorpen of steden
tot zo'n vijftig kilometer in
de omtrek van Kamp Nieuw
Amsterdam gaan waar
Amerikaanse gezinnen wonen.
Maar je kunt dat even
gemakkelijk in het kamp zelf
vernemen, want daar treft men
genoeg dames aan. Al of niet
zelf in dienst.
Dat laatste is het geval met de
„Airman" ofwel korporaal
Karen Chronister.
Drieëntwintig jaar, gehuwd met
een militair, en als fotografe
werkzaam op de basis. „Ik heb
normale diensttijden en na
afloop-daarvan rij ik naar huis
om daar, met mijn man, ons
potje te koken. Wij hebben
geen kinderen en kunnen ons
dus wat gemakkelijker
bewegen. We leven tussen
Nederlandse gezinnen
waaronder we tal van vrienden
hebben. Ik vind Nederland een
fijn land om in te wonen en de
Nederlanders prettige mensen
om mee om te gaan".
De mening van Karen, die er
ondanks haar gevechtspak
toch charmant uit weet te zien,
Tot de taak van het 32ste Tactical Fighter
Squadron behoort het onder alle weers
omstandigheden steun verlenen aan zee-
en landstrijdkrachten in de vorm van
counter-air (het uitschakelen van vijande
lijk luchtmachtpotentieel op de grond), in
terception (het onderscheppen van vijan
delijke vliegtuigen), interdiction (het af
grendelen van het gevechtsgebied van de
vijand teneinde hem aanvulling van mate
rieel en personeel te ontzeggen en zijn
vrijheid van beweging te beperken) en clo
se air support (het verlenen van vuursteun
uit de lucht aan eigen landstrijdkrachten
op het gevechtsveld).
Het 32 TFS valt rechtstreeks onder de 2de
Geallieerde Taktische Luchtmacht en heeft
als taak in vredestijd het onderscheppen
van onbekende (vijandelijke) vliegtuigen
die het 2ATAF gebied (luchtruim boven de
Benelux en noordelijk West-Duitsland) bin
nenvliegen. Zijn taak in oorlogstijd is het
instandhouden van een overwicht in de
lucht in dit gebied waarvoor het verant
woordelijk is.
Het 32 TFS heeft de taak om onbekende
vliegtuigen te onderscheppen die de
noordelijke grens van Oost- naar West-
Duitsland overschrijden. Dit is destijds
vastgelegd in de Conventie van Bonn en is
een uitvloeisel van het bezettingsstatuut
van Duitsland.
Het 32 TFS heeft twee vliegtuigen be
wapend met luchtdoelraketten (de AIM-9J,
AIM-7 en 20 mm Vulcan kanon) op een
zodanige paraatheid dat deze beide toe
stellen ongeacht het tijdstip van de dag of
de nacht binnen vijf minuten in de lucht
zijn.
Een tweede taak van het 32 TFS is het
vernietigen van vijandelijke strijdkrachten
op de grond (air interdiction) en het bij
staan van NATO-onderdelen op de grond
door middel van bommen, raketten en
boordwapens.
verschilt nauwelijks van die
van andere militairen.
Vrouwelijke of mannelijke, dat
is om het even. Van de eerste
categorie lopen er in kamp
Nieuw Amsterdam een kleine
negentig rond. In veel
verschillende functies, maar
niet als vlieger en ook niet in
uitgesproken gevechtsfuncties.
Vaak wel tot de tanden
gewapend. Zoals de meisjes
bijvoorbeeld die, altijd samen
met een Nederlandse militair
van de luchtmacht-bewaking,
de poort van het kamp
bewaken. Majoor Kleid: „Hun
aantal wordt steeds groter".
Dat klopt wel met berichten uit
Amerika, waar militaire
onderdelen zijn met zo'n 15 tot
zelfs 20 procent vrouwelijke
militairen.
Zware vrachtauto's
Op Soesterberg vindt men met
name die vrouwen en meisjes
(nog) in administratieve
functies of in de transport
sector. Zelfs zware
vrachtauto's worden door
vrouwelijke militairen bestuurd.
