De Engel geeft tekst en uitleg bij het horeca-jubileum van Bram Favier Joris kwijnt weg Hotel „Nieuw Minerva": residentie van een groeiend imperium TAD/IREGIO LEIDSE COURANT - 2IATEROAG 27 OKTOBER 1979 Het levend symbool van een hotelrage is van de week tachtig jaar geworden. Alsof dat nog niet redelijk génoeg was, kwam er een extra ibileum bovenop: vijfenzestig in de horeca. Alleen de zeer sterken zijn tot dergelijke staaltjes van „trapezewerk" binnen het eet- drink- en aapwezen in staat. Abraham Favier is zo'n volhoudende kampioen. Waardig, hoewel onopvallend van postuur, hrijdt hij, nog niet aangetast oor duidelijke slijtage, door het leven. Een heertje. Sinds ïheugelijke tijden gekleed in het zwarte pak met krijtstreepje, met een keurig :ent dat de witte pochet aan geheel geeft. Stijlvol baasje, buitengaats een harde zwarte oed op 't hoofd. Binnenshuis n|ireelal te vinden in het strikt private hoekje van zijn tablissement op de hoek van •oommarkt en Vrouwensteeg in de Leidse binnenstad. j( n 1, huiskamerachtige wachtpost, in van de zalen, met gemakkelijke len en een voorname tweezits waar hij op fluweel zit. In de Kjès een familieportrettengalerij kleurige kieken van de •naasten. Direct daaromheen en komen de gasten, lopen aan, vragen om bescheid, of de no e gebracht kan worden of meren naar de mogelijkheid van oneren. Dit laatste imunicatiemiddel levert in fw Minerva" - want zo heet de mentale vestiging - schijnbaar wat moeilijkheden op. daar heeft Bram Favier weinig van doen. Hij mag dan de baas Jmaar in zijn kleine schaduw jt een levens- en zakengezellin, meer in haar mars heeft dan tien hjken tegelijk. De baas is jarig, 1 feest vieren, echter met kop en buders steekt zij er boven uit. In o°|erhaal zou'vergevorderde Bram' voimiddelpunt moeten zijn, maar °-elberta Favier - Zandbergen vult b story tot in alle zelfstandige °tnwoorden, voorzetsels en fctieven. Zij maakt de (inwerpsels, stelt de trappen van slijking, citeert en plaatst enkele jtekens. Engelberta is in „Nieuw rva" de alpha en omega; zij is |omma en de punt en tenslotte „Jjitroepteken. Abraham komt - nr.wel - net aan de l9ichtenstreepjes toe. Maar het is 4iaal niet zo erg als 't er uit ziet t „de Engel" („zo word ik vitbemd en zo heet ik ook") die *r(j stempel op alles drukt, is nu Jriaal een uitzonderlijke loonlijkheid. Een „Wilhelmina" er de gekroonde horecahoofden. stende Bfam mag daar erg blij zijn. jrs, wat zou „Nieuw Minerva" er de Engel zijn Daarom staa't zij in Jrjcht, dat de schijnwerper op haar man richten. Onbetwist heerseres over een Vanog steeds verder uitbreidend rijk. 'idelijk, hartelijk, gastvrij, net zoals kordaat en beslissend. Niet meer •an de jongsten, maar een voorbeeld velen. „Mijn man zit 65 jaar in het ik heb er 35 opzitten; dat maakt 100 jaar horeca, in lief en leed, in zorgen en in voorspoed. Het gaat dan ooit, maar we hebben het wel anders meegemaakt, nietwaar Bram 'eer zeker", beaamt Bram eh hij ;ft zich naar de tap om voor z'n gast ange klare te halen, in een yglas: „dan hoef ik niet zo vaak te week, al die 35 jaar dat „Nieuw rva" reilt en zeilt, arriveert er een itlading bloemen. Een kapitaal aan natuurprodukten. Ook daarmee n de Faviers zich een naam tot ver de grenzen verworven. Bram Favier, e sigaar: „Soms zijn er weken met 1400 rozen. Die komen fijn geschikt op de tafels of om andere plekjes te decoreren". Engel en Bram Favier zeggen het met bloemen, in een permanente weelderige expositie. En dat binnen een domein vol bedden en eetmogelijkheden. Vandaag zijn dat nog „Nieuw Minerva", „Au bord du Rhin" in de Mandenmakerssteeg, en kamers boven ,,'t Haantje" in de Vrouwensteeg. Over enige tijd komen daar bij: hotelkamers in twee aangekochte pandjes naast de achteringang van de Stadsgehoorzaal, kamers in een nieuwe uitbreiding naast „Nieuw