Guide Michelin besteedt voor het eerst aandacht aan „Hollande" Iws Parkeer eigen auto's buiten binnenstad Bij grafsteen van jonkvrouw Alexandrine van der Does de Willebois raakt het laatste spoor zoek Weerstanden tegen woonerven door gebrek aan kennis STAD/ REGIO T LEIDSE COURANT DINSDAG 6 NOVEMBER 1979 PAGINA 5 LEIDEN KOMT ER NIET BEKAAID AF, MAAR HET KON BETER NATUURLIJK Michelin, behalve grossierend in banden ook nog krachtig bezig met culturele propaganda, heeft voor de eerste keer een gids over „Hollande" uitgebracht. Voor de vreemdeling, de bezoeker; dus in de Franse taal. Ook België en Luxemburg werden vereerd met zo'n eerste uitgave van Guide Michelin, maar dan voorzien van een Nederlandse tekst. Wat Michelin zegt over landen, streken en steden, kun je niet zomaar naast je neerleggen. Immers de illustere Guide Michelin geldt voor ons zowat evenveel als de zeer beroemde Baedeker vroeger voor de nieuwsgierige te betekenen had. Daarom even aandacht voor de eerste editie van Michelin „Hollande". Daarbij keek ik in het De Leidse plattegrond in de 'Guide Michelin'. bijzonder naar aanwijzingen die voor „in en rond Leiden" volgens het vertrouwde stramien werden aangegeven. Toch wel leuk, want wat er staat werd gezien door een bepaald niet - Nederlandse bril. Niet altijd helemaal correct overigens, want - bijvoorbeeld - kasteel Duivenvoorde bij Voorschoten en Huys te Warmont (bepaald geen kleinigheden in het landschap der lage landen) werden achteloos over het hoofd gezien, terwijl snertkasteeltjes het wel „haalden". Met of zonder ster. Ook het feit, dat de grote Franse wijsgeer Descartes ooit op het buiten van Endegeest heeft gewoond, wordt buiten beschouwing gelaten. Even een zijpad (niet zonder reden heet deze rubriek Langs Omwegen): Gouda. Dat is een stad die door Michelin wordt aangegeven met een ster, en de naam wordt fonetisch verduidelijkt (want daar kan geen franssprekende een touw aan vastknopen) met: „raoda". De „r" wordt dus kennelijk „gebrouwd". De enige stad die drie sterren krijgt (in de Belgische gids wemelt het bijna van de drie sterren - steden) is Amsterdam. Den Haag en Rotterdam en Utrecht komen er goed af met twee sterren. Evenals Leiden. Sterk afstekend bij een stuk grotere (en volgens sommigen mooiere) stad als Haarlem, die één ster krijgt. Haarlem kun je „doen" in tweeëneenhalf uur, voor Leiden mag je altijd nog vier uur uittrekken. En dat is mooi meegenomen. Nog steeds is er het heersende misverstand, dat Leiden in de Romeinse periode Lugdunum Batavorum heette. Dat dank je de koekoek. Eveneens achterhaald is dat mooie verhaal over burgemeester Van der Werff, die tijdens de hoogste nood bij het beleg van de stad in 1574 zijn lichaam als voedsel zou hebben aangeboden aan het hongerende volk. Daarbij wordt mij in herinnering geroepen, dat eens in een hoorspel dit would be voorval werd aangehaald in een scène, waarbij Van der Werff zei: „Hier hebt ge mijn lijf...!" Waarop een stem uit het publiek schamperde: „Wat heb ik daar nou aan..;er zit geen loodje vlees an". Guide Michelin gaat niet zonder meer voorbij aan de geboorte van „Jean de Leyde" in 1509, en aan de „heldhaftige belegering" in 1574. Een ogenblik zou je kunnen denken, dat Michelin partij voor de Spanjolen heeft gekozen. Het Rijksmuseum voor Volkenkunde krijgt twee sterren, evenals de Lakenhal. De „aardigste gracht", het Rapenburg, krijgt er één, de Pieterskerk (met de graven van Jan Steen, Boerhaave en die van de puriteinse pasteur John Robinson) en de Hooglandse kerk geen één ster. Het toch wel wereldberoemde museum van Oudheden wist nog twee sterren toegemeten te krijgen en het Legermuseum één ster. Er worden excursies aangegeven naar Alphen aan den Rijn (Avifauna) en naar Noordwijk en Katwijk. En, God lof, de bollenstreek krijgt - naar verwachting - drie hemellichamen toegevoegd binnen de gids, die minder „chauvinistisch" is dan we gehoopt hadden, nietwaar Maar we doen ons best, „en Hollande". En ze komen toch wel, die franssprekenden. Toch zou de VVV Leiden enkele kanttekeningen kunnen stellen en de Guide Michelin daarvan op de hoogte brengen. Als men daarvoor de tijd zou kunnen vinden, vanzelfsprekend. Maar dan eerst even de „première édition Michelin Hollande" doornemen, met dat bandenmannetje op de fiets langs Hollands dreven. Want een ongecorrigeerde aandacht besteed aan de „pneu" is toch wel sneu. Met een jeugdige, ferme blik kijkt jonkvrouwe Alexandrine van der Does de Willebois gebeiteld