Elektronisch
speelgoed
geeft ook
dit jaar
bij Sint
de toon aan
COMMERCIEEL
AANTREKKELIJK,
MAAR DE LOL
VAN HET VERKOPEN
GAAT ER WEL AF"
)EN HAAG Zo op hot oog wat verdwaald
doze week in de dagbladen een
ngezonden mededeling: Marklin elektrische
reinen met toebehoren vanaf 79,50. Een
idvertentie die zowel door de bescheiden
formgeving als door de inhoud opviel en
Ised herinneren aan een tijd die achter de
ug lijkt. Vroeger toog je op de vrije
aterdagmiddag na school met zijn allen
nar de zolder van een klasgenootje, wie
ouw gevoelens van vriendschap alleen ten
deel vielen vanwege diens bezit van zo'n
ilsktrische trein. Dat lijkt een wat wankel
lundament voor populariteit, maar toen, in
dagen van schaarste en een smalle beurs,
was het een logische zaak dat je bezitters
van dat wonderlijke speelgoed t- net zoals
die van televisies overigens te vrind hield.
Vandaag de dag is daar wel het een en ander
n veranderd. Met een elektrische trein kom
er veelal niet meer. Dat geldt ook voor
acebanen, de belangrijkste opkomende
loncurrent uit die jaren. Natuurlijk zijn er nog
tinderen, die er warm voor lopen, maar de
neeste belangstelling gaat op het ogenblik
och uit naar heel andere dingen. Wie de
ihoud van zijn brievenbus de afgelopen week
loed heeft bestudeerd weet daar alles van. De
ïlders van warenhuizen en
ipeelgoedhandelaren, die een nieuw seizoen
'oor Sinterklaas-aankopen inluidden, laten er
leen misverstand over bestaan. Het is alles
lektronica wat de klok slaat. Om geen enkel
vezenlijk onderdeel van het gevoerde
issortiment aan de aandacht van kind en
luders te laten ontsnappen is de traditionele
tausse in televisiecommercials voor speelgoed
>ok weer op gang gekomen. Reclame in zijn
Kressiefste vorm is dat meestal en het effect
jft dan ook dit jaar niet uit.
Ilektriek
Gewoon speelgoed" lijkt niet meer te
lestaan. De blik van Wim Sonneveld, gestalte
legeven in zijn onvergetelijke rol als „opa"
ras tien jaar geleden meer dan vooruitziend:
)ie rotzooi die ze tegenwoordig in die
- Speelgoedwinkels verkopen, daar kan ik geen
ihocola van maken. Vroeger gaf je een meid
en pop en een knul een timmerdoos, maar
egenwoordig moet het allemaal elektriek
wezen en herrie maken en bewegen".
Simon" en „Merlijn" zijn de hedendaagse
toverwoorden, waar het kinderhart in
verhoogde mate van gaat kloppen. Ze zijn het
produkt van een trend in de
speelgoedindustrie, waarin micro-elektronica
een centrale rol speelt; een trend die van
oudsher om zijn eenvoud gewaardeerde
spelletjes als „Boter, Kaas en Eieren" en
„Zeeslag" een kennelijk noodzakelijk nieuw
leven heeft ingeblazen in een andere
In tegenstelling tot voor volwassenen bevat de
werking van de „chip" het symbool van een
nieuw tijdperk in automatisering voor de
meeste kinderen geen enkel geheim meer: ze
spelen er al een paar jaar mee.
„Jammer of niet?", vroegen we aan drs. R. de
Groot, ortho-pedagoog en wetenschappelijk
medewerker aan de Rijksuniversiteit van
Groningen, en aan een aantal
speelgoedhandelaren. De Groot heeft enig
recht van spreken als bestuurslid van de in
Leiden bureel houdende „Stichting Goed
Speelgoed" en als voorzitter van de jury, die
namens die stichting elk jaar bepaalt welk
speelgoed het predikaat „beste van het jaar"
mag voeren.
