Taekwondo:gezond vechten
Hans van Helden
en de
verplichtingen
SPORT
LEIDSE COURAN
ZATERDAG 3 NOVEMBER 1979 PAGINA 12
ZUID-KOREA
HOOPT
OP
MEER
CONCURRENTIE
Wereldkampioen Sjef Vos (rechts), ge
flankeerd door Hans Brugmans, laat trots
zijn 'diploma' zien die hem 2e dan taek
wondo maakt.
DEN HAAG Het gilde van straatoverval
lers heeft het tegenwoordig niet gemakkelijk.
Niet zelden wordt het bevel 'handen omhoog'
gevolgd door een traag ontwaken in een zie
kenhuis. De uitgekozen slachtoffers blijken
steeds vaker beoefenaars van een of andere
vechtsport. Ook tussen ervaren „vechters" on
derling rijzen problemen als gevolg van de di
verse technieken die specifiek tot hun stijl be
horen. Een karateka verwacht een afweer in
de stijl van Japanse karate, al dan niet geïn
spireerd door de leer van Zen. Als zijn tegen
stander Kempo (Chinees) of Taekwondo (Ko-
reaans) in zijn keuzepakket heeft opgenomen,
is de kans op verrassing groot. Alleen in zoge
naamde zelfgeorganiseerde knock-outwed-
strijden ontmoeten allerlei richtingen elkaar
bewust. Na de succesvolle jaren van judo en
karate lijkt thans het Koreaanse taekwondo
de grote winst te gaan boeken. De enorme pu
blieke belangstelling deze week tijdens de
eerste interland tussen Nederland en topland
Zuid-Korea getuigt daarvan.
Vroeger kwam men af op de namen van
Anton Geesink, Wim Ruska (judo) en Otti
Roethof (karate). Daarna kwam de televi
sie met kung-fu (afgeleid van Confucius),
een verzonnen vechtsport. De boodschap
van meester Po werd verpakt in een alle
gaartje van vechtstijlen. Wijlen filmheld
Bruce Lee deed ook maar wat. Japanse
technieken kregen plotseling een Chinese
naam en zelfs sportscholen namen deze
verdwazing op in hun programma.
Bij taekwondo heeft de faam van de Ko-
reanen al genoeg aantrekkingskracht om
extra tribunes noodzakelijk te maken. Ta
ekwondo betekent letterlijk voet- en
handkunst, met de nadruk op voet. Deze
meest directe vorm van zelfverdediging
is, doordat er veel wordt gesprongen en
met het been wordt getrapt of gemaaid,
veel spectaculairder dan judo of zelfs ka
rate. Veel vechttechnieken vinden hun
oorsprong in Birma en China. Karate
(lege hand) kwam vanuit China via Oki
nawa in Japan en had tijdens de Japanse
bezetting in Korea ook daar zijn invloed.
In 1946 was er voor het eerst sprake van
tae-kwon;do, waarin ook nog Chinese
boks- en worsteltechnieken zijn terug te
vinden. Tot 1972 was er nog sprake van
negen grote stijlen, maar de gereorgani
seerde Korean Taekwondo Association
koos de stijl van Chang Moo en kwam tot
de representatieve taekwondo-vorm.
Promotieplan
Er werd vervolgens een enorm promo
tieplan uitgestippeld, waarbij instruc
teurs en Koreaanse ambassades voor
verspreiding over de hele wereld moes
ten zorgen. Het resultaat was zondag te
merken tijdens de wereldkampioen
schappen in Stuttgart. Korea moest
drie van de tien titels aan buitenstaan
ders (een Mexicaan, een Westduitser en
de Nederlander Sjef Vos) afstaan.
Won-Sik Kang, de secretaris-generaal van
de Korea Taekwondo Association, merkte
daarover op: „We hebben onze tegenstan
ders zelf opgeleid en de concurrentie die
daardoor is ontstaan juichen wij erg toe.
Over een paar jaar is er sprake van een
gelijk niveau". Dat laatste zal wel loslo
pen, want ïn Zuid-Korea beoefenen meer
dan twee miljoen* mensen taekwondo en
vooral in de lichtere gewichtsklassen lijkt
Korea voorlopig onaantastbaar.