Minerva", (op de plaats waar nu nog een wrak ex - PTT - pand staat, komt een boüwsel in oud - Hollandse stijl) en dan, als een klap op de vuurpijl, staat er over een jaartje aan de Rijnoever langs de Hoge Morsweg nabij de Haagsche Schouw, een grote verbouwde boerderij die door het echtpaar is gekocht en geschikt gaat worden voor grote en kleine partijen. De hotelaccommodatie van de Faviers zal dan gekomen zijn op ruim tweehonderd bedden. Bram en Engelberta Favier leven nog steeds voor de toekomst. Al komt er een tijd. dat er wat kalmer aan gedaan zal moeten worden. Maar nu is het nog: „Kom, we gaan effe naar de Engel. Dat is gewoon in Leiden", zegt mevrouw Favier; „daar vergader je ook bij Bram 'en de Engel - al zal het wel een duiveltje zijn..." Ik hoor, dat bij de Faviers het kwaliteitsbed op de voorgrond staat: „de bedden moeten in de eerste plaats goed zijn. Meer dubbele bedden ook. Dp Fransen bijvoorbeeld liggen graag in een tweepersoons bed. Dat ga ik in het pand hiernaast doen: plaats voor het „grand lit", zeg maar. Je moet niet te bekrompen zijn. En VVV - directeur Dekker maar zeggen, dat er in Leiden nodig een hotel bij moet. Nou nou. Hoeveel hotels had je vroeger niet in Leiden Veel meer dan nu. Die zijn bijna allemaal ten gronde gegaan. Zaten in de rode cijfers. Schuttershof, Gulden Vlies, Karrewiel, Du Commerce. Wat kost het vandaag niet, zo'n hotel Dat gaat toch niet. Nu hebben we samen met Holiday Inn een erg redelijk bestand dat een goede voorziening biedt. Dat gaat niet ten koste van een ander", aldus Engel Favier. Ze signaleert ook het Chinese „gevaar". „Waarom zijn er zo veel Chinezen Die komen af op degenen die het niet meer kunnen bolwerken. Dat heb je ook met die bistro's; de één vr^et de ander op. Wij, mijn man en ik, zijn zot. We hebben er nu nog plezier in. Zouden anderen dat ook zo hebben Een vijfdaagse werkweek, dat gaat niet in de hotelwereld. Er komen meer bedrijven naar Leiden. Dat zie je aan de Rooseveltstraat, in de Waard, de Grote Rolder. Daar krijgen wij mensen vandaan. Ik ben ook blij, dat er in de Stadsgehoorzaal een goeie-zit. Leven brengen in de brouwerij, dat doet André de Jong uitstekend. Een perfecte man daarvoor en een beste gooi van de gemeente. Op het moment is het een rotzooi bij ons voor cle deur, met dat herstel van de walkanten. Maar daar hebben we geen schade van. Welnee. Als je thuis verbouwt, het ook een bende". Het is drukker geworden bij de Faviers: „Een stijgende lijn. Niet te geloven. Die verbouwing is nog lang niet klaar, maar we hebbén nu al aanvragen voor dat nieuwe ding, die boerderij. Voor partijen. Die vliegen'de pan uit. Er is een :r; daar komen veel mensen op Horel-^estaurant Nieuw Minerva, enkele jaren geleden nog zonder de pictoreske luifeltjes. Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond be schreven die in het asiel verblijft om daar een zekere dood tegemoet te gaantenzij het dier een goed te huis vindt. De in de rubriek beschreven honden zijn alle door hondenbezitters naar'het asiel gebracht. Om uiteenlopende redenen, vaak begrijpelijk, maar soms ook volslagen onzinnig. De in „hond zoekt huis" be schreven dieren zijn alle goed gezond, hebben een worm kuur ondergaan en zijn volledig ingeënt. Teget} betaling van ca. 60 gulden ten bate van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Be sjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 131670. Geopend di. t/m vr. 10.00-12.00 en 14.00-16.00 uur. Zondag en maandag geslo ten. Hoewel de vier jaar oude reu Joris het verschijnsel asiel dus niet vreemd is, voelt hij zich er allesbehalve thuis. Trillend als een riet met de staart tussen de benen kruipt hij weg'in de verste hoek van zijn kooi als er iemand langskomt en niemand voelt zich dan ook geroepen om het zielige hoopje ellende mee te nemen. Uit het