Modegril
„Ach jammer", zegt hij, „dat kun je natuurlijk
wel zeggen en dat is natuurlijk ook wel zo,
maar ik geloof nog steeds dat het hier om een
trend gaat, een modegril van voorbijgaande
aard. Alleen, dit is niet de eerste en zeker ook
niet de laatste trend in het speelgoed. Meer
algemeen gezegd is er altijd speelgoed
geweest dat opeens erg populair was en dan
plotsklaps weer verdween. Vaak gaat het om
kwetsbaar speelgoed, met erg weinig
mogelijkheden. Ons uitgangspunt is dat
speelgoed ruimte moet laten aan de
creativiteit van het kind. Je moet er liefst meer
dan één kant mee uit kunnen. Daarnaast letten
we op veiligheidsaspecten. Het probleem van
elektronisch speelgoed is, dat het aan die
criteria meestal niet voldoet".
„Neem bijvoorbeeld het spelletje „Boter, Kaas
en Eieren". Wij vinden die elektronische versie
volstrekt overbodig. Het spel blijft volledig
hetzelfde. Er is in wezen door die elektronica
niets aan veranderd. Je kunt dus zeggen dat
het hier om volstrekt onzinnig speelgoed gaat,
dat voor he^ kind op geen enkele manier een
uitdaging betekent. Commercieel is het
natuurlijk wel aantrekkelijk. Het levert een
V
aardige prijs op en dat kun je niet zomaar
negeren. Het bezwaar dat ik heb is, dat
mensen door alle reclamecampagnes de
indruk kunnen krijgen dat er geen ander
speelgoed meer te koop is. Dat is niet waar.
Wie degelijk, duurzaam speelgoed wil hebben,
dat een appèl doet op de inventiviteit van
kinderen en dat een bijdrage aan de
ontwikkeling van het kind kan leveren, kan in
de goede detailhandel best terecht. Dat willen
we graag onderstrepen".
Fikse prijs
Speelgoedhandelaren bevestigen dat verhaal.
„Het elektronisch speelgoed", zo vertelt een
detaillist, „is commercieel natuurlijk heel
aantrekkelijk. Er wordt een agressieve reclame
voor gevoerd, het produkt wordt er in
gestampt. Mensen komen je winkel binnen en
vragen gericht naar zo'n artikel. Aan
voorlichting hebben ze geen behoefte, want ze
kennen het artikel al of denken het te kennen.
Het is inpakken en wegwezen en dat alles
tegen een fikse prijs. Voor ons is er het nadeel
dat de lol van het verkopen er een beetje af
gaat. Je merkt ook dat het steeds moeilijker
wordt om je eigen assortiment te bepalen door
die gerichte campagnes. Als zo'n stukje
speelgoed eenmaal op de televisie is geweest,
moet je het gewoon in huis hebben. Heb je dat
niet dan vis je achter het net. De zaken die
toch behoefte hebben om daarnaast met het
vertrouwde speelgoed te komen, moeten daar
extra moeite voor doen".
De speelgoedhandelaar moet zich kortom in
zijn inkoopbeleid sterk laten leiden door wat
de grote fabrikanten en importeurs aan trends
willen lanceren. Dat is een ontwikkeling van
recente datum, die in gang is gezet op het
moment dat een aantal Amerikaanse
speelgoedmagnaten hun activiteiten op het
vasteland drastisch gingen uitbreiden. Vroeger
had West-Duitsland met zijn speelgoedstad
Neurenberg een flink aandeel in de totale
markt. Later kwamen daar geduchte
concurrenten als China, Hongkong, Japan en
Taiwan bij, maar nu zijn het giganten als
Milton Bradley en Clipper; die in Europa de
dienst willen gaan uitmaken.
Milton Bradley draaide hier vorig jaar een
omzet van vijftien miljoen, op de voet gevolgd
door landgenoot Clipper die met de verkoop
van louter spelletjes twaalf miljoen
binnensleepte. Hun filosofie is dat de behoefte
van kinderen om zich met de wereld om zich
heen te identificeren door
speelgoedhandelaren wat verwaarloosd
dreigde te worden. Een aansluiting bij de eeuw
van de computer zou soulaas kunnen bieden
en bij gebrek aan ideeën werden vertrouwde
spelletjes als „Zeeslag" in een nieuw jasje
gestoken.
Inmiddels zijn aan dat aanvankelijke
assortiment wat nieuwe artikelen toegevoegd.
Er is het geheugenspel Simon" (f 129,50) en
het spel „Merlijn", waarmee de eerder
beproefde formule van zes spellen in één is
uitgewerkt (J 125,-).