zijdelings de toekomst in die ze nooit heeft mogen beleven. Haar gefriseerde kopje met haarknot blijft vereeuwigd op een neo - gotische grafsteen die rechtop staat tegen de binnenkant van de buitenmuur langs het voorhof van het Leidse stedelijk museum De Lakenhal. Wat zou dat Niets natuurlijk. Er staan nog heel wat meer en eerbiedwaardiger stenen tegen die courmuren aan. Toch is er iets aparts aan die grote grafsteen van Alexandrine. Het adellijke meisje, dat in Maastricht op 8 april 1865 werd geboren en na 22 jaar al de ogen voorgoed sloot op 23 februari 1888 in Den Haag, spreekt tot de verbeelding. Het is bijna als met het beroemde dodenmasker van het glimlachende meisje dat decennia terug als slachtoffer uit de Seine werd gehaald. Het houdt opeens op en de draad is niet meer op te vatten. Dit machteloze overkwam mij, toen ik een urenlang bezoek bracht aan het gemeente archief van Leiden, waar zelfs een doorgewinterde autoriteit als de heer Leverland zich achter de oren krabde. Met man en macht (ik met man, en hij met macht) werden tal van rode exemplaren van het Nederlands Adelsboek doorgeworsteld. Maar Alexandrine werd. niet gevonden. Wat deed zij („ze was vast niet getrouwd", meende de heer Beverland) in Den Haag, toen ze zo jong nog overleed Was haar vader minister van buitenlandse zaken, of gouverneur des konings in Limburg, of procureur - generaal. Die Willebois kwamen we omtrent die tijd tegen en ook nog een oudere Alexandrina. Maar die was het niet. „Het zal mij aan niets ontbreken", staat onder de twee gebeeldhouwde wapens van de Van der Doesen en de Willebois op de steen: non deficcam. Wat mijzelf betreft kan ik dat niet onderschrijven. Ik weet alleen, dat het meisje ter ruste werd gelegd op.de R. K. Begraafplaats in Den Haag en dat de steen in 1969 via de Stichting R. K. Begraafplaats Den Haag als een typisch memento mori naar de Lakenhal werd overgebracht. Daar staat nu dat monumentje, met in steen gehouwen de glorie van een korte periode. RIPS: ze ruste in vrede; plus een S. Rondom het jonge - vrouwenportret de al - Vader (mannetje en vrouwtje in de schoot houdend) en een engelbewaarder die aan Alexandrine niet al te veel werk heeft gehad. Daaromheen de stenen uitgehakte lovers, de kantelen en pinakels die een geslacht van adel passen. Het geheel met de voet in een plas regenwater, van begin november 1979. De jonkvrouwe Alexandrine: een moment in het samengaan van twee beroemde geslachten. Die van Van der Does, protestants en uit Delft afkomstig, de naam ontlenende aan Huis ter Does in het Rijnland, en de katholieke, uit Frankrijk stammende, de Villebois. Pas doctor Pierre Joseph, in 1768 in Artois geboren, noemde zich de Willebois. Adriana Cornelia Maria van der Does trouwde in 1800 bij Münster met Pierre Joseph, officier van gezondheid en eerste geneesheer der hospitalen te Den Bosch. Ze brachten beide geslachten tezamen. Adeldom verloochent zich niet. Dat is alles wat ik uit het Nederland's Adelsboek heb kunnen leren. Maar de nagedachtenis van Alexandrine bij de Lakenhal ademt iets van de herfst. Alsof je publiekelijk loopt langs de laatste herinneringen van zo veel groten op een begraafplaats als Père Lachaise in Parijs. Je kunt er nauwelijks meer iets aan toevoegen. Misschien kan je erbij mijmeren en dan weer de straat op gaan. W fVt iff.; jr||p van Alexandrine van der Does de Wille- LEIDS CITY CENTR UM DOET BEROEP OP LEDEN: LEIDEN Het Leids City Cen trum. de organisatie van winke liers in de binnenstad, heeft zijn leden opgeroepen hun auto's zo veel mogelijk buiten de binnen stad te parkeren. Hierdoor komt er volgens de organisatie meer plaats vrij voor bezoekers aan de Leidse binnenstad. keerssituatie, die is geschapen, waardoor auto's van buiten de stad de binnenstad niet meer zullen aandoen. Gaan wijzelf bovendien op eigen houtje ook nog een trachten auto's van buiten (lees: potentiële klanten) te weren door onze eigen auto (èn die van ons personeel) de gehele dag in de binnenstad te parkeren, is gewoon weg een stuk zelfmoord", aldus het LCC in een brief aan alle binnenstad-winke liers. „Als wij in de binnenstad parkeren, betekent dit: onze klanten weren", is de nieuwe slogan van het LCC. Tenslotte geeft het LCC een advies voor het openstellen van de winkels in de sin terklaas- en kersttijd. 