hok is Joris eigenlijk best een grappig beestje, een middenslag hond die ruim 40 centimeter hoog op de poten staat. Joris is ruwharig en heeft een zeer aardige peper- eh zoutkleurige tekening. Zijn harige snuit is afgezet met de bekende luikende oortjes, die een hond altijd enige mimiek meegeven. Joris heeft een uiterst gevoelige blik in de ogen en dat is geenszins een misleidende blik. Joris is een zeer aanhankelijke hond, in feite een gezellige huishond, hoewel hij toch ook wel erg levendig kan zijn. Ook de auto is aan hem besteed. Het enige probleem met Joris is dat hij in huis de favoriet wil zijn van zijn eigenaren en daarom heeft hij het, jaloers als hij is, niet zo op katten, andere honden en kleine kinderen in huis begrepen. Joris lijkt daarom bij uitstek geschikt voor al wat oudere mensen die geen jonge kinderen in huis hebben. Veel ruimte heeft Joris niet nodig, wel des te meer aandacht. In het asiel kwijnt Joris in ieder geval weg en het is van groot belang dat hij spoedig in een huishouden komt waar hij voor een groter aantal jaren kan bijtekenen dan tot nu toe het geval is geweest met de clausule dat allergie nooit meer van toepassing kan zijn. Duke De edele en adellijke verschijning van de Dobermann Pincher Duke in de krant heeft tot tientallen reacties geleid van mensen cjie deze echte heer gaarne uit zijn onelegant isolement wilden verlossen. Duke kon dan ook bijna onmiddelijk vertrekken en heeft zich nu teruggetrokken op een waardig buitenverblijf in Zoeterwoude, waar hij alle ruimte heeft om zijn allure te ontplooien. Bram Favier en echtgenote 'De Engel', levende symbolen van ondernemerslu8t, samen goed voor een eeuw horeca in Leiden. LEIDEN De kleine bastaard-terriër Joris is een oude bekende in het dierenasiel. Een jaar geleden werd hij al een keer uit het asiel opgepikt door dezelfde man die hem eind september weer terugbracht met de mededeling dat een plotseling de kop opstekende allergie hem had genoodzaakt Joris weer af te staan. Asiel-beheerder Wil Tiele beschouwt allergie als een standaardsmoesje voor mensen die hun hond kwijt willen, maar aangezien de laatste eigenaar met tranen in de ogen het asiel verliet moet er toch sprake zijn geweest van een afgedwongen afscheid, tenzij er natuurlijk sprake is geweest van een stukje levensecht volkstoneel. af. Er kunnen straks nog wat gasten slapen ook, als ze niet meteen weg willen. We gaan er gewoon een rustige zaak van maken. Met 3500 vierkante meter tuin langs de Nieuwe Rijn. Dat wordt wat. Ach, zie je, wij hebben ook niet het eeuwige leven, dus zullen we ons wel gaan bepalen tot die boerderij. Wat er met de rest gebeurt wèet ik nog niet. Je kunt niet blijven runnen. Maar het gaat altijd heel anders dan je zelf denkt". Aan rust is jubilaris Bram Favier nog niet toe. Zijn Engel vertelt, dat hij elke morgen naar Oegstgeest bust, waar het echtpaar een huis heeft maar er zelden is. „Mijn man verzorgt daar zijn vele vogels en kalkoenen. Zou hij daarna nog alleen maar boodschappen aannemen hier Dat dacht je: hij houdt alles nog in de gaten, de obers en de kasboeken. Ook wikkelt hij de leveranties af. En of. Tachtig jaar; hij mag er nog best wezen, vind je ook niet Zelf sta ik elke morgen om tien voor zes op. Ik zou weieens willen uitslapen, denk ik dan op de rand van m'n bed. Maar dat is gauw over. Ik heb geen last van ochtendziekte, maar 's middags even eeri uiltje knappen is pr meestal niet bij". De Faviers zijn voor het eerst in 35 jaar met vakantie geweest. Voor het eerst ook in het buitenland. Bram: „Daar hebben we potverdorie eerst paspoorten voor moeten aanvragen. Een reisje langs de Rijn, zeven dagen. Het is zwaar tegengevallen. Een rotreis voor een schandalige prijs. Een uitgeholde aardappel met een beetje ragout, dat noemdpn ze een pasteitje. Vijfhonderd gulden