,,Op de lagere scholen wordt al taekwondo
onderwezen. Kinderen van tien jaar bezit
ten soms al de zwarte band. Ook de gees
telijken kunnen goed vechten", legt Won-
Sik Kang uit. „In militaire dienst is het
een verplicht vak. In onze kernploeg zit
ten drie militairen en zes studenten, die
slechts drie uur per dag trainen. Dat is dus
echt niet zo overdreven. Voor een groot
kampioenschap wordt niet extra ge
traind". Een ongeëmotioneerde aanpak en
dat is ook de essentie van iedere vecht
sport. Je agressie op een gezonde manier
kwijt raken terwijl je je emoties onder
controle hebt.
De wereldkampioenen zijn in eigen land
de grootste helden, die bij buitenlandse
toernees door de Koreaanse regering niet
zelden worden uitgewuifd op het vlieg
veld. De kranten besteden veel aandacht
aan taekwondo, de televisie in verhouding
veel minder. Volgend jaar begint men ook
in Korea aan een serie gevechtsfilms. De
taekwondo-ploeg levert de voornaamste
acteurs. Of dat een gunstige reclame voor
de sport zal zijn, moet worden afgewacht.
Knokfilms lokken vaak negatieve ele
menten naar de sportscholen. Hoe dan
ook, de Koreanen zelf zullen alles onbe
wogen over zich heen laten komen.
Wie een wedstrijd bijwoont en ziet hoe
snel en hard er getrapt en geslagen
wordt, krijgt snel visioenen van afge
voerde wrakken. De taekwondoka
draagt echter een bamboe borstschild
en een tok. Een wedstrijd duurt drie
keer twee minuten, maar kan voortij
dig worden beslist met een knock-out.
Een knock-outklap tegen het hoofd
mag alleen met de voet worden uitge
voerd. Het publiek leeft meestal erg en
thousiast mee.
Tijdens de pauzes tussen de ronden wor
den de deelnemers net als boksers snel
weer opgelapt. Van de vijf scheidsrechters
van wie vier op een stoel zitten
wordt een grote reactiesnelheid verwacht
als de strijders hun kant uit vliegen. De
diverse huilkreten worden afgewisseld
met hard gesis. Bij een goede treffer komt
de hardste kreet niet van degene die net
hard geraakt is, maar juist uit de mond
van de triomfator. Een top-taekwondoka
kan met zijn voet bijna drie meter hoog
trappen.
Het eigenaardige bij alle Oosterse vecht
sporten is dat men bijna nooit echt kwaad
wordt op elkaar. Bij iedere onderbreking
door de hoofdscheidsrechter verschijnt
een glimlach of wordt een schouderklopje
uitgedeeld. Boksers slaan wel echt door en
zien hun tegenstanders letterlijk en fi
guurlijk door een rode waas.
Georganiseerd vechten, natuurlijk niet in
een jeugdbende, is gezond en houdt de
vfechters van de straat. De zelfverzekerde
houding van een geschoolde vechtjas mag
niet verkeerd worden uitgelegd. Hij wil
daarmee uitdrükken: Ik ben de sterkste,
laten we het vechten maar overslaan.
In Nederland bestaat de officiële Taek
wondo Bond Nederland, sinds 1 april jl.
losgekoppeld van de Budobond met het
bondsbureau in Den Haag, en nog een
wilde, maar ook goed georganiseerde or
ganisatie. Voorzitter Thoutenhoofd van de
Taekwondo Bond Nederland betreurt die
tweespalt: „We zouden graag praten om
tot één bond te komen, maar voorlopig zit
dat er nog niet in. De belangen om als
zelfstandige bond subsidie van de NSF te
krijgen spelen hierbij ook een rol".
Die splitsing van bonden en vechtvormen
bestaat ook bij de overige vechtsporten.
Ieder land, iedere sportschool, iedere le
raar en ieder tijdsvak drukt zijn eigen
stempel op de techniek en stijl. Al sinds
het ontstaan van de mystieke Oosterse
vechtsporten, zo'n zevenduizend jaar gele
den, is er sprake geweest van voortduren-
de veranderingen en invloeden. De bloe
dige krachtmetingen tussen de sportscho- I
len van eeuwen geleden, zijn nu gelukkig
vervangen door officiële en goed begelei
de wedstrijden. Veranderingen verlopen
subtiel en vreedzaam.
HERMAN JANSEN
HEERENVEEN Zolang Hans van Helden zichzelf nog niet
als schaatser heeft afgeschreven, lijkt de rust nog niet op de
ijspiste terug te kunnen keren. Ogenschijnlijk is alles pais
en vree, maar volgens Egbert van 't Oever, de trainer-coach
van de allrounders, sluimeren er conflicten. En wie anders
dan de grillige Hans van Helden speelt daarbij op de
achtergrond een rol. Het enfant terrible van de Nederlandse
schaatssport keerde nogal verrassend in de kernploeg terug -
„qua prestatie hoort hij erbij", zegt van 't Oever -, maar
bedong daarbij wel, dat hij zich op eigen houtje op het
seizoen mag voorbereiden. „En mijn zegen kon hij krijgen.