Te weinig research
Drs. de Groot van „Goed Speelgoed"
daarover: „Die ideeënarmoede is wat mij in
het geheel bijzonder steekt. Er wordt in de
speelgoedindustrie een te verwaarlozen
bedrag aan research uitgegeven. De enige
prikkel naar de fabrikanten toe zijn de eisen
op het gebied van veiligheid. Ik ben ontzettend
blij met het onderzoek van de Keuringsdienst
van Waren in Haarlem. Deze dienst is met
eisen gekomen en dat levert een eerste
handvat op. Als die eisen er niet zouden zijn,
ligt de markt helemaal open voor de grootst
mogelijke rommel".
De Groot lanceerde onlangs op de televisie
een plan om speelgoed van punten te gaan
voorzien, waarmee de kwaliteit kan worden
aangegeven. Een soort keurmerk, zoals de
Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen
hanteert. „Met steun van
consumentenorganisaties moeten we de
kopers van speelgoed een handje helpen bij
het maken van hun keuze. Zo'n
puntensysteem is een goede methode om
kwaliteit aan te geven en ik heb ook het idee,
maar misschien ben ik dan te optimistisch, dat
het een stimulans kan zijn om de kwaliteit te
verbeteren".
Terug nu naar het elektronisch speelgoed en
de kwaliteit er van. Dat het hier niet om
speelgoed gaat met onbegrensde
mogelijkheden is al duidelijk geworden, maar
hoe staat het met de duurzaamheid? Een
handelaar: „Je bent altijd geneigd om
elektronisch speelgoed te zien als kwestbaar
speelgoed dat vrij snel kapot gaat. In de
praktijk valt dat mee. We krijgen er heel weinig
klachten over. Maar dat kan ook liggen aan de
aard van het speelgoed. Het heeft weinig
mogelijkheden, dus mensen zullen er veel
sneller op uitgekeken raken en voor zo'n
apparaat kapot gaat, ligt het op zolder. Dat is
een theorie, waar vermoedelijk veel waarheid
Technisch speelgoed
„Daarnaast is het zo dat speelgoed
tegenwoordig veel meer dan vroeger door
volwassenen wordt gekocht. Kijk de folders
maar door on vergelijk ze maar met die van
tien jaar geleden. Vroeger speelden
volwassenen nog wel met een trein, maar
daarna hield het op. Er is nu meer vrije tijd, er
is meer werkloosheid, er is vervroegde
uittreding en er is meer geld beschikbaar. Dat
heeft voor de speelgoedhandel enorme
gevolgen gehad. De modelbouw heeft een
enorme vlucht genomen. Vroeger bouwde je
uit plastic een huisje voor bij de trein, nu is er
de modelbouw in hout. Er is een enorme vraag
naar radiografische besturing. Ook kostbaar,
maar wel met veel mogelijkheden voor de
gebruiker. De vraag naar technisch speelgoed
is belangrijk toegenomen".
Het teruglopende kindertal blijkt de detaillist
dus in eerste instantie niet te deren. Probleem
is wel dat het assortiment en ook de prijzen
zijn toegenomen en dat enorme investeringen
nodig zijn om „bij te blijven". Zo behoort een
kinderorgel tegenwoordig tot het
standaardassortiment van de
speelgoedhandelaar (prijs 595,-). Maar ook
op het gebied van de typische gezinsspelletjes
is er wel wat gebeurd. Een spelletje „Mens
erger je niet" behoort nog steeds tot de
betaalbare cadeaus, maar wat te denken van
een elektronische bowlingbaan. Die kost maar
liefst 595,-.
In tegenstelling tot wat velen aanvankelijk
dachten is er geen enkel signaal dat er op
wijst dat het hier om een snel vervluchtigende
trend gaat. Integendeel, elektronisch
speelgoed is een sterk aan populariteit
winnend stukje vermaak, dat ons de komende
jaren zeker nog gezelschap blijft houden. „Het
aantal toepassingsmogelijkheden is nog lang
niet uigeput", aldus handelaars, „neem alleen
maar alle spelletjes die je met behulp van het
televisietoestel kunt doen. Daar zijn er relatief
nog niet zoveel van, maar ik ben er zeker van
dat een volgende Sint Nicolaas in het teken
van die spelletjes zal staan".
TON VAN ZUIDEN