Het is dus niet zo gek om in
het stafgebouw van het
squadron captain Alberta
Nikolai tegen het lijf te lopen
die commandant is van het
administratief squadron, een
man of dertig ook meisjes
onder zich heeft, maar
getrouwd is met een burger
functionaris. Ze woont in
Scherpenzeel en heeft twee
kinderen. Die gaan met pa en
ma mee naar de kleuterschool
en de kindercrèche in het
kamp en worden na diensttijd
weer mee naar huis genomen.
Dat kan allemaal en daar kijkt
niemand van op.
Vrouwelijke monteur
Niemand kijkt ook op van de
vrouwelijke sergeant Karen
Forsythe die met haar 27 jaar
rustig aan een F-15 staat te
sleutelen. In de
vliegtuigmontagehal Is zij, met
een paar andere vrouwelijke
monteurs, een geaccepteerde
verschijning. Zij is heel
tevreden met haar werk en het
leven in Holland vindt zij
gewoon goed. Dat zij met haar
twaalfhonderd andere,
mannelijke en vrouwelijke,
collega's een belangrijke
bijdrage levert aan het
instandhouden van de
Nederlandse en daardoor van
de Navo-verdediging is een
kwestie waar zij niet wakker
van ligt. Zij, en velen met haar,
hebben wel andere zaken om
over te piekeren. En een van
die zaken is de
waardevermindering van de
dollar
Zorgen
Het is duidelijk dat, waar de
Amerikanen in ons land met
dollars betaald worden, zij
momenteel in een heel wat
minder prettige financiële
positie verkeren dan enige
jaren geleden. Alles is nu extra
duur en ook in de
Amerikaanse kampwinkels,
waar alleen met Amerikaans
geld kan worden betaald, kan
de militair of zijn echtgenote
minder kopen. Een zorg is ook
de huisvesting geworden. Die
wordt haast met de maand
duurder. „Wij moeten huren of
kopen in de vrije sector",
aldus majoor Kleid. „Zeven- of
achthonderd gulden per
maand ben je dan al gauw
kwijt. Jk ken zelfs gevallen
waar al duizend tot
twaalfhonderd gulden In de
maand betaald moet worden".
Het is begrijpelijk dat sommige
mensen, die beseffen dat de
Amerikanen hier uiteindelijk
niet voor hun plezier maar
eigenlijk voor onze
bescherming zitten, met deze
vorm van „gastvrijheid" wel
eens moeite hebben.
Verspreid wonen
De hoge huren en de dure
huizen in de buurt van de basis
noodzaken de Amerikanen het
voor hun gezinsleven ver van
Soesterberg te zoeken. Enige
honderden wonen er nog wel
In Soesterberg en in Soest,
maar anderen zoeken het in
Den Dolder en Bilthoven,
Amersfoort, Leusden, Utrecht,
Zeist en Woudenberg. Zelfs in
Scherpenzeel, Amerongen,
Leersum en ook in Voorthuizen
en Barneveld zijn ze te vinden.
Dat brengt consequenties mee
voor het schoolgaan van de
kinderen. Tal van jongens on
meisjes moeten per bus naar
de kampscholen worden
gebracht die voorzien in het
basis- en een deel van het
voortgezet onderwijs. Vele
kinderen gaan ook op
Nederlandse scholen. Maar als
ze wat ouder worden en goed
onderwijs willen blijven volgen,
waarmee ze ook in Amerika of
andere landen terecht kunnen,
dan moeten ze naar de
internationale school van
Afcent (Allied Forces Central
Europ) in Brunssum. Een
afstand die te groot is om elke
dag af te leggen. Dus ze gaan
daar 's maandags heen en
komen vrijdags in de avond
weer thuis. Die kinderen, toch
al in den vreemde, brengen als
men het goed bekijkt, nog
eens een extra offer voor de
handhaving van een stuk
vrijheid waaraan velen
tegenwoordig wat al te
gemakkelijk voorbijgaan. In
kamp Nieuw Amsterdam ligt
men ook daar, gelukkig, niet
wakker van.