Hans moet echter wel bedenken, dat hij naast die vrijheid
ook verplichtingen heeft en aangezien iedereen weet dat hij
geen gemakkelijke jongen is, kan dat nog wel eens de nodige
conflictstof gaan opleveren", aldus de schaatscoach uit Lisse.
SLUIMERENDE CONFLICTEN IN DE
SCHAATSWERELD
Of Van Helden die verplichtingen serieus gaat ne
men, zal wellicht spoedig blijken. Van 't Oever heeft
hem met de andere leden van de kernploeg inge
schreven voor de strijd om de Dynamo Cup, die zich
op 1 en 2 december in „Oost-Berlijn gaat afspelen.
Daarnaast verlangt hij van de individualist uit Hee
renveen, dat deze op 24 november in Eindhoven ver
schijnt voor de wedstrijden om de Brabant Plant-tro-
fee. Egbert van 't Oever is er echter nog lang niet
van overtuigd, dat Van Helden bereid zal zijn mee
naar Oost-Berlijn af te reizen. „Als hij onverhoopt
niet wil, zal ik heus geen moord en brand gaan
schreeuwen. Maar Van Helden moet dan wel beden
ken, dat hij zijn eigen kansen verspeelt. Want een
plaats in de ploeg voor de schaatsinterland tegen
Noorwegen zit er voor hem dan beslist niet in".
Die landenwedstrijd op 15 en 16 december in Gro
ningen wordt de eerste belangrijke krachtmeting in
een seizoen, dat vooral door de winterspelen in Lake
Placid zal worden beheerst. De directe confrontatie
met de sterke Noren biedt de Nederlandse schaats
ploeg immers de eerste mogelijkheden om bij het Ne
derlands Olympisch Comité een startbewijs af te
dwingen. Het is bovendien een van de weinige kan
sen, omdat het nationaal kampioenschap in Den
Haag de heren van het Olympischb Comité nauwe
lijks vergelijkingsmogelijkheden oplevert, terwijl in
de landenwedstrijd tegen Zweden de tegenstand wel
eens te gering kan zijn. Waardoor het Europees kam
pioenschap op 19 en 20 januari in Trondheim pas een
nieuwe optimale, kans biedt, maar daar mogen
slechts vier Nederlanders aan de start verschijnen.
„De mogelijkheid bestaat echter om jongens die ook
nog tot de kanshebbers moeten worden gerekend
naar de een of andere wedstrijd te sturen", meent
van 't Oever, die erop rekent dat Nederland van 13
tot en met 23 februari in Lake Placid uiteindelijk
toch met een flinke groep schaatsers aanwezig zal
zijn. „Het NOC gaat uit van negen heren en dat lijkt
mij ruim voldoende. Natuurlijk zal ik de zaken bij
het Olympisch Comité zo florissant mogelijk voor
stellen. Maar een zware nederlaag tegen de Noren
kunnen wij niet gebruiken. Als wij op 15 en 16 de
cember een pak slaag krijgen, hoef je niet meer op
een grote Nederlandse Olympische ploeg te reke-
Sleutel
De weg naar Lake Placid lijkt voor de schaatsers
dus vooral via Groningen te lopen, maar de rij
ders zelf beschouwen het Nederlands kampioen
schap van 5 en 6 januari in Den Haag als de al
lerbelangrijkste wedstrijd. „Als je daar niet goed
rijdt, ben je nergens", zegt Egbert van 't Oever.
„Op de Uithof ligt de sleutel voor een geslaagd
seizoen. Degene die er zesde wordt, kan het wel
vergeten. Voor hem is de deur dichtgeklapt. De
vier die' naar het Europees kampioenschap gaan,
kunnen daar hun plaats voor Lake Placid defini-
concurrentie met de leden van de kernploeg, die op
allerlei faciliteiten mogen rekenen, aan te gaan.
Gisteren is voor de kernploeg een achtdaags verblijf
in de Beierse wintersportplaats Inzel begonnen.