28, 29 en 30 novem- vijf uur. In de kersttijd kunnen de winke liers hun zaak 19, 20 en 21 december op- ber van negen uur 's morgens tot negen enstellen van negen uur 's morgens tot uur 's avonds, 3 en 4 december eveneens negen uur 's avonds, 24 december van ne- van negen uur 's morgens tot negen uur gen tot vijf uur en 31 december van een 's avonds en 5 december van negen tot tot vijf uur. ARJOS viert feest in Leiden LEIDEN De ARJOS, de politieke jongerenor ganisatie van de ARP viert dit jaar haar gou den jubileum. Ter gele genheid hiervan brengt de ARJOS-dubbeldekker morgenmiddag een be zoek aan Leiden. In de dubbeldekker, die tussen twee uur en kwart over vier in de buurt van de markt staat, is een kleine tentoonstel ling ingericht over vijftig jaar ARJOS. In de bus is ook veel informatie-materiaal over de jongerenorganisatie te krijgen. Tussen half vijf en zeven uur worden in de mensa „De Bak" aan de Kaiserstraat folders uit gereikt. De feestdag in Leiden wordt besloten met een politieke bij eenkomst morgenavond in de Zuiderkerk aan de Lammen- schansweg 15. De bijeenkomst begint om acht uur. Als spre ker treedt prof. dr. B. Goud zwaard. een van de opstellers van het CDA-program „Niet bij brood alleen" op. Hij zal spreken over het onderwerp ..Evangelische politiek in de tachtiger jaren." Leids college voor georganiseerde kerstboom verbrandingen LEIDEN Het college van b en w vindt dat zo veel mogelijk georgani seerde kerstboomverbran dingen moeten plaatsheb ben. In antwoord op vra gen van het PPR-raadslid L. Beijen stelt het college van plan te zijn contact op de nemen van het Overleg Wijkorganen om de wijk- verenigingen te stimuleren de verbrandingen zoveel mogelijk wijksgewijs te organiseren. Het college stelt dat er de laat ste jaren gunstige ervaringen zijn opgedaan in enkele wij ken. Hier organiseren de wijk- verenigingen de aanvoer van de bomen. Op in overleg met de Brandweer bepaalde gun stige plaatsen wordt het vreug devuur iets na de klok van twaalf op Oudejaarsavond ont stoken. Het toezicht bij de ver branding kan, wanneer een en ander via de wijkverenigingen loopt, ook beter in overleg met de brandweer worden gere geld, aldus het college van b en w. ONDERZOEK LEIDSE STUDENTEN TOONT AAN: LEIDEN Woonerfbewoners en be woners van traditionele woonbuur ten staan positief tegenover het woo nerf. De positieve houding bij woo nerfbewoners blijkt echter groter te zijn, vooral wat betreft de aspecten van parkeren en groenvoorzienin gen. Dit blijkt uit een onderzoek, dat enkele studenten van de vakgroep Sociale Psychologie van de Rijksu niversiteit in Leiden hebben gedaan in overleg met de Directie Verkeers veiligheid van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. De onderzoe kers trekken uit hun bevindingen de voorzichtige conclusie, dat de weer standen tegen het woonerf voorna melijk zijn gebaseerd op gebrek aan kennis hierover. Zij stellen dan ook voor een grootscheepse voorlich tingscampagne op touw te zetten over het woonerf. Voor het onderzoek werden vijf woonerven geselecteerd in Naaldwijk, Ede, Huizen, Oud- Beijerland en Spijkenisse. In deze plaatsen werden ook de traditionele woonbuurten uit gekozen voor gesprekken met de bewoners. In totaal werden honderd personen geinter- viewd, van wie vijftig in en vijftig buiten de woonerven wonen. Bewoners van de trad.itionele woonbuurten vinden verkeersdrempels een goede oplossing als snelheidsbeperkende maatregel, terwijl woonerfbewoners om dat te bereiken meer zien in groenvoorzieningen, zoals bloembak ken en bomen. Tegenover de bereikbaarheid van woonerven voor bedienend verkeer staan de woonerfbewoners ook positiever dan bewoners uit de traditionele buurten. Dat komt waarschijnlijk, aldus de onderzoekers, doordat bewoners van deze buurten vermoe den, dat wegverspringingen en asverschui- vingen de woonerven moeilijker bereikbaar maken. Ook de punten parkeren en groen voorzieningen- staan bij woonerfbewoners in hoger aanzien dan bij andere burgers. Beide groepen bewoners tonen een licht-positieve houding ten aanzien van verkeer- en speel- mogelijkheden binnen woonerven, aldus de uitkomsten van het onderzoek. De "meeste woonerfbewoners zijn echter niet erg te spreken over de invloed, die zijn heb ben gehad om het woonerf aan te leggen. De meeste geinterviewden bleken ook tegen willekeurig autogebruik en hoge snelheden in de woonbuurten te zijn. Zij vinden onder meer dat de aanleg van verkeersdrempels niet moet worden gezien als een vorm van „autootje pesten" en dat het verkeer in de woongebieden langzamer moet rijden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 5