LOU N. M. STEYGER
ELDOORN Schatgraver
>p Masselink uit Apeldoorn
er nachten van wakker.
Ede1 8tenen flarafl® van zo'n
r bij acht meter zit 'm lelijk
ars. De kans is groot dat
it daaronder een flinke
lat verborgen ligt. Koper,
er, misschien ook wel
id. Als klein meisje heeft
Apeldoornse dat haar va-
in de grond zien stoppen,
iet begin van de oorlog. De
is groot en niemand weet
helemaal zeker of de
srdevolle voorwerpen later
dan niet werden opgegra-
De garage werd pas een
of wat terug gebouwd,
rm spannend", zegt
•p Masselink, die met een
Ironische detector al op- -
barende vondsten op zijn
m heeft geschreven. Zelfs
bij het tuinieren verloren
faseuwrinfl ®Poorde bij onlangs
er
'h ^afgelopen weken heeft de
arige amateur-schatgraver
uin van dat „meisje" letter-
t ali ondersteboven gehaald.
d len als kraters en opgebro-
3' J tegelpaden zijn er stille ge-
kt en van. Alle moeite is tot
sscfver tevergeefs. Een oude
heid8, een kolenk't en zelfs een
idjevol koperen reklame-
ntjes van een benzinemaat-
appij werden opgespoord,
ud en zilver is het in elk ge-
nog niet.
[isselink: „Het enige wat rest
1ie garage tot de laatste
in afbreken. Ik heb het wel
•gesteld, maar die mo
uw vindt dat wat al te gor-
Per slot van rekening kan
verhaal van die schat ook
niet waar zijn. Toch
jt zoiets aan je. Ik heb
■obeerd door de decime-
dikke vloer heen te meten,
{ar door het betonijzer slaan
j metertjes van de detector
i rtal maa' °P h0' en kun ie het
Ud" vergeten".
maar duidelijk zijn dat er bij
hem thuis niets te halen valt
Zesstuiverstukken uit 1680,
Statenschellingen en talloze
munten uit de tijd van de Vere
nigde Oost-Indische Compag
nie. Ze zitten allemaal in het al
bum van de schatgravende
Apeldoorner. Masselink over
zijn hobby: „Natuurlijk weet ik
dat die munten geld waard
zijn, maar voor mij is dat maar
bijzaak. Die munten vertellen
als het ware de vaderlandse
geschiedenis en daarin ben ik
veel meer geïnteresseerd".
Professor P. Verkade schreef
in 1842 zijn beroemd gewor
den boek over provinciale
munten „Vereenigde Neder-
landsche Provinciën". Joop
heeft het als een vanzelfspre
kend naslagwerk In zijn mun-
tenbibliotheek staan en bijna
elk weekeinde moet hij het
raadplegen.
Zijn grote wens is nog eens
met de Apeldoornse gemeen
tearchivaris aan de praat te ra
ken om aan de weet te komen
waar de oude handelsplaatsen
te vinden zijn. Dat geldt ook
voor de handelsroutes die In
de Middeleeuwen voor een
deel via Apeldoorn moeten
hebben gelopen.
Masselink: „Eens hoop je na
tuurlijk de veldschatkist van
Napoleon op te sporen, maar
met het kleinere werk ben ik
ook dik tevreden. Je werkter
rein is echter beperkt. Je mag
niet zoeken in natuurgebieden
en ook niet op terreinen waar
oorlog is gevoerd, wegens gra
naatgevaar. Dit betekent dat ik
mij vrijwel moet beperken tot
de particulieren, die me op
dracht geven te gaan zoeken"
Je weet 't nooit
Met een koptelefoon stevig
over de oren, scharrelt Masse
link op een vrije zaterdag met
zijn detector door een tuin. De
cimeter voor decimeter wordt
afgetast. Doel is dit keer een
elektriciteitskabel op te spo
ren. Er moet een schuurtje
worden gebouwd. Zekerheids
halve controleert hij de bouw-
plek op eventuele schatten. Je
weet maar nooit...