„Niet om er wedstrijden te rijden, maar natuurlijk
gaan wij wel met de klok in de hand langs de baan
staan, want iedereen is benieuwd waartoe hij op dit
moment in staat is". De voorbereiding beloofde in ie
der geval veel goeds. „Er wordt al sinds mei keihard
en zeer gemotiveerd gewerkt", zegt van 't Oever.
Het belang van een. verhoogd bewegingsritme wordt
door iedereen wel onderkend. Daarom is er van de
zomer veel gebruik gemaakt van rolschaatsen".
Optimist
tief verdienen. Voor specialisten blijven er dan
nog maar geringe kansen over en dan moeten zij
haast op zijn minst op één afstand Nederlands
kampioen zijn geworden".
Van 't Oever gaat er overigens van uit, dat de strijd
om startbewijzen voor EK en Winterspelen zich ge
heel binnen de kernploeg gaat afspelen. „Daarom
heb ik ook geen selectieprocedure voor de landen
wedstrijd tegen Noorwegen vastgesteld. Ik ben van
plan gewoon zes schaatsers van de kernploeg aan te
wijzen. De praktijk van de laatste jaren heeft immers
geleerd, dat een gewestelijke rijder in het begin van
het seizoen nog wel eens een concurrent voor de
kernploegrijders kan betekenen, maar dat bij het na
tionaal kampioenschap tenslotte toch uitsluitend
mijn jongens de dienst uitmaken. Ton Oudshoorn en
Joop Pasman, die zich in de landenploeg reden, zijn
er sprekende voorbeelden van". Heel taktisch heeft
de schaatscoach de deur voor de gewestelijke rijders
echter niet helemaal dichtgegooid.
„Stel dat Klaas Vriend de IJssel Cup wint, dan zal ik
de laatste zijn om zo'n man buiten de ploeg te hou
den". Maar met zo'n ontwikkeling houdt hij geen re
kening. „Het is zo langzamerhand voor de gewestelij
ke rijders een onmogelijke zaak geworden om de
Egbert van 't Oever, als eeuwig optimist, heeft
hoge verwachtingen. De landenwedstrijd tegen
Noorwegen is de eerste echte test. Ik reken er
vast op, dat het verschil waarmee wij gaan ver
liezen aanzienlijk kleiner zal zijn dan de laatste
jaren het geval was". Paradepaardje bij de oran
je-schaatsers zal Hilbert van der Duim moeten
zijn. De Friese onderwijzer leek vorig seizoen al
rijp om de sprong naar de internationale top te
maken. Bij EK en WK stelde Van der Duim ech
ter zwaar teleur.
„Hij werd als favoriet beschouwd en dat drukte te
zwaar op hem. Daarnaast moest hij de teleurstellin
gen van al die valpartijen verwerken. Maar Hilbert
is weer een jaartje rijper geworden en hopelijk komt
het er nu echt uit dat hij bij de top behoort". Veel
verwacht Van 't Oever ook van Wim Pol („die zal
niet meer zo gek als vorig seizoen gaan doen") en
Yep Kramer, allemaal jongens die hij al als jeugd-'
trainer onder zijn hoede heeft gehad. En wellicht
weet zo'n Olympisch seizoen Piet Kleine - vier jaar
geleden veroverde hij in Innsbruck immers goud op
de tien kilometer - tot grote daden te prikkelen. Het
allergrootste vraagteken blijft echter ook voor Eg-
bert van 't Oever de rol die Hans van Helden dit sei
zoen Zeil gaan spelen. Gaat de Friese Brabander weer
de moeilijkheden opzoeken om daarna slechts kom
mer en kwel te oogsten of zal hij in staat zijn zijn
brons van Innsbruck in Lake Placid te verzilveren?
„Van Helden bespaart zich moeilijkheden als hij zich
conformeert aan de regels van de ploeg", zegt Van 't
Oever. „Ik ben niet zo progressief dat ik zeg dat al
leen de prestatie telt. Ik verwacht daarnaast van to
patleten dat zij zich keurig weten te gedragen. Een
man als Hermens kan ik daarom bepaald niet waar
deren. Een sportploeg moet net zo functioneren als
een normaal harmonieus gezin, waar gezamenlijk al
les wordt overlegd. Hans van Helden kan er echter
wel op rekenen dat ik erop zal toezien dat hij zich
aan de regels houdt. Hij heeft tenslotte niet voor
niets zijn handtekening onder het ploegenreglement
gezet".
STEVEN TEN VEEN
Nelson Salas in zijn gevecht tegen de wereldkampioen tot 78 kilo, de Koreaan Sang-Chun Kim.