per dag. We hebben geklaagd. Nu krijgen we van de organisator een vrije reis aangeboden, maar ik hoef niet mee, ik heb al gegeten en gedronken. We gaan liever naar Scheveningen, hè vrouw Naar het Kurhaus. Geweldig, geweldig: prachtige kamers aan zee, goed verzorgd, prima ontbijt. Daar zijn we even op verhaal gekomen". Bram is tachtig; „Ik heb voor 5 jaar bijgetekend. Verder zien we 't wel. Ik ben begonnen in Noordwijk, Palace Hotel. En zo maar door; Oranje Hotel ook. En geëindigd ir> Central in de Breestraat. Na de oorlóg ben ik voor mezelf begonnen. Meteen Voor de studenten". Engelberta Favier: „als je ziet wat ze schrijven in buitenlandse kranten, wat ze je over je eigen bedrijf toesturen aan knipsels. Dat is toch wel leuk, hè? We hebben een druk huishouden hier". Bram: „en goed bezet; 60, 80 bedden op het ogenblik". Engel: Dan heb je die Duitsers. Steevast is het: de telefoon doet het niet. Dan zeg ik: u kunt niet telefoneren. Ik had eens een Duitser die zei: „ik zou niet kunnen telefonere/i Waanzin". Nee, heb ik toen gezegd, nee, jullie kunnen niet telefoneren en daar hebben jullie de oorlog door verloren. Die ene Duitser kon het nog waarderen ook". „Het is een interessant bedrijf, dat je jong houdt. Met die talen red ik het best, je begrijpt je mensen wel. Ja, we hebben wel eer\ tijd achter de rug. We zijn ingebed in de zorgen, toen we hier begonnen. Mijn man en ik droegen zelfs een tijdje dezelfde jas. Daar lach je nu om. Trouwens, toch een periode waar je met plezier op terug kunt zien, met al die mensen die vertrouwen in je stellen. Pat vertrouwen is nooit beschaamd geworden. Met schade en schande word je groot. We hebben er nooit spijt van gehad", verzekert de Engel me. Haar man droomt even terug. „De Breestraat, 65 jaar geleden. In alle glorie; met de Turk, Amicitia, de ouwe herensociëteit, Beijersbergen, dat was een nachtclub uit de kunst met cabaret, en mooie dochters had ie, die Beijersbergen. Je had café Ronk en Van Veen die naar De Doelen is gegaan, je had hotel Smulders, Central, De Harmonie, hotel Leeuwendag. Ja, de Turk, met burgemeester De Gijselaar die daar altijd kwam, samen met de loco. De paardetram reed toen nog, in 1916, voor 6 cent naar de Hoge Rijndijk. Voordat de burgemeester naar het stadhuis ging 's morgens, grote sigaar in de mond, liep ie vaak naar de „railleurs", die de rails moesten schoontnaken. Dan had ie een sigaar voor die reinigers: of ze het maar netjes wilden doen. Een sjieke vent was het". Engel en Bram Favier hebben het gerooid. De dag van Abraham is in huisstijl gevierd, donderdag, met een receptie. Effe naar de Engel en Jïram. Zo was het weer voor velen. Als ze gelegenheid hadden gehad waren de koningin Joseph Luns en die oliesjeik uit Saoedie Arabië ook nog gekomen. Ze staan in het gastenboek en waren meermalen bij de Faviers te gast. Door de Engel kwam de koningin eens aan exclusieve droogbloemen uit Mexico, „die had hare majesteit bij mij zien staan en die wilde ze ook wel hebben". Bij „Nieuw Minerva" is men weer overgegaan tot de orde van de dag. Die orde is trouwens ook donderdag geen moment verlaten, „want de business gaat voor". Dat houdt de Engel staande. „We verslappen geen moment. Misschien een harde, maar noodzakelijke lijn. Kjjk meneer, als ze zeggen dat je lief bent, ga je naar de bliksem. Ik ben geen lieverdje. Al kun je best met me praten. Maar het is geen kermiskraam bij ons". Je moet er niet aan denken, dat dit imperium er eens niet meer zal zijn. Engelberta Favier - Zandbergen: „Dat heeft nog de tijd. Ik zal wel zien, wie er op af komt..." Voorlopig kun je er, nog horen: „Meneer, heeft u goed geslapen Het antwoord is dan steevast: „mevrouw, het was uitstekend in orde En voor dat uitroepteken heeft dan de gast gezorgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 5