Het is beslist niet nodig de tuin
helemaal overhoop te halen.
„Dat doe je alleen als je abso
lute zekerheid over alle meta
len voorwerpen in de grond
wilt hebben", legt Masselink
uit terwijl hij voorzichtig aan de
zes knopjes van de detector
draait. Tot op een diepte van
één-meter-zeventig kan hij
haarfijn aan de weet komen of
het om gewoon roestig ijzer of
om iets waardevollers gaat.
„In de meeste gevallen werken
de mensen hard mee. Ze wor
den overvallen door de schat
graverskoorts. Zodra de detec
tor piept beginnen ze als ge
kken te graven. Dan moet je
de beteuterde gezichten zien
als er een oude tentharing, een
kroonkurk of een roestige spij
ker wordt opgediept. Toch blij
ven ze het schitterend vinden".
Met de zes knopjes met
„ground", „sensitivity" en
„tune" bespeelt de Apeldoorn
se hobby-archeoloog de Ve-
luwse zanderige bodem die on
gedacht rijk aan kleine schat
ten blijkt te zijn. Als Masselink
gaat graven, is ie vrijwel zeker
van z'n zaak. Geen muntje,
hoe klein ook, ontgaat 'm.
Spijkers, zilverpapier, kroonkurken, maar ook gouden en zilve
ren voorwerpen worden opgespoord dank zij de elektronische
sChatverrader.
de*
PecCt
be stool zoeken
1 m< feelink wordt bedolven on-
„opdrachten" om in zijn
arse vrije tijd naar ver-
1 Bnde schatten op zoek te
,50.
gaan. Niet alleen naar sieraden
en andere gouden of zilveren
voorwerpen, maar ook vaak
naar „verstopt" Indisch koper,
dat in de periode '40-'45 door
de bezetters gevorderd werd
om het om te smelten tot mu
nitie. Ook is er een vraag om
te gaan zoeken naar een pis
tool dat in de buurt van Apel
doorn in de weidegrond moet
zitten. De eigenaar heeft er zo
gezegd goud voor over als dat
ding „boven water" komt.
Over het waarom maakt Mas
selink zich weinig zorgen. Hij
vraagt er niet naar.
De schatgraver heeft het maar
op één ding gemunt en dat zijn
muntjes die met honderddui
zenden in onze geschiedrijke
vaderlandse bodem verborgen
zitten. Masselink: „Voor dat
schatgraven hoef Ik niets te
hebben. Ik vind het gewoon
spannend. Wel beding ik voor
af mede aanspraak te mogen
maken op oude munten die
eventueel gevonden worden.
Meestal vinden de mensen dat
logisch en soms informeren ze
heel belangstellend naar je
verzameling".
Inde kluis
Veilig opgeborgen In een kluis
van een bank ligt de munten
verzameling van Joop Masse
link. Voor de foto bij dit ver
haal heeft hij één album opge
haald eo voor de rest moet
Soms een koperen cent, een
doodgewoon verloren duppie
of een gaspenning. Dat houdt
de spanning er in tot het bete
re werk boven de grond komt:
een paar VOC-muntjes. Hon
derden jaren moeten ze er
hebben gelegen
Razend populair
„In het buitenland is deze
schatgravershobby razend po
pulair. Engeland telt tachtig
duizend georganiseerde schat
gravers. In Frankrijk is het ook
raak. Daar worden alle bossen
elektronisch onderzocht. Voor
al de plekken waar eeuwen te
rug veldslagen zijn geleverd
zijn „in". In Nederland is dat
verboden, omdat het een dold
waze boel zou worden als ie
dereen In de bossen gaat spit
ten. Voor mij is dat schatgra
ven -een sport. Noem het een
afwijking", zegt Joop Masse
link als hij zijn album met mun
ten voorzichtig inpakt om weer
terug te brengen naar de veili
ge bankkluis.
MARCO VAN MILAAN
Joop Masselink heeft het
vooral gemunt op muntjes,
die iets „vertellen" over onze
vaderlandse